Nathalia Milstein speelt Beethoven en Prokofjev
Kleine Zaal 11 december 2025 20.15 uur
Nathalia Milstein piano
Dit concert maakt deel uit van de serie Grote Pianisten in de Kleine Zaal.
Joseph Haydn (1732-1809)
Andante con variazioni in f kl.t., Hob. XVII: 6 (1793)
Ludwig van Beethoven (1770-1827)
Vijftien variaties met een fuga in Es gr.t. over een eigen thema,
op. 35 (1802)
‘Eroica’
Introduzione col Basso del Tema.
Allegretto vivace
A due
A tre
A quattro
Tema
Var. I
Var. II
Var. III
Var. IV
Var. V
Var. VI
Var. VII. Canone all’ ottava
Var. VIII
Var. IX
Var. X
Var. XI
Var. XII
Var. XIII
Var. XIV. Minore
Var. XV. Maggiore. Largo
Finale. Alla Fuga. Allegro con brio.
Andante con moto
pauze ± 20.55 uur
Franz Liszt (1811-1886)
Funérailles
uit ‘Harmonies poétiques et
religieuses’, S. 173 (1848-53)
Sergej Prokofjev (1891-1953)
Sonate nr. 8 in Bes gr.t.,
op. 84 (1939-44)
‘Oorlog’
Andante dolce
Andante sognando
Vivace
einde ± 22.10 uur
Nathalia Milstein piano
Dit concert maakt deel uit van de serie Grote Pianisten in de Kleine Zaal.
Joseph Haydn (1732-1809)
Andante con variazioni in f kl.t., Hob. XVII: 6 (1793)
Ludwig van Beethoven (1770-1827)
Vijftien variaties met een fuga in Es gr.t. over een eigen thema,
op. 35 (1802)
‘Eroica’
Introduzione col Basso del Tema.
Allegretto vivace
A due
A tre
A quattro
Tema
Var. I
Var. II
Var. III
Var. IV
Var. V
Var. VI
Var. VII. Canone all’ ottava
Var. VIII
Var. IX
Var. X
Var. XI
Var. XII
Var. XIII
Var. XIV. Minore
Var. XV. Maggiore. Largo
Finale. Alla Fuga. Allegro con brio.
Andante con moto
pauze ± 20.55 uur
Franz Liszt (1811-1886)
Funérailles
uit ‘Harmonies poétiques et
religieuses’, S. 173 (1848-53)
Sergej Prokofjev (1891-1953)
Sonate nr. 8 in Bes gr.t.,
op. 84 (1939-44)
‘Oorlog’
Andante dolce
Andante sognando
Vivace
einde ± 22.10 uur
Toelichting
Joseph Haydn (1732-1809)
Andante con variazioni
Joseph Haydn begon vanaf zijn tiende levensjaar te componeren en bleef dat tot zes jaar voor zijn overlijden doen. Vooral op latere leeftijd schreef de Weense componist zijn belangrijkste werken, waarmee hij internationale faam verwierf. De opleving van zijn creativiteit na zijn zestigste wordt in verband gebracht met zijn reizen naar Londen in 1791 en 1795. Daar raakte Haydn bevlogen door het bloeiende muziekleven en de Engelse vleugels, die door hun fundamenteel andere bouwwijze voller klonken dan de hem bekende Weense fortepiano’s. Dat inspireerde Haydn tot het schrijven van pianomuziek die orkestraler en monumentaler was dan zijn vroegere klavierwerken. Het Andante con variazioni in f klein uit 1793 is daarvan een vroeg voorbeeld. De mineurtoonsoort verleent dit werk ernst en diepte die tot dan toe voor Haydn ongebruikelijk waren.
