Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Concertprogramma

Concertprogramma

Rising Stars: Lucie Horsch en Thomas Dunford van Dowland tot Debussy

Rising Stars: Lucie Horsch en Thomas Dunford van Dowland tot Debussy

Kleine Zaal
07 juni 2023
20.15 uur

Print dit programma

Lucie Horsch ­blokfluit
Thomas Dunford luit

Dit concert maakt deel uit van de serie Rising Stars.

Ook interessant:
Wat zit er in de koffer van Lucie Horsch?
Interview Lucie Horsch: ‘Je moet toch wat’

CONVERSATIONS

Jacob van Eyck (1590-1657)

Preludium
uit ‘Der Fluyten Lust-hof'’ (1644)

Dario Castello (ca. 1590-1658)

Sonata seconda
uit ‘Sonate concertate in stil moderno’ (1629)
voor een sopraaninstrument en basso continuo

Johann Sebastian Bach (1685-1750)

 

Prelude
Sarabande
Gigue
Double
uit ‘Partita in c kl.t., BWV 997’ (1738-41)
oorspronkelijk voor luit solo, arr. L. Horsch

François Couperin (1668-1733)

Le rossignol-en-amour (1716-17)
oorspronkelijk voor klavecimbel

Isang Yun (1917-1995)

Der Affenspieler
uit ‘Chinesische Bilder’ (1993)
voor blokfluit solo

Joan Ambrosio Dalza (?-1508)

Calata
uit ‘Intabulatura de lauto’ (1508)
voor luit solo

Antonio Vivaldi (1678-1741)

Largo
Allegro molto
uit ‘Concert in C gr.t.’, RV 443 (jaartal onbekend)
voor flautino en basso continuo

pauze ± 21.00 uur

Lotta Wennäkoski (1970)

Arteria (2021)
voor voiceflute solo
in opdracht van Het Concertgebouw Amsterdam, de Kölner Philharmonie en de European Concert Hall Organisation; Nederlandse première

Francesca Caccini (1587-na 1641)

Chi desia di saper che cos’è amore (1618)
oorspronkelijk voor zang en luit

Claude Debussy (1862-1918)

Syrinx (1913)
oorspronkelijk voor dwarsfluit solo

Anne Danican Philidor (1681-1728)

Sonate in d kl.t.
Lentement
Fugue
Courante
Les notes égales et détachés
Fugue
uit ‘Premier livre de pièces’ (1712)
voor fluit of viool en basso continuo

Marin Marais (1656-1728)

Les voix humaines (1701)
oorspronkelijk voor viola da gamba en basso continuo, bewerking T. Dunford

Couplets de folies (1701)
oorspronkelijk voor viola da gamba en basso continuo, bewerking L. Horsch

 

 

 

 

einde ± 22.15 uur

Met dank aan de begunstigers van het Fonds Hemelbestormers

Kleine Zaal 07 juni 2023 20.15 uur

Lucie Horsch ­blokfluit
Thomas Dunford luit

Dit concert maakt deel uit van de serie Rising Stars.

Ook interessant:
Wat zit er in de koffer van Lucie Horsch?
Interview Lucie Horsch: ‘Je moet toch wat’

CONVERSATIONS

Jacob van Eyck (1590-1657)

Preludium
uit ‘Der Fluyten Lust-hof'’ (1644)

Dario Castello (ca. 1590-1658)

Sonata seconda
uit ‘Sonate concertate in stil moderno’ (1629)
voor een sopraaninstrument en basso continuo

Johann Sebastian Bach (1685-1750)

 

Prelude
Sarabande
Gigue
Double
uit ‘Partita in c kl.t., BWV 997’ (1738-41)
oorspronkelijk voor luit solo, arr. L. Horsch

François Couperin (1668-1733)

Le rossignol-en-amour (1716-17)
oorspronkelijk voor klavecimbel

Isang Yun (1917-1995)

Der Affenspieler
uit ‘Chinesische Bilder’ (1993)
voor blokfluit solo

Joan Ambrosio Dalza (?-1508)

Calata
uit ‘Intabulatura de lauto’ (1508)
voor luit solo

Antonio Vivaldi (1678-1741)

Largo
Allegro molto
uit ‘Concert in C gr.t.’, RV 443 (jaartal onbekend)
voor flautino en basso continuo

pauze ± 21.00 uur

Lotta Wennäkoski (1970)

