Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
boekentip

Een getroebleerde vriendschap in een prachtig tijdsbeeld

door Bert Natter
24 jan. 2023 24 januari 2023

Schrijver Bert Natter deelt maandelijks een literair-­muzikale tip. Deze keer Het grote zwijgen (2011) van Erik Menkveld.

  • Erik Menkveld, Het grote zwijgen

    Erik Menkveld, Het grote zwijgen

  • Bert Natter

    foto: Eduardus Lee

    Bert Natter

    foto: Eduardus Lee

  • Erik Menkveld, Het grote zwijgen

    Erik Menkveld, Het grote zwijgen

  • Bert Natter

    foto: Eduardus Lee

    Bert Natter

    foto: Eduardus Lee

De schrijver van Het grote zwijgen, Erik Menkveld (1959-2014), was een gerespecteerd dichter toen hij in 2011 debuteerde met deze dikke, imposante roman over de getroebleerde verhouding tussen twee componisten, Matthijs Vermeulen (1888-1967) en diens leermeester Alphons Diepenbrock (1862-1921). Het boek schetst een prachtig beeld van de sfeer in en om het toen nog jonge Concert­gebouw in de jaren tien van de twintigste eeuw, de glorietijd van dirigent Willem Mengelberg.

Menkveld baseerde zich op bestaande bronnen die op de bijzondere vriendschap betrekking hebben, met name de nagelaten brieven van de twee hoofdrolspelers. Hij raakte door de mannen gefascineerd toen hij ontdekte dat er in de zeven jaar dat zij elkaar regelmatig bezochten een opmerkelijke verwijdering plaatsvond, die aan de oppervlakte veel weghad van een muzikale vadermoord, maar waar misschien meer aan de hand was dan een leerling die zijn leermeester voorbij wil streven.

Voor de echtgenote van Diepenbrock is een sleutelrol weggelegd

Vermeulen (‘Thijs’) is de zoon van een smid die zijn geboortestad Helmond verlaat om in Amsterdam zijn geluk als componist te beproeven. Eerst moet hij geld zien te verdienen en dat doet hij door bijna dagelijks muziekkritieken te schrijven in diverse kranten. Zijn scherpe pen wordt al snel gevreesd en zijn neiging om ook in de concertzaal luidkeels zijn mening te verkondigen, maakt hem tot een gevreesd man in het muziekleven. Als Vermeulen een geëxalteerde recensie schrijft over de muziek van Diepenbrock bij een toneelstuk, is het diens vrouw die zegt: ‘Waarom nodig je hem niet eens uit om kennis te maken?’

Voor deze echtgenote van Diepenbrock is een sleutelrol weggelegd in dit boek: Elisabeth de Jong van Beek en Donk (1868-1939), die in 2015 samen met haar zus zou worden vereeuwigd in de fabelachtige dubbelbiografie Cécile en Elsa, strijdbare freules van Elisabeth Leijnse. Hoewel we als lezers afwisselend in de buurt van Diepenbrock en Vermeulen verkeren, dringt Elisabeth zich steeds meer op aan ons — en nog meer aan Vermeulen, de vijfentwintig jaar jongere vriend van haar man.

Of het wraak is op Diepenbrocks ontrouw, of daadwerkelijke verliefdheid, in ieder geval verklaart Elisabeth de verbijsterde Vermeulen haar liefde in het gangpad van een trein die hen — en wagons vol muziekliefhebbers — van Amsterdam naar Utrecht brengt, waar de eerste opvoering zal plaatsvinden van een mis die Diepenbrock decennia eerder schreef.

Menkveld is er in deze prachtroman in geslaagd om zijn personages leven in te blazen en de muziek als meer te gebruiken dan een schitterend decor. Je kunt eenvoudigweg niet anders dan meteen te gaan luisteren naar de composities van de hoofdpersonen.

