Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
orkestlid

Soloklarinettist Calogero Palermo: ‘Bij de opera heb ik geleerd wat zingen met je instrument is’

door Paul Janssen
16 dec. 2021 16 december 2021

Tijdens het eerste Made in America-concert staat soloklarinettist Calogero Palermo voor zijn eigen orkest om de solopartij van Coplands Klarinetconcert te spelen. ‘Een belangrijk en emotioneel moment.’

  • Calogero Palermo

    foto: Eduardus Lee

    Calogero Palermo

    foto: Eduardus Lee

  • Calogero Palermo

    foto: Eduardus Lee

    Calogero Palermo

    foto: Eduardus Lee

‘Het Klarinetconcert van ­Aaron Copland behoort met de concerten van ­Mozart en Weber tot de belangrijkste die ooit voor de klarinet geschreven zijn.’ Zo. Calogero Palermo, sinds 2015 een van de twee soloklarinettisten van het Concertgebouworkest, is duidelijk.

‘Het is een heel mooi werk, het eerste klarinetconcert dat door een Amerikaan is geschreven, al zijn de Europese invloeden wel degelijk aanwezig,’ steekt hij enthousiast van wal. ‘Het is bovendien een echt solistenstuk. Je moet een goede sound hebben en verschillende stijlen beheersen. Het eerste deel is bijvoorbeeld heel lyrisch. Ik houd erg van dat deel, omdat het mij doet denken aan de jaren dat ik in het operaorkest in Rome speelde. De cadenza die als een brug tussen de beide delen fungeert is weer vrij virtuoos en niet zo klassiek geschreven. Het laatste deel kent wat meer jazzy invloeden.’

Mijlpaal

Die jazzelementen zijn niet zo gek. Copland schreef zijn concert immers op verzoek van Benny Goodman, de klarinettist die met zijn eigen bigband furore maakte, maar die daarnaast componisten als Copland en Béla Bartók vroeg om werken met de klarinet in de hoofdrol. ‘Goodman wilde ook een klassiek klarinettist zijn,’ zegt Palermo. ‘Daarom klopte hij aan bij klassieke componisten. Het mooie is dat zowel het concert van Copland als Contrasten van Bartók echte repertoirestukken voor de klarinet zijn geworden. Het zijn ook serieuze ‘klassieke’ stukken. Copland gebruikte in zijn concert wel jazzelementen, maar weerstond de verleiding om er een jazzconcert van te maken.’

‘Solo spelen met al je collega’s achter je is een emotionele ervaring’

Palermo vindt het geweldig dat hij juist dit concert nu kan spelen met zijn collega’s van zijn eigen orkest in de rug ‘Ik heb eerder het Mozartconcert en een concert van Weber gespeeld met het Orchestra Teatro dell’Opera di Roma waar ik toen soloklarinettist was. Solo spelen met al je collega’s achter je is een enorm emotionele ervaring voor mij. Bij het Concertgebouworkest zal dat niet anders zijn. De musici van het orkest zijn zo enorm goed. Bovendien ben ik onlangs vijftig geworden en ook nog eens dertig jaar actief als professio­neel klarinettist. Dat ik juist nu mijn favoriete concert met dit orkest mag spelen, beschouw ik als een grote eer en een belangrijk moment in mijn carrière. Het concert past ook perfect bij het Made in America-the­ma van het Concertgebouworkest. Het is allemaal bijzonder stimulerend en ik kan niet wachten tot het zo ver is.’

Zingen

Hoewel Palermo een geweldige solist is, en ook als docent geroemd wordt – hij schreef onder meer de didactische methode Soli d’orchestra over solopartijen voor de klarinet binnen het orkestrepertoire – beschouwt hij zichzelf als een orkestmusicus pur sang. Zijn curriculum vitae staaft dat. Na zijn opleiding aan het conservatorium van Palermo en zijn verdere studie in Genève werd hij direct aangenomen als soloklarinettist bij het Orchestra del Teatro V. Bellini in Catania op Sicilië. Een jaar later, in 1997, maakte hij de overstap naar het Orchestra Teatro dell’Opera di Roma waar hij zich als een vis in het water voelde. ‘Ik kan het gevoel dat ik had toen ik voor de eerste keer de klarinetsolo van E lucevan le stelle speelde nog zo terughalen. En dan die stem die er bij komt… In de opera heb ik echt geleerd wat zingen met je instrument is.’

