Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
boekentip

Schelmenstreken

door Bert Natter
13 feb. 2024 13 februari 2024

Schrijver Bert Natter deelt maandelijks een literair-­muzikale tip. Deze keer Levensherinneringen van Louis Spohr.

  • Levensherinneringen

    door Louis Spohr

    Levensherinneringen

    door Louis Spohr

  • Bert Natter

    foto: Eduardus Lee

    Bert Natter

    foto: Eduardus Lee

  • Levensherinneringen

    door Louis Spohr

    Levensherinneringen

    door Louis Spohr

  • Bert Natter

    foto: Eduardus Lee

    Bert Natter

    foto: Eduardus Lee

Tientallen delen in de reeks Privé-Domein heb ik gelezen, maar er was er niet één waar ik me zo mee heb vermaakt als Levensherinneringen van Louis Spohr, verschenen in 2023. Alsof een oude vriend je bijpraat over zijn leven in de tijd dat je elkaar uit het oog bent verloren.

De ondertitel luidt Zelfportret van ‘de Duitse Paganini’. Een goed idee, want wie kent Louis Spohr (1784-1859) nog? Hem presenteren als een vioolvirtuoos doet hem echter tekort, want hij was ook componist en schilder, het portret op het omslag is gebaseerd op een zelfportret in pastel. Daarnaast was hij bovendien een begenadigd schrijver.

Als vioolvirtuoos zou je hem eerder het tegendeel van Paganini kunnen noemen, die de legende uitbuitte dat hij door de duivel bezeten zou zijn. Spohr laat zien hoe hij stapje bij beetje zijn techniek verbetert, vooral door goed naar anderen te luisteren en te kijken. De kritiek die hij op zijn spel en composities krijgt, slaat hem in eerste instantie vaak uit het veld, maar uiteindelijk probeert hij er altijd lessen uit te trekken.

Hij leefde in een voor muziekliefhebbers interessante tijd, namelijk die waarin de musicus zich losmaakte van broodheren en -dames. Van jongs af aan geeft de jonge Louis er al blijk van dat hij niet van plan is nederig te zijn. Als vijftienjarige spreekt hij de plaatselijke hertog aan tijdens diens vaste ochtendwandeling. De hertog leest zijn aanbevelingsbrief vluchtig door en vraagt wie die lovende woorden eigenlijk heeft geschreven. Spohr antwoordt ontwapenend: ‘Wie anders dan ik?’ Zo rijgt Spohr de ene na de andere aanstekelijke en vaak komische anekdote aan elkaar in iets dat nog het meest aan een schelmenroman doet denken.

Hij reist door heel Europa en komt vele beroemdheden tegen, onder wie Goethe. Tijdens zijn concerten speelt hij zijn eigen, vaak goed in het gehoor liggende stukken en geheide succesnummers van tijdgenoten als Pierre Rode, maar blijkt hij ook een onvermoeibaar pleitbezorger van tijdgenoot Beethoven. Als Spohr in de winter van 1803 in Leipzig is, blijken zelfs zijn medemusici in het begin geen chocola kunnen maken van de eerste zes strijkkwartetten van Beethoven, maar gaandeweg weet Spohr musici én publiek warm te maken voor deze werken.|

Tien jaar later zoekt Spohr de inmiddels hardhorende meester op in Wenen en de ontmoetingen tussen die twee vormen de basis voor een reeks tragikomische voorvallen.

Het boek is uitmuntend vertaald door twee violisten van het Radio Filharmonisch Orkest, Caspar Bleumers en Frits Wagenvoorde, en is meer dan ­zeshonderd bladzijden dik.
Van mij had het nog dikker mogen zijn.

Tientallen delen in de reeks Privé-Domein heb ik gelezen, maar er was er niet één waar ik me zo mee heb vermaakt als Levensherinneringen van Louis Spohr, verschenen in 2023. Alsof een oude vriend je bijpraat over zijn leven in de tijd dat je elkaar uit het oog bent verloren.

De ondertitel luidt Zelfportret van ‘de Duitse Paganini’. Een goed idee, want wie kent Louis Spohr (1784-1859) nog? Hem presenteren als een vioolvirtuoos doet hem echter tekort, want hij was ook componist en schilder, het portret op het omslag is gebaseerd op een zelfportret in pastel. Daarnaast was hij bovendien een begenadigd schrijver.

Als vioolvirtuoos zou je hem eerder het tegendeel van Paganini kunnen noemen, die de legende uitbuitte dat hij door de duivel bezeten zou zijn. Spohr laat zien hoe hij stapje bij beetje zijn techniek verbetert, vooral door goed naar anderen te luisteren en te kijken. De kritiek die hij op zijn spel en composities krijgt, slaat hem in eerste instantie vaak uit het veld, maar uiteindelijk probeert hij er altijd lessen uit te trekken.

Hij leefde in een voor muziekliefhebbers interessante tijd, namelijk die waarin de musicus zich losmaakte van broodheren en -dames. Van jongs af aan geeft de jonge Louis er al blijk van dat hij niet van plan is nederig te zijn. Als vijftienjarige spreekt hij de plaatselijke hertog aan tijdens diens vaste ochtendwandeling. De hertog leest zijn aanbevelingsbrief vluchtig door en vraagt wie die lovende woorden eigenlijk heeft geschreven. Spohr antwoordt ontwapenend: ‘Wie anders dan ik?’ Zo rijgt Spohr de ene na de andere aanstekelijke en vaak komische anekdote aan elkaar in iets dat nog het meest aan een schelmenroman doet denken.

Hij reist door heel Europa en komt vele beroemdheden tegen, onder wie Goethe. Tijdens zijn concerten speelt hij zijn eigen, vaak goed in het gehoor liggende stukken en geheide succesnummers van tijdgenoten als Pierre Rode, maar blijkt hij ook een onvermoeibaar pleitbezorger van tijdgenoot Beethoven. Als Spohr in de winter van 1803 in Leipzig is, blijken zelfs zijn medemusici in het begin geen chocola kunnen maken van de eerste zes strijkkwartetten van Beethoven, maar gaandeweg weet Spohr musici én publiek warm te maken voor deze werken.|

Tien jaar later zoekt Spohr de inmiddels hardhorende meester op in Wenen en de ontmoetingen tussen die twee vormen de basis voor een reeks tragikomische voorvallen.

Het boek is uitmuntend vertaald door twee violisten van het Radio Filharmonisch Orkest, Caspar Bleumers en Frits Wagenvoorde, en is meer dan ­zeshonderd bladzijden dik.
Van mij had het nog dikker mogen zijn.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.