Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Orkest van de Achttiende Eeuw: Mozarts Le nozze di Figaro

Orkest van de Achttiende Eeuw: Mozarts Le nozze di Figaro

Grote Zaal
20 oktober 2025
19.30 uur

Print dit programma

Orkest van de Achttiende Eeuw
studenten Koninklijk Conservatorium Den Haag en Codarts Rotterdam koor
Benjamin Perry Wenzelberg dirigent
Jorinde Keesmaat regie

James Newby bariton (graaf Almaviva)
Katharine Dain sopraan (gravin Rosina Almaviva)
Nikki Treurniet sopraan (Susanna)
James Atkinson bariton (Figaro)
Maria Warenberg mezzosopraan (Cherubino)
Esther Kuiper mezzosopraan (Marcellina)
Michal Karski bas-bariton (Bartolo)
Marcel Reijans tenor (Don Basilio & Don Curzio)
Sharon Tadmor sopraan (Barbarina)
Nuria Kouwenhoven sopraan (meisje)

Marion Platevoet en Willem Bruls dramaturgie
Sanne Oostervink kostuumontwerp
Desiree van Gelderen lichtontwerp
Frouke ten Velden video-ontwerp
Adriana Rio regie-assistent en stagemanager 

Deze voorstelling wordt voorzien van boventiteling.

Ook interessant:
- Wie was de eigenzinnige tekstschrijver achter Le nozze di Figaro?
- Wat zit er in de koffer van koperblazer Christopher Price?

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)

Le nozze di Figaro, KV 492 (1786)
opera buffa in vier bedrijven op een libretto van Lorenzo da Ponte
naar het toneelstuk La Folle journée ou Le Mariage de Figaro van ­Pierre-Augustin de Beaumarchais

pauze na het tweede bedrijf, ± 20.55 uur 
einde ± 22.30 uur

Grote Zaal 20 oktober 2025 19.30 uur

Orkest van de Achttiende Eeuw
studenten Koninklijk Conservatorium Den Haag en Codarts Rotterdam koor
Benjamin Perry Wenzelberg dirigent
Jorinde Keesmaat regie

James Newby bariton (graaf Almaviva)
Katharine Dain sopraan (gravin Rosina Almaviva)
Nikki Treurniet sopraan (Susanna)
James Atkinson bariton (Figaro)
Maria Warenberg mezzosopraan (Cherubino)
Esther Kuiper mezzosopraan (Marcellina)
Michal Karski bas-bariton (Bartolo)
Marcel Reijans tenor (Don Basilio & Don Curzio)
Sharon Tadmor sopraan (Barbarina)
Nuria Kouwenhoven sopraan (meisje)

Marion Platevoet en Willem Bruls dramaturgie
Sanne Oostervink kostuumontwerp
Desiree van Gelderen lichtontwerp
Frouke ten Velden video-ontwerp
Adriana Rio regie-assistent en stagemanager 

Deze voorstelling wordt voorzien van boventiteling.

Ook interessant:
- Wie was de eigenzinnige tekstschrijver achter Le nozze di Figaro?
- Wat zit er in de koffer van koperblazer Christopher Price?

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)

Le nozze di Figaro, KV 492 (1786)
opera buffa in vier bedrijven op een libretto van Lorenzo da Ponte
naar het toneelstuk La Folle journée ou Le Mariage de Figaro van ­Pierre-Augustin de Beaumarchais

pauze na het tweede bedrijf, ± 20.55 uur 
einde ± 22.30 uur

Toelichting

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)

Le nozze di Figaro, KV 492 (1786)

door Marcel Bijlo

Al in zijn allervroegste proeve op dit gebied, het zangspel Bastien und Bastienne uit 1768, gaf Wolfgang Amadeus Mozart blijk van een groot talent voor het ­theater. Zijn eerste grote Italiaanse opera, Mitridate, rè di Ponto, schreef hij op veertienjarige leeftijd. Dit was een echte opera seria, een genre dat vooral in de eerste helft van de achttiende eeuw in heel Europa geliefd was. Deze opera’s speelden zich meestal af in de Griekse of Romeinse Oudheid en handelden over de lotgevallen van koningen en goden. De componisten putten zich uit in virtuoze hoogstandjes voor de zangers, die vaak zo hun eisen hadden op dat gebied. Maar de smaak was aan het veranderen: men wilde opera’s over échte mensen, opera’s waarin het niet meer om de virtuositeit draaide maar om het verhaal en waarin ook plaats was voor humor.

In Italië ontwikkelde zich de opera buffa, de komische opera, waarin niet langer goden optraden maar mensen van vlees en bloed. Het standsverschil tussen adel en dienstbodes was een belangrijk onderwerp in de opera buffa. De grap zat hem er dan in dat de adel wel heel gewichtig deed maar in slimheid verre werd overtroffen door het bedienend personeel. Dit is ook een van de hoofdthema’s in Le nozze di Figaro. Mozarts drie grote Italiaanse opera’s op libretto’s van Lorenzo da Ponte behoren tot de hoogtepunten van dit genre. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Mitridate hebben die drie Da Ponte-opera’s vanaf hun eerste uitvoeringen repertoire gehouden. Le nozze di Figaro was de eerste in de rij. Da Ponte schreef het libretto naar verluidt in zes weken tijd, Mozart werkte van oktober 1785 tot april 1786 aan de muziek. In die periode werkte hij ook aan andere stukken, zoals zijn zeer succesvolle en door Beethoven bewonderde Pianoconcert in c klein. De eerste uitvoering van Le nozze di Figaro vond plaats op 1 mei 1786 in het Burg­theater in Wenen, in aanwezigheid van keizer Joseph II. 

Het stuk is gebaseerd op Le ­mariage de Figaro van Beaumarchais, een toneelstuk dat in Wenen verboden was wegens de kritiek op de adel die erin voorkomt. De Franse Revolutie wierp zijn schaduw dus al vooruit, maar in Wenen was men nog lang niet zover. Da Ponte werkte het stuk handig om. Er moest worden geschipperd om de adel te vriend te houden. En dan was het nog niet altijd naar de zin. ­Tijdens de première moesten acht aria’s wegens overdonderend succes worden herhaald, tot ongenoegen van de keizer die de voorstelling veel te lang vond. Hij was er zo ontstemd over dat hij de praktijk van het herhalen van aria’s verbood.

