Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Concertprogramma

Concertprogramma

Scherpdenkers: Damiaan Denys & Camerata RCO - Mahler & Freud

Scherpdenkers: Damiaan Denys & Camerata RCO - Mahler & Freud

Kleine Zaal
06 mei 2025
20.15 uur

Print

Damiaan Denys spreker

Camerata RCO:
Elise Besemer viool
Coraline Groen viool
Vilém Kijonka altviool
Maartje-Maria den Herder cello
Georgina Poad contrabas
Hein Wiedijk klarinet
Fons Verspaandonk hoorn
Ramon van Engelenhoven piano
Anneleen Schuitemaker harp

Dit concert maakt deel uit van de serie Scherpdenkers.

Ook interessant:
- Mahler Meets Freud
- Luisterkunstenaar: Damiaan Denys

MAHLER EN FREUD

Gustav Mahler (1860-1911)

Pianokwartet in a kl.t. (1876)
Nicht zu schnell

Franz Schreker (1878-1934)

Der Wind (1908-09)
voor viool, klarinet, hoorn, cello en piano

Gustav Mahler

Adagietto
uit ‘Symfonie nr. 5 in cis kl.t.’ (1901-02)
versie voor harp en vijf strijkers

Erich Wolfgang Korngold (1897-1957)

Groteske
uit ‘Suite’, op. 23 (1930)
voor twee violen, cello en piano (linkerhand)

er is geen pauze
einde ± 21.30 uur

Kleine Zaal 06 mei 2025 20.15 uur

Damiaan Denys spreker

Camerata RCO:
Elise Besemer viool
Coraline Groen viool
Vilém Kijonka altviool
Maartje-Maria den Herder cello
Georgina Poad contrabas
Hein Wiedijk klarinet
Fons Verspaandonk hoorn
Ramon van Engelenhoven piano
Anneleen Schuitemaker harp

Dit concert maakt deel uit van de serie Scherpdenkers.

Ook interessant:
- Mahler Meets Freud
- Luisterkunstenaar: Damiaan Denys

MAHLER EN FREUD

Gustav Mahler (1860-1911)

Pianokwartet in a kl.t. (1876)
Nicht zu schnell

Franz Schreker (1878-1934)

Der Wind (1908-09)
voor viool, klarinet, hoorn, cello en piano

Gustav Mahler

Adagietto
uit ‘Symfonie nr. 5 in cis kl.t.’ (1901-02)
versie voor harp en vijf strijkers

Erich Wolfgang Korngold (1897-1957)

Groteske
uit ‘Suite’, op. 23 (1930)
voor twee violen, cello en piano (linkerhand)

er is geen pauze
einde ± 21.30 uur

Toelichting

Toelichting

door Stephen Westra

In aanloop naar het Ma­hler Festival, dat op 8 mei in Het Concertgebouw van start gaat, laten filosoof en psychiater Damiaan Denys en Camerata RCO de paden van psychologie en muziek elkaar kru­isen door de geesten te verkennen van Sigmund Freud en Gustav Mahler.

In aanloop naar het Ma­hler Festival, dat op 8 mei in Het Concertgebouw van start gaat, laten filosoof en psychiater Damiaan Denys en Camerata RCO de paden van psychologie en muziek elkaar kru­isen door de geesten te verkennen van Sigmund Freud en Gustav Mahler.

door Stephen Westra

Gustav Mahler (1860-1911)

Pianokwartet

  • Gustav Mahler

    In een boek van Adolph Kohut (1900)

    Gustav Mahler

    In een boek van Adolph Kohut (1900)

  • Gustav Mahler

    In een boek van Adolph Kohut (1900)

    Gustav Mahler

    In een boek van Adolph Kohut (1900)