Arteria (2021)
voor voiceflute solo
in opdracht van Het Concertgebouw Amsterdam, de Kölner Philharmonie en de European Concert Hall Organisation; Nederlandse première

Francesca Caccini (1587-na 1641)

Chi desia di saper che cos’è amore (1618)
oorspronkelijk voor zang en luit

Claude Debussy (1862-1918)

Syrinx (1913)
oorspronkelijk voor dwarsfluit solo

Anne Danican Philidor (1681-1728)

Sonate in d kl.t.
Lentement
Fugue
Courante
Les notes égales et détachés
Fugue
uit ‘Premier livre de pièces’ (1712)
voor fluit of viool en basso continuo

Marin Marais (1656-1728)

Les voix humaines (1701)
oorspronkelijk voor viola da gamba en basso continuo, bewerking T. Dunford

Couplets de folies (1701)
oorspronkelijk voor viola da gamba en basso continuo, bewerking L. Horsch

 

 

 

 

einde ± 22.15 uur

Met dank aan de begunstigers van het Fonds Hemelbestormers

Toelichting

Rising Stars: Lucie Horsch en Thomas Dunford

door Joke Dame

Bij een blokfluitrecital hoort een tafeltje. Een tafeltje waarop de verschillende fluiten, elk met zijn eigen omvang en timbre, klaarliggen voor gebruik. We zien en horen een barokaltblokfluit, een moderne tenorblokfluit, een renaissance-­sopraanblokfluit en een voiceflute (tussen alt- en tenorblokfluit in). We horen vroege en late muziek, uit Frankrijk, Italië, Duitsland, Engeland en Finland. Uiteenlopende muziek waarbij luitist Thomas Dunford soms een brug tussen het ene en het andere stuk improviseert om de sfeer vast te houden, opdat de musici een wat langer verhaal kunnen vertellen.

De blokfluit bestaat al meer dan zeshonderd jaar, maar het repertoire voor soloblokfluit slaat wel eens een eeuw over. Geen probleem voor blokfluitiste Lucie Horsch. De blokfluit heeft altijd alles nagefloten wat gespeeld en gezongen werd. Wat niet geschreven is voor haar instrumenten, eigent ze zich dus gewoon toe of herschrijft ze vaardig voor zichzelf.

Conversations

Zo nam zij voortvarend Bachs Partita in c klein ter hand. Oorspronkelijk is dit meerdelige werk rond 1740 gecomponeerd voor sololuit. De toevoeging van de blokfluit trekt Bachs polyfone weefsel wat meer uiteen in afzonderlijke stemmen, die samen de dialoog aangaan, met elkaar converseren. Want daar gaat het om in dit concert: conversaties tussen blokfluit en luit. Tussen Horsch en Dunford, die al sinds 2017 samen optreden.

Renaissance, twintigste eeuw, Barok

Met Der Affenspieler uit Chinesische Bilder voor blokfluit solo van de Duits/Koreaanse componist Isang Yun schieten we naar het eind van de vorige eeuw. Yuns Chinesische Bilder zijn gebaseerd op prenten uit zijn ouderlijk huis. Der ­Affenspieler volgt de afbeelding van een toneelspeler met een aapje. Het resultaat is heel beeldend en ook grappig. Je hoort het aapje dansen en van zijn ene pootje op zijn andere springen.

We stappen terug in de tijd met virtuoze baroknoten van Vivaldi, een verliefde nachtegaal van Couperin, Spaans temperament van Dalza, en dissonante harmonieën en abrupte tempowisselingen ‘in stile moderno’ van Castello.

Componistes

Met Lotta Wennäkoski zijn we terug in het heden: ze schreef haar solo Arteria speciaal voor Lucie Horsch. In Arteria – letterlijk ‘slagader’, maar ook het woord arte, kunst, zit erin – klinkt als een hartslag een voortdurende puls. Wennäkoski gaf ruiterlijk toe niet erg bekend te zijn met de blokfluit. Dat resulteerde af en toe in onmogelijke technieken voor het instrument, waarvoor Lucie graag oplossingen zoekt maar waar ze aanvankelijk soms ook, controlfreak als ze is, van in paniek raakte. Vanaf een afstandje in de fluit blazen, bijvoorbeeld, levert een oncontroleerbaar geluid op. Niet erg vond de componiste, de intentie is belangrijker dan het resultaat. ­Theatraliteit is de Finse componiste niet vreemd.