Dit deed niets af aan het enorme succes van Le nozze di Figaro, eerst in Wenen en in 1787 ook in Praag. De kracht van Mozarts muziek zit hem in de schijnbare eenvoud van de melodieën van de aria’s en in de grote dynamiek van de ensembles. Grote coloratuur­aria’s komen in deze opera niet voor, het acc­ent ligt op de verstaanbaarheid van de tekst. Ook in de grote ensembles, waarin alle zangers door elkaar zingen, is ieder woord van elke zanger te verstaan door de uitgekiende manier waarop Mozart de zangers met elkaar muzikaal laat praten. De secco-­recitatieven, de dialogen tussen de door het orkest begeleide gedeelten door, stuwen de handeling vooruit, richting weer zo’n weergaloze aria of zo’n spetterend ensemble. Le nozze di Figaro kent een aantal hoofdrollen – graaf Almaviva, de gravin en natuurlijk Figaro en zijn bruid Susanna – maar bijna alle zangers leveren substantiële bijdragen en krijgen van Mozart prachtige momenten.

De feestelijke toon wordt al gelijk gezet in de ouverture, een sprankelend orkestwerk dat ook vaak los van de opera wordt uitgevoerd. Maar de gehele opera is altijd bijzonder geliefd geweest. Samen met Don Giovanni en Così fan tutte, de andere twee opera’s van Mozart waarvoor Lorenzo da Ponte het libretto schreef, behoort Le nozze di Figaro tot de allervaakst opgevoerde opera’s wereldwijd. Het succes straalde ook af op de volgende creatie van Mozart en Da Ponte: Don Giovanni. Want als Don Giovanni zit te dineren speelt een orkestje muziek uit Le nozze di Figaro. Succesvolle opera’s werden in Wenen ook vaak instrumentaal bewerkt, met name voor blazersensembles die in de openlucht speelden. Ook van Le nozze di Figaro bestaan meerdere van dergelijke bewerkingen; zo werd de bekendheid van deze operamuziek ook nog ’ns opgerekt tot een veel breder publiek. Le nozze di Figaro is nog steeds een springlevende opera met universele the­ma’s als liefde en bedrog.

Synopsis

We zijn in het paleis van graaf en gravin Almaviva. Figaro, bediende van de graaf, gaat trouwen met ­Susanna, de kleedster van de gravin. De graaf behoudt zich echter het recht voor de eerste huwe­lijks­­nacht met de bruid door te brengen. Dit uiteraard tot ongenoegen van Susanna, Figaro en natuurlijk de gravin, die de liefde van haar man wil ­terugwinnen. Ondertussen spelen zich meer intriges af: Cherubino, de jonge page, is verliefd op de gravin, en Marcellina op Figaro. Figaro en de gravin zinnen op een manier om de graaf van zijn onzalige idee van een eerste huwelijksnacht met Susanna af te brengen. Ze bedenken een plannetje. Maar dat loopt verkeerd en geeft aanleiding tot heel wat tragikomische verwikkelingen. De graaf wordt ’s nachts in de paleistuin verleid door zijn eigen vrouw, vermomd als Susanna. Die vermomming is zo overtuigend dat ook Figaro er intrapt en denkt dat Su­sanna het toch met de graaf houdt. Uiteindelijk doorziet hij het spel; de graaf heeft zijn lesje misschien geleerd en vraagt zijn vrouw hem te vergeven. Komt het voornemen van Figaro en Susanna om te trouwen ongeschonden door al deze verwikkelingen?

Al in zijn allervroegste proeve op dit gebied, het zangspel Bastien und Bastienne uit 1768, gaf Wolfgang Amadeus Mozart blijk van een groot talent voor het ­theater. Zijn eerste grote Italiaanse opera, Mitridate, rè di Ponto, schreef hij op veertienjarige leeftijd. Dit was een echte opera seria, een genre dat vooral in de eerste helft van de achttiende eeuw in heel Europa geliefd was. Deze opera’s speelden zich meestal af in de Griekse of Romeinse Oudheid en handelden over de lotgevallen van koningen en goden. De componisten putten zich uit in virtuoze hoogstandjes voor de zangers, die vaak zo hun eisen hadden op dat gebied. Maar de smaak was aan het veranderen: men wilde opera’s over échte mensen, opera’s waarin het niet meer om de virtuositeit draaide maar om het verhaal en waarin ook plaats was voor humor.

In Italië ontwikkelde zich de opera buffa, de komische opera, waarin niet langer goden optraden maar mensen van vlees en bloed. Het standsverschil tussen adel en dienstbodes was een belangrijk onderwerp in de opera buffa. De grap zat hem er dan in dat de adel wel heel gewichtig deed maar in slimheid verre werd overtroffen door het bedienend personeel. Dit is ook een van de hoofdthema’s in Le nozze di Figaro. Mozarts drie grote Italiaanse opera’s op libretto’s van Lorenzo da Ponte behoren tot de hoogtepunten van dit genre. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Mitridate hebben die drie Da Ponte-opera’s vanaf hun eerste uitvoeringen repertoire gehouden. Le nozze di Figaro was de eerste in de rij. Da Ponte schreef het libretto naar verluidt in zes weken tijd, Mozart werkte van oktober 1785 tot april 1786 aan de muziek. In die periode werkte hij ook aan andere stukken, zoals zijn zeer succesvolle en door Beethoven bewonderde Pianoconcert in c klein. De eerste uitvoering van Le nozze di Figaro vond plaats op 1 mei 1786 in het Burg­theater in Wenen, in aanwezigheid van keizer Joseph II. 

Het stuk is gebaseerd op Le ­mariage de Figaro van Beaumarchais, een toneelstuk dat in Wenen verboden was wegens de kritiek op de adel die erin voorkomt. De Franse Revolutie wierp zijn schaduw dus al vooruit, maar in Wenen was men nog lang niet zover. Da Ponte werkte het stuk handig om. Er moest worden geschipperd om de adel te vriend te houden. En dan was het nog niet altijd naar de zin. ­Tijdens de première moesten acht aria’s wegens overdonderend succes worden herhaald, tot ongenoegen van de keizer die de voorstelling veel te lang vond. Hij was er zo ontstemd over dat hij de praktijk van het herhalen van aria’s verbood.