Herzog Ernst von Schwaben, Die Argonauten, Rübezahl: drie opera’s waar de meesten nooit van hebben gehoord. Het zijn jeugdwerken van Gustav Mahler en ze gingen verloren. Een Nordische Phantasie en twee symfonieën deelden hetzelfde lot, en een vioolsonate… En zo resteert ons van de jonge Mahler niets anders dan een onvoltooid Pianokwartet in a klein. We hebben het eerste deel, Nicht zu schnell, plus welgeteld 24 maten van een scherzo, dat ruim een eeuw later door Alfred Schnittke werd afgemaakt. Meer is er niet. Mahler schreef het kwartet in 1876, hij was toen een jaar of 16, aan het eind van zijn eerste jaar op het Weense conservatorium. Bij een uitvoering speelde hij zelf de pianopartij. Dan is er nog een tweede vroege uitvoering bekend ten huize van Dr. Theodor Billroth, een vriend van Johannes Brahms, en eentje op 12 september 1876 in Iglau (in het huidige Tsjechië) op een concert dat Mahlers ouders in de woonplaats van het gezin hadden georganiseerd. Misschien heeft Mahler zijn pianokwartet willen uitgeven, want het manuscript draagt het stempel van een uitgever; maar in eerste instantie raakte het zoek. Pas in de jaren 1960 dolf Mahlers weduwe Alma de Schumann-achtige muziek weer op tussen de papieren van haar man.

Herzog Ernst von Schwaben, Die Argonauten, Rübezahl: drie opera’s waar de meesten nooit van hebben gehoord. Het zijn jeugdwerken van Gustav Mahler en ze gingen verloren. Een Nordische Phantasie en twee symfonieën deelden hetzelfde lot, en een vioolsonate… En zo resteert ons van de jonge Mahler niets anders dan een onvoltooid Pianokwartet in a klein. We hebben het eerste deel, Nicht zu schnell, plus welgeteld 24 maten van een scherzo, dat ruim een eeuw later door Alfred Schnittke werd afgemaakt. Meer is er niet. Mahler schreef het kwartet in 1876, hij was toen een jaar of 16, aan het eind van zijn eerste jaar op het Weense conservatorium. Bij een uitvoering speelde hij zelf de pianopartij. Dan is er nog een tweede vroege uitvoering bekend ten huize van Dr. Theodor Billroth, een vriend van Johannes Brahms, en eentje op 12 september 1876 in Iglau (in het huidige Tsjechië) op een concert dat Mahlers ouders in de woonplaats van het gezin hadden georganiseerd. Misschien heeft Mahler zijn pianokwartet willen uitgeven, want het manuscript draagt het stempel van een uitgever; maar in eerste instantie raakte het zoek. Pas in de jaren 1960 dolf Mahlers weduwe Alma de Schumann-achtige muziek weer op tussen de papieren van haar man.

Franz Schreker (1878-1934)

Der Wind

  • Franz Schreker

    Franz Schreker

  • Franz Schreker

    Franz Schreker

Franz Schreker was een tijd­genoot van Mahler en evenals hij lange tijd actief in Wenen. Hij was vooral bekend om opera’s als Der ferne Klang en Die Gezeichneten. Der Wind was een opdracht van het Weense Ensemble des Raimundtheaters. De volledige titel Der Wind, Musik zu einer Tanzallegorie für fünf Instrumente verwijst naar het feit dat de danseres Grete Wiesenthal, die het scenario ervoor schreef, de componist na zijn dans­pantomime Der Geburtstag der Infantin tot een nieuw werk inspireerde waarop ook kon worden gedanst. Het stuk werd echter bij leven van Schreker niet uitgevoerd; pas in 1958 kwam het tevoorschijn uit de kelders van de uitgeverij Universal Edition, en de première was in 1980. Schreker schrijft ergens voor om de pianotoets in te drukken zonder geluid te maken – een effect dat hij of collega Arnold Schönberg omstreeks die tijd als eerste heeft bedacht.

