Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
column

Mamma mia!

door Anna de Vey Mestdagh
17 mei 2025 17 mei 2025

Tweede violiste in het Concertgebouworkest Anna de Vey Mestdagh laat in haar maandelijkse column weten wat haar zoal bezighoudt. Deze maand: het orkest stapt uit z’n comfortzone.

  • Anna de Veij Mestdagh

    foto: Milagro Elstak

    Anna de Veij Mestdagh

    foto: Milagro Elstak

  • Anna de Veij Mestdagh

    foto: Milagro Elstak

    Anna de Veij Mestdagh

    foto: Milagro Elstak

Het is voor ons heel verfrissend om af en toe buiten de comfortzone van het geijkte repertoire en de ingesleten uitvoeringspraktijk te treden. Dat zijn de momenten dat je als orkest, ­wanneer het nieuwe idee aanslaat ­tenminste, je grenzen verlegt.

Afgelopen april speelden we de Matthäus-­Passion onder leiding van de Italiaan ­Riccardo Minasi, een dirigent die het woord passie heel letterlijk neemt. Zo leidde hij ons op ­theatrale wijze door het lijdensverhaal, als ware het een opera. Geen heilige meditatie, maar menselijk drama. Met grote gebaren boetseerde hij heftige emoties in de lucht en hij kon het niet laten om tijdens de repetitie bij een hemeltergend mooie aria – en dat zijn er best een paar in de Matthäus – met een hand op zijn hart te slaan en uit te roepen: ‘Mamma mia! This is soooo beautiful!’

Een heel ándere opera spelen we deze maand bij De Nationale Opera: Boris Godoenov van Modest Moesorgski. De eerste versie werd zo’n 150 jaar geleden niet bijzonder positief ontvangen, want: geen vrouwen of amoureuze verwikkelingen te bekennen. Ook nadat die waren toegevoegd bleef het een rapsodische opsomming van politieke schermutselingen. Inderdaad wel wat curieus voor een opera. Benieuwd welke draai dirigent Vasily Petrenko eraan gaat geven, want na Minasi houd ik werkelijk alles voor mogelijk. Maar ‘Mamma mia’ zal hij vast niet roepen…

Wat me dan weer brengt bij die ene wereldberoemde rapsodie, de Bohemian Rhapsody van rockband Queen, verschenen op het album A Night at the Opera, waarin Freddy Mercury onder het aanroepen van bijbelse figuren en operapersonages en vooral ‘mamma mia’ zijn ongeluk over het moeten verbergen van zijn homoseksua­liteit bezingt. Wat een lijdensverhaal.

Een lijdensverhaal als een opera, een opera als een rapsodie en een rapsodie als een lijdensverhaal. In de muziek is werkelijk alles mogelijk. En juist dat maakt ons vak zo boeiend.

Het is voor ons heel verfrissend om af en toe buiten de comfortzone van het geijkte repertoire en de ingesleten uitvoeringspraktijk te treden. Dat zijn de momenten dat je als orkest, ­wanneer het nieuwe idee aanslaat ­tenminste, je grenzen verlegt.

Afgelopen april speelden we de Matthäus-­Passion onder leiding van de Italiaan ­Riccardo Minasi, een dirigent die het woord passie heel letterlijk neemt. Zo leidde hij ons op ­theatrale wijze door het lijdensverhaal, als ware het een opera. Geen heilige meditatie, maar menselijk drama. Met grote gebaren boetseerde hij heftige emoties in de lucht en hij kon het niet laten om tijdens de repetitie bij een hemeltergend mooie aria – en dat zijn er best een paar in de Matthäus – met een hand op zijn hart te slaan en uit te roepen: ‘Mamma mia! This is soooo beautiful!’

Een heel ándere opera spelen we deze maand bij De Nationale Opera: Boris Godoenov van Modest Moesorgski. De eerste versie werd zo’n 150 jaar geleden niet bijzonder positief ontvangen, want: geen vrouwen of amoureuze verwikkelingen te bekennen. Ook nadat die waren toegevoegd bleef het een rapsodische opsomming van politieke schermutselingen. Inderdaad wel wat curieus voor een opera. Benieuwd welke draai dirigent Vasily Petrenko eraan gaat geven, want na Minasi houd ik werkelijk alles voor mogelijk. Maar ‘Mamma mia’ zal hij vast niet roepen…

Wat me dan weer brengt bij die ene wereldberoemde rapsodie, de Bohemian Rhapsody van rockband Queen, verschenen op het album A Night at the Opera, waarin Freddy Mercury onder het aanroepen van bijbelse figuren en operapersonages en vooral ‘mamma mia’ zijn ongeluk over het moeten verbergen van zijn homoseksua­liteit bezingt. Wat een lijdensverhaal.

Een lijdensverhaal als een opera, een opera als een rapsodie en een rapsodie als een lijdensverhaal. In de muziek is werkelijk alles mogelijk. En juist dat maakt ons vak zo boeiend.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.