Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Wat is de kwintencirkel?

kwintencirkel

De kwintencirkel helpt bij het onthouden en begrijpen van voortekens. Het is een grafische weergave van het aantal voortekens (kruizen en mollen) van toonsoorten.

Wat is de kwintencirkel?

De kwintencirkel is een visueel hulpmiddel om het aantal voortekens (kruizen of mollen) van een toonsoort te onthouden en te begrijpen. Er zijn twee kwintencirkels: een voor de majeurtoonsoorten en een voor de mineurtoonsoorten. Vaak worden deze twee cirkels samengevoegd tot één, waarbij de majeurtoonsoorten aan de buitenkant staan aan de mineurtoonsoorten aan de binnenkant. De kwintencirkel ontleent zijn naam aan het interval kwint. 

Hoe werkt de kwintencirkel?

Bovenaan in de kwintencirkel staat de toonsoort waar geen kruis of mol in voorkomt; in majeur is dit C groot. Als je op de witte toetsen van de piano een toonladder speelt van C tot C, klinkt dat als een 'gewone majeurtoonladder', zonder dat je kruizen of mollen ('zwarte toetsen') nodig hebt.

Vanaf C groot volg je de kwintencirkel met de klok mee naar G groot (de toonsafstand van één kwint). Die toonsoort heeft één kruis. Dan volgt D groot, de toonsoort met twee kruizen. Vervolgens komt A groot, de toonsoort met drie kruizen, enzovoort. Bij elke volgende stap op de kwintencirkel noteer je één kruis meer.

Wat is de kwintencirkel?

De kwintencirkel is een visueel hulpmiddel om het aantal voortekens (kruizen of mollen) van een toonsoort te onthouden en te begrijpen. Er zijn twee kwintencirkels: een voor de majeurtoonsoorten en een voor de mineurtoonsoorten. Vaak worden deze twee cirkels samengevoegd tot één, waarbij de majeurtoonsoorten aan de buitenkant staan aan de mineurtoonsoorten aan de binnenkant. De kwintencirkel ontleent zijn naam aan het interval kwint. 

Hoe werkt de kwintencirkel?

Bovenaan in de kwintencirkel staat de toonsoort waar geen kruis of mol in voorkomt; in majeur is dit C groot. Als je op de witte toetsen van de piano een toonladder speelt van C tot C, klinkt dat als een 'gewone majeurtoonladder', zonder dat je kruizen of mollen ('zwarte toetsen') nodig hebt.

Vanaf C groot volg je de kwintencirkel met de klok mee naar G groot (de toonsafstand van één kwint). Die toonsoort heeft één kruis. Dan volgt D groot, de toonsoort met twee kruizen. Vervolgens komt A groot, de toonsoort met drie kruizen, enzovoort. Bij elke volgende stap op de kwintencirkel noteer je één kruis meer.

  • Kwintencirkel

    bron: Wikipedia

    Kwintencirkel

    bron: Wikipedia

  • Kwintencirkel

    bron: Wikipedia

    Kwintencirkel

    bron: Wikipedia

Ga je vanaf C groot tegen de klok in, dan ga je telkens een kwart omlaag (het omgekeerde van een kwint omhoog). Tegen de klok in kom je eerst F groot tegen, dan Bes groot, dan Es groot, etc. Deze toonsoorten hebben juist steeds een extra mol.

De kwintencirkel met mineurtoonsoorten wordt vaak aan de binnenkant van de majeur-cirkel toegevoegd. De toonsoort zonder voortekens is daar a klein. Verder werkt de mineurkwintencirkel werkt hetzelfde als de majeurkwintencirkel.

Waarom staan Ges groot en Fis groot naast elkaar?

Ges groot en Fis groot staan in de kwintencirkel op dezelfde plek. Dat komt omdat ze enharmonisch gelijk zijn. Fis: een verhoogde F, klinkt hetzelfde als Ges: een verlaagde G. Een majeurladder op de noot Fis (zes kruizen), klinkt dus ook precies hetzelfde als een majeurladder op Ges (zes mollen). Eigenlijk kun je zeggen dat de kant van de kruizen de kant van de mollen overlapt. Die overlapping loopt door; voor B/Ces en Des/Cis geldt óók dat ze hetzelfde klinken. 

Hoe lang wordt de kwintencirkel al gebruikt?

De kwintencirkel is bedacht als hulpmiddel voor in boeken over muziektheorie. Hij werd voor het eerst gepubliceerd (en misschien dus ook wel bedacht) door Johann David Heinichen in 1728. De kwintencirkel is dus al bijna 300 jaar een hulpmiddel voor worstelende muziektheoriestudenten!

Zijn er ezelsbruggetjes om de kwintencirkel te onthouden?

Er zijn een aantal bekende ezelsbruggetjes om de volgorde van toonsoorten in de kwintencirkel te onthouden, zodat je niet steeds hoeft te rekenen met kwinten omhoog of kwarten omlaag. De bekendste ezelsbruggetjes zijn: Ceg, Geef DArme Een Bord Fis-Cis voor de toonsoorten met kruisen in de majeurcirkel (Op z’n Amsterdams: Zeg, geef de arme een bord visjes); en Friese Boeren Eten Alle Dagen Gele Citroenen voor de toonsoorten met mollen in de majeurcirkel.

Ga je vanaf C groot tegen de klok in, dan ga je telkens een kwart omlaag (het omgekeerde van een kwint omhoog). Tegen de klok in kom je eerst F groot tegen, dan Bes groot, dan Es groot, etc. Deze toonsoorten hebben juist steeds een extra mol.

De kwintencirkel met mineurtoonsoorten wordt vaak aan de binnenkant van de majeur-cirkel toegevoegd. De toonsoort zonder voortekens is daar a klein. Verder werkt de mineurkwintencirkel werkt hetzelfde als de majeurkwintencirkel.

Waarom staan Ges groot en Fis groot naast elkaar?

Ges groot en Fis groot staan in de kwintencirkel op dezelfde plek. Dat komt omdat ze enharmonisch gelijk zijn. Fis: een verhoogde F, klinkt hetzelfde als Ges: een verlaagde G. Een majeurladder op de noot Fis (zes kruizen), klinkt dus ook precies hetzelfde als een majeurladder op Ges (zes mollen). Eigenlijk kun je zeggen dat de kant van de kruizen de kant van de mollen overlapt. Die overlapping loopt door; voor B/Ces en Des/Cis geldt óók dat ze hetzelfde klinken. 

Hoe lang wordt de kwintencirkel al gebruikt?

De kwintencirkel is bedacht als hulpmiddel voor in boeken over muziektheorie. Hij werd voor het eerst gepubliceerd (en misschien dus ook wel bedacht) door Johann David Heinichen in 1728. De kwintencirkel is dus al bijna 300 jaar een hulpmiddel voor worstelende muziektheoriestudenten!

Zijn er ezelsbruggetjes om de kwintencirkel te onthouden?

Er zijn een aantal bekende ezelsbruggetjes om de volgorde van toonsoorten in de kwintencirkel te onthouden, zodat je niet steeds hoeft te rekenen met kwinten omhoog of kwarten omlaag. De bekendste ezelsbruggetjes zijn: Ceg, Geef DArme Een Bord Fis-Cis voor de toonsoorten met kruisen in de majeurcirkel (Op z’n Amsterdams: Zeg, geef de arme een bord visjes); en Friese Boeren Eten Alle Dagen Gele Citroenen voor de toonsoorten met mollen in de majeurcirkel.