Franz Schreker was een tijd­genoot van Mahler en evenals hij lange tijd actief in Wenen. Hij was vooral bekend om opera’s als Der ferne Klang en Die Gezeichneten. Der Wind was een opdracht van het Weense Ensemble des Raimundtheaters. De volledige titel Der Wind, Musik zu einer Tanzallegorie für fünf Instrumente verwijst naar het feit dat de danseres Grete Wiesenthal, die het scenario ervoor schreef, de componist na zijn dans­pantomime Der Geburtstag der Infantin tot een nieuw werk inspireerde waarop ook kon worden gedanst. Het stuk werd echter bij leven van Schreker niet uitgevoerd; pas in 1958 kwam het tevoorschijn uit de kelders van de uitgeverij Universal Edition, en de première was in 1980. Schreker schrijft ergens voor om de pianotoets in te drukken zonder geluid te maken – een effect dat hij of collega Arnold Schönberg omstreeks die tijd als eerste heeft bedacht.

Gustav Mahler (1860-1911)

Adagietto

  • Gustav Mahler in 1886

    Gustav Mahler in 1886

  • Gustav Mahler in 1886

    Gustav Mahler in 1886

Van de rijpe Mahler, een veertiger inmiddels, is het Adagietto. Het is het vierde deel van zijn Vijfde symfonie, die hij in de zomers van 1901 en 1902 schreef. Het Adagietto werd zijn beroemdste werk. Het is van een oneindige liefde, tederheid, weemoed, verlangen. Dat het nu als kamermuziek klinkt, is niet zo raar. Het is oorspronkelijk ook voor alleen strijkers, plus harp. Deze wondervolle muziek lijkt een soort liefdeslied voor Mahlers jonge vrouw Alma te zijn geweest, en wel met de woorden: ‘Wie ich dich liebe, du meine Sonne / ich kann mit Worten Dir’s nicht sagen. / Nur meine Sehnsucht kann ich Dir klagen / und meine Liebe, meine Wonne!’

Van de rijpe Mahler, een veertiger inmiddels, is het Adagietto. Het is het vierde deel van zijn Vijfde symfonie, die hij in de zomers van 1901 en 1902 schreef. Het Adagietto werd zijn beroemdste werk. Het is van een oneindige liefde, tederheid, weemoed, verlangen. Dat het nu als kamermuziek klinkt, is niet zo raar. Het is oorspronkelijk ook voor alleen strijkers, plus harp. Deze wondervolle muziek lijkt een soort liefdeslied voor Mahlers jonge vrouw Alma te zijn geweest, en wel met de woorden: ‘Wie ich dich liebe, du meine Sonne / ich kann mit Worten Dir’s nicht sagen. / Nur meine Sehnsucht kann ich Dir klagen / und meine Liebe, meine Wonne!’

Erich Wolfgang Korngold (1897-1957)

Suite

  • Erich Wolfgang Korngold

    Erich Wolfgang Korngold

  • Erich Wolfgang Korngold

    Erich Wolfgang Korngold

Wie was het grootste wonderkind ooit? Mo­zart, Mendelssohn, Saint-Saëns, Prokofjev? Mogelijk was het een iets minder bekende figuur: Erich Wolfgang Korngold. ‘De nieuwe Mozart,’ riep Mahler toen hij het jochie aan het werk zag. Op zijn vijftiende deed Erich Wolfgang Wenen versteld staan met zijn Sinfonietta, gedirigeerd door de legendarische Felix Weingartner. ‘Een volwassen hart in een jeugdige ribbenkast…’ En op zijn achttiende al gingen er twee opera’s succesvol in première, Der Ring des Polykrates en Violanta. Al spoedig schreef Korngold zijn bekendste werk: 23 was hij toen de opera Die tote Stadt in twee steden tegelijk zijn eerste opvoering beleefde. En vervolgens Europa veroverde.

De Su­ite, opus 23 schreef de inmiddels volwassen Korngold voor een merkwaardige bezetting: twee violen, cello en piano linkerhand. Dit laatste was vanwege de pianist die de opdracht had gegeven: Paul Wittgenstein, telg uit een steenrijke, culturele Weense familie en broer van de beroemde filosoof Ludwig Wittgenstein. De pianist had als soldaat in de Eerste Wereldoorlog in Silezië door een verwonding en vervolgens amputatie zijn rechterarm verloren. Maar Wittgenstein zette zijn carrière éénarmig voort. Aan geld geen gebrek en zo kon hij componisten als Ravel, Britten, Prokofjev, Richard Stra­uss en dus Korngold speciaal muziek voor zich laten schrijven.