Toch werd de roep van het grote symfonische repertoire in 2008 te sterk. Hij liet Rome achter zich en begon als soloklarinettist van het Orchestre National de France. ‘Het was fantastisch om mee te spelen in al die grote symfonieën. Ik vond het geweldig, maar mijn vrouw kon niet aarden in Frankrijk en wilde terug naar Rome.’

In 2012 ontving het Teatro dell’Opera di Roma hem met open armen en kon hij als verloren zoon zijn bekende plek weer innemen. ‘De onzekerheid kwam in 2015 door budgetproblemen. Alle vaste contracten werden omgezet in freelance-overeenkomsten. Dat werd snel weer teruggedraaid, maar het kwaad was geschied; ik dacht alleen maar aan weggaan.’

Concertgebouw

Daar kwam bij dat Palermo als remplaçant een uitstekende ervaring had met het Concertgebouworkest. ‘Ik kreeg de uitnodiging om een week met het orkest mee te spelen in oktober 2014. Op het programma stond onder andere de Vijfde symfonie van Sjostakovitsj en Andris Nelsons dirigeerde. Ik was meteen weg van de stijl van spelen. Toen ik van de orkestmusici hoorde dat ze op zoek waren naar een eerste klarinettist, zei ik tegen mijn vrouw: dit orkest is zo goed, dit moet ik niet laten gaan.’

En zo geschiedde. Al in 2015 kon Palermo de plek van soloklarinettist innemen. Zijn vrouw verhuisde mee naar Amsterdam. ‘Toen ik hier kwam sprak ik naast Italiaans alleen Frans en Engels. Inmiddels zijn we zo gesetteld dat ik een paar maanden geleden serieus aan de studie van de Nederlandse taal ben begonnen.’

Met andere woorden: de man die ooit voor de klarinet koos omdat hij het instrument er zo mooi uit vond zien, denkt er niet aan om weg te gaan bij het Concertgebouworkest. ‘Dit orkest is zo fantastisch. En dat zeg ik niet omdat ik het nu mijn orkest mag noemen. Het orkest heeft een geweldige klank, maar is ook heel flexibel in de manier van spelen. We hebben bijna elke week een andere dirigent, maar toch behoudt het orkest zijn eigen identiteit. Ook de eerste repetitie is vaak meteen goed. Dat heb ik echt wel anders meegemaakt; in Rome was de eerste repetitie vaak een heel moeizaam proces. Bij het Concertgebouworkest klopt het meteen, ook omdat het een geweldige ‘familie’ is waar we elkaar respecteren en opbouwend zijn naar elkaar. En dan is er nog Het Concertgebouw. Die zaal zit zo in de genen van het orkest dat het ook tijdens tournees in om het even welke zaal dezelfde sound behoudt. Dat is de verdienste van de musici. Maar als je het mij vraagt dan klinken we het allerbeste in de Grote Zaal.’

‘Het Klarinetconcert van ­Aaron Copland behoort met de concerten van ­Mozart en Weber tot de belangrijkste die ooit voor de klarinet geschreven zijn.’ Zo. Calogero Palermo, sinds 2015 een van de twee soloklarinettisten van het Concertgebouworkest, is duidelijk.

‘Het is een heel mooi werk, het eerste klarinetconcert dat door een Amerikaan is geschreven, al zijn de Europese invloeden wel degelijk aanwezig,’ steekt hij enthousiast van wal. ‘Het is bovendien een echt solistenstuk. Je moet een goede sound hebben en verschillende stijlen beheersen. Het eerste deel is bijvoorbeeld heel lyrisch. Ik houd erg van dat deel, omdat het mij doet denken aan de jaren dat ik in het operaorkest in Rome speelde. De cadenza die als een brug tussen de beide delen fungeert is weer vrij virtuoos en niet zo klassiek geschreven. Het laatste deel kent wat meer jazzy invloeden.’