Chi desia di saper che cos’è amore is een canzonetta van Francesca Caccini, een van de bekendste en meest invloedrijke componistes van de vroege zeventiende eeuw. Ze was de eerste vrouw die een opera op de planken kreeg. Een zelfbewuste vrouw dus, en dat laat zich ook aflezen uit de eerste regels van haar canzonetta: ‘Wie wil weten wat liefde is? Ik zal zeggen dat het hard werken is; niets anders dan pijn, niets dan angst, niets dan woede!’

Frankrijk

In het laatste deel van het recital van Lucie Horsch en Thomas Dunford is het reizen door Europa voorbij en blijven we in Frankrijk. Anne Danican Philidor was de oprichter van het ‘Concert Spirituel’, de instelling die voor het Parijse publiek concerten organiseerde op religieuze feestdagen, dagen dat de operagebouwen gesloten waren. De ‘spirituele’ concerten vonden dikwijls plaats in huizen van welgestelde intellectuelen. De twee ingenieuze fuga’s uit Philidors Sonate in d klein zouden beslist aan hen zijn besteed.

De laatste tijdsprong naar het recente verleden komt met Claude Debussy. Hij schreef zijn solostuk Syrinx voor dwarsfluit, en zo uitgevoerd kreeg het werk grote bekendheid. Maar Lucie Horsch kan verdedigen dat ze het op blokfluit speelt. Want had niet Debussy het in eerste instantie de titel Flûte de Pan meegegeven? En komt het wat hesige geluid van de voiceflute, waarop zij het speelt, niet dicht in de buurt van de panfluit?

Marin Marais, aangesteld aan het hof van Lodewijk XIV in Versailles, was behalve componist ook een vaardig gambaspeler. In Les voix humaines, oorspronkelijk voor gamba geschreven en door Thomas Dunford voor luit bewerkt, toont Marais de ­lyrische kant van de menselijke stem. De klank van de voiceflute sluit hier mooi op aan. In de variaties van de Couplets de folies, door Lucie Horsch gearrangeerd, komen alle klankkleuren van die voiceflute uitvoerig aan bod.

Bij een blokfluitrecital hoort een tafeltje. Een tafeltje waarop de verschillende fluiten, elk met zijn eigen omvang en timbre, klaarliggen voor gebruik. We zien en horen een barokaltblokfluit, een moderne tenorblokfluit, een renaissance-­sopraanblokfluit en een voiceflute (tussen alt- en tenorblokfluit in). We horen vroege en late muziek, uit Frankrijk, Italië, Duitsland, Engeland en Finland. Uiteenlopende muziek waarbij luitist Thomas Dunford soms een brug tussen het ene en het andere stuk improviseert om de sfeer vast te houden, opdat de musici een wat langer verhaal kunnen vertellen.

De blokfluit bestaat al meer dan zeshonderd jaar, maar het repertoire voor soloblokfluit slaat wel eens een eeuw over. Geen probleem voor blokfluitiste Lucie Horsch. De blokfluit heeft altijd alles nagefloten wat gespeeld en gezongen werd. Wat niet geschreven is voor haar instrumenten, eigent ze zich dus gewoon toe of herschrijft ze vaardig voor zichzelf.

Conversations

Zo nam zij voortvarend Bachs Partita in c klein ter hand. Oorspronkelijk is dit meerdelige werk rond 1740 gecomponeerd voor sololuit. De toevoeging van de blokfluit trekt Bachs polyfone weefsel wat meer uiteen in afzonderlijke stemmen, die samen de dialoog aangaan, met elkaar converseren. Want daar gaat het om in dit concert: conversaties tussen blokfluit en luit. Tussen Horsch en Dunford, die al sinds 2017 samen optreden.

Renaissance, twintigste eeuw, Barok

Met Der Affenspieler uit Chinesische Bilder voor blokfluit solo van de Duits/Koreaanse componist Isang Yun schieten we naar het eind van de vorige eeuw. Yuns Chinesische Bilder zijn gebaseerd op prenten uit zijn ouderlijk huis. Der ­Affenspieler volgt de afbeelding van een toneelspeler met een aapje. Het resultaat is heel beeldend en ook grappig. Je hoort het aapje dansen en van zijn ene pootje op zijn andere springen.

We stappen terug in de tijd met virtuoze baroknoten van Vivaldi, een verliefde nachtegaal van Couperin, Spaans temperament van Dalza, en dissonante harmonieën en abrupte tempowisselingen ‘in stile moderno’ van Castello.

