Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Wat is een F-sleutel?

F-sleutel

De bas- of F-sleutel is het teken aan het begin van de notenbalk dat bepaalt dat de noot door het tweede lijntje van boven als de toon f klinkt.

Wie gebruikt de F-sleutel?

De F-sleutel, ook wel bassleutel genoemd, wordt gebruikt voor lage instrumenten, zoals cello, fagot en contrabas. Ook de laagste stemsoort, de bas, gebruikt deze sleutel. Ook voor de notenbalk voor de linkerhand op de piano wordt de F-sleutel gebruikt.

afbeelding van een bassleutel

een f-sleutel

Waar komt de bassleutel vandaan?

De haak met twee bolletjes is afgeleid van de letter F. De lijn waarop de toon f genoteerd wordt valt precies tussen deze bolletjes. Rond het jaar 1000 was Guido van Arezzo de eerste die bedacht dat je verschillende toonhoogtes met lijnen en bolletjes kunt noteren. Hij gebruikte slechts vier lijnen en een rode lijn gaf aan waar de f stond. Ruim vijfhonderd jaar later was zijn systeem doorontwikkeld tot de notenbalken en sleutels die we nu kennen.

Om met vijf lijntjes een zo groot mogelijk bereik te kunnen noteren en zo efficiënt mogelijk met de ruimte op het papier om te kunnen gaan worden drie sleutels gebruikt:

  • de vioolsleutel of G-sleutel voor de hoogste stemmen en instrumenten
  • de C-sleutel voor de middenregisters
  • de bassleutel of F-sleutel voor de laagste stemmen en instrumenten

Wie gebruikt de F-sleutel?

De F-sleutel, ook wel bassleutel genoemd, wordt gebruikt voor lage instrumenten, zoals cello, fagot en contrabas. Ook de laagste stemsoort, de bas, gebruikt deze sleutel. Ook voor de notenbalk voor de linkerhand op de piano wordt de F-sleutel gebruikt.

afbeelding van een bassleutel

een f-sleutel

Waar komt de bassleutel vandaan?

De haak met twee bolletjes is afgeleid van de letter F. De lijn waarop de toon f genoteerd wordt valt precies tussen deze bolletjes. Rond het jaar 1000 was Guido van Arezzo de eerste die bedacht dat je verschillende toonhoogtes met lijnen en bolletjes kunt noteren. Hij gebruikte slechts vier lijnen en een rode lijn gaf aan waar de f stond. Ruim vijfhonderd jaar later was zijn systeem doorontwikkeld tot de notenbalken en sleutels die we nu kennen.

Om met vijf lijntjes een zo groot mogelijk bereik te kunnen noteren en zo efficiënt mogelijk met de ruimte op het papier om te kunnen gaan worden drie sleutels gebruikt:

  • de vioolsleutel of G-sleutel voor de hoogste stemmen en instrumenten
  • de C-sleutel voor de middenregisters
  • de bassleutel of F-sleutel voor de laagste stemmen en instrumenten