Dit deed niets af aan het enorme succes van Le nozze di Figaro, eerst in Wenen en in 1787 ook in Praag. De kracht van Mozarts muziek zit hem in de schijnbare eenvoud van de melodieën van de aria’s en in de grote dynamiek van de ensembles. Grote coloratuur­aria’s komen in deze opera niet voor, het acc­ent ligt op de verstaanbaarheid van de tekst. Ook in de grote ensembles, waarin alle zangers door elkaar zingen, is ieder woord van elke zanger te verstaan door de uitgekiende manier waarop Mozart de zangers met elkaar muzikaal laat praten. De secco-­recitatieven, de dialogen tussen de door het orkest begeleide gedeelten door, stuwen de handeling vooruit, richting weer zo’n weergaloze aria of zo’n spetterend ensemble. Le nozze di Figaro kent een aantal hoofdrollen – graaf Almaviva, de gravin en natuurlijk Figaro en zijn bruid Susanna – maar bijna alle zangers leveren substantiële bijdragen en krijgen van Mozart prachtige momenten.

De feestelijke toon wordt al gelijk gezet in de ouverture, een sprankelend orkestwerk dat ook vaak los van de opera wordt uitgevoerd. Maar de gehele opera is altijd bijzonder geliefd geweest. Samen met Don Giovanni en Così fan tutte, de andere twee opera’s van Mozart waarvoor Lorenzo da Ponte het libretto schreef, behoort Le nozze di Figaro tot de allervaakst opgevoerde opera’s wereldwijd. Het succes straalde ook af op de volgende creatie van Mozart en Da Ponte: Don Giovanni. Want als Don Giovanni zit te dineren speelt een orkestje muziek uit Le nozze di Figaro. Succesvolle opera’s werden in Wenen ook vaak instrumentaal bewerkt, met name voor blazersensembles die in de openlucht speelden. Ook van Le nozze di Figaro bestaan meerdere van dergelijke bewerkingen; zo werd de bekendheid van deze operamuziek ook nog ’ns opgerekt tot een veel breder publiek. Le nozze di Figaro is nog steeds een springlevende opera met universele the­ma’s als liefde en bedrog.

Synopsis

We zijn in het paleis van graaf en gravin Almaviva. Figaro, bediende van de graaf, gaat trouwen met ­Susanna, de kleedster van de gravin. De graaf behoudt zich echter het recht voor de eerste huwe­lijks­­nacht met de bruid door te brengen. Dit uiteraard tot ongenoegen van Susanna, Figaro en natuurlijk de gravin, die de liefde van haar man wil ­terugwinnen. Ondertussen spelen zich meer intriges af: Cherubino, de jonge page, is verliefd op de gravin, en Marcellina op Figaro. Figaro en de gravin zinnen op een manier om de graaf van zijn onzalige idee van een eerste huwelijksnacht met Susanna af te brengen. Ze bedenken een plannetje. Maar dat loopt verkeerd en geeft aanleiding tot heel wat tragikomische verwikkelingen. De graaf wordt ’s nachts in de paleistuin verleid door zijn eigen vrouw, vermomd als Susanna. Die vermomming is zo overtuigend dat ook Figaro er intrapt en denkt dat Su­sanna het toch met de graaf houdt. Uiteindelijk doorziet hij het spel; de graaf heeft zijn lesje misschien geleerd en vraagt zijn vrouw hem te vergeven. Komt het voornemen van Figaro en Susanna om te trouwen ongeschonden door al deze verwikkelingen?

  • Le Nozze Di Figaro

    Door: Catherine Nieuwesteeg

    Le Nozze Di Figaro

    Door: Catherine Nieuwesteeg

  • Le Nozze Di Figaro

    Door: Catherine Nieuwesteeg

    Le Nozze Di Figaro

    Door: Catherine Nieuwesteeg

door Marcel Bijlo

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)

Le nozze di Figaro, KV 492 (1786)

door Marcel Bijlo

Al in zijn allervroegste proeve op dit gebied, het zangspel Bastien und Bastienne uit 1768, gaf Wolfgang Amadeus Mozart blijk van een groot talent voor het ­theater. Zijn eerste grote Italiaanse opera, Mitridate, rè di Ponto, schreef hij op veertienjarige leeftijd. Dit was een echte opera seria, een genre dat vooral in de eerste helft van de achttiende eeuw in heel Europa geliefd was. Deze opera’s speelden zich meestal af in de Griekse of Romeinse Oudheid en handelden over de lotgevallen van koningen en goden. De componisten putten zich uit in virtuoze hoogstandjes voor de zangers, die vaak zo hun eisen hadden op dat gebied. Maar de smaak was aan het veranderen: men wilde opera’s over échte mensen, opera’s waarin het niet meer om de virtuositeit draaide maar om het verhaal en waarin ook plaats was voor humor.

In Italië ontwikkelde zich de opera buffa, de komische opera, waarin niet langer goden optraden maar mensen van vlees en bloed. Het standsverschil tussen adel en dienstbodes was een belangrijk onderwerp in de opera buffa. De grap zat hem er dan in dat de adel wel heel gewichtig deed maar in slimheid verre werd overtroffen door het bedienend personeel. Dit is ook een van de hoofdthema’s in Le nozze di Figaro. Mozarts drie grote Italiaanse opera’s op libretto’s van Lorenzo da Ponte behoren tot de hoogtepunten van dit genre. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Mitridate hebben die drie Da Ponte-opera’s vanaf hun eerste uitvoeringen repertoire gehouden. Le nozze di Figaro was de eerste in de rij. Da Ponte schreef het libretto naar verluidt in zes weken tijd, Mozart werkte van oktober 1785 tot april 1786 aan de muziek. In die periode werkte hij ook aan andere stukken, zoals zijn zeer succesvolle en door Beethoven bewonderde Pianoconcert in c klein. De eerste uitvoering van Le nozze di Figaro vond plaats op 1 mei 1786 in het Burg­theater in Wenen, in aanwezigheid van keizer Joseph II. 