Componistes

Met Lotta Wennäkoski zijn we terug in het heden: ze schreef haar solo Arteria speciaal voor Lucie Horsch. In Arteria – letterlijk ‘slagader’, maar ook het woord arte, kunst, zit erin – klinkt als een hartslag een voortdurende puls. Wennäkoski gaf ruiterlijk toe niet erg bekend te zijn met de blokfluit. Dat resulteerde af en toe in onmogelijke technieken voor het instrument, waarvoor Lucie graag oplossingen zoekt maar waar ze aanvankelijk soms ook, controlfreak als ze is, van in paniek raakte. Vanaf een afstandje in de fluit blazen, bijvoorbeeld, levert een oncontroleerbaar geluid op. Niet erg vond de componiste, de intentie is belangrijker dan het resultaat. ­Theatraliteit is de Finse componiste niet vreemd.

Chi desia di saper che cos’è amore is een canzonetta van Francesca Caccini, een van de bekendste en meest invloedrijke componistes van de vroege zeventiende eeuw. Ze was de eerste vrouw die een opera op de planken kreeg. Een zelfbewuste vrouw dus, en dat laat zich ook aflezen uit de eerste regels van haar canzonetta: ‘Wie wil weten wat liefde is? Ik zal zeggen dat het hard werken is; niets anders dan pijn, niets dan angst, niets dan woede!’

Frankrijk

In het laatste deel van het recital van Lucie Horsch en Thomas Dunford is het reizen door Europa voorbij en blijven we in Frankrijk. Anne Danican Philidor was de oprichter van het ‘Concert Spirituel’, de instelling die voor het Parijse publiek concerten organiseerde op religieuze feestdagen, dagen dat de operagebouwen gesloten waren. De ‘spirituele’ concerten vonden dikwijls plaats in huizen van welgestelde intellectuelen. De twee ingenieuze fuga’s uit Philidors Sonate in d klein zouden beslist aan hen zijn besteed.

De laatste tijdsprong naar het recente verleden komt met Claude Debussy. Hij schreef zijn solostuk Syrinx voor dwarsfluit, en zo uitgevoerd kreeg het werk grote bekendheid. Maar Lucie Horsch kan verdedigen dat ze het op blokfluit speelt. Want had niet Debussy het in eerste instantie de titel Flûte de Pan meegegeven? En komt het wat hesige geluid van de voiceflute, waarop zij het speelt, niet dicht in de buurt van de panfluit?

Marin Marais, aangesteld aan het hof van Lodewijk XIV in Versailles, was behalve componist ook een vaardig gambaspeler. In Les voix humaines, oorspronkelijk voor gamba geschreven en door Thomas Dunford voor luit bewerkt, toont Marais de ­lyrische kant van de menselijke stem. De klank van de voiceflute sluit hier mooi op aan. In de variaties van de Couplets de folies, door Lucie Horsch gearrangeerd, komen alle klankkleuren van die voiceflute uitvoerig aan bod.

door Joke Dame

Rising Stars: Lucie Horsch en Thomas Dunford

door Joke Dame

Bij een blokfluitrecital hoort een tafeltje. Een tafeltje waarop de verschillende fluiten, elk met zijn eigen omvang en timbre, klaarliggen voor gebruik. We zien en horen een barokaltblokfluit, een moderne tenorblokfluit, een renaissance-­sopraanblokfluit en een voiceflute (tussen alt- en tenorblokfluit in). We horen vroege en late muziek, uit Frankrijk, Italië, Duitsland, Engeland en Finland. Uiteenlopende muziek waarbij luitist Thomas Dunford soms een brug tussen het ene en het andere stuk improviseert om de sfeer vast te houden, opdat de musici een wat langer verhaal kunnen vertellen.

De blokfluit bestaat al meer dan zeshonderd jaar, maar het repertoire voor soloblokfluit slaat wel eens een eeuw over. Geen probleem voor blokfluitiste Lucie Horsch. De blokfluit heeft altijd alles nagefloten wat gespeeld en gezongen werd. Wat niet geschreven is voor haar instrumenten, eigent ze zich dus gewoon toe of herschrijft ze vaardig voor zichzelf.