Wie was het grootste wonderkind ooit? Mo­zart, Mendelssohn, Saint-Saëns, Prokofjev? Mogelijk was het een iets minder bekende figuur: Erich Wolfgang Korngold. ‘De nieuwe Mozart,’ riep Mahler toen hij het jochie aan het werk zag. Op zijn vijftiende deed Erich Wolfgang Wenen versteld staan met zijn Sinfonietta, gedirigeerd door de legendarische Felix Weingartner. ‘Een volwassen hart in een jeugdige ribbenkast…’ En op zijn achttiende al gingen er twee opera’s succesvol in première, Der Ring des Polykrates en Violanta. Al spoedig schreef Korngold zijn bekendste werk: 23 was hij toen de opera Die tote Stadt in twee steden tegelijk zijn eerste opvoering beleefde. En vervolgens Europa veroverde.

De Su­ite, opus 23 schreef de inmiddels volwassen Korngold voor een merkwaardige bezetting: twee violen, cello en piano linkerhand. Dit laatste was vanwege de pianist die de opdracht had gegeven: Paul Wittgenstein, telg uit een steenrijke, culturele Weense familie en broer van de beroemde filosoof Ludwig Wittgenstein. De pianist had als soldaat in de Eerste Wereldoorlog in Silezië door een verwonding en vervolgens amputatie zijn rechterarm verloren. Maar Wittgenstein zette zijn carrière éénarmig voort. Aan geld geen gebrek en zo kon hij componisten als Ravel, Britten, Prokofjev, Richard Stra­uss en dus Korngold speciaal muziek voor zich laten schrijven.

Toelichting

door Stephen Westra

In aanloop naar het Ma­hler Festival, dat op 8 mei in Het Concertgebouw van start gaat, laten filosoof en psychiater Damiaan Denys en Camerata RCO de paden van psychologie en muziek elkaar kru­isen door de geesten te verkennen van Sigmund Freud en Gustav Mahler.

In aanloop naar het Ma­hler Festival, dat op 8 mei in Het Concertgebouw van start gaat, laten filosoof en psychiater Damiaan Denys en Camerata RCO de paden van psychologie en muziek elkaar kru­isen door de geesten te verkennen van Sigmund Freud en Gustav Mahler.

door Stephen Westra

Gustav Mahler (1860-1911)

Pianokwartet

  • Gustav Mahler

    In een boek van Adolph Kohut (1900)

    Gustav Mahler

    In een boek van Adolph Kohut (1900)

  • Gustav Mahler

    In een boek van Adolph Kohut (1900)

    Gustav Mahler

    In een boek van Adolph Kohut (1900)

Herzog Ernst von Schwaben, Die Argonauten, Rübezahl: drie opera’s waar de meesten nooit van hebben gehoord. Het zijn jeugdwerken van Gustav Mahler en ze gingen verloren. Een Nordische Phantasie en twee symfonieën deelden hetzelfde lot, en een vioolsonate… En zo resteert ons van de jonge Mahler niets anders dan een onvoltooid Pianokwartet in a klein. We hebben het eerste deel, Nicht zu schnell, plus welgeteld 24 maten van een scherzo, dat ruim een eeuw later door Alfred Schnittke werd afgemaakt. Meer is er niet. Mahler schreef het kwartet in 1876, hij was toen een jaar of 16, aan het eind van zijn eerste jaar op het Weense conservatorium. Bij een uitvoering speelde hij zelf de pianopartij. Dan is er nog een tweede vroege uitvoering bekend ten huize van Dr. Theodor Billroth, een vriend van Johannes Brahms, en eentje op 12 september 1876 in Iglau (in het huidige Tsjechië) op een concert dat Mahlers ouders in de woonplaats van het gezin hadden georganiseerd. Misschien heeft Mahler zijn pianokwartet willen uitgeven, want het manuscript draagt het stempel van een uitgever; maar in eerste instantie raakte het zoek. Pas in de jaren 1960 dolf Mahlers weduwe Alma de Schumann-achtige muziek weer op tussen de papieren van haar man.

