Editie maart
uit de archieven
Op 28 maart is het 150 jaar geleden dat dirigent Willem Mengelberg werd geboren; 100 jaar geleden op 5 april overleed componist Alphons Diepenbrock. Behalve de muziek, Het Concertgebouw en het orkest verbond hen een bijzondere vriendschap.
Met een herinneringsteken bij de Grote Zaal gedenken Het Concertgebouw en het Concertgebouworkest gezamenlijk dat er in het gewoel van de Tweede Wereldoorlog zeventien Joodse orkestleden werden ontslagen.
De muziekwereld herdenkt dit jaar op allerlei manieren de geboorte van Ludwig van Beethoven, 250 jaar geleden. Hoe ging dat honderd jaar geleden in Het Concertgebouw?
Karl Muck was van 1920 tot 1925 vaste gastdirigent van het Concertgebouworkest naast chef-dirigent Willem Mengelberg. Daar gingen een onverkwikkelijke affaire in de Verenigde Staten en roemloze deportatie naar Duitsland aan vooraf.
Precies 75 jaar geleden werd Eduard van Beinum chef-dirigent van het Concertgebouworkest. Vijftig jaar later schreef Niels Le Large, oud-slagwerker van het orkest, voor Preludium over zijn kennismaking met de dirigent.
In 1969/70 stuurde een groep jonge rebelse componisten aan op een openbare discussie over de ‘ondemocratische structuur’ van het Concertgebouworkest. In juni, precies 50 jaar geleden, publiceerde Preludium dit verslag van dat historische debat.
Het succesvolle kamermuziekfestival tijdens het Mahler-Feest 1920, georganiseerd door de vooraanstaande violist Alexander Schmuller, inspireerde Het Concertgebouw om nog in hetzelfde jaar een eigen kamermuziekserie te starten. Een initiatief met groots gevolg.
Dat Het Concertgebouw zelf kamermuziekconcerten organiseert is een traditie die teruggaat tot het Mahler-Feest van 100 jaar geleden. Een spraakmakende reeks concerten met veel levende componisten stond aan de basis.
Herbert Blomstedt wordt in juli 93 jaar, maar dirigeert nog altijd vol jeugdig vuur. Deze maand staat hij opnieuw voor het Concertgebouworkest. Preludium blikt terug op de eerste kennismaking – en het indrukwekkende vervolg.
De Faust-legende en Goethes versie ervan inspireerden vele componisten tot duivels goede muziek, die vaak haar weg vond naar het Concertgebouworkest. Zoals deze maand Schumanns Faust-Szenen.
In 1891 werd componist Pjotr Iljitsj Tsjaikovski gevraagd om het Concertgebouworkest te komen dirigeren. Tsjaikovski reageerde positief, maar van een debuut bij het nog jonge orkest kwam het nooit.
Het Concertgebouworkest weet zich al jaren gesteund door een aantal vaste sponsoren. Maar dertig jaar geleden was dat een nouveauté – en bovendien broodnodig.
Preludium schrijft al sinds 1947 over de concerten in Het Concertgebouw en van het Koninklijk Concertgebouworkest. Blader hier door de allereerste Preludiums.
Het Concertgebouworkest voerde Debussy’s opera Pelléas et Mélisande vijfentwintig keer in de orkestbak uit, en schreef daarmee iedere keer geschiedenis.
‘Wie dit leest en jonger is dan 27 jaar, moet even goed opletten’: in 1993 verscheen in Preludium een oproep om bestuursleden te werven voor de nieuw op te zetten jongerenvereniging van Het Concertgebouw en het Koninklijk Concertgebouworkest. Zo klonk het startschot voor Entrée, dat floreert en dit seizoen haar 25-jarig jubileum viert.
Mahler dirigeerde in 1909 zelf de Nederlandse première van zijn Zevende symfonie. Wat vonden de musici van het Concertgebouworkest van de maestro en zijn werkwijze?