Conversations

Zo nam zij voortvarend Bachs Partita in c klein ter hand. Oorspronkelijk is dit meerdelige werk rond 1740 gecomponeerd voor sololuit. De toevoeging van de blokfluit trekt Bachs polyfone weefsel wat meer uiteen in afzonderlijke stemmen, die samen de dialoog aangaan, met elkaar converseren. Want daar gaat het om in dit concert: conversaties tussen blokfluit en luit. Tussen Horsch en Dunford, die al sinds 2017 samen optreden.

Renaissance, twintigste eeuw, Barok

Met Der Affenspieler uit Chinesische Bilder voor blokfluit solo van de Duits/Koreaanse componist Isang Yun schieten we naar het eind van de vorige eeuw. Yuns Chinesische Bilder zijn gebaseerd op prenten uit zijn ouderlijk huis. Der ­Affenspieler volgt de afbeelding van een toneelspeler met een aapje. Het resultaat is heel beeldend en ook grappig. Je hoort het aapje dansen en van zijn ene pootje op zijn andere springen.

We stappen terug in de tijd met virtuoze baroknoten van Vivaldi, een verliefde nachtegaal van Couperin, Spaans temperament van Dalza, en dissonante harmonieën en abrupte tempowisselingen ‘in stile moderno’ van Castello.

Componistes

Met Lotta Wennäkoski zijn we terug in het heden: ze schreef haar solo Arteria speciaal voor Lucie Horsch. In Arteria – letterlijk ‘slagader’, maar ook het woord arte, kunst, zit erin – klinkt als een hartslag een voortdurende puls. Wennäkoski gaf ruiterlijk toe niet erg bekend te zijn met de blokfluit. Dat resulteerde af en toe in onmogelijke technieken voor het instrument, waarvoor Lucie graag oplossingen zoekt maar waar ze aanvankelijk soms ook, controlfreak als ze is, van in paniek raakte. Vanaf een afstandje in de fluit blazen, bijvoorbeeld, levert een oncontroleerbaar geluid op. Niet erg vond de componiste, de intentie is belangrijker dan het resultaat. ­Theatraliteit is de Finse componiste niet vreemd.

Chi desia di saper che cos’è amore is een canzonetta van Francesca Caccini, een van de bekendste en meest invloedrijke componistes van de vroege zeventiende eeuw. Ze was de eerste vrouw die een opera op de planken kreeg. Een zelfbewuste vrouw dus, en dat laat zich ook aflezen uit de eerste regels van haar canzonetta: ‘Wie wil weten wat liefde is? Ik zal zeggen dat het hard werken is; niets anders dan pijn, niets dan angst, niets dan woede!’

Frankrijk

In het laatste deel van het recital van Lucie Horsch en Thomas Dunford is het reizen door Europa voorbij en blijven we in Frankrijk. Anne Danican Philidor was de oprichter van het ‘Concert Spirituel’, de instelling die voor het Parijse publiek concerten organiseerde op religieuze feestdagen, dagen dat de operagebouwen gesloten waren. De ‘spirituele’ concerten vonden dikwijls plaats in huizen van welgestelde intellectuelen. De twee ingenieuze fuga’s uit Philidors Sonate in d klein zouden beslist aan hen zijn besteed.

De laatste tijdsprong naar het recente verleden komt met Claude Debussy. Hij schreef zijn solostuk Syrinx voor dwarsfluit, en zo uitgevoerd kreeg het werk grote bekendheid. Maar Lucie Horsch kan verdedigen dat ze het op blokfluit speelt. Want had niet Debussy het in eerste instantie de titel Flûte de Pan meegegeven? En komt het wat hesige geluid van de voiceflute, waarop zij het speelt, niet dicht in de buurt van de panfluit?

Marin Marais, aangesteld aan het hof van Lodewijk XIV in Versailles, was behalve componist ook een vaardig gambaspeler. In Les voix humaines, oorspronkelijk voor gamba geschreven en door Thomas Dunford voor luit bewerkt, toont Marais de ­lyrische kant van de menselijke stem. De klank van de voiceflute sluit hier mooi op aan. In de variaties van de Couplets de folies, door Lucie Horsch gearrangeerd, komen alle klankkleuren van die voiceflute uitvoerig aan bod.

Bij een blokfluitrecital hoort een tafeltje. Een tafeltje waarop de verschillende fluiten, elk met zijn eigen omvang en timbre, klaarliggen voor gebruik. We zien en horen een barokaltblokfluit, een moderne tenorblokfluit, een renaissance-­sopraanblokfluit en een voiceflute (tussen alt- en tenorblokfluit in). We horen vroege en late muziek, uit Frankrijk, Italië, Duitsland, Engeland en Finland. Uiteenlopende muziek waarbij luitist Thomas Dunford soms een brug tussen het ene en het andere stuk improviseert om de sfeer vast te houden, opdat de musici een wat langer verhaal kunnen vertellen.