Het stuk is gebaseerd op Le ­mariage de Figaro van Beaumarchais, een toneelstuk dat in Wenen verboden was wegens de kritiek op de adel die erin voorkomt. De Franse Revolutie wierp zijn schaduw dus al vooruit, maar in Wenen was men nog lang niet zover. Da Ponte werkte het stuk handig om. Er moest worden geschipperd om de adel te vriend te houden. En dan was het nog niet altijd naar de zin. ­Tijdens de première moesten acht aria’s wegens overdonderend succes worden herhaald, tot ongenoegen van de keizer die de voorstelling veel te lang vond. Hij was er zo ontstemd over dat hij de praktijk van het herhalen van aria’s verbood.

Dit deed niets af aan het enorme succes van Le nozze di Figaro, eerst in Wenen en in 1787 ook in Praag. De kracht van Mozarts muziek zit hem in de schijnbare eenvoud van de melodieën van de aria’s en in de grote dynamiek van de ensembles. Grote coloratuur­aria’s komen in deze opera niet voor, het acc­ent ligt op de verstaanbaarheid van de tekst. Ook in de grote ensembles, waarin alle zangers door elkaar zingen, is ieder woord van elke zanger te verstaan door de uitgekiende manier waarop Mozart de zangers met elkaar muzikaal laat praten. De secco-­recitatieven, de dialogen tussen de door het orkest begeleide gedeelten door, stuwen de handeling vooruit, richting weer zo’n weergaloze aria of zo’n spetterend ensemble. Le nozze di Figaro kent een aantal hoofdrollen – graaf Almaviva, de gravin en natuurlijk Figaro en zijn bruid Susanna – maar bijna alle zangers leveren substantiële bijdragen en krijgen van Mozart prachtige momenten.

De feestelijke toon wordt al gelijk gezet in de ouverture, een sprankelend orkestwerk dat ook vaak los van de opera wordt uitgevoerd. Maar de gehele opera is altijd bijzonder geliefd geweest. Samen met Don Giovanni en Così fan tutte, de andere twee opera’s van Mozart waarvoor Lorenzo da Ponte het libretto schreef, behoort Le nozze di Figaro tot de allervaakst opgevoerde opera’s wereldwijd. Het succes straalde ook af op de volgende creatie van Mozart en Da Ponte: Don Giovanni. Want als Don Giovanni zit te dineren speelt een orkestje muziek uit Le nozze di Figaro. Succesvolle opera’s werden in Wenen ook vaak instrumentaal bewerkt, met name voor blazersensembles die in de openlucht speelden. Ook van Le nozze di Figaro bestaan meerdere van dergelijke bewerkingen; zo werd de bekendheid van deze operamuziek ook nog ’ns opgerekt tot een veel breder publiek. Le nozze di Figaro is nog steeds een springlevende opera met universele the­ma’s als liefde en bedrog.

Synopsis

We zijn in het paleis van graaf en gravin Almaviva. Figaro, bediende van de graaf, gaat trouwen met ­Susanna, de kleedster van de gravin. De graaf behoudt zich echter het recht voor de eerste huwe­lijks­­nacht met de bruid door te brengen. Dit uiteraard tot ongenoegen van Susanna, Figaro en natuurlijk de gravin, die de liefde van haar man wil ­terugwinnen. Ondertussen spelen zich meer intriges af: Cherubino, de jonge page, is verliefd op de gravin, en Marcellina op Figaro. Figaro en de gravin zinnen op een manier om de graaf van zijn onzalige idee van een eerste huwelijksnacht met Susanna af te brengen. Ze bedenken een plannetje. Maar dat loopt verkeerd en geeft aanleiding tot heel wat tragikomische verwikkelingen. De graaf wordt ’s nachts in de paleistuin verleid door zijn eigen vrouw, vermomd als Susanna. Die vermomming is zo overtuigend dat ook Figaro er intrapt en denkt dat Su­sanna het toch met de graaf houdt. Uiteindelijk doorziet hij het spel; de graaf heeft zijn lesje misschien geleerd en vraagt zijn vrouw hem te vergeven. Komt het voornemen van Figaro en Susanna om te trouwen ongeschonden door al deze verwikkelingen?

Al in zijn allervroegste proeve op dit gebied, het zangspel Bastien und Bastienne uit 1768, gaf Wolfgang Amadeus Mozart blijk van een groot talent voor het ­theater. Zijn eerste grote Italiaanse opera, Mitridate, rè di Ponto, schreef hij op veertienjarige leeftijd. Dit was een echte opera seria, een genre dat vooral in de eerste helft van de achttiende eeuw in heel Europa geliefd was. Deze opera’s speelden zich meestal af in de Griekse of Romeinse Oudheid en handelden over de lotgevallen van koningen en goden. De componisten putten zich uit in virtuoze hoogstandjes voor de zangers, die vaak zo hun eisen hadden op dat gebied. Maar de smaak was aan het veranderen: men wilde opera’s over échte mensen, opera’s waarin het niet meer om de virtuositeit draaide maar om het verhaal en waarin ook plaats was voor humor.

In Italië ontwikkelde zich de opera buffa, de komische opera, waarin niet langer goden optraden maar mensen van vlees en bloed. Het standsverschil tussen adel en dienstbodes was een belangrijk onderwerp in de opera buffa. De grap zat hem er dan in dat de adel wel heel gewichtig deed maar in slimheid verre werd overtroffen door het bedienend personeel. Dit is ook een van de hoofdthema’s in Le nozze di Figaro. Mozarts drie grote Italiaanse opera’s op libretto’s van Lorenzo da Ponte behoren tot de hoogtepunten van dit genre. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Mitridate hebben die drie Da Ponte-opera’s vanaf hun eerste uitvoeringen repertoire gehouden. Le nozze di Figaro was de eerste in de rij. Da Ponte schreef het libretto naar verluidt in zes weken tijd, Mozart werkte van oktober 1785 tot april 1786 aan de muziek. In die periode werkte hij ook aan andere stukken, zoals zijn zeer succesvolle en door Beethoven bewonderde Pianoconcert in c klein. De eerste uitvoering van Le nozze di Figaro vond plaats op 1 mei 1786 in het Burg­theater in Wenen, in aanwezigheid van keizer Joseph II. 