Mijlpaal

Die jazzelementen zijn niet zo gek. Copland schreef zijn concert immers op verzoek van Benny Goodman, de klarinettist die met zijn eigen bigband furore maakte, maar die daarnaast componisten als Copland en Béla Bartók vroeg om werken met de klarinet in de hoofdrol. ‘Goodman wilde ook een klassiek klarinettist zijn,’ zegt Palermo. ‘Daarom klopte hij aan bij klassieke componisten. Het mooie is dat zowel het concert van Copland als Contrasten van Bartók echte repertoirestukken voor de klarinet zijn geworden. Het zijn ook serieuze ‘klassieke’ stukken. Copland gebruikte in zijn concert wel jazzelementen, maar weerstond de verleiding om er een jazzconcert van te maken.’

‘Solo spelen met al je collega’s achter je is een emotionele ervaring’

Palermo vindt het geweldig dat hij juist dit concert nu kan spelen met zijn collega’s van zijn eigen orkest in de rug ‘Ik heb eerder het Mozartconcert en een concert van Weber gespeeld met het Orchestra Teatro dell’Opera di Roma waar ik toen soloklarinettist was. Solo spelen met al je collega’s achter je is een enorm emotionele ervaring voor mij. Bij het Concertgebouworkest zal dat niet anders zijn. De musici van het orkest zijn zo enorm goed. Bovendien ben ik onlangs vijftig geworden en ook nog eens dertig jaar actief als professio­neel klarinettist. Dat ik juist nu mijn favoriete concert met dit orkest mag spelen, beschouw ik als een grote eer en een belangrijk moment in mijn carrière. Het concert past ook perfect bij het Made in America-the­ma van het Concertgebouworkest. Het is allemaal bijzonder stimulerend en ik kan niet wachten tot het zo ver is.’

Zingen

Hoewel Palermo een geweldige solist is, en ook als docent geroemd wordt – hij schreef onder meer de didactische methode Soli d’orchestra over solopartijen voor de klarinet binnen het orkestrepertoire – beschouwt hij zichzelf als een orkestmusicus pur sang. Zijn curriculum vitae staaft dat. Na zijn opleiding aan het conservatorium van Palermo en zijn verdere studie in Genève werd hij direct aangenomen als soloklarinettist bij het Orchestra del Teatro V. Bellini in Catania op Sicilië. Een jaar later, in 1997, maakte hij de overstap naar het Orchestra Teatro dell’Opera di Roma waar hij zich als een vis in het water voelde. ‘Ik kan het gevoel dat ik had toen ik voor de eerste keer de klarinetsolo van E lucevan le stelle speelde nog zo terughalen. En dan die stem die er bij komt… In de opera heb ik echt geleerd wat zingen met je instrument is.’

Toch werd de roep van het grote symfonische repertoire in 2008 te sterk. Hij liet Rome achter zich en begon als soloklarinettist van het Orchestre National de France. ‘Het was fantastisch om mee te spelen in al die grote symfonieën. Ik vond het geweldig, maar mijn vrouw kon niet aarden in Frankrijk en wilde terug naar Rome.’

In 2012 ontving het Teatro dell’Opera di Roma hem met open armen en kon hij als verloren zoon zijn bekende plek weer innemen. ‘De onzekerheid kwam in 2015 door budgetproblemen. Alle vaste contracten werden omgezet in freelance-overeenkomsten. Dat werd snel weer teruggedraaid, maar het kwaad was geschied; ik dacht alleen maar aan weggaan.’

Concertgebouw

Daar kwam bij dat Palermo als remplaçant een uitstekende ervaring had met het Concertgebouworkest. ‘Ik kreeg de uitnodiging om een week met het orkest mee te spelen in oktober 2014. Op het programma stond onder andere de Vijfde symfonie van Sjostakovitsj en Andris Nelsons dirigeerde. Ik was meteen weg van de stijl van spelen. Toen ik van de orkestmusici hoorde dat ze op zoek waren naar een eerste klarinettist, zei ik tegen mijn vrouw: dit orkest is zo goed, dit moet ik niet laten gaan.’

