Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Concertprogramma

Concertprogramma

Mahler Festival: Liedrecital Alma Mahler en vrienden

Mahler Festival: Liedrecital Alma Mahler en vrienden

Kleine Zaal
17 mei 2025
13.00 uur

Print

Axelle Fanyo sopraan
Raoul Steffani bariton
Julius Drake piano

Zangteksten zijn gratis verkrijgbaar aan de zaal.

Ook interessant:
- Het artikel over Alma Mahler
- De boekentip over Alma Mahler

LIEDEREN VAN ALMA MAHLER, VRIENDEN EN GELIEFDEN

Alma Mahler (1879-1964)

Die stille Stadt
uit ‘Fünf Lieder’ (1910)

Alexander Zemlinsky (1871-1942)

Sie kam zum Schloss gegangen
uit ‘Sechs Gesänge’, op. 13 (1910-13)

Alma Mahler

In meines Vaters Garten
uit ‘Fünf Lieder’ 

Alban Berg (1885-1935)

Schlafen, schlafen
uit ‘Vier Lieder’, op. 2 (1909-10)

Alma Mahler

Laue Sommernacht
uit ‘Fünf Lieder’

Arnold Schönberg (1874-1951)

Erwartung
uit ‘Vier Lieder’, op. 2 (1899-1900)

Alma Mahler

Bei dir ist es traut
uit ‘Fünf Lieder’

Anton Webern (1883-1945)

Dies ist ein Lied für dich allein
uit ‘Fünf Lieder aus Der siebente Ring’, op. 3 (1908-09)

Alma Mahler

Ich wandle unter Blumen
uit ‘Fünf Lieder’

Hans Pfitzner (1869-1949)

Zum Abschied meiner Tochter
from ‘Drei Lieder’, op. 10 (1901)

Alma Mahler

Hymne
uit ‘Fünf Gesänge’ (1901)

Erich Wolfgang Korngold (1897-1957)

Glückwunsch
uit ‘Fünf Lieder’, op. 38 (1948)

Alma Mahler

Der Erkennende
uit ‘Fünf Gesänge’

Alphons Diepenbrock (1862-1921)

En sourdine (1910)

Alma Mahler

Hymne an die Nacht
uit ‘Fünf Gesänge’

Igor Stravinsky (1882-1971)

La lune blanche
uit ‘Deux poèmes de Paul Verlaine’, op. 9 (1910)

Alma Mahler

Ekstase
uit ‘Fünf Gesänge’

Benjamin Britten (1913-1976)

A Song of Enchantment
uit ‘Tit for Tat’ (1928-31, revisie 1968)

Alma Mahler

Lobgesang
uit ‘Fünf Gesänge’

Leonard Bernstein (1918-1990)

Silhouette
uit ‘Galilee’ (1951)

er is geen pauze
einde ± 14.00 uur

Kleine Zaal 17 mei 2025 13.00 uur

Axelle Fanyo sopraan
Raoul Steffani bariton
Julius Drake piano

Zangteksten zijn gratis verkrijgbaar aan de zaal.

Ook interessant:
- Het artikel over Alma Mahler
- De boekentip over Alma Mahler

LIEDEREN VAN ALMA MAHLER, VRIENDEN EN GELIEFDEN

Alma Mahler (1879-1964)

Die stille Stadt
uit ‘Fünf Lieder’ (1910)

Alexander Zemlinsky (1871-1942)

Sie kam zum Schloss gegangen
uit ‘Sechs Gesänge’, op. 13 (1910-13)

Alma Mahler

In meines Vaters Garten
uit ‘Fünf Lieder’ 

Alban Berg (1885-1935)

Schlafen, schlafen
uit ‘Vier Lieder’, op. 2 (1909-10)

Alma Mahler

Laue Sommernacht
uit ‘Fünf Lieder’

Arnold Schönberg (1874-1951)

Erwartung
uit ‘Vier Lieder’, op. 2 (1899-1900)

Alma Mahler

Bei dir ist es traut
uit ‘Fünf Lieder’

Anton Webern (1883-1945)

Dies ist ein Lied für dich allein
uit ‘Fünf Lieder aus Der siebente Ring’, op. 3 (1908-09)

Alma Mahler

Ich wandle unter Blumen
uit ‘Fünf Lieder’

Hans Pfitzner (1869-1949)

Zum Abschied meiner Tochter
from ‘Drei Lieder’, op. 10 (1901)

Alma Mahler

Hymne
uit ‘Fünf Gesänge’ (1901)

Erich Wolfgang Korngold (1897-1957)

Glückwunsch
uit ‘Fünf Lieder’, op. 38 (1948)

Alma Mahler

Der Erkennende
uit ‘Fünf Gesänge’

Alphons Diepenbrock (1862-1921)

En sourdine (1910)

Alma Mahler

Hymne an die Nacht
uit ‘Fünf Gesänge’

Igor Stravinsky (1882-1971)

La lune blanche
uit ‘Deux poèmes de Paul Verlaine’, op. 9 (1910)