Joseph Haydn begon vanaf zijn tiende levensjaar te componeren en bleef dat tot zes jaar voor zijn overlijden doen. Vooral op latere leeftijd schreef de Weense componist zijn belangrijkste werken, waarmee hij internationale faam verwierf. De opleving van zijn creativiteit na zijn zestigste wordt in verband gebracht met zijn reizen naar Londen in 1791 en 1795. Daar raakte Haydn bevlogen door het bloeiende muziekleven en de Engelse vleugels, die door hun fundamenteel andere bouwwijze voller klonken dan de hem bekende Weense fortepiano’s. Dat inspireerde Haydn tot het schrijven van pianomuziek die orkestraler en monumentaler was dan zijn vroegere klavierwerken. Het Andante con variazioni in f klein uit 1793 is daarvan een vroeg voorbeeld. De mineurtoonsoort verleent dit werk ernst en diepte die tot dan toe voor Haydn ongebruikelijk waren.
Joseph Haydn aan het klavier; naar een portret door de minnaar van Haydns vrouw, Ludwig Guttenbrun; cira 1770
Naast het intense karakter is het de inventieve vorm die dit werk bijzonder maakt. De structuur wijkt namelijk sterk af van die van de in de achttiende eeuw populaire variatiereeksen op volksliedjes en dansjes. Uniek is dat het door Haydn gecomponeerde Andante bestaat uit twee verschillende thema’s die zich als yin en yang tot elkaar verhouden. Het melancholische thema A staat in het sombere f klein, het elegante thema B (‘Trio’ genaamd) in het zonnige F groot. Na de presentatie van beide thema’s volgt een set van drie briljante dubbelvariaties van het onafscheidelijke themakoppel A-B; daarna een lange coda, openend met een reprise van thema A. Het Trio zal dan niet meer klinken: er volgt een dramatische, lange finale, gebaseerd op thema A, inclusief een enerverende cadenspassage. Uiteindelijk sluit Haydn deze pianovariaties vredig af in majeur.
Joseph Haydn aan het klavier; naar een portret door de minnaar van Haydns vrouw, Ludwig Guttenbrun; cira 1770
Naast het intense karakter is het de inventieve vorm die dit werk bijzonder maakt. De structuur wijkt namelijk sterk af van die van de in de achttiende eeuw populaire variatiereeksen op volksliedjes en dansjes. Uniek is dat het door Haydn gecomponeerde Andante bestaat uit twee verschillende thema’s die zich als yin en yang tot elkaar verhouden. Het melancholische thema A staat in het sombere f klein, het elegante thema B (‘Trio’ genaamd) in het zonnige F groot. Na de presentatie van beide thema’s volgt een set van drie briljante dubbelvariaties van het onafscheidelijke themakoppel A-B; daarna een lange coda, openend met een reprise van thema A. Het Trio zal dan niet meer klinken: er volgt een dramatische, lange finale, gebaseerd op thema A, inclusief een enerverende cadenspassage. Uiteindelijk sluit Haydn deze pianovariaties vredig af in majeur.
Ludwig van Beethoven (1770-1827)
‘Eroica’-variaties
Ludwig van Beethoven studeerde bij Joseph Haydn tussen 1792 en 1794, de periode waarin laatstgenoemde zijn Andante con variazioni componeerde. Het kan haast niet anders dan dat Beethoven dit innovatieve werk heeft gekend. In ieder geval zijn diens Vijftien variaties met een fuga uit 1802 eveneens sterk vernieuwend. Net als Haydn gebruikte Beethoven een eigen thema. Hij had dat in 1801 geïntroduceerd in het ballet Die Geschöpfe des Prometheus. In 1804 gebruikte hij het nogmaals, nu als hoofdthema van de Finale van zijn Derde symfonie, ‘Eroica’. Vandaar dat opus 35 doorgaans ‘Eroica’-variaties wordt genoemd.
Ludwig van Beethoven studeerde bij Joseph Haydn tussen 1792 en 1794, de periode waarin laatstgenoemde zijn Andante con variazioni componeerde. Het kan haast niet anders dan dat Beethoven dit innovatieve werk heeft gekend. In ieder geval zijn diens Vijftien variaties met een fuga uit 1802 eveneens sterk vernieuwend. Net als Haydn gebruikte Beethoven een eigen thema. Hij had dat in 1801 geïntroduceerd in het ballet Die Geschöpfe des Prometheus. In 1804 gebruikte hij het nogmaals, nu als hoofdthema van de Finale van zijn Derde symfonie, ‘Eroica’. Vandaar dat opus 35 doorgaans ‘Eroica’-variaties wordt genoemd.