En zo geschiedde. Al in 2015 kon Palermo de plek van soloklarinettist innemen. Zijn vrouw verhuisde mee naar Amsterdam. ‘Toen ik hier kwam sprak ik naast Italiaans alleen Frans en Engels. Inmiddels zijn we zo gesetteld dat ik een paar maanden geleden serieus aan de studie van de Nederlandse taal ben begonnen.’

Met andere woorden: de man die ooit voor de klarinet koos omdat hij het instrument er zo mooi uit vond zien, denkt er niet aan om weg te gaan bij het Concertgebouworkest. ‘Dit orkest is zo fantastisch. En dat zeg ik niet omdat ik het nu mijn orkest mag noemen. Het orkest heeft een geweldige klank, maar is ook heel flexibel in de manier van spelen. We hebben bijna elke week een andere dirigent, maar toch behoudt het orkest zijn eigen identiteit. Ook de eerste repetitie is vaak meteen goed. Dat heb ik echt wel anders meegemaakt; in Rome was de eerste repetitie vaak een heel moeizaam proces. Bij het Concertgebouworkest klopt het meteen, ook omdat het een geweldige ‘familie’ is waar we elkaar respecteren en opbouwend zijn naar elkaar. En dan is er nog Het Concertgebouw. Die zaal zit zo in de genen van het orkest dat het ook tijdens tournees in om het even welke zaal dezelfde sound behoudt. Dat is de verdienste van de musici. Maar als je het mij vraagt dan klinken we het allerbeste in de Grote Zaal.’

  • De klarinet van Calogero Palermo

    foto: Eduardus Lee

    De klarinet van Calogero Palermo

    foto: Eduardus Lee

  • De klarinet van Calogero Palermo

    foto: Eduardus Lee

    De klarinet van Calogero Palermo

    foto: Eduardus Lee

De klarinet van Calogero Palermo

‘Ik speel op een klarinet van Buffet Crampon, het Prestige-model. Misschien niet de allerhoogste range, maar ik houd van de klank: groot en lyrisch. Met de Prestige heb ik een flexibel instrument. Ik heb in de loop der jaren wel een paar keer mijn klarinet vervangen, maar altijd door hetzelfde model. De laatste keer dat ik een nieuwe klarinet moest, heb ik gezocht naar andere mogelijkheden en Buffet Crampon gevraagd om zaken te veranderen. Uiteindelijk is toen alles hetzelfde gebleven en alleen de kleur van de kleppen veranderd. Ook met rieten ben ik trouw. Ik gebruik rieten van D’Addario en een mondstuk van Italiaanse makelij, Licostini. Deze combinatie heeft een grote klank, maar speelt heel licht. Voor mij de perfecte combinatie. Ik heb wel eens gedacht om zelf rieten te gaan maken, maar dat heeft voor de klarinet niet zo veel zin. Voor een fa­got en een hobo snap ik dat je je eigen rieten snijdt, maar de kwaliteit van de beschikbare rieten voor de klarinet is zo goed dat ik geen enkele noodzaak zie om zelf aan het werk te gaan.’

De klarinet van Calogero Palermo

‘Ik speel op een klarinet van Buffet Crampon, het Prestige-model. Misschien niet de allerhoogste range, maar ik houd van de klank: groot en lyrisch. Met de Prestige heb ik een flexibel instrument. Ik heb in de loop der jaren wel een paar keer mijn klarinet vervangen, maar altijd door hetzelfde model. De laatste keer dat ik een nieuwe klarinet moest, heb ik gezocht naar andere mogelijkheden en Buffet Crampon gevraagd om zaken te veranderen. Uiteindelijk is toen alles hetzelfde gebleven en alleen de kleur van de kleppen veranderd. Ook met rieten ben ik trouw. Ik gebruik rieten van D’Addario en een mondstuk van Italiaanse makelij, Licostini. Deze combinatie heeft een grote klank, maar speelt heel licht. Voor mij de perfecte combinatie. Ik heb wel eens gedacht om zelf rieten te gaan maken, maar dat heeft voor de klarinet niet zo veel zin. Voor een fa­got en een hobo snap ik dat je je eigen rieten snijdt, maar de kwaliteit van de beschikbare rieten voor de klarinet is zo goed dat ik geen enkele noodzaak zie om zelf aan het werk te gaan.’

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.