Het stuk is gebaseerd op Le ­mariage de Figaro van Beaumarchais, een toneelstuk dat in Wenen verboden was wegens de kritiek op de adel die erin voorkomt. De Franse Revolutie wierp zijn schaduw dus al vooruit, maar in Wenen was men nog lang niet zover. Da Ponte werkte het stuk handig om. Er moest worden geschipperd om de adel te vriend te houden. En dan was het nog niet altijd naar de zin. ­Tijdens de première moesten acht aria’s wegens overdonderend succes worden herhaald, tot ongenoegen van de keizer die de voorstelling veel te lang vond. Hij was er zo ontstemd over dat hij de praktijk van het herhalen van aria’s verbood.

Dit deed niets af aan het enorme succes van Le nozze di Figaro, eerst in Wenen en in 1787 ook in Praag. De kracht van Mozarts muziek zit hem in de schijnbare eenvoud van de melodieën van de aria’s en in de grote dynamiek van de ensembles. Grote coloratuur­aria’s komen in deze opera niet voor, het acc­ent ligt op de verstaanbaarheid van de tekst. Ook in de grote ensembles, waarin alle zangers door elkaar zingen, is ieder woord van elke zanger te verstaan door de uitgekiende manier waarop Mozart de zangers met elkaar muzikaal laat praten. De secco-­recitatieven, de dialogen tussen de door het orkest begeleide gedeelten door, stuwen de handeling vooruit, richting weer zo’n weergaloze aria of zo’n spetterend ensemble. Le nozze di Figaro kent een aantal hoofdrollen – graaf Almaviva, de gravin en natuurlijk Figaro en zijn bruid Susanna – maar bijna alle zangers leveren substantiële bijdragen en krijgen van Mozart prachtige momenten.

De feestelijke toon wordt al gelijk gezet in de ouverture, een sprankelend orkestwerk dat ook vaak los van de opera wordt uitgevoerd. Maar de gehele opera is altijd bijzonder geliefd geweest. Samen met Don Giovanni en Così fan tutte, de andere twee opera’s van Mozart waarvoor Lorenzo da Ponte het libretto schreef, behoort Le nozze di Figaro tot de allervaakst opgevoerde opera’s wereldwijd. Het succes straalde ook af op de volgende creatie van Mozart en Da Ponte: Don Giovanni. Want als Don Giovanni zit te dineren speelt een orkestje muziek uit Le nozze di Figaro. Succesvolle opera’s werden in Wenen ook vaak instrumentaal bewerkt, met name voor blazersensembles die in de openlucht speelden. Ook van Le nozze di Figaro bestaan meerdere van dergelijke bewerkingen; zo werd de bekendheid van deze operamuziek ook nog ’ns opgerekt tot een veel breder publiek. Le nozze di Figaro is nog steeds een springlevende opera met universele the­ma’s als liefde en bedrog.

Synopsis

We zijn in het paleis van graaf en gravin Almaviva. Figaro, bediende van de graaf, gaat trouwen met ­Susanna, de kleedster van de gravin. De graaf behoudt zich echter het recht voor de eerste huwe­lijks­­nacht met de bruid door te brengen. Dit uiteraard tot ongenoegen van Susanna, Figaro en natuurlijk de gravin, die de liefde van haar man wil ­terugwinnen. Ondertussen spelen zich meer intriges af: Cherubino, de jonge page, is verliefd op de gravin, en Marcellina op Figaro. Figaro en de gravin zinnen op een manier om de graaf van zijn onzalige idee van een eerste huwelijksnacht met Susanna af te brengen. Ze bedenken een plannetje. Maar dat loopt verkeerd en geeft aanleiding tot heel wat tragikomische verwikkelingen. De graaf wordt ’s nachts in de paleistuin verleid door zijn eigen vrouw, vermomd als Susanna. Die vermomming is zo overtuigend dat ook Figaro er intrapt en denkt dat Su­sanna het toch met de graaf houdt. Uiteindelijk doorziet hij het spel; de graaf heeft zijn lesje misschien geleerd en vraagt zijn vrouw hem te vergeven. Komt het voornemen van Figaro en Susanna om te trouwen ongeschonden door al deze verwikkelingen?

  • Le Nozze Di Figaro

    Door: Catherine Nieuwesteeg

    Le Nozze Di Figaro

    Door: Catherine Nieuwesteeg

  • Le Nozze Di Figaro

    Door: Catherine Nieuwesteeg

    Le Nozze Di Figaro

    Door: Catherine Nieuwesteeg

door Marcel Bijlo

Biografie

Orkest van de Achttiende Eeuw, orkest

Het Orkest van de Achttiende Eeuw verwierf wereldfaam door symfonisch werk uit te voeren op originele instrumenten (of kopieën daarvan) en op een historisch geïnformeerde manier. Het ontstond in 1981 naar een idee van blokfluitist Frans Brüggen, die tot aan zijn dood in 2014 dirigent en artistiek leider bleef. Sindsdien werkt het gezelschap met gasten.

De orkestleden spelen internationaal in toonaangevende (kamer)muziek­ensembles en komen een aantal keer per jaar voor een project bij elkaar. De uitgebreide discografie van het Orkest van de Achttiende Eeuw omvat werken van Purcell, J.S. en C.Ph.E. Bach, Rameau, Haydn, Mozart, Beethoven, Schubert, Mendelssohn, Chopin en Weber. Met Daniel Reuss en Cappella Amsterdam nam het orkest Beethovens Missa solemnis en Brahms’ Ein deutsches Requiem op.

Na een concertante Così fan tutte van Mozart onder leiding van Ed Spanjaard in 2013 volgden in de Grote Zaal onder leiding van Kenneth Montgomery Le nozze di Figaro, La clemenza di Tito, Don Giovanni en een bewerking van Die Zauberflöte/ Der Schauspieldirektor. In mei 2023 verzorgde het orkest in Het Concertgebouw een driedaags Beethoven Festival, in oktober 2023 bracht het opnieuw, nu onder leiding van Manoj Kamps, een productie van Così fan tutte, en in oktober 2024 kwam het met een Mozart-programma met onder meer het Requiem samen met Cappella Amsterdam.