Opvallend is dat Beethoven het werk niet met het thema opent: eerst presenteert hij in vier ongenummerde ‘bonusvariaties’ alleen het harmonisch staketsel ervan, beginnend met enkel de kale, eenstemmige baslijn. Vervolgens wordt hieraan in de rechterhand een stem toegevoegd; de volgende twee variaties zijn respectievelijk drie- en vierstemmig. Pas na deze inleiding klinkt het eigenlijke ‘Eroica’-thema, gevolgd door vijftien variaties waarin Beethoven de grenzen van de toen gangbare pianotechniek opzoekt en overschrijdt. In variatie 15 komt de muziek tot rust in een wiegend Largo, uitmondend in een indrukwekkende cadens. Deze exuberante passage dient als inleiding voor de Fuga, die onverwacht plaatsmaakt voor de reprise van het ‘Eroica’-thema – eerst in zijn originele vorm, later voorzien van ellenlange kettingtrillers. Nadat het thema nog één keer in de linkerhand heeft geklonken, zet een sprint in naar de twee bruuske slotakkoorden.
Opvallend is dat Beethoven het werk niet met het thema opent: eerst presenteert hij in vier ongenummerde ‘bonusvariaties’ alleen het harmonisch staketsel ervan, beginnend met enkel de kale, eenstemmige baslijn. Vervolgens wordt hieraan in de rechterhand een stem toegevoegd; de volgende twee variaties zijn respectievelijk drie- en vierstemmig. Pas na deze inleiding klinkt het eigenlijke ‘Eroica’-thema, gevolgd door vijftien variaties waarin Beethoven de grenzen van de toen gangbare pianotechniek opzoekt en overschrijdt. In variatie 15 komt de muziek tot rust in een wiegend Largo, uitmondend in een indrukwekkende cadens. Deze exuberante passage dient als inleiding voor de Fuga, die onverwacht plaatsmaakt voor de reprise van het ‘Eroica’-thema – eerst in zijn originele vorm, later voorzien van ellenlange kettingtrillers. Nadat het thema nog één keer in de linkerhand heeft geklonken, zet een sprint in naar de twee bruuske slotakkoorden.
Franz Liszt (1811-1886)
Funérailles
Funérailles (‘Begrafenissen’) is het zevende en meest gespeelde deel uit Franz Liszts in 1853 voltooide tiendelige pianocyclus Harmonies poétiques et religieuses. De indrukwekkende compositie begint met doodsklokken, gevolgd door een treurmars. Vanwege dit gegeven, maar vooral omdat Liszt het werk de ondertitel ‘Oktober 1849’ gaf, wordt wel gedacht dat het een epitaaf is voor zijn op 17 oktober 1849 gestorven vriend Frédéric Chopin.
Funérailles (‘Begrafenissen’) is het zevende en meest gespeelde deel uit Franz Liszts in 1853 voltooide tiendelige pianocyclus Harmonies poétiques et religieuses. De indrukwekkende compositie begint met doodsklokken, gevolgd door een treurmars. Vanwege dit gegeven, maar vooral omdat Liszt het werk de ondertitel ‘Oktober 1849’ gaf, wordt wel gedacht dat het een epitaaf is voor zijn op 17 oktober 1849 gestorven vriend Frédéric Chopin.
Ook de stormachtige octaafpassage in de linkerhand, vergelijkbaar met die in Chopins Polonaise héroique, lijkt daarop te wijzen, maar niets is minder waar: Funérailles is geschreven ter nagedachtenis aan dertien vooraanstaande Hongaarse generaals die op 6 oktober 1849 werden geëxecuteerd na het neerslaan van de Boedapester Revolutie, wat de in Hongarije geboren Liszt zeer aan het hart ging. Hij wist in Funérailles zijn eigen verdriet te kanaliseren en de collectieve, Hongaarse emotie vorm te geven.