Alma Mahler

Ekstase
uit ‘Fünf Gesänge’

Benjamin Britten (1913-1976)

A Song of Enchantment
uit ‘Tit for Tat’ (1928-31, revisie 1968)

Alma Mahler

Lobgesang
uit ‘Fünf Gesänge’

Leonard Bernstein (1918-1990)

Silhouette
uit ‘Galilee’ (1951)

er is geen pauze
einde ± 14.00 uur

Toelichting

Alma en haar mannen

door Axel Meijer

Veel meer dan als componist kennen we haar als femme fatale die de ene na de andere beroemde kunstenaar om haar vinger wond: Alma Mahler-Gropius-Werfel. In de Kleine Zaal klinkt een selectie liederen van haar hand. In Preludium haar leven in vogelvlucht.

Veel meer dan als componist kennen we haar als femme fatale die de ene na de andere beroemde kunstenaar om haar vinger wond: Alma Mahler-Gropius-Werfel. In de Kleine Zaal klinkt een selectie liederen van haar hand. In Preludium haar leven in vogelvlucht.

  • Alma Mahler met een portret van Gustav Mahler

    (1950)

    Alma Mahler met een portret van Gustav Mahler

    (1950)

  • Alma Mahler met een portret van Gustav Mahler

    (1950)

    Alma Mahler met een portret van Gustav Mahler

    (1950)

And that is the story of Alma,
who knew how to receive and to give.
The body that reached her embalmer
was one that had known how to live.’

De satirische singer-song­writer Tom Lehrer weet kort na het overlijden van Alma Mahler-Gropius-­Werfel wel raad met zijn onderwerp. In vlot walstempo somt hij de mannen op aan wie Alma haar achternamen ontleent: componist Gustav Mahler, Bauhausarchitect Walter Gropius en schrijver Franz Werfel. Het zijn slechts een paar van de grote kunstenaars in het leven van de vrouw die in 1879 geboren wordt als dochter van de succesvolle landschapsschilder Emil Schindler. 

Gustav vindt het idee van concurerende collega­componisten binnen een huwelijk ‘belachelijk’

Alma’s levenswandel en persoonlijkheid wekken lange tijd meer interesse dan haar muziek: haar oeuvre is klein, maar haar biografie leest als een volumineuze who’s who van de Weense vroeg-twintigste eeuw. In haar jeugd staat Alma Schindler al bekend als ‘das schönste Mädchen Wiens’. Een vroege bewonderaar is schilder Gustav Klimt. Alma’s eerste minnaar is componist Alexander von Zemlinsky. Hij onderricht Alma, een uitstekend pianiste, in de beginselen van het componeren. Zemlinsky bewondert, opvallend voor die tijd, zowel Johannes Brahms als Richard Wagner. Misschien is het die dubbele invloed, bijna tegenstrijdig, die tot Alma’s eigen stijl leidt: melodisch, maar harmonisch origineel en vooruitstrevend. 

Hoewel Alma Zemlinsky’s genie adoreert, vindt ze zijn uiterlijk afstotelijk, en ze vernedert hem om zijn Joodse komaf. Kort nadat ze de relatie verbreekt verlooft ze zich eind 1901 met de negentien jaar oudere Gustav Mahler. Dat hij net als Zemlinsky een tot christen gedoopte Jood is, maakt daarbij kennelijk niet uit. Over hun beider muziek schrijft ze: ‘Hij waardeert mijn kunst niet – en die van hemzelf juist wel, en ik waardeer zijn kunst niet en die van mij wel.’ Een van de huwelijksvoorwaarden is dat Alma stopt met componeren. Gustav vindt het idee van concurrerende collega-componisten binnen een huwelijk ‘belachelijk’. Tot ieders verbazing gaat de wilskrachtige bruid akkoord.

Tot de vrienden- en kennissenkring van de Mahlers behoren Arnold ­Schönberg en diens leerlingen Alban Berg en Anton von Webern. Uiteindelijk vormen zij gedrieën de harde kern van de Tweede Weense School, maar vooralsnog staan ze in de traditie van de late Romantiek, en ze blijven hun leven lang Mahlerbewonderaars. Overigens delen Alma en Schönberg een compositieleraar: Alexander von Zemlinsky. De vroege liederen van de drie componisten, hoe individueel hun stijl ook, delen zo een ‘muzikale stamboom’ met die van Alma.

Het huwelijk van de Mahlers is ongelukkig. Gustav is een eenzelvige workaholic. Alma is gewend in het middelpunt van de belangstelling te staan. Tot Gustavs verdriet flirt ze veel en openlijk, met onder anderen Hans Pfitzner, een zelfverklaard ‘antimodern’ componist en uitgesproken anti­semitisch publicist, wiens composities vooral gewaardeerd worden vanwege hun vakmanschap. 

