Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
column

Speurwerk (2)

door Vrouwkje Tuinman
13 jan. 2021 13 januari 2021

Schrijfster en dichteres Vrouwkje Tuinman reflecteert in Preludium maandelijks op haar muziekleven. Deze maand: het vervolg van de brief van Paganini.

Vorige maand vertelde ik u dat een van mijn lezers me een handgeschreven brief van Paganini liet zien. Ik haalde mijn uiterst trage Italiaanse contacten aan en kreeg na maanden los dat de brief bekend was. En dat ‘de echte’ in Italië lag.

Niet dat ik zelfs maar een korrelige scan van het document had laten zien – je weet nooit wie je scoop wil kapen. De onderzoekende aard van deze diep in zijn conservatorium­archief ingegraven meneer leek me echter niet vlijmscherp. Zijn eerste mail aan mij had de aanhef ‘heer doctor’. Bij de tweede was blijkbaar Google Images ingeschakeld en werd ik ­‘mevrouw professor’.

Nu ben ik in het echt slechts doctorandus, maar het leek me niet verkeerd om mijn nieuwe Paganinivriend in de waan te laten dat we ook echt collega-professoren zijn. Vooral ook omdat de ‘Nederlandse versie’ van de brief afkomstig is uit een serieuze collectie. Die behoorde ooit toe aan celliste Elisabeth ‘Bep’ Feinland, die behalve geschriften van Beethoven en Paganini ook aan haar opgedragen composities van onder meer Ernst Kanitz en Finn Lykkebo bezat.

‘Zou ik de brief die zich in Genua bevindt wellicht mogen zien?’ vroeg ik.
‘Dat is goed, die stuur ik morgen,’ was het antwoord.
Nou was ‘morgen’ bij Paganini zelf zelden de volgende dag. Als hij zei dat hij morgen zijn laatste concert in pakweg Londen gaf, en dat je dus echt beter een kaartje kon kopen, dan kon je erop rekenen dat er een paar dagen later een ‘allerlaatste concert’ kwam. En de week erop een ‘aller-allerlaatste’. Kassa!

Geheel in die geest liet meneer professor me wachten. Toen ik nog eens mailde, en hij antwoordde ‘Morgen komt het’, was dat uiteraard niet zo. Dus stuurde ik de week erop toch een korrelige scan van ‘ons’ exemplaar.

Per kerende post kwam er een reactie aan ‘Beste prof’. ‘Waar komt uw kopie eigenlijk vandaan?’

Wordt vervolgd.

Vrouwkje Tuinman publiceerde zes dichtbundels en vier romans. Als journalist werkt ze voor onder meer Trouw. In september 2019 verscheen haar bundel Lijfrente, waarvoor ze De Grote Poëzieprijs 2020 won. Ze werkt aan een nieuwe roman en schrijft geregeld voor theater- en ­familievoorstellingen.

Vorige maand vertelde ik u dat een van mijn lezers me een handgeschreven brief van Paganini liet zien. Ik haalde mijn uiterst trage Italiaanse contacten aan en kreeg na maanden los dat de brief bekend was. En dat ‘de echte’ in Italië lag.

Niet dat ik zelfs maar een korrelige scan van het document had laten zien – je weet nooit wie je scoop wil kapen. De onderzoekende aard van deze diep in zijn conservatorium­archief ingegraven meneer leek me echter niet vlijmscherp. Zijn eerste mail aan mij had de aanhef ‘heer doctor’. Bij de tweede was blijkbaar Google Images ingeschakeld en werd ik ­‘mevrouw professor’.

Nu ben ik in het echt slechts doctorandus, maar het leek me niet verkeerd om mijn nieuwe Paganinivriend in de waan te laten dat we ook echt collega-professoren zijn. Vooral ook omdat de ‘Nederlandse versie’ van de brief afkomstig is uit een serieuze collectie. Die behoorde ooit toe aan celliste Elisabeth ‘Bep’ Feinland, die behalve geschriften van Beethoven en Paganini ook aan haar opgedragen composities van onder meer Ernst Kanitz en Finn Lykkebo bezat.

‘Zou ik de brief die zich in Genua bevindt wellicht mogen zien?’ vroeg ik.
‘Dat is goed, die stuur ik morgen,’ was het antwoord.
Nou was ‘morgen’ bij Paganini zelf zelden de volgende dag. Als hij zei dat hij morgen zijn laatste concert in pakweg Londen gaf, en dat je dus echt beter een kaartje kon kopen, dan kon je erop rekenen dat er een paar dagen later een ‘allerlaatste concert’ kwam. En de week erop een ‘aller-allerlaatste’. Kassa!

Geheel in die geest liet meneer professor me wachten. Toen ik nog eens mailde, en hij antwoordde ‘Morgen komt het’, was dat uiteraard niet zo. Dus stuurde ik de week erop toch een korrelige scan van ‘ons’ exemplaar.

Per kerende post kwam er een reactie aan ‘Beste prof’. ‘Waar komt uw kopie eigenlijk vandaan?’

Wordt vervolgd.

Vrouwkje Tuinman publiceerde zes dichtbundels en vier romans. Als journalist werkt ze voor onder meer Trouw. In september 2019 verscheen haar bundel Lijfrente, waarvoor ze De Grote Poëzieprijs 2020 won. Ze werkt aan een nieuwe roman en schrijft geregeld voor theater- en ­familievoorstellingen.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.