Ook de stormachtige octaafpassage in de linkerhand, vergelijkbaar met die in Chopins Polonaise héroique, lijkt daarop te wijzen, maar niets is minder waar: Funérailles is geschreven ter nagedachtenis aan dertien vooraanstaande Hongaarse generaals die op 6 oktober 1849 werden geëxecuteerd na het neerslaan van de Boedapester Revolutie, wat de in Hongarije geboren Liszt zeer aan het hart ging. Hij wist in Funérailles zijn eigen verdriet te kanaliseren en de collectieve, Hongaarse emotie vorm te geven.
Sergej Prokofjev (1891-1953)
Achtste pianosonate
Net als veel van zijn landgenoten nam Sergej Prokofjev na de Russische Revolutie de wijk naar het vrije Westen. Tussen 1918 en 1936 woonde hij achtereenvolgens in New York, Parijs en Berlijn. Hij bleef zijn vaderland echter zozeer missen, dat hij in 1936 naar Moskou terugkeerde. Daar wachtten hem moeilijke jaren van spitsroeden lopen om niet door het Stalin-regime te worden opgepakt. Bovendien volgden in 1940 de oorlogsjaren.
Net als veel van zijn landgenoten nam Sergej Prokofjev na de Russische Revolutie de wijk naar het vrije Westen. Tussen 1918 en 1936 woonde hij achtereenvolgens in New York, Parijs en Berlijn. Hij bleef zijn vaderland echter zozeer missen, dat hij in 1936 naar Moskou terugkeerde. Daar wachtten hem moeilijke jaren van spitsroeden lopen om niet door het Stalin-regime te worden opgepakt. Bovendien volgden in 1940 de oorlogsjaren.
Al die ellende resulteerde in Prokofjevs drie ‘Oorlogssonates’. De laatste daarvan, de in 1944 voltooide Achtste sonate in Bes groot, doordrenkt van emotie, onzekerheid en hoop, is intiemer, lyrischer en contemplatiever dan de turbulente Zesde en Zevende sonate. In het openingsdeel ontvouwt zich een broeierige droomwereld. Het tweede deel klinkt als een langzame wals en is toegankelijker dan het eerste deel. Een Vivace sluit de sonate energiek, schertsend en zelfs redelijk positief af.
Al die ellende resulteerde in Prokofjevs drie ‘Oorlogssonates’. De laatste daarvan, de in 1944 voltooide Achtste sonate in Bes groot, doordrenkt van emotie, onzekerheid en hoop, is intiemer, lyrischer en contemplatiever dan de turbulente Zesde en Zevende sonate. In het openingsdeel ontvouwt zich een broeierige droomwereld. Het tweede deel klinkt als een langzame wals en is toegankelijker dan het eerste deel. Een Vivace sluit de sonate energiek, schertsend en zelfs redelijk positief af.
Joseph Haydn (1732-1809)
Andante con variazioni
Joseph Haydn begon vanaf zijn tiende levensjaar te componeren en bleef dat tot zes jaar voor zijn overlijden doen. Vooral op latere leeftijd schreef de Weense componist zijn belangrijkste werken, waarmee hij internationale faam verwierf. De opleving van zijn creativiteit na zijn zestigste wordt in verband gebracht met zijn reizen naar Londen in 1791 en 1795. Daar raakte Haydn bevlogen door het bloeiende muziekleven en de Engelse vleugels, die door hun fundamenteel andere bouwwijze voller klonken dan de hem bekende Weense fortepiano’s. Dat inspireerde Haydn tot het schrijven van pianomuziek die orkestraler en monumentaler was dan zijn vroegere klavierwerken. Het Andante con variazioni in f klein uit 1793 is daarvan een vroeg voorbeeld. De mineurtoonsoort verleent dit werk ernst en diepte die tot dan toe voor Haydn ongebruikelijk waren.
Joseph Haydn begon vanaf zijn tiende levensjaar te componeren en bleef dat tot zes jaar voor zijn overlijden doen. Vooral op latere leeftijd schreef de Weense componist zijn belangrijkste werken, waarmee hij internationale faam verwierf. De opleving van zijn creativiteit na zijn zestigste wordt in verband gebracht met zijn reizen naar Londen in 1791 en 1795. Daar raakte Haydn bevlogen door het bloeiende muziekleven en de Engelse vleugels, die door hun fundamenteel andere bouwwijze voller klonken dan de hem bekende Weense fortepiano’s. Dat inspireerde Haydn tot het schrijven van pianomuziek die orkestraler en monumentaler was dan zijn vroegere klavierwerken. Het Andante con variazioni in f klein uit 1793 is daarvan een vroeg voorbeeld. De mineurtoonsoort verleent dit werk ernst en diepte die tot dan toe voor Haydn ongebruikelijk waren.