Herzog Ernst von Schwaben, Die Argonauten, Rübezahl: drie opera’s waar de meesten nooit van hebben gehoord. Het zijn jeugdwerken van Gustav Mahler en ze gingen verloren. Een Nordische Phantasie en twee symfonieën deelden hetzelfde lot, en een vioolsonate… En zo resteert ons van de jonge Mahler niets anders dan een onvoltooid Pianokwartet in a klein. We hebben het eerste deel, Nicht zu schnell, plus welgeteld 24 maten van een scherzo, dat ruim een eeuw later door Alfred Schnittke werd afgemaakt. Meer is er niet. Mahler schreef het kwartet in 1876, hij was toen een jaar of 16, aan het eind van zijn eerste jaar op het Weense conservatorium. Bij een uitvoering speelde hij zelf de pianopartij. Dan is er nog een tweede vroege uitvoering bekend ten huize van Dr. Theodor Billroth, een vriend van Johannes Brahms, en eentje op 12 september 1876 in Iglau (in het huidige Tsjechië) op een concert dat Mahlers ouders in de woonplaats van het gezin hadden georganiseerd. Misschien heeft Mahler zijn pianokwartet willen uitgeven, want het manuscript draagt het stempel van een uitgever; maar in eerste instantie raakte het zoek. Pas in de jaren 1960 dolf Mahlers weduwe Alma de Schumann-achtige muziek weer op tussen de papieren van haar man.

Franz Schreker (1878-1934)

Der Wind

  • Franz Schreker

    Franz Schreker

  • Franz Schreker

    Franz Schreker

Franz Schreker was een tijd­genoot van Mahler en evenals hij lange tijd actief in Wenen. Hij was vooral bekend om opera’s als Der ferne Klang en Die Gezeichneten. Der Wind was een opdracht van het Weense Ensemble des Raimundtheaters. De volledige titel Der Wind, Musik zu einer Tanzallegorie für fünf Instrumente verwijst naar het feit dat de danseres Grete Wiesenthal, die het scenario ervoor schreef, de componist na zijn dans­pantomime Der Geburtstag der Infantin tot een nieuw werk inspireerde waarop ook kon worden gedanst. Het stuk werd echter bij leven van Schreker niet uitgevoerd; pas in 1958 kwam het tevoorschijn uit de kelders van de uitgeverij Universal Edition, en de première was in 1980. Schreker schrijft ergens voor om de pianotoets in te drukken zonder geluid te maken – een effect dat hij of collega Arnold Schönberg omstreeks die tijd als eerste heeft bedacht.

Franz Schreker was een tijd­genoot van Mahler en evenals hij lange tijd actief in Wenen. Hij was vooral bekend om opera’s als Der ferne Klang en Die Gezeichneten. Der Wind was een opdracht van het Weense Ensemble des Raimundtheaters. De volledige titel Der Wind, Musik zu einer Tanzallegorie für fünf Instrumente verwijst naar het feit dat de danseres Grete Wiesenthal, die het scenario ervoor schreef, de componist na zijn dans­pantomime Der Geburtstag der Infantin tot een nieuw werk inspireerde waarop ook kon worden gedanst. Het stuk werd echter bij leven van Schreker niet uitgevoerd; pas in 1958 kwam het tevoorschijn uit de kelders van de uitgeverij Universal Edition, en de première was in 1980. Schreker schrijft ergens voor om de pianotoets in te drukken zonder geluid te maken – een effect dat hij of collega Arnold Schönberg omstreeks die tijd als eerste heeft bedacht.