De blokfluit bestaat al meer dan zeshonderd jaar, maar het repertoire voor soloblokfluit slaat wel eens een eeuw over. Geen probleem voor blokfluitiste Lucie Horsch. De blokfluit heeft altijd alles nagefloten wat gespeeld en gezongen werd. Wat niet geschreven is voor haar instrumenten, eigent ze zich dus gewoon toe of herschrijft ze vaardig voor zichzelf.

Conversations

Zo nam zij voortvarend Bachs Partita in c klein ter hand. Oorspronkelijk is dit meerdelige werk rond 1740 gecomponeerd voor sololuit. De toevoeging van de blokfluit trekt Bachs polyfone weefsel wat meer uiteen in afzonderlijke stemmen, die samen de dialoog aangaan, met elkaar converseren. Want daar gaat het om in dit concert: conversaties tussen blokfluit en luit. Tussen Horsch en Dunford, die al sinds 2017 samen optreden.

Renaissance, twintigste eeuw, Barok

Met Der Affenspieler uit Chinesische Bilder voor blokfluit solo van de Duits/Koreaanse componist Isang Yun schieten we naar het eind van de vorige eeuw. Yuns Chinesische Bilder zijn gebaseerd op prenten uit zijn ouderlijk huis. Der ­Affenspieler volgt de afbeelding van een toneelspeler met een aapje. Het resultaat is heel beeldend en ook grappig. Je hoort het aapje dansen en van zijn ene pootje op zijn andere springen.

We stappen terug in de tijd met virtuoze baroknoten van Vivaldi, een verliefde nachtegaal van Couperin, Spaans temperament van Dalza, en dissonante harmonieën en abrupte tempowisselingen ‘in stile moderno’ van Castello.

Componistes

Met Lotta Wennäkoski zijn we terug in het heden: ze schreef haar solo Arteria speciaal voor Lucie Horsch. In Arteria – letterlijk ‘slagader’, maar ook het woord arte, kunst, zit erin – klinkt als een hartslag een voortdurende puls. Wennäkoski gaf ruiterlijk toe niet erg bekend te zijn met de blokfluit. Dat resulteerde af en toe in onmogelijke technieken voor het instrument, waarvoor Lucie graag oplossingen zoekt maar waar ze aanvankelijk soms ook, controlfreak als ze is, van in paniek raakte. Vanaf een afstandje in de fluit blazen, bijvoorbeeld, levert een oncontroleerbaar geluid op. Niet erg vond de componiste, de intentie is belangrijker dan het resultaat. ­Theatraliteit is de Finse componiste niet vreemd.

Chi desia di saper che cos’è amore is een canzonetta van Francesca Caccini, een van de bekendste en meest invloedrijke componistes van de vroege zeventiende eeuw. Ze was de eerste vrouw die een opera op de planken kreeg. Een zelfbewuste vrouw dus, en dat laat zich ook aflezen uit de eerste regels van haar canzonetta: ‘Wie wil weten wat liefde is? Ik zal zeggen dat het hard werken is; niets anders dan pijn, niets dan angst, niets dan woede!’

Frankrijk

In het laatste deel van het recital van Lucie Horsch en Thomas Dunford is het reizen door Europa voorbij en blijven we in Frankrijk. Anne Danican Philidor was de oprichter van het ‘Concert Spirituel’, de instelling die voor het Parijse publiek concerten organiseerde op religieuze feestdagen, dagen dat de operagebouwen gesloten waren. De ‘spirituele’ concerten vonden dikwijls plaats in huizen van welgestelde intellectuelen. De twee ingenieuze fuga’s uit Philidors Sonate in d klein zouden beslist aan hen zijn besteed.

De laatste tijdsprong naar het recente verleden komt met Claude Debussy. Hij schreef zijn solostuk Syrinx voor dwarsfluit, en zo uitgevoerd kreeg het werk grote bekendheid. Maar Lucie Horsch kan verdedigen dat ze het op blokfluit speelt. Want had niet Debussy het in eerste instantie de titel Flûte de Pan meegegeven? En komt het wat hesige geluid van de voiceflute, waarop zij het speelt, niet dicht in de buurt van de panfluit?

