Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
column

Componist m/v/x

door Vrouwkje Tuinman
27 sep. 2022 27 september 2022

Schrijfster en dichteres Vrouwkje Tuinman reflecteert in Preludium maandelijks op haar muziekleven. Deze maand: de (nog) geheime hoofdpersoon van haar nieuwe podcast.

Onlangs was ik in Engeland, om opnamen te maken voor een podcast die over enige tijd bij Preludium te beluisteren is. Om het spannend te houden, en ook zodat mijn onderwerp niet onder mijn neus vandaan gejat wordt (iedereen in de podcastwereld is sneller dan ik), zeg ik niet waar hij over gaat. Maar het heeft te maken met een componist (m/v/x) die in Groot-Brittannië heeft gewoond, en niet meer leeft.

Dat laatste betekent dat je secundaire bronnen moet aanboren – vaak de leukste. Zo bezocht ik de begraafplaats waar de componist ligt (weer een hint!) en had daar een lang gesprek met een grafdelver. Die had nog nooit van deze grote naam gehoord en wilde er eigenlijk ook niets over weten, maar wel zelf dingen vertellen. Bijvoorbeeld dat hij soms mensen over de paden zag lopen die officieel al onder de grond liggen. Hij gaat vanaf nu opletten of hij mijn m/v/x ziet.

Ik moet secundaire bronnen aanboren – vaak de leukste.

Verder was ik bij een orgel, dat nog door de componist bespeeld is. Ik poogde het geluid op te nemen maar pakte vooral ook de vele ambulances mee die langsreden. En de kortsluiting die plots ontstond en het pand vulde met een bromtoon en geknetter. ‘Misschien is het een teken,’ zei de beheerder, en keek veelbetekenend omhoog.

Op de laatste dag ging ik naar de British Library, alwaar een stapel manuscripten van de persoon in kwestie bewaard wordt (een aanwijzing, maar ook weer niet, want ze hebben daar VEEL). Netjes in volgorde: eerste idee, kladversie, kladversie met rode strepen erdoorheen en aan zichzelf gerichte vermaningen, nette kladversie, eindversie.

Ik hoefde geen witte hand­schoenen aan. Op sommige pagina’s was zo woest gekrabbeld dat de noten ook op de achterkant te zien waren. Net als de koffie­vlekken. Hier en daar waren dingen opgeschreven die meer leken op een boodschappenlijstje. En zo kwam mijn hoofdpersoon, zonder bovennatuurlijke ingrepen, ook voor mij totaal tot leven.

Vrouwkje Tuinman publiceerde zes dichtbundels en vier romans. Als journalist werkt ze voor onder meer Trouw en ze schrijft geregeld voor theater- en familievoorstellingen. Voor haar dichtbundel Lijfrente ontving ze De Grote Poëzieprijs 2020. Afgelopen juni verscheen de novelle Tijdelijk verblijf. In september ontving ze de Utrechtse C.C.S. Croneprijs.

Onlangs was ik in Engeland, om opnamen te maken voor een podcast die over enige tijd bij Preludium te beluisteren is. Om het spannend te houden, en ook zodat mijn onderwerp niet onder mijn neus vandaan gejat wordt (iedereen in de podcastwereld is sneller dan ik), zeg ik niet waar hij over gaat. Maar het heeft te maken met een componist (m/v/x) die in Groot-Brittannië heeft gewoond, en niet meer leeft.

Dat laatste betekent dat je secundaire bronnen moet aanboren – vaak de leukste. Zo bezocht ik de begraafplaats waar de componist ligt (weer een hint!) en had daar een lang gesprek met een grafdelver. Die had nog nooit van deze grote naam gehoord en wilde er eigenlijk ook niets over weten, maar wel zelf dingen vertellen. Bijvoorbeeld dat hij soms mensen over de paden zag lopen die officieel al onder de grond liggen. Hij gaat vanaf nu opletten of hij mijn m/v/x ziet.

Ik moet secundaire bronnen aanboren – vaak de leukste.

Verder was ik bij een orgel, dat nog door de componist bespeeld is. Ik poogde het geluid op te nemen maar pakte vooral ook de vele ambulances mee die langsreden. En de kortsluiting die plots ontstond en het pand vulde met een bromtoon en geknetter. ‘Misschien is het een teken,’ zei de beheerder, en keek veelbetekenend omhoog.

Op de laatste dag ging ik naar de British Library, alwaar een stapel manuscripten van de persoon in kwestie bewaard wordt (een aanwijzing, maar ook weer niet, want ze hebben daar VEEL). Netjes in volgorde: eerste idee, kladversie, kladversie met rode strepen erdoorheen en aan zichzelf gerichte vermaningen, nette kladversie, eindversie.

Ik hoefde geen witte hand­schoenen aan. Op sommige pagina’s was zo woest gekrabbeld dat de noten ook op de achterkant te zien waren. Net als de koffie­vlekken. Hier en daar waren dingen opgeschreven die meer leken op een boodschappenlijstje. En zo kwam mijn hoofdpersoon, zonder bovennatuurlijke ingrepen, ook voor mij totaal tot leven.

Vrouwkje Tuinman publiceerde zes dichtbundels en vier romans. Als journalist werkt ze voor onder meer Trouw en ze schrijft geregeld voor theater- en familievoorstellingen. Voor haar dichtbundel Lijfrente ontving ze De Grote Poëzieprijs 2020. Afgelopen juni verscheen de novelle Tijdelijk verblijf. In september ontving ze de Utrechtse C.C.S. Croneprijs.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.