Benjamin Perry Wenzelberg, dirigent

Benjamin Perry Wenzelberg is – zoals vele musici in de tijd van Mozart – dirigent, uitvoerend musicus (countertenor en pianist) en componist. In 2024 voltooide hij de Nationale Master Orkestdirectie; eerder studeerde hij Engels en muziek aan Harvard College, bezocht hij het ­Juilliard Pre-College in New York en zong hij acht seizoenen in het kinderkoor van de Metropolitan Opera.

Op zijn achttiende won hij de ­Leonard Bernstein Memorial Conducting Competition.

Nadat Benjamin ­Perry Wenzelberg dit voorjaar het Orkest van de Achttiende Eeuw had geleid in Haydns La fedeltà premiata bij de Dutch National Opera Academy werd hij benoemd tot artistiek partner; zijn banden met het orkest lopen via zijn leermeester, wijlen Kenneth Montgomery.

Directiemasterclasses volgde Benjamin Perry Wenzelberg in Nederland bij Lorenzo Viotti, Anja Bihlmaier, Antony Hermus en Ed Spanjaard en daarbuiten bij Stefan Asbury (Tanglewood), Marin Alsop (Britten-Pears Program) en Jaap van Zweden (Gstaad Festival). Hij was Conductor Fellow bij de NDR Elbphilharmonie in Hamburg, bij de Boston Lyric Opera was hij assistent-dirigent én understudy in de nieuwe opera Eurydice van Matthew Aucoin en als pianist en assistent-dirigent werkte hij met Barbara Hannigan.

Een groot succes als componist behaalde hij in 2022 met zijn opera Nighttown, bekroond met The American Prize in Composition en een ASCAP Morton Gould Award. Benjamin Perry Wenzelberg maakt zijn debuut in Het Concertgebouw.

Jorinde Keesmaat, regie

Jorinde Keesmaat studeerde muziektheater aan de Mountview Academy of Theatre Arts in Londen en regie aan ArtEZ in Arnhem. Na werkzaamheden bij Toneelgroep Amsterdam en NTGent richtte ze zich steeds meer op opera en concerten.

In Het Concertgebouw werkte ze onder meer voor de serie Tracks, bij het Residentie Orkest regisseerde ze verschillende Mozartproducties en in 2015 deed ze Mozarts La clemenza di Tito bij de opera van Montpellier.

Haar residency (2016-2019) bij het Center for Contemporary Opera in New York omvatte ­onder meer de opera To Be Sung van Dusapin en de double bill Odysseus’ ­Women en Anais Nin van Louis Andriessen. Hierna kwam ze in residence bij ­National Sawdust in Brooklyn (2020-2022) en vervolgens bij het Muziek­gebouw in Amsterdam.

Jorinde Keesmaat ontwikkelde zich tot specialist in nieuw geschreven opera, en is hiermee met name in de Verenigde Staten en Duitsland bekend. Ze combineert dit werk met haar missie om can­oniek klassiek repertoire een hedendaagse relevantie te geven en het perspectief van vrouwen op het podium te vertegenwoordigen.

Zo ­regisseerde ze bijvoorbeeld voor November Music ­Fantastic Women, een nieuw opdrachtwerk geschreven door tien internationale vrouwelijke componisten, en maakte ze in 2023/2024 met het Ragazze Quartet en Lucia Lucas The World’s Wife.

James Newby, bariton

James Newby is een ­voormalige BBC New Generation Artist (2018-2020) en winnaar van een Borletti-Buitoni Trust Award. Als lid van het ensemble van de Staatsoper Hannover vertolkte hij rollen als Papageno in Die Zauberflöte en Guglielmo in Così fan tutte van Mozart en de titelrol in Tsjai­kovski’s Jevgeni Onjegin.

Hij werd ook geëngageerd door de Opéra ­national du Rhin, de Komische Oper Berlin, het Theater an der Wien, Garsington Opera en het Gran Teatre del Liceu in Barcelona.

De Britse bariton studeert bij Robert Dean, begon zijn opleiding aan het Trinity Laban Conservatoire of ­Music and Dance in Londen en won in 2016 de ­Kathleen Ferrier Award en in 2017 de John Christie Award (Glyndebourne Festival). Het Orchestra of the Age of Enlightenment selecteerde hem als ­‘rising star’ (2017-2019), en op voordracht van het Londense Barbican Centre tourde James Newby in 2022/2023 in het Rising Stars-programma van de Euro­pean Concert Hall Organisation langs de recitalpodia; toen debuteerde hij ook in de Kleine Zaal van Het Concertgebouw.

James Newby soleerde eerder bij het Orkest van de Achttiende Eeuw en maakte afgelopen juni in de Grote Zaal zijn debuut in Ithaka van Otto Ketting bij de NTR Zaterdag­Matinee. Tijdens het Mahler Festival 2025 gaf de bariton in de Kleine Zaal een liedrecital met Julius Drake en Catriona Morrison.

Katharine Dain, sopraan

De Nederlands-Amerikaanse sopraan Katharine Dain studeerde aan Harvard ­University, de Guildhall School of ­Music and Drama in Londen en Mannes College of Music in New York. In 2018 debuteerde ze als Konstanze in Mozarts Die Entführung aus dem Serail in Clermont-Ferrand, Avignon, Rouen, Massy en Reims.

Bij De Nationale Opera stond ze in Viviers Kopernikus, en in december 2020 verzorgde ze met het Concertgebouworkest en dirigent Antony Hermus de wereldpremière van Notenkrakers’ notulen van Bram Kortekaas. Haar ‘lockdownalbum’ Regards sur l’Infini (Messiaen, Debussy, Delbos, Dutilleux en Saariaho) met pianist Sam Armstrong werd in 2021 bekroond met een Edison voor het beste debuut.

Highlights waren ook een residency bij Tapiola Sinfonietta (2023/2024) en de productie I Have Missed You Forever met Asko|Schönberg voor het Opera Forward Festival 2022. Katharine Dain was te gast op festivals als Wonderfeel, het Holland Festival, het Aldeburgh Festival en het West Cork Chamber Music Festival.

In Het Concertgebouw zong ze eerder bij het Orkest van de Achttiende Eeuw in Beethovens Negende symfonie (2023) en in Mozarts Don Giovanni (2019), Die Zauberflöte/Der Schauspieldirektor (2021) en Così fan tutte (oktober 2022). Ook stond ze in de Grote Zaal in 2022 en 2023 in de kerstprogramma’s van het Nederlands Kamer­orkest.