Bert Natter publiceerde diverse romans en schreef columns, essays en artikelen voor onder andere het Utrechts Nieuwsblad, het Algemeen Dagblad en De Revisor. Zijn roman Goldberg, over de beroemdste leerling van Johann Sebastian Bach, werd genomineerd voor de shortlist van de ECI Literatuurprijs 2016. Voor Preludium bespreekt hij maandelijks een boek, en maakte hij twee podcastseries: Bach tot op het bot en Natuurtonen.

De schrijver van Het grote zwijgen, Erik Menkveld (1959-2014), was een gerespecteerd dichter toen hij in 2011 debuteerde met deze dikke, imposante roman over de getroebleerde verhouding tussen twee componisten, Matthijs Vermeulen (1888-1967) en diens leermeester Alphons Diepenbrock (1862-1921). Het boek schetst een prachtig beeld van de sfeer in en om het toen nog jonge Concert­gebouw in de jaren tien van de twintigste eeuw, de glorietijd van dirigent Willem Mengelberg.

Menkveld baseerde zich op bestaande bronnen die op de bijzondere vriendschap betrekking hebben, met name de nagelaten brieven van de twee hoofdrolspelers. Hij raakte door de mannen gefascineerd toen hij ontdekte dat er in de zeven jaar dat zij elkaar regelmatig bezochten een opmerkelijke verwijdering plaatsvond, die aan de oppervlakte veel weghad van een muzikale vadermoord, maar waar misschien meer aan de hand was dan een leerling die zijn leermeester voorbij wil streven.

Voor de echtgenote van Diepenbrock is een sleutelrol weggelegd

Vermeulen (‘Thijs’) is de zoon van een smid die zijn geboortestad Helmond verlaat om in Amsterdam zijn geluk als componist te beproeven. Eerst moet hij geld zien te verdienen en dat doet hij door bijna dagelijks muziekkritieken te schrijven in diverse kranten. Zijn scherpe pen wordt al snel gevreesd en zijn neiging om ook in de concertzaal luidkeels zijn mening te verkondigen, maakt hem tot een gevreesd man in het muziekleven. Als Vermeulen een geëxalteerde recensie schrijft over de muziek van Diepenbrock bij een toneelstuk, is het diens vrouw die zegt: ‘Waarom nodig je hem niet eens uit om kennis te maken?’

Voor deze echtgenote van Diepenbrock is een sleutelrol weggelegd in dit boek: Elisabeth de Jong van Beek en Donk (1868-1939), die in 2015 samen met haar zus zou worden vereeuwigd in de fabelachtige dubbelbiografie Cécile en Elsa, strijdbare freules van Elisabeth Leijnse. Hoewel we als lezers afwisselend in de buurt van Diepenbrock en Vermeulen verkeren, dringt Elisabeth zich steeds meer op aan ons — en nog meer aan Vermeulen, de vijfentwintig jaar jongere vriend van haar man.

Of het wraak is op Diepenbrocks ontrouw, of daadwerkelijke verliefdheid, in ieder geval verklaart Elisabeth de verbijsterde Vermeulen haar liefde in het gangpad van een trein die hen — en wagons vol muziekliefhebbers — van Amsterdam naar Utrecht brengt, waar de eerste opvoering zal plaatsvinden van een mis die Diepenbrock decennia eerder schreef.

Menkveld is er in deze prachtroman in geslaagd om zijn personages leven in te blazen en de muziek als meer te gebruiken dan een schitterend decor. Je kunt eenvoudigweg niet anders dan meteen te gaan luisteren naar de composities van de hoofdpersonen.

Bert Natter publiceerde diverse romans en schreef columns, essays en artikelen voor onder andere het Utrechts Nieuwsblad, het Algemeen Dagblad en De Revisor. Zijn roman Goldberg, over de beroemdste leerling van Johann Sebastian Bach, werd genomineerd voor de shortlist van de ECI Literatuurprijs 2016. Voor Preludium bespreekt hij maandelijks een boek, en maakte hij twee podcastseries: Bach tot op het bot en Natuurtonen.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.