Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
column

Research

door Vrouwkje Tuinman
14 sep. 2021 14 september 2021

Schrijfster en dichteres Vrouwkje Tuinman reflecteert in Preludium maandelijks op haar muziekleven. Deze maand: de zoektocht naar een interessante podcast.

Een reden dat ik liever cd’s draai dan radio luister is dat op die schijfjes vrijwel niet gepraat wordt. In de auto schakel ik, zodra er iemand langer dan vijftien seconden het woord neemt, over naar een andere zender.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat het medium podcast nog niet echt in mijn systeem is geraakt. Voor een snob als ik is het een vrij onmogelijke propositie: een spreker die precies dat toevoegt wat ik wil weten, ook al wist ik dat zelf nog niet, anders was ik het zelf wel ergens gaan lezen, in heerlijke stilte.

Dit najaar ga ik zelf een podcast maken, voor Preludium. Het zou me sieren als ik enige interesse opbreng voor het genre, dacht ik. Waar te beginnen? Er is een werkelijk ongelooflijke hoeveelheid muziekpodcasts, gemaakt door kenners, componisten, musici of juist zelfverklaarde niet-kenners. En een ongelooflijke hoeveelheid lijstjes met daarop de beste muziekpodcasts. Al die lijstjes spreken elkaar tegen.

Een dag lang proefde ik van rijpe en groene podcasts. Er waren verrassingen bij, zoals ­Pauze van het Radio Filharmonisch Orkest, waar brutale vragen worden gesteld zonder dat het een formule wordt. Ik probeerde De mengtafel, van de NTR. Dat gaat over klassieke en elektronische muziek, in beide gevallen ook voor beginners. Leuk, maar voor mij te jofel van toon en met net te veel ‘feiten’ die ik zelf toch beter meen te kennen.

Toen volgde Keepclassicalweird van violiste Casey Bozell, een heel wisselend platform waar interessante bespiegelingen over Hildegard von Bingen samengaan met net-niet-goed-vertelde anekdotes uit het muziekleven, zoals die keer dat een dirigent vergat af te slaan en het orkest zelf maar stopte.

Gedurende de dag werden de beperkingen van het medium me steeds duidelijker. Ruisende telefoongesprekken, hoorbare knip- en plak-overgangen en een immens probleem: de muziekrechten. Die geld kosten, waardoor je veel rare synthesizerjingles hoort in plaats van mooie muziek.
En veel ongewenst geklets.

Maar ook: nieuwe ideeën. In Sticky Notes, bijvoorbeeld, van dirigent Joshua Weilerstein. De man kan vertellen en aardig interviewen. Hier werkte de podcast als goede radio: ik bleef hangen.

Hoe moet ik dit zelf gaan doen?


Wie is Vrouwkje Tuinman?
Vrouwkje Tuinman publiceerde zes dichtbundels en vier romans. Als journalist werkt ze voor onder meer Trouw. In september 2019 verscheen haar bundel Lijfrente, waarvoor ze De Grote Poëzieprijs 2020 won. Ze werkt aan een nieuwe roman en schrijft geregeld voor theater- en ­familievoorstellingen.

Een reden dat ik liever cd’s draai dan radio luister is dat op die schijfjes vrijwel niet gepraat wordt. In de auto schakel ik, zodra er iemand langer dan vijftien seconden het woord neemt, over naar een andere zender.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat het medium podcast nog niet echt in mijn systeem is geraakt. Voor een snob als ik is het een vrij onmogelijke propositie: een spreker die precies dat toevoegt wat ik wil weten, ook al wist ik dat zelf nog niet, anders was ik het zelf wel ergens gaan lezen, in heerlijke stilte.

Dit najaar ga ik zelf een podcast maken, voor Preludium. Het zou me sieren als ik enige interesse opbreng voor het genre, dacht ik. Waar te beginnen? Er is een werkelijk ongelooflijke hoeveelheid muziekpodcasts, gemaakt door kenners, componisten, musici of juist zelfverklaarde niet-kenners. En een ongelooflijke hoeveelheid lijstjes met daarop de beste muziekpodcasts. Al die lijstjes spreken elkaar tegen.

Een dag lang proefde ik van rijpe en groene podcasts. Er waren verrassingen bij, zoals ­Pauze van het Radio Filharmonisch Orkest, waar brutale vragen worden gesteld zonder dat het een formule wordt. Ik probeerde De mengtafel, van de NTR. Dat gaat over klassieke en elektronische muziek, in beide gevallen ook voor beginners. Leuk, maar voor mij te jofel van toon en met net te veel ‘feiten’ die ik zelf toch beter meen te kennen.

Toen volgde Keepclassicalweird van violiste Casey Bozell, een heel wisselend platform waar interessante bespiegelingen over Hildegard von Bingen samengaan met net-niet-goed-vertelde anekdotes uit het muziekleven, zoals die keer dat een dirigent vergat af te slaan en het orkest zelf maar stopte.

Gedurende de dag werden de beperkingen van het medium me steeds duidelijker. Ruisende telefoongesprekken, hoorbare knip- en plak-overgangen en een immens probleem: de muziekrechten. Die geld kosten, waardoor je veel rare synthesizerjingles hoort in plaats van mooie muziek.
En veel ongewenst geklets.

Maar ook: nieuwe ideeën. In Sticky Notes, bijvoorbeeld, van dirigent Joshua Weilerstein. De man kan vertellen en aardig interviewen. Hier werkte de podcast als goede radio: ik bleef hangen.

Hoe moet ik dit zelf gaan doen?


Wie is Vrouwkje Tuinman?
Vrouwkje Tuinman publiceerde zes dichtbundels en vier romans. Als journalist werkt ze voor onder meer Trouw. In september 2019 verscheen haar bundel Lijfrente, waarvoor ze De Grote Poëzieprijs 2020 won. Ze werkt aan een nieuwe roman en schrijft geregeld voor theater- en ­familievoorstellingen.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.