Na het overlijden van hun vijfjarige dochtertje Maria en de diagnose van hartproblemen bij Gustav raakt het huwelijk verder in crisis. In 1910 begint Alma een affaire met architect Walter Gropius. Gustav komt erachter; hij bezoekt Sigmund Freud in Leiden en vraagt hem om advies over zijn huwelijk. Gustav besteedt daarna veel meer aandacht aan zijn vrouw en stimuleert haar zelfs om toch vooral weer te componeren. Hij laat vijf van haar Lieder uitgeven en in première gaan. Onduidelijk is in hoeverre het gaat om nieuw werk, of om herziene versies van composities uit de Zemlinsky-tijd. In ieder geval komen Gustavs pogingen zijn huwelijk te redden te laat: hij sterft in mei 1911.

And that is the story of Alma,
who knew how to receive and to give.
The body that reached her embalmer
was one that had known how to live.’

De satirische singer-song­writer Tom Lehrer weet kort na het overlijden van Alma Mahler-Gropius-­Werfel wel raad met zijn onderwerp. In vlot walstempo somt hij de mannen op aan wie Alma haar achternamen ontleent: componist Gustav Mahler, Bauhausarchitect Walter Gropius en schrijver Franz Werfel. Het zijn slechts een paar van de grote kunstenaars in het leven van de vrouw die in 1879 geboren wordt als dochter van de succesvolle landschapsschilder Emil Schindler. 

Gustav vindt het idee van concurerende collega­componisten binnen een huwelijk ‘belachelijk’

Alma’s levenswandel en persoonlijkheid wekken lange tijd meer interesse dan haar muziek: haar oeuvre is klein, maar haar biografie leest als een volumineuze who’s who van de Weense vroeg-twintigste eeuw. In haar jeugd staat Alma Schindler al bekend als ‘das schönste Mädchen Wiens’. Een vroege bewonderaar is schilder Gustav Klimt. Alma’s eerste minnaar is componist Alexander von Zemlinsky. Hij onderricht Alma, een uitstekend pianiste, in de beginselen van het componeren. Zemlinsky bewondert, opvallend voor die tijd, zowel Johannes Brahms als Richard Wagner. Misschien is het die dubbele invloed, bijna tegenstrijdig, die tot Alma’s eigen stijl leidt: melodisch, maar harmonisch origineel en vooruitstrevend. 

Hoewel Alma Zemlinsky’s genie adoreert, vindt ze zijn uiterlijk afstotelijk, en ze vernedert hem om zijn Joodse komaf. Kort nadat ze de relatie verbreekt verlooft ze zich eind 1901 met de negentien jaar oudere Gustav Mahler. Dat hij net als Zemlinsky een tot christen gedoopte Jood is, maakt daarbij kennelijk niet uit. Over hun beider muziek schrijft ze: ‘Hij waardeert mijn kunst niet – en die van hemzelf juist wel, en ik waardeer zijn kunst niet en die van mij wel.’ Een van de huwelijksvoorwaarden is dat Alma stopt met componeren. Gustav vindt het idee van concurrerende collega-componisten binnen een huwelijk ‘belachelijk’. Tot ieders verbazing gaat de wilskrachtige bruid akkoord.

Tot de vrienden- en kennissenkring van de Mahlers behoren Arnold ­Schönberg en diens leerlingen Alban Berg en Anton von Webern. Uiteindelijk vormen zij gedrieën de harde kern van de Tweede Weense School, maar vooralsnog staan ze in de traditie van de late Romantiek, en ze blijven hun leven lang Mahlerbewonderaars. Overigens delen Alma en Schönberg een compositieleraar: Alexander von Zemlinsky. De vroege liederen van de drie componisten, hoe individueel hun stijl ook, delen zo een ‘muzikale stamboom’ met die van Alma.

Het huwelijk van de Mahlers is ongelukkig. Gustav is een eenzelvige workaholic. Alma is gewend in het middelpunt van de belangstelling te staan. Tot Gustavs verdriet flirt ze veel en openlijk, met onder anderen Hans Pfitzner, een zelfverklaard ‘antimodern’ componist en uitgesproken anti­semitisch publicist, wiens composities vooral gewaardeerd worden vanwege hun vakmanschap. 

Na het overlijden van hun vijfjarige dochtertje Maria en de diagnose van hartproblemen bij Gustav raakt het huwelijk verder in crisis. In 1910 begint Alma een affaire met architect Walter Gropius. Gustav komt erachter; hij bezoekt Sigmund Freud in Leiden en vraagt hem om advies over zijn huwelijk. Gustav besteedt daarna veel meer aandacht aan zijn vrouw en stimuleert haar zelfs om toch vooral weer te componeren. Hij laat vijf van haar Lieder uitgeven en in première gaan. Onduidelijk is in hoeverre het gaat om nieuw werk, of om herziene versies van composities uit de Zemlinsky-tijd. In ieder geval komen Gustavs pogingen zijn huwelijk te redden te laat: hij sterft in mei 1911.