Gustav Mahler (1860-1911)

Adagietto

  • Gustav Mahler in 1886

    Gustav Mahler in 1886

  • Gustav Mahler in 1886

    Gustav Mahler in 1886

Van de rijpe Mahler, een veertiger inmiddels, is het Adagietto. Het is het vierde deel van zijn Vijfde symfonie, die hij in de zomers van 1901 en 1902 schreef. Het Adagietto werd zijn beroemdste werk. Het is van een oneindige liefde, tederheid, weemoed, verlangen. Dat het nu als kamermuziek klinkt, is niet zo raar. Het is oorspronkelijk ook voor alleen strijkers, plus harp. Deze wondervolle muziek lijkt een soort liefdeslied voor Mahlers jonge vrouw Alma te zijn geweest, en wel met de woorden: ‘Wie ich dich liebe, du meine Sonne / ich kann mit Worten Dir’s nicht sagen. / Nur meine Sehnsucht kann ich Dir klagen / und meine Liebe, meine Wonne!’

Van de rijpe Mahler, een veertiger inmiddels, is het Adagietto. Het is het vierde deel van zijn Vijfde symfonie, die hij in de zomers van 1901 en 1902 schreef. Het Adagietto werd zijn beroemdste werk. Het is van een oneindige liefde, tederheid, weemoed, verlangen. Dat het nu als kamermuziek klinkt, is niet zo raar. Het is oorspronkelijk ook voor alleen strijkers, plus harp. Deze wondervolle muziek lijkt een soort liefdeslied voor Mahlers jonge vrouw Alma te zijn geweest, en wel met de woorden: ‘Wie ich dich liebe, du meine Sonne / ich kann mit Worten Dir’s nicht sagen. / Nur meine Sehnsucht kann ich Dir klagen / und meine Liebe, meine Wonne!’

Erich Wolfgang Korngold (1897-1957)

Suite

  • Erich Wolfgang Korngold

    Erich Wolfgang Korngold

  • Erich Wolfgang Korngold

    Erich Wolfgang Korngold

Wie was het grootste wonderkind ooit? Mo­zart, Mendelssohn, Saint-Saëns, Prokofjev? Mogelijk was het een iets minder bekende figuur: Erich Wolfgang Korngold. ‘De nieuwe Mozart,’ riep Mahler toen hij het jochie aan het werk zag. Op zijn vijftiende deed Erich Wolfgang Wenen versteld staan met zijn Sinfonietta, gedirigeerd door de legendarische Felix Weingartner. ‘Een volwassen hart in een jeugdige ribbenkast…’ En op zijn achttiende al gingen er twee opera’s succesvol in première, Der Ring des Polykrates en Violanta. Al spoedig schreef Korngold zijn bekendste werk: 23 was hij toen de opera Die tote Stadt in twee steden tegelijk zijn eerste opvoering beleefde. En vervolgens Europa veroverde.

De Su­ite, opus 23 schreef de inmiddels volwassen Korngold voor een merkwaardige bezetting: twee violen, cello en piano linkerhand. Dit laatste was vanwege de pianist die de opdracht had gegeven: Paul Wittgenstein, telg uit een steenrijke, culturele Weense familie en broer van de beroemde filosoof Ludwig Wittgenstein. De pianist had als soldaat in de Eerste Wereldoorlog in Silezië door een verwonding en vervolgens amputatie zijn rechterarm verloren. Maar Wittgenstein zette zijn carrière éénarmig voort. Aan geld geen gebrek en zo kon hij componisten als Ravel, Britten, Prokofjev, Richard Stra­uss en dus Korngold speciaal muziek voor zich laten schrijven.

Wie was het grootste wonderkind ooit? Mo­zart, Mendelssohn, Saint-Saëns, Prokofjev? Mogelijk was het een iets minder bekende figuur: Erich Wolfgang Korngold. ‘De nieuwe Mozart,’ riep Mahler toen hij het jochie aan het werk zag. Op zijn vijftiende deed Erich Wolfgang Wenen versteld staan met zijn Sinfonietta, gedirigeerd door de legendarische Felix Weingartner. ‘Een volwassen hart in een jeugdige ribbenkast…’ En op zijn achttiende al gingen er twee opera’s succesvol in première, Der Ring des Polykrates en Violanta. Al spoedig schreef Korngold zijn bekendste werk: 23 was hij toen de opera Die tote Stadt in twee steden tegelijk zijn eerste opvoering beleefde. En vervolgens Europa veroverde.