Joseph Haydn aan het klavier; naar een portret door de minnaar van Haydns vrouw, Ludwig Guttenbrun; cira 1770
Naast het intense karakter is het de inventieve vorm die dit werk bijzonder maakt. De structuur wijkt namelijk sterk af van die van de in de achttiende eeuw populaire variatiereeksen op volksliedjes en dansjes. Uniek is dat het door Haydn gecomponeerde Andante bestaat uit twee verschillende thema’s die zich als yin en yang tot elkaar verhouden. Het melancholische thema A staat in het sombere f klein, het elegante thema B (‘Trio’ genaamd) in het zonnige F groot. Na de presentatie van beide thema’s volgt een set van drie briljante dubbelvariaties van het onafscheidelijke themakoppel A-B; daarna een lange coda, openend met een reprise van thema A. Het Trio zal dan niet meer klinken: er volgt een dramatische, lange finale, gebaseerd op thema A, inclusief een enerverende cadenspassage. Uiteindelijk sluit Haydn deze pianovariaties vredig af in majeur.
Joseph Haydn aan het klavier; naar een portret door de minnaar van Haydns vrouw, Ludwig Guttenbrun; cira 1770
Naast het intense karakter is het de inventieve vorm die dit werk bijzonder maakt. De structuur wijkt namelijk sterk af van die van de in de achttiende eeuw populaire variatiereeksen op volksliedjes en dansjes. Uniek is dat het door Haydn gecomponeerde Andante bestaat uit twee verschillende thema’s die zich als yin en yang tot elkaar verhouden. Het melancholische thema A staat in het sombere f klein, het elegante thema B (‘Trio’ genaamd) in het zonnige F groot. Na de presentatie van beide thema’s volgt een set van drie briljante dubbelvariaties van het onafscheidelijke themakoppel A-B; daarna een lange coda, openend met een reprise van thema A. Het Trio zal dan niet meer klinken: er volgt een dramatische, lange finale, gebaseerd op thema A, inclusief een enerverende cadenspassage. Uiteindelijk sluit Haydn deze pianovariaties vredig af in majeur.
Ludwig van Beethoven (1770-1827)
‘Eroica’-variaties
Ludwig van Beethoven studeerde bij Joseph Haydn tussen 1792 en 1794, de periode waarin laatstgenoemde zijn Andante con variazioni componeerde. Het kan haast niet anders dan dat Beethoven dit innovatieve werk heeft gekend. In ieder geval zijn diens Vijftien variaties met een fuga uit 1802 eveneens sterk vernieuwend. Net als Haydn gebruikte Beethoven een eigen thema. Hij had dat in 1801 geïntroduceerd in het ballet Die Geschöpfe des Prometheus. In 1804 gebruikte hij het nogmaals, nu als hoofdthema van de Finale van zijn Derde symfonie, ‘Eroica’. Vandaar dat opus 35 doorgaans ‘Eroica’-variaties wordt genoemd.
Ludwig van Beethoven studeerde bij Joseph Haydn tussen 1792 en 1794, de periode waarin laatstgenoemde zijn Andante con variazioni componeerde. Het kan haast niet anders dan dat Beethoven dit innovatieve werk heeft gekend. In ieder geval zijn diens Vijftien variaties met een fuga uit 1802 eveneens sterk vernieuwend. Net als Haydn gebruikte Beethoven een eigen thema. Hij had dat in 1801 geïntroduceerd in het ballet Die Geschöpfe des Prometheus. In 1804 gebruikte hij het nogmaals, nu als hoofdthema van de Finale van zijn Derde symfonie, ‘Eroica’. Vandaar dat opus 35 doorgaans ‘Eroica’-variaties wordt genoemd.