  • Alma Mahler

    in 1915

    Alma Mahler

    in 1915

  • Alma Mahler

    in 1915

    Alma Mahler

    in 1915

Alma Mahler is nu een vermogende weduwe, begin dertig, met opnieuw ontelbare bewonderaars. Na een aantal kortstondige relaties begint ze een drie jaar durende affaire met schilder Oskar Kokoschka. Gevaarlijk, want Kokoschka is ziekelijk jaloers, en Alma haalt in de tussentijd de betrekkingen met Gropius weer aan. De relatie met Kokoschka eindigt als hij zich in 1914 aan het oorlogsfront meldt.

De matig verdienende dichter Werfel krijgt van zijn vrouw een schrijfquotum opgelegd

In 1915 trouwt Alma Mahler met Walter Gropius, met wie ze een dochter krijgt, Manon. Gropius, zo zal Alma later verklaren, is als niet-Jood de enige van haar echtgenoten ‘die raciaal bij mij paste’. Toch is ook dit huwelijk vanaf het begin gedoemd te mislukken, onder meer door Alma’s affaire met Franz Werfel. Begin 1918 is ze zwanger van de Joodse dichter. Een te vroeg geboren zoontje sterft na negen maanden. Om een echtscheiding te bespoedigen, neemt Gropius de schuld op zich: hij laat zich in een bordeel zogenaamd op heterdaad betrappen.

Intussen is Alma en Gustav Mahlers dochter Anna, negentien jaar, gescheiden van haar eerste man. Ze trouwt nu met de experimentele ­componist Ernst Krenek, die zijn imposante schoonmoeder Alma beschrijft als ‘een rijkelijk gedecoreerd slagschip’, en een ­zuiplap. De beroepsweduwe vraagt haar schoonzoon om Mahlers Tiende symfonie te voltooien, om die te gelde te kunnen maken. Krenek ziet in de schetsen slechts materiaal voor twee delen, en weigert, tot Alma’s chagrijn, de rest erbij te verzinnen.

De matig verdienende dichter Werfel krijgt van zijn vrouw een schrijfquotum opgelegd, om van hem een lucratief romancier te maken. Dat werkt. Ook de uitgave van Mahlers brieven brengt geld in het laatje. De Werfels bezitten drie huizen en leven in grote welstand. Alma laat vijf van haar niet eerder uitgegeven Gesänge drukken. Toch is ook dit derde huwelijk ongelukkig: Alma wordt steeds antisemitischer. Ze begint een affaire met een priester.

In 1935 overlijdt Alma’s dochter Manon Gropius, achttien jaar jong, haar ‘enige echte kind’ – de anderen waren slechts ‘halfbloeden’. De tragedie inspireert Alban Berg tot het schrijven van zijn Vioolconcert, ‘Dem Andenken eines Engels’ – waarna hij zelf overlijdt. 

Na de aansluiting van Oostenrijk bij nazi-Duitsland overweegt Alma van haar Joodse man te scheiden. Toch emigreert de zestigjarige, vermoedelijk uit angst voor vereenzaming, in 1940 met Werfel en haar ‘halfjoodse’ dochter Anna Mahler naar de Verenigde Staten. In ‘Deutsch-Kalifornien’ behoren de Werfels al snel tot de harde kern van de kunstzinnige emigrantengemeenschap. Ze trekken er op met onder anderen Igor Stravinsky en Erich Wolfgang Korngold, ooit nog door Gustav Mahler een ‘nieuwe Mozart’ genoemd. Een boek van Werfel wordt succesvol verfilmd. Maar Alma is ongelukkig, drinkt te veel en houdt zich onledig met allerhande intriges. In 1945 sterft Franz Werfel aan een hartinfarct.

Alma verhuist naar New York. Haar liefdesleven bloeit nog eenmaal op, in een erotische briefwisseling met haar oude minnaar Kokoschka. Ze publiceert een ronduit onbetrouwbare autobiografie. Alma ontkent en verwaarloost haar suikerziekte, omdat diabetes ‘een Joodse ziekte’ zou zijn. Op 11 december 1964 sterft ze, 85 jaar oud. 

Alma Mahler is nu een vermogende weduwe, begin dertig, met opnieuw ontelbare bewonderaars. Na een aantal kortstondige relaties begint ze een drie jaar durende affaire met schilder Oskar Kokoschka. Gevaarlijk, want Kokoschka is ziekelijk jaloers, en Alma haalt in de tussentijd de betrekkingen met Gropius weer aan. De relatie met Kokoschka eindigt als hij zich in 1914 aan het oorlogsfront meldt.

De matig verdienende dichter Werfel krijgt van zijn vrouw een schrijfquotum opgelegd

In 1915 trouwt Alma Mahler met Walter Gropius, met wie ze een dochter krijgt, Manon. Gropius, zo zal Alma later verklaren, is als niet-Jood de enige van haar echtgenoten ‘die raciaal bij mij paste’. Toch is ook dit huwelijk vanaf het begin gedoemd te mislukken, onder meer door Alma’s affaire met Franz Werfel. Begin 1918 is ze zwanger van de Joodse dichter. Een te vroeg geboren zoontje sterft na negen maanden. Om een echtscheiding te bespoedigen, neemt Gropius de schuld op zich: hij laat zich in een bordeel zogenaamd op heterdaad betrappen.