Nikki Treurniet, sopraan

Nikki Treurniet voelt zich als lichte, lyrische sopraan thuis in repertoire van Barok tot de nieuwste muziek. Op het Internationaal Vocalisten Concours 2017 in ‘s-Hertogenbosch won ze onder meer de operaprijs, en haar operadebuut maakte ze bij de Dutch National Opera Academy als Zerlina in Mozarts Don Giovanni.

Andere rollen binnen de academie waren de titelrol in Massenets Cendrillon met het Residentie Orkest en Gretel in Humperdincks Hänsel und Gretel met het Nationaal Jeugd Orkest onder leiding van Antony Hermus. Van 2019 tot 2023 was Nikki Treurniet lid van het ensemble van de Hannover Staatsoper, waar ze onder meer verschillende Mozartrollen vertolkte: Pamina in Die Zauberflöte, Zerlina in Don Giovanni, Despina in Così fan tutte en Susanna in Le nozze di Figaro.

Bij De Nationale Opera debuteerde ze in 2017 in de Monteverdi Madrigalen met Les Talens Lyriques en Christophe Rousset, en in 2019 bij de Nederlandse Reisopera in Sondheims A Little Night Music. Recente engagementen waren Humperdincks Hänsel und Gretel bij de Komische Oper Berlin, Bachs Matthäus-Passion bij het Concertgebouw Kamerorkest en optredens met het Radio Filharmonisch Orkest.

Bij De Nationale Opera stond ze in het Opera Forward Festival 2024 in The Shell Trial van Ellen Reid. Liedrecitals gaf Nikki Treurniet met de pianisten Andrea Vasi, Daan Boertien en Thomas Beijer.

James Atkinson, bariton

James Atkinson, afgestudeerd bij Alison Wells aan de Royal College of Music Opera Studio in Londen, maakt zijn debuut in Het Concertgebouw. Hij is een BBC New Generation Artist (2023-2025) en won de Royal Over-Seas League Singers Prize 2022.

De Britse bariton is al een vooraanstaand Mozart­vertolker: hij maakte zijn professionele debuut met de rol van Masetto in Don Giovanni voor Welsh National Opera en keerde daar in 2024 terug voor Guglielmo in Così fan tutte.

Op het Glyndebourne Festival was hij understudy voor Papageno in Die Zauberflöte, en in Le nozze di Figaro vertolkte hij graaf Almaviva met The Mo­zartists en Ian Page in Londen en op Sicilië. Andere operarollen op zijn repertoire lopen uiteen van Belcore in L’elisir d’amore (Donizetti) en Ramiro in L’heure espagnole (Ravel) tot Orest in Elektra (Richard Strauss) en Sam in Trouble in Tahiti (Bernstein).

De concertoptredens van James Atkinson omvatten Brahms’ Ein deutsches ­Requiem (Boston Handel and Ha­ydn Society), Belshazzar’s Feast van Walton (Tokyo Symphony Orchestra), het Requiem van Fauré (Orchestre de la Suisse Romande), Mozarts ­Requiem (Oxford Philharmonic Orchestra; ­Filarmonica Banatul), Händels Messiah (Orchestra of the Age of Enlightenment) en de Serenade to Music van Vaughan Williams (London Philharmonic ­Orchestra). Recitals gaf de zanger onder meer in ­Wigmore Hall in Londen en op festivals in ­Oxford, Aldeburgh en Bonn.

Maria Warenberg, mezzosopraan

Maria Warenberg was meervoudig prijswinnaar van het Classic Young Masters Concours en finalist van de Koningin Elisabethwedstrijd 2023 in Brussel. In 2021 behaalde ze haar bachelor aan het Conservato­rium van Amsterdam bij Sasja Hunnego.

Als deelnemer aan de Dutch National Opera Academy kreeg ze rollen in bijvoorbeeld Die Zauberflöte en La finta giardiniera van Mozart, en – met het Orkest van de Achttiende Eeuw onder Kenneth Montgomery – L’isola disabitata van Haydn.

De mezzosopraan maakte bij Opera Ballet Vlaanderen – in een productie die ook op de planken kwam in Luxemburg en op de Wiener Festwochen – haar roldebuut as Annio in Mozarts La clemenza di Tito. Diezelfde rol herhaalde ze afgelopen zomer op het Edinburgh International Festival bij het Scottish Chamber Orchestra onder leiding van Maxim Emelyanychev.

In Het Concertgebouw zong Maria Warenberg in Het Zondagochtend Concert van 16 oktober 2022 opera-aria’s bij het Radio Filharmonisch Orkest, en sinds het seizoen 2024/2025 maakt ze deel uit van het solistenensemble van de Opéra national de Paris.

Ze heeft ook een grote liefde voor het lied, en zo gaf ze afgelopen maart in de Kleine Zaal met pianist Malcolm Martineau een recital in de serie Jonge Nederlanders. In het huidige seizoen heeft Maria Warenberg een vijfdelige residency bij het AVRO­TROS Vrijdagconcert.

Neem een kijkje in de koffer van Maria Warenberg

Esther Kuiper, mezzosopraan

Nadat Esther Kuiper aan het Conservatorium van Amsterdam haar master jazz-zang had behaald richtte ze zich op het klassieke repertoire. Als lid van Silber­see specialiseerde ze zich ook in de nieuwste muziek. Ze was laureaat van de Nicola Martinucci Competition (2019), de Dutch Classical Talent Award (2017) en het Internationaal Vocalisten­concours ‘s Hertogenbosch (2014).

De Nederlandse Reisopera engageerde de mezzosopraan voor Sondheims A Little Night Music, De Munt in Brussel voor Mozarts Die Zauberflöte en De Nationale Opera voor Verdi’s Rigoletto. Bij de NTR ZaterdagMatinee stond ze in Wagners Die Walküre, Janáčeks Jenůfa en Kát’a Kabanová, Giordano’s Fedora en Rossini’s L’Italiana in Algeri.