Marin Marais, aangesteld aan het hof van Lodewijk XIV in Versailles, was behalve componist ook een vaardig gambaspeler. In Les voix humaines, oorspronkelijk voor gamba geschreven en door Thomas Dunford voor luit bewerkt, toont Marais de ­lyrische kant van de menselijke stem. De klank van de voiceflute sluit hier mooi op aan. In de variaties van de Couplets de folies, door Lucie Horsch gearrangeerd, komen alle klankkleuren van die voiceflute uitvoerig aan bod.

door Joke Dame

Biografie

Lucie Horsch, blokfluit

Lucie Horsch ging op haar elfde naar de Sweelinck Academie van het Conservatorium van Amsterdam voor een blokfluitstudie bij Walter van Hauwe. Ook studeerde ze op het conservatorium in de piano­klas van Jan Wijn en was ze zeven jaar lid van het Nationaal Kinderkoor.

In het afgelopen seizoen maakte ze haar debuut bij het Concertgebouworkest onder Ton Koopman en bij het Hong Kong Philharmonic Orchestra, tourde ze met Orkest van de Achttiende Eeuw in Nederland, in Japan met B’Rock en in Europa met de Academy of Ancient Music en Richard Egarr.

Eerder werkte ze met het Los Angeles Chamber Orchestra, Ensemble LUDWIG, het Residentie Orkest, Het Gelders Orkest, Amsterdam Sinfonietta, het Staatsorchester Kassel, en de kamerorkesten van Lapland en Uppsala. Voor haar debuut-cd, gewijd aan Vivaldi, won de blokfluitiste in 2017 een Edison en voor haar tweede album Baroque Journey, met de ­Academy of Ancient Music en Thomas Dunford, in 2019 een Opus Klassik. In 2016 kreeg Lucie Horsch de Concert­gebouw Young Talent Award, nadat ze in 2010 al het Koninklijk Concertgebouw Concours had gewonnen.

In juni 2020 ontving ze bovendien de Nederlandse Muziek­prijs. Lucie Horsch speelt, mede dankzij steun van het Prins Bernhard Cultuurfonds, op blokfluiten gebouwd door Seiji Hirao, Frederick Morgan, Stephan Blezinger en Jacqueline Sorel. Voor het ECHO Rising Stars-programma werd ze genomineerd door Het Concertgebouw en de Kölner Philharmonie.

Thomas Dunford, luit

Thomas Dunford werd op zijn negende op het spoor van de luit gezet door zijn eerste docent, Claire Antonini. In 2006 studeerde hij in zijn geboortestad af aan het Conservatoire de Paris bij Charles-Edouard Fantin en in 2009 aan de Schola Cantorum in Bazel bij Hopkinson Smith. Masterclasses volgde hij van onder anderen Rolf Lislevand, Julian Bream en Paul O’Dette.

Zijn eerste podiumervaring deed Thomas Dunford op toen hij in de periode 2003-05 de rol van luitist speelde in Shakespeares Twelfth Night aan de Comédie Française.

Recitals gaf hij sindsdien van Carnegie Hall en de Frick Collection in New York tot Wigmore Hall in Londen en het Palau de la Musica in Barcelona. Ook maakte hij zijn opwachting op de festivals van Ambronay, Nantes, Saintes en Utrecht en trad hij op in Brazilië, Colombia, Chili, Mexico, Israël, China, Japan en India. Naar aanleiding van zijn debuut-cd Lachrimae (2012) noemde BBC Magazine hem de ‘Eric Clapton van de luit’.

Naast zijn solocarrière bespeelt Thomas Dunford verschillende authentieke tokkelinstrumenten in ensembles als Les Arts Florissants, Arcangelo, La Cappella Mediterranea, Capriccio Stravagante, Le Concert Spirituel, Le Concert d’Astrée, The English Concert, Les Musiciens du Louvre, Pygmalion en Les Siècles. Kamermuziek speelde hij met collega’s als Paul Agnew, Nicola Benedetti, Keyvan Chemirani, Christophe Coin, Iestyn Davies, Isabelle Faust, Bobby McFerrin, Patricia Petibon, Trevor Pinnock en Jean Rondeau. In de Kleine Zaal van Het Concertgebouw was hij eerder te beluisteren met cellist Nicolas Altstaedt (oktober 2017), violist Théotime Langlois de Swarte (oktober 2022) en blokfluitiste Lucie Horsch (juni 2023).