Intussen is Alma en Gustav Mahlers dochter Anna, negentien jaar, gescheiden van haar eerste man. Ze trouwt nu met de experimentele ­componist Ernst Krenek, die zijn imposante schoonmoeder Alma beschrijft als ‘een rijkelijk gedecoreerd slagschip’, en een ­zuiplap. De beroepsweduwe vraagt haar schoonzoon om Mahlers Tiende symfonie te voltooien, om die te gelde te kunnen maken. Krenek ziet in de schetsen slechts materiaal voor twee delen, en weigert, tot Alma’s chagrijn, de rest erbij te verzinnen.

De matig verdienende dichter Werfel krijgt van zijn vrouw een schrijfquotum opgelegd, om van hem een lucratief romancier te maken. Dat werkt. Ook de uitgave van Mahlers brieven brengt geld in het laatje. De Werfels bezitten drie huizen en leven in grote welstand. Alma laat vijf van haar niet eerder uitgegeven Gesänge drukken. Toch is ook dit derde huwelijk ongelukkig: Alma wordt steeds antisemitischer. Ze begint een affaire met een priester.

In 1935 overlijdt Alma’s dochter Manon Gropius, achttien jaar jong, haar ‘enige echte kind’ – de anderen waren slechts ‘halfbloeden’. De tragedie inspireert Alban Berg tot het schrijven van zijn Vioolconcert, ‘Dem Andenken eines Engels’ – waarna hij zelf overlijdt. 

Na de aansluiting van Oostenrijk bij nazi-Duitsland overweegt Alma van haar Joodse man te scheiden. Toch emigreert de zestigjarige, vermoedelijk uit angst voor vereenzaming, in 1940 met Werfel en haar ‘halfjoodse’ dochter Anna Mahler naar de Verenigde Staten. In ‘Deutsch-Kalifornien’ behoren de Werfels al snel tot de harde kern van de kunstzinnige emigrantengemeenschap. Ze trekken er op met onder anderen Igor Stravinsky en Erich Wolfgang Korngold, ooit nog door Gustav Mahler een ‘nieuwe Mozart’ genoemd. Een boek van Werfel wordt succesvol verfilmd. Maar Alma is ongelukkig, drinkt te veel en houdt zich onledig met allerhande intriges. In 1945 sterft Franz Werfel aan een hartinfarct.

Alma verhuist naar New York. Haar liefdesleven bloeit nog eenmaal op, in een erotische briefwisseling met haar oude minnaar Kokoschka. Ze publiceert een ronduit onbetrouwbare autobiografie. Alma ontkent en verwaarloost haar suikerziekte, omdat diabetes ‘een Joodse ziekte’ zou zijn. Op 11 december 1964 sterft ze, 85 jaar oud. 

door Axel Meijer

Alma en haar mannen

door Axel Meijer

Veel meer dan als componist kennen we haar als femme fatale die de ene na de andere beroemde kunstenaar om haar vinger wond: Alma Mahler-Gropius-Werfel. In de Kleine Zaal klinkt een selectie liederen van haar hand. In Preludium haar leven in vogelvlucht.

Veel meer dan als componist kennen we haar als femme fatale die de ene na de andere beroemde kunstenaar om haar vinger wond: Alma Mahler-Gropius-Werfel. In de Kleine Zaal klinkt een selectie liederen van haar hand. In Preludium haar leven in vogelvlucht.

  • Alma Mahler met een portret van Gustav Mahler

    (1950)

    Alma Mahler met een portret van Gustav Mahler

    (1950)

  • Alma Mahler met een portret van Gustav Mahler

    (1950)

    Alma Mahler met een portret van Gustav Mahler

    (1950)

And that is the story of Alma,
who knew how to receive and to give.
The body that reached her embalmer
was one that had known how to live.’

De satirische singer-song­writer Tom Lehrer weet kort na het overlijden van Alma Mahler-Gropius-­Werfel wel raad met zijn onderwerp. In vlot walstempo somt hij de mannen op aan wie Alma haar achternamen ontleent: componist Gustav Mahler, Bauhausarchitect Walter Gropius en schrijver Franz Werfel. Het zijn slechts een paar van de grote kunstenaars in het leven van de vrouw die in 1879 geboren wordt als dochter van de succesvolle landschapsschilder Emil Schindler. 