De Su­ite, opus 23 schreef de inmiddels volwassen Korngold voor een merkwaardige bezetting: twee violen, cello en piano linkerhand. Dit laatste was vanwege de pianist die de opdracht had gegeven: Paul Wittgenstein, telg uit een steenrijke, culturele Weense familie en broer van de beroemde filosoof Ludwig Wittgenstein. De pianist had als soldaat in de Eerste Wereldoorlog in Silezië door een verwonding en vervolgens amputatie zijn rechterarm verloren. Maar Wittgenstein zette zijn carrière éénarmig voort. Aan geld geen gebrek en zo kon hij componisten als Ravel, Britten, Prokofjev, Richard Stra­uss en dus Korngold speciaal muziek voor zich laten schrijven.

Biografie

Damiaan Denys, spreker

Damiaan Denys is filosoof en psychiater en studeerde aanvankelijk aan de KU Leuven. In 2004 promoveerde hij cum laude aan de Universiteit Utrecht op het proefschrift On Certainty: Studies in obsessive-­compulsive disorder.

De Vlaming werkt als hoogleraar psychiatrie aan de Universiteit van Amsterdam, is afdelingshoofd psychiatrie van het AMC in Amsterdam en is voorzitter van de Nederlands Vereniging voor Psychiatrie.

Met de onderzoeksgroep Neuromodulation and Behaviour is hij bovendien verbonden aan het Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen, onderdeel van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen. Zijn expertise richt zich op de psychopathologie en neurobiologie van angst, controle en compulsiviteit. Ook onderzoekt hij de mogelijkheden van diepe hersenstimulatie bij psychiatrische aandoeningen. In 2020 kreeg Damiaan Denys de Ig Nobelprijs voor geneeskunde voor zijn ontdekking van misofonie als psychische aandoening.

Hij geeft regelmatig publiekslezingen op het snijvlak van filosofie, psychiatrie en neurowetenschappen – over bijvoorbeeld angst, controle, vrijheid, zekerheid, hersenstimulatie en geluk. Sinds 2013 brengt Damiaan Denys de wetenschap ook geregeld naar het theater.

Camerata RCO, ensemble

Camerata RCO bestaat uit leden van het Koninklijk Concertgebouworkest die naast hun orkestbaan ook in kleiner verband met elkaar musiceren. Niet alleen is het repertoire anders, de collega’s vinden ook dat muziek in kleinere bezetting persoonlijker en intiemer is. Camerata RCO heeft in Nederland verschillende residencies (Spaarndam, Dordrecht) waardoor het een speciale band kan ontwikkelen met zijn publiek.

Ook trad het gezelschap op in New York, ­Montréal, Tokio, Seoul, Minsk, Madrid, Rome, Heidelberg, Wenen, Istanbul en Honolulu. Het is regelmatig te gast in radio- en televisie-uitzendingen en bracht cd’s uit met muziek van Corelli, Mozart, Mendelssohn en Ravel. Recente albums zijn Bruckners Zevende symfonie in een arrangement voor kamer­ensemble gedirigeerd door Olivier Patey en Bruckners Zesde symfonie gearrangeerd en geleid door Rolf Verbeek; dit laatste werk bracht Camerata RCO afgelopen zomer nog live in Wigmore Hall in Londen.

Eerder nam de groep ook bewerkingen op van Mahlers Vierde en Negende symfonie, onder leiding van Lucas Macías Navarro respectievelijk Gustavo Gimeno. Camerata RCO was in de Kleine Zaal onder meer te beluisteren in Het Zondagochtend Concert van 14 januari 2024 (Vivaldi en Bottesini).