Opvallend is dat Beethoven het werk niet met het thema opent: eerst presenteert hij in vier ongenummerde ‘bonusvariaties’ alleen het harmonisch staketsel ervan, beginnend met enkel de kale, eenstemmige baslijn. Vervolgens wordt hieraan in de rechterhand een stem toegevoegd; de volgende twee variaties zijn respectievelijk drie- en vierstemmig. Pas na deze inleiding klinkt het eigenlijke ‘Eroica’-thema, gevolgd door vijftien variaties waarin Beethoven de grenzen van de toen gangbare pianotechniek opzoekt en overschrijdt. In variatie 15 komt de muziek tot rust in een wiegend Largo, uitmondend in een indrukwekkende cadens. Deze exuberante passage dient als inleiding voor de Fuga, die onverwacht plaatsmaakt voor de reprise van het ‘Eroica’-thema – eerst in zijn originele vorm, later voorzien van ellenlange kettingtrillers. Nadat het thema nog één keer in de linkerhand heeft geklonken, zet een sprint in naar de twee bruuske slotakkoorden.
Opvallend is dat Beethoven het werk niet met het thema opent: eerst presenteert hij in vier ongenummerde ‘bonusvariaties’ alleen het harmonisch staketsel ervan, beginnend met enkel de kale, eenstemmige baslijn. Vervolgens wordt hieraan in de rechterhand een stem toegevoegd; de volgende twee variaties zijn respectievelijk drie- en vierstemmig. Pas na deze inleiding klinkt het eigenlijke ‘Eroica’-thema, gevolgd door vijftien variaties waarin Beethoven de grenzen van de toen gangbare pianotechniek opzoekt en overschrijdt. In variatie 15 komt de muziek tot rust in een wiegend Largo, uitmondend in een indrukwekkende cadens. Deze exuberante passage dient als inleiding voor de Fuga, die onverwacht plaatsmaakt voor de reprise van het ‘Eroica’-thema – eerst in zijn originele vorm, later voorzien van ellenlange kettingtrillers. Nadat het thema nog één keer in de linkerhand heeft geklonken, zet een sprint in naar de twee bruuske slotakkoorden.
Franz Liszt (1811-1886)
Funérailles
Funérailles (‘Begrafenissen’) is het zevende en meest gespeelde deel uit Franz Liszts in 1853 voltooide tiendelige pianocyclus Harmonies poétiques et religieuses. De indrukwekkende compositie begint met doodsklokken, gevolgd door een treurmars. Vanwege dit gegeven, maar vooral omdat Liszt het werk de ondertitel ‘Oktober 1849’ gaf, wordt wel gedacht dat het een epitaaf is voor zijn op 17 oktober 1849 gestorven vriend Frédéric Chopin.
Funérailles (‘Begrafenissen’) is het zevende en meest gespeelde deel uit Franz Liszts in 1853 voltooide tiendelige pianocyclus Harmonies poétiques et religieuses. De indrukwekkende compositie begint met doodsklokken, gevolgd door een treurmars. Vanwege dit gegeven, maar vooral omdat Liszt het werk de ondertitel ‘Oktober 1849’ gaf, wordt wel gedacht dat het een epitaaf is voor zijn op 17 oktober 1849 gestorven vriend Frédéric Chopin.
Ook de stormachtige octaafpassage in de linkerhand, vergelijkbaar met die in Chopins Polonaise héroique, lijkt daarop te wijzen, maar niets is minder waar: Funérailles is geschreven ter nagedachtenis aan dertien vooraanstaande Hongaarse generaals die op 6 oktober 1849 werden geëxecuteerd na het neerslaan van de Boedapester Revolutie, wat de in Hongarije geboren Liszt zeer aan het hart ging. Hij wist in Funérailles zijn eigen verdriet te kanaliseren en de collectieve, Hongaarse emotie vorm te geven.
Ook de stormachtige octaafpassage in de linkerhand, vergelijkbaar met die in Chopins Polonaise héroique, lijkt daarop te wijzen, maar niets is minder waar: Funérailles is geschreven ter nagedachtenis aan dertien vooraanstaande Hongaarse generaals die op 6 oktober 1849 werden geëxecuteerd na het neerslaan van de Boedapester Revolutie, wat de in Hongarije geboren Liszt zeer aan het hart ging. Hij wist in Funérailles zijn eigen verdriet te kanaliseren en de collectieve, Hongaarse emotie vorm te geven.
Sergej Prokofjev (1891-1953)
Achtste pianosonate
Net als veel van zijn landgenoten nam Sergej Prokofjev na de Russische Revolutie de wijk naar het vrije Westen. Tussen 1918 en 1936 woonde hij achtereenvolgens in New York, Parijs en Berlijn. Hij bleef zijn vaderland echter zozeer missen, dat hij in 1936 naar Moskou terugkeerde. Daar wachtten hem moeilijke jaren van spitsroeden lopen om niet door het Stalin-regime te worden opgepakt. Bovendien volgden in 1940 de oorlogsjaren.
Net als veel van zijn landgenoten nam Sergej Prokofjev na de Russische Revolutie de wijk naar het vrije Westen. Tussen 1918 en 1936 woonde hij achtereenvolgens in New York, Parijs en Berlijn. Hij bleef zijn vaderland echter zozeer missen, dat hij in 1936 naar Moskou terugkeerde. Daar wachtten hem moeilijke jaren van spitsroeden lopen om niet door het Stalin-regime te worden opgepakt. Bovendien volgden in 1940 de oorlogsjaren.
Al die ellende resulteerde in Prokofjevs drie ‘Oorlogssonates’. De laatste daarvan, de in 1944 voltooide Achtste sonate in Bes groot, doordrenkt van emotie, onzekerheid en hoop, is intiemer, lyrischer en contemplatiever dan de turbulente Zesde en Zevende sonate. In het openingsdeel ontvouwt zich een broeierige droomwereld. Het tweede deel klinkt als een langzame wals en is toegankelijker dan het eerste deel. Een Vivace sluit de sonate energiek, schertsend en zelfs redelijk positief af.
Al die ellende resulteerde in Prokofjevs drie ‘Oorlogssonates’. De laatste daarvan, de in 1944 voltooide Achtste sonate in Bes groot, doordrenkt van emotie, onzekerheid en hoop, is intiemer, lyrischer en contemplatiever dan de turbulente Zesde en Zevende sonate. In het openingsdeel ontvouwt zich een broeierige droomwereld. Het tweede deel klinkt als een langzame wals en is toegankelijker dan het eerste deel. Een Vivace sluit de sonate energiek, schertsend en zelfs redelijk positief af.
Biografie
Nathalia Milstein, piano
Nathalia Milstein werd geboren in Lyon en kreeg haar eerste pianolessen van haar vader, Serguei Milstein, bij wie ze in 2009 ook ging studeren aan het conservatorium van Genève. Ze vervolgde haar opleiding in Berlijn en Basel bij Nelson Goerner en András Schiff. Andere mentoren waren Claudio Martínez Mehner, Daniel Barenboim, Menahem Pressler en Jan Wijn.
In 2015 brak Nathalia Milstein door met het winnen van de Dublin International Piano Competition. Sindsdien was ze te gast op belangrijke podia als het Gewandhaus in Leipzig, Carnegie Hall in New York, Wigmore Hall in Londen en de Pierre Boulez Saal in Berlijn en op festivals als La Roque d’Anthéron, Flâneries Musicales de Reims, La Folle Journée, het New Ross Piano Festival, het Lille Piano Festival en het Zaubersee Festival.
In 2018 maakte de pianiste een veelbesproken debuut bij het Orchestre Philharmonique de Radio France, en meer recent werkte ze met het WDR Sinfonieorchester en het Orchestre de la Suisse Romande. Nathalia Milstein treedt regelmatig op met haar zus, violiste Maria Milstein; het duo debuteerde in de Kleine Zaal in februari 2018 en bracht twee cd’s uit. Ze presenteerde ook twee solo-albums en nam met het Pražak Quartet muziek op van Smetana.
Als laureaat van de Koningin Elisabethwedstrijd 2025 maakte ze indruk met haar vertolking van het Tweede pianoconcert van Brahms. Nathalia Milstein speelde meermaals in de Kleine Zaal, maar gaf er niet eerder een solorecital.