Gustav vindt het idee van concurerende collega­componisten binnen een huwelijk ‘belachelijk’

Alma’s levenswandel en persoonlijkheid wekken lange tijd meer interesse dan haar muziek: haar oeuvre is klein, maar haar biografie leest als een volumineuze who’s who van de Weense vroeg-twintigste eeuw. In haar jeugd staat Alma Schindler al bekend als ‘das schönste Mädchen Wiens’. Een vroege bewonderaar is schilder Gustav Klimt. Alma’s eerste minnaar is componist Alexander von Zemlinsky. Hij onderricht Alma, een uitstekend pianiste, in de beginselen van het componeren. Zemlinsky bewondert, opvallend voor die tijd, zowel Johannes Brahms als Richard Wagner. Misschien is het die dubbele invloed, bijna tegenstrijdig, die tot Alma’s eigen stijl leidt: melodisch, maar harmonisch origineel en vooruitstrevend. 

Hoewel Alma Zemlinsky’s genie adoreert, vindt ze zijn uiterlijk afstotelijk, en ze vernedert hem om zijn Joodse komaf. Kort nadat ze de relatie verbreekt verlooft ze zich eind 1901 met de negentien jaar oudere Gustav Mahler. Dat hij net als Zemlinsky een tot christen gedoopte Jood is, maakt daarbij kennelijk niet uit. Over hun beider muziek schrijft ze: ‘Hij waardeert mijn kunst niet – en die van hemzelf juist wel, en ik waardeer zijn kunst niet en die van mij wel.’ Een van de huwelijksvoorwaarden is dat Alma stopt met componeren. Gustav vindt het idee van concurrerende collega-componisten binnen een huwelijk ‘belachelijk’. Tot ieders verbazing gaat de wilskrachtige bruid akkoord.

Tot de vrienden- en kennissenkring van de Mahlers behoren Arnold ­Schönberg en diens leerlingen Alban Berg en Anton von Webern. Uiteindelijk vormen zij gedrieën de harde kern van de Tweede Weense School, maar vooralsnog staan ze in de traditie van de late Romantiek, en ze blijven hun leven lang Mahlerbewonderaars. Overigens delen Alma en Schönberg een compositieleraar: Alexander von Zemlinsky. De vroege liederen van de drie componisten, hoe individueel hun stijl ook, delen zo een ‘muzikale stamboom’ met die van Alma.

Het huwelijk van de Mahlers is ongelukkig. Gustav is een eenzelvige workaholic. Alma is gewend in het middelpunt van de belangstelling te staan. Tot Gustavs verdriet flirt ze veel en openlijk, met onder anderen Hans Pfitzner, een zelfverklaard ‘antimodern’ componist en uitgesproken anti­semitisch publicist, wiens composities vooral gewaardeerd worden vanwege hun vakmanschap. 

Na het overlijden van hun vijfjarige dochtertje Maria en de diagnose van hartproblemen bij Gustav raakt het huwelijk verder in crisis. In 1910 begint Alma een affaire met architect Walter Gropius. Gustav komt erachter; hij bezoekt Sigmund Freud in Leiden en vraagt hem om advies over zijn huwelijk. Gustav besteedt daarna veel meer aandacht aan zijn vrouw en stimuleert haar zelfs om toch vooral weer te componeren. Hij laat vijf van haar Lieder uitgeven en in première gaan. Onduidelijk is in hoeverre het gaat om nieuw werk, of om herziene versies van composities uit de Zemlinsky-tijd. In ieder geval komen Gustavs pogingen zijn huwelijk te redden te laat: hij sterft in mei 1911.

And that is the story of Alma,
who knew how to receive and to give.
The body that reached her embalmer
was one that had known how to live.’

De satirische singer-song­writer Tom Lehrer weet kort na het overlijden van Alma Mahler-Gropius-­Werfel wel raad met zijn onderwerp. In vlot walstempo somt hij de mannen op aan wie Alma haar achternamen ontleent: componist Gustav Mahler, Bauhausarchitect Walter Gropius en schrijver Franz Werfel. Het zijn slechts een paar van de grote kunstenaars in het leven van de vrouw die in 1879 geboren wordt als dochter van de succesvolle landschapsschilder Emil Schindler. 

Gustav vindt het idee van concurerende collega­componisten binnen een huwelijk ‘belachelijk’

Alma’s levenswandel en persoonlijkheid wekken lange tijd meer interesse dan haar muziek: haar oeuvre is klein, maar haar biografie leest als een volumineuze who’s who van de Weense vroeg-twintigste eeuw. In haar jeugd staat Alma Schindler al bekend als ‘das schönste Mädchen Wiens’. Een vroege bewonderaar is schilder Gustav Klimt. Alma’s eerste minnaar is componist Alexander von Zemlinsky. Hij onderricht Alma, een uitstekend pianiste, in de beginselen van het componeren. Zemlinsky bewondert, opvallend voor die tijd, zowel Johannes Brahms als Richard Wagner. Misschien is het die dubbele invloed, bijna tegenstrijdig, die tot Alma’s eigen stijl leidt: melodisch, maar harmonisch origineel en vooruitstrevend. 

