Hoe moeten we ons op het podium gedragen? / De choreografie van een orkest
door Anna de Vey Mestdagh 12 okt. 2025 12 oktober 2025
Tweede violiste in het Concertgebouworkest Anna de Vey Mestdagh laat in haar maandelijkse column weten wat haar zoal bezighoudt. Deze maand: podiumprotocollen voor orkestleden.
In de richtlijnen voor het podiumgedrag van de musici van het Concertgebouworkest staat de volgende zin: ‘Bij het applaus moeten alle orkestleden zich omdraaien richting het publiek in de zaal, niet met elkaar praten en vriendelijk of minstens neutraal kijken.’ Vooral over die laatste aanwijzing is goed nagedacht, want probeer maar eens neutraal te kijken na het spelen van een ‘emoverend’ concert. Dan moet je gewoon lachen om je eigen gezicht.
Maar goed, podiumprotocollen zijn natuurlijk belangrijk, anders wordt het een zooitje. Hoe weten we bijvoorbeeld wanneer we als orkest moeten opstaan en wanneer we weer moeten gaan zitten? Dat gaat allemaal op initiatief van de concertmeester, waarbij opgemerkt moet worden dat we wel aan het begin van het concert opstaan, maar na de pauze niet meer. En na afloop meerdere malen, wanneer het applaus tenminste lang genoeg duurt. Alles bij elkaar een hele choreografie, die soms ook wel eens misgaat. Ikzelf heb soms de neiging om solidair mee te gaan buigen met de solist.
Niet overal gelden overigens dezelfde protocollen. In Nederland is het gebruikelijk dat de orkestleden één voor één het podium op druppelen, waar ze nog even met hun collega’s kunnen praten of een paar loopjes doornemen. In het buitenland gaat het veel formeler: op het teken van de orkestinspecteur komt het orkest gezamenlijk op terwijl het publiek applaudisseert. In sommige zalen is het gebruikelijk dat het orkest zich bij het slotapplaus ook omdraait naar het publiek dat achter het orkest zit. Een heel aardige gewoonte.
Tot zover wat je wél moet doen. Wat absoluut not done is, is tijdens het concert op je horloge kijken. Lang geleden werd een orkestlid gesnapt door de camera terwijl hij tergend langzaam de mouw van zijn overhemd omhoogschoof om een steelse blik op zijn horloge te werpen. Het is maar goed dat internet in die tijd nog niet bestond, anders was deze hilarische scène vast een meme geworden.
In de richtlijnen voor het podiumgedrag van de musici van het Concertgebouworkest staat de volgende zin: ‘Bij het applaus moeten alle orkestleden zich omdraaien richting het publiek in de zaal, niet met elkaar praten en vriendelijk of minstens neutraal kijken.’ Vooral over die laatste aanwijzing is goed nagedacht, want probeer maar eens neutraal te kijken na het spelen van een ‘emoverend’ concert. Dan moet je gewoon lachen om je eigen gezicht.
Maar goed, podiumprotocollen zijn natuurlijk belangrijk, anders wordt het een zooitje. Hoe weten we bijvoorbeeld wanneer we als orkest moeten opstaan en wanneer we weer moeten gaan zitten? Dat gaat allemaal op initiatief van de concertmeester, waarbij opgemerkt moet worden dat we wel aan het begin van het concert opstaan, maar na de pauze niet meer. En na afloop meerdere malen, wanneer het applaus tenminste lang genoeg duurt. Alles bij elkaar een hele choreografie, die soms ook wel eens misgaat. Ikzelf heb soms de neiging om solidair mee te gaan buigen met de solist.
Niet overal gelden overigens dezelfde protocollen. In Nederland is het gebruikelijk dat de orkestleden één voor één het podium op druppelen, waar ze nog even met hun collega’s kunnen praten of een paar loopjes doornemen. In het buitenland gaat het veel formeler: op het teken van de orkestinspecteur komt het orkest gezamenlijk op terwijl het publiek applaudisseert. In sommige zalen is het gebruikelijk dat het orkest zich bij het slotapplaus ook omdraait naar het publiek dat achter het orkest zit. Een heel aardige gewoonte.
Tot zover wat je wél moet doen. Wat absoluut not done is, is tijdens het concert op je horloge kijken. Lang geleden werd een orkestlid gesnapt door de camera terwijl hij tergend langzaam de mouw van zijn overhemd omhoogschoof om een steelse blik op zijn horloge te werpen. Het is maar goed dat internet in die tijd nog niet bestond, anders was deze hilarische scène vast een meme geworden.