Esther Kuiper soleerde ook in de orkestliederen van Mahler, en beheerst bovendien een uitgebreid oratoriumrepertoire van Bach tot en met Verdi’s Messa da Requiem. Onder de dirigenten met wie ze werkte zijn Karina Canellakis, Antonello Manacorda, Riccardo Minasi, Kenneth Montgomery, Raphaël Pichon, Daniel Reuss, Ed Spanjaard, Markus Stenz en Jaap van Zweden.

In Het Concertgebouw debuteerde Esther Kuiper in april 2017 met een lunchconcert en was ze voor het laatst te beluisteren in oktober 2024 in Mozarts Requiem met het Orkest van de Achttiende Eeuw en Cappella Amsterdam.

Michal Karski, bas-bariton

Michal Karski is afgestudeerd aan de Dutch National Opera Academy en was voor de seizoenen 2023/2024 en 2024/2025 lid van de studio van de Opéra national du Rhin in Straatsburg. Hij begon zijn muzikale reis op achtjarige leeftijd met gitaarlessen bij Ryszard Balauszko aan de Muziekuniversiteit van Warschau. Daar in het jongenskoor (2004-2011) ontdekte hij zijn liefde voor zang.

Aan hetzelfde instituut studeerde hij vervolgens zang en drama, en hij werd laureaat van de Singing without Borders ­Competition in Polen en de Gaetano Donizetti International Opera Competition in Italië. Michal Karski is al een ervaren Mozart-­zanger, bijvoorbeeld in de rollen van Don Alfonso en Guglielmo (Così fan tutte) en Papageno (Die Zauberflöte).

Hij heeft daarnaast partijen op zijn repertoire in onder meer La Cenerentola (Rossini), La traviata (Verdi) en La bohème (Puccini). Op 29 augustus 2023 deed de Poolse bas-bariton in de Kleine Zaal mee aan een openbare masterclass door Nelly Miricioiu, en in de Grote Zaal maakt hij zijn debuut.

Marcel Reijans, tenor

Marcel Reijans studeerde aan het Conservatorium van Amsterdam, het Curtis Institute of Music in Philadelphia en het Merola Opera Program in San Francisco. In 1996 won hij het Christina Deutekom Concours en in 1997 vertegenwoordigde hij Nederland op de Cardiff Singer of the World Competition.

De zanger wordt geprezen om zijn lyrische rollen in de opera’s van Mozart, Richard Strauss en Wagner en voor inmiddels meer dan tachtig verschillende operapartijen – inclusief de nieuwste werken – werd hij geëngageerd door vele vooraanstaande operahuizen in Europa en de Verenigde Staten.

Bij De ­Nationale Opera stond Marcel Reijans in recente seizoenen onder meer in Turandot van Puccini, Der Rosenkavalier van Richard Strauss en Die Zauberflöte van Mozart. Hij soleerde bij vrijwel alle Nederlandse orkesten, de orkesten van Chicago, Boston en Dallas, de Hong Kong Philharmonic, de Staatskapelle Dresden en het City of Birmingham Symphony Orchestra. In 2005 richtte hij vocaal ­ensemble Frommermann op.

De tenor is verbonden aan Co­darts Rotterdam en leidt zijn eigen Studio Fritz; eerder doceerde hij aan het Prins Claus Conservatorium in Groningen, gaf hij masterclasses aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag en was hij voorzitter van de Margreet Honig Foundation.

Sharon Tadmor, sopraan

Sharon Tadmor studeerde af aan de Buchmann-Mehta School of Music van de Universiteit van Tel Aviv en behaalde een masterdiploma aan de Dutch National Opera Academy. Ze was voor lessen van José van Dam en Sophie Koch in residence aan de Koningin Elisabeth Muziekkapel in haar geboorteplaats Brussel en zet haar zangstudie voort bij Mirla Hagen aan de Hochschule für Musik und Tanz Köln.

Het repertoire van de Israëlische coloratuursopraan omvat een breed scala aan operarollen, waaronder Amour in Glucks Orphée et ­Eurydice, de Koningin van de Nacht en Pamina in Mozarts Die Zauberflöte, Serpetta in Mozarts La finta giardiniera en Giulia in Rossini’s La scala di seta. ­

Recente highlights zijn haar debuut als Zerbinetta in ­A­riadne auf Naxos van Richard Strauss en de hoofdrol in de nieuwe kameropera Thumbprint van Kamala Sankaram bij de Oper Wuppertal. Naast haar operacarrière ­soleerde de zangeres ook in onder meer Bachs Magnificat, Hohe Messe en Matthäus-Passion, Händels Dixit Dominus, Mozarts Mis in c klein, Charpentiers Te Deum en Schnittkes Requiem.

In Israël heeft ze opgetreden met het oudemuziekensemble Barrocada, het Israel Chamber Orchestra en het Phoenix Ensemble, en in Nederland met onder meer het Radio Filharmonisch Orkest, het Residentie Orkest en het Orkest van de Achttiende Eeuw. Sharon Tadmor maakt haar debuut in de Grote Zaal.

Nuria Kouwenhoven, sopraan

Nuria Kouwenhoven rondt momenteel haar bachelor Klassieke Zang af aan het Koninklijk ­Conservatorium Den Haag. De sopraan deed mee aan diverse conservatoriumprojecten: ze vertolkte de jonge versie van het vosje in Janáčeks Het sluwe vosje onder regie van Michael Chance, was Erster Knabe in Mozarts Die Zauberflöte bij de Dutch National Opera Academy en zong de première van Du Sein, een compositie voor sopraan en ensemble van Julian de Looff.

Nuria Kouwenhoven nam ook deel aan vele studentenprojecten, waaronder het kamerkoor Tangram onder leiding van Tanya Markovska en de vierdelige muziekdrama­serie Hypnos Dreaming van Axel Eik. Ze is gespecialiseerd in hedendaags repertoire en organiseert met haar eigen ensemble concerten voor de Haagse Kunstkring.

Koor, koor

In Le nozze di Figaro is het koor op zowel muzikaal als dramaturgisch vlak van groot belang. Studenten van Codarts in Rotterdam en van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag fungeren in deze productie als koorleden en figuranten.

Alle studenten die meedoen hebben zich actief aangemeld en auditie gedaan, en deze jonge talenten zijn in de voorbereidingen begeleid door de dirigent, de regisseur en de vocale solisten.