Hoewel Alma Zemlinsky’s genie adoreert, vindt ze zijn uiterlijk afstotelijk, en ze vernedert hem om zijn Joodse komaf. Kort nadat ze de relatie verbreekt verlooft ze zich eind 1901 met de negentien jaar oudere Gustav Mahler. Dat hij net als Zemlinsky een tot christen gedoopte Jood is, maakt daarbij kennelijk niet uit. Over hun beider muziek schrijft ze: ‘Hij waardeert mijn kunst niet – en die van hemzelf juist wel, en ik waardeer zijn kunst niet en die van mij wel.’ Een van de huwelijksvoorwaarden is dat Alma stopt met componeren. Gustav vindt het idee van concurrerende collega-componisten binnen een huwelijk ‘belachelijk’. Tot ieders verbazing gaat de wilskrachtige bruid akkoord.

Tot de vrienden- en kennissenkring van de Mahlers behoren Arnold ­Schönberg en diens leerlingen Alban Berg en Anton von Webern. Uiteindelijk vormen zij gedrieën de harde kern van de Tweede Weense School, maar vooralsnog staan ze in de traditie van de late Romantiek, en ze blijven hun leven lang Mahlerbewonderaars. Overigens delen Alma en Schönberg een compositieleraar: Alexander von Zemlinsky. De vroege liederen van de drie componisten, hoe individueel hun stijl ook, delen zo een ‘muzikale stamboom’ met die van Alma.

Het huwelijk van de Mahlers is ongelukkig. Gustav is een eenzelvige workaholic. Alma is gewend in het middelpunt van de belangstelling te staan. Tot Gustavs verdriet flirt ze veel en openlijk, met onder anderen Hans Pfitzner, een zelfverklaard ‘antimodern’ componist en uitgesproken anti­semitisch publicist, wiens composities vooral gewaardeerd worden vanwege hun vakmanschap. 

Na het overlijden van hun vijfjarige dochtertje Maria en de diagnose van hartproblemen bij Gustav raakt het huwelijk verder in crisis. In 1910 begint Alma een affaire met architect Walter Gropius. Gustav komt erachter; hij bezoekt Sigmund Freud in Leiden en vraagt hem om advies over zijn huwelijk. Gustav besteedt daarna veel meer aandacht aan zijn vrouw en stimuleert haar zelfs om toch vooral weer te componeren. Hij laat vijf van haar Lieder uitgeven en in première gaan. Onduidelijk is in hoeverre het gaat om nieuw werk, of om herziene versies van composities uit de Zemlinsky-tijd. In ieder geval komen Gustavs pogingen zijn huwelijk te redden te laat: hij sterft in mei 1911.

  • Alma Mahler

    in 1915

    Alma Mahler

    in 1915

  • Alma Mahler

    in 1915

    Alma Mahler

    in 1915

Alma Mahler is nu een vermogende weduwe, begin dertig, met opnieuw ontelbare bewonderaars. Na een aantal kortstondige relaties begint ze een drie jaar durende affaire met schilder Oskar Kokoschka. Gevaarlijk, want Kokoschka is ziekelijk jaloers, en Alma haalt in de tussentijd de betrekkingen met Gropius weer aan. De relatie met Kokoschka eindigt als hij zich in 1914 aan het oorlogsfront meldt.

De matig verdienende dichter Werfel krijgt van zijn vrouw een schrijfquotum opgelegd

In 1915 trouwt Alma Mahler met Walter Gropius, met wie ze een dochter krijgt, Manon. Gropius, zo zal Alma later verklaren, is als niet-Jood de enige van haar echtgenoten ‘die raciaal bij mij paste’. Toch is ook dit huwelijk vanaf het begin gedoemd te mislukken, onder meer door Alma’s affaire met Franz Werfel. Begin 1918 is ze zwanger van de Joodse dichter. Een te vroeg geboren zoontje sterft na negen maanden. Om een echtscheiding te bespoedigen, neemt Gropius de schuld op zich: hij laat zich in een bordeel zogenaamd op heterdaad betrappen.

Intussen is Alma en Gustav Mahlers dochter Anna, negentien jaar, gescheiden van haar eerste man. Ze trouwt nu met de experimentele ­componist Ernst Krenek, die zijn imposante schoonmoeder Alma beschrijft als ‘een rijkelijk gedecoreerd slagschip’, en een ­zuiplap. De beroepsweduwe vraagt haar schoonzoon om Mahlers Tiende symfonie te voltooien, om die te gelde te kunnen maken. Krenek ziet in de schetsen slechts materiaal voor twee delen, en weigert, tot Alma’s chagrijn, de rest erbij te verzinnen.

De matig verdienende dichter Werfel krijgt van zijn vrouw een schrijfquotum opgelegd, om van hem een lucratief romancier te maken. Dat werkt. Ook de uitgave van Mahlers brieven brengt geld in het laatje. De Werfels bezitten drie huizen en leven in grote welstand. Alma laat vijf van haar niet eerder uitgegeven Gesänge drukken. Toch is ook dit derde huwelijk ongelukkig: Alma wordt steeds antisemitischer. Ze begint een affaire met een priester.

In 1935 overlijdt Alma’s dochter Manon Gropius, achttien jaar jong, haar ‘enige echte kind’ – de anderen waren slechts ‘halfbloeden’. De tragedie inspireert Alban Berg tot het schrijven van zijn Vioolconcert, ‘Dem Andenken eines Engels’ – waarna hij zelf overlijdt. 

Na de aansluiting van Oostenrijk bij nazi-Duitsland overweegt Alma van haar Joodse man te scheiden. Toch emigreert de zestigjarige, vermoedelijk uit angst voor vereenzaming, in 1940 met Werfel en haar ‘halfjoodse’ dochter Anna Mahler naar de Verenigde Staten. In ‘Deutsch-Kalifornien’ behoren de Werfels al snel tot de harde kern van de kunstzinnige emigrantengemeenschap. Ze trekken er op met onder anderen Igor Stravinsky en Erich Wolfgang Korngold, ooit nog door Gustav Mahler een ‘nieuwe Mozart’ genoemd. Een boek van Werfel wordt succesvol verfilmd. Maar Alma is ongelukkig, drinkt te veel en houdt zich onledig met allerhande intriges. In 1945 sterft Franz Werfel aan een hartinfarct.

Alma verhuist naar New York. Haar liefdesleven bloeit nog eenmaal op, in een erotische briefwisseling met haar oude minnaar Kokoschka. Ze publiceert een ronduit onbetrouwbare autobiografie. Alma ontkent en verwaarloost haar suikerziekte, omdat diabetes ‘een Joodse ziekte’ zou zijn. Op 11 december 1964 sterft ze, 85 jaar oud. 

Alma Mahler is nu een vermogende weduwe, begin dertig, met opnieuw ontelbare bewonderaars. Na een aantal kortstondige relaties begint ze een drie jaar durende affaire met schilder Oskar Kokoschka. Gevaarlijk, want Kokoschka is ziekelijk jaloers, en Alma haalt in de tussentijd de betrekkingen met Gropius weer aan. De relatie met Kokoschka eindigt als hij zich in 1914 aan het oorlogsfront meldt.

De matig verdienende dichter Werfel krijgt van zijn vrouw een schrijfquotum opgelegd

In 1915 trouwt Alma Mahler met Walter Gropius, met wie ze een dochter krijgt, Manon. Gropius, zo zal Alma later verklaren, is als niet-Jood de enige van haar echtgenoten ‘die raciaal bij mij paste’. Toch is ook dit huwelijk vanaf het begin gedoemd te mislukken, onder meer door Alma’s affaire met Franz Werfel. Begin 1918 is ze zwanger van de Joodse dichter. Een te vroeg geboren zoontje sterft na negen maanden. Om een echtscheiding te bespoedigen, neemt Gropius de schuld op zich: hij laat zich in een bordeel zogenaamd op heterdaad betrappen.

Intussen is Alma en Gustav Mahlers dochter Anna, negentien jaar, gescheiden van haar eerste man. Ze trouwt nu met de experimentele ­componist Ernst Krenek, die zijn imposante schoonmoeder Alma beschrijft als ‘een rijkelijk gedecoreerd slagschip’, en een ­zuiplap. De beroepsweduwe vraagt haar schoonzoon om Mahlers Tiende symfonie te voltooien, om die te gelde te kunnen maken. Krenek ziet in de schetsen slechts materiaal voor twee delen, en weigert, tot Alma’s chagrijn, de rest erbij te verzinnen.

De matig verdienende dichter Werfel krijgt van zijn vrouw een schrijfquotum opgelegd, om van hem een lucratief romancier te maken. Dat werkt. Ook de uitgave van Mahlers brieven brengt geld in het laatje. De Werfels bezitten drie huizen en leven in grote welstand. Alma laat vijf van haar niet eerder uitgegeven Gesänge drukken. Toch is ook dit derde huwelijk ongelukkig: Alma wordt steeds antisemitischer. Ze begint een affaire met een priester.

In 1935 overlijdt Alma’s dochter Manon Gropius, achttien jaar jong, haar ‘enige echte kind’ – de anderen waren slechts ‘halfbloeden’. De tragedie inspireert Alban Berg tot het schrijven van zijn Vioolconcert, ‘Dem Andenken eines Engels’ – waarna hij zelf overlijdt. 

Na de aansluiting van Oostenrijk bij nazi-Duitsland overweegt Alma van haar Joodse man te scheiden. Toch emigreert de zestigjarige, vermoedelijk uit angst voor vereenzaming, in 1940 met Werfel en haar ‘halfjoodse’ dochter Anna Mahler naar de Verenigde Staten. In ‘Deutsch-Kalifornien’ behoren de Werfels al snel tot de harde kern van de kunstzinnige emigrantengemeenschap. Ze trekken er op met onder anderen Igor Stravinsky en Erich Wolfgang Korngold, ooit nog door Gustav Mahler een ‘nieuwe Mozart’ genoemd. Een boek van Werfel wordt succesvol verfilmd. Maar Alma is ongelukkig, drinkt te veel en houdt zich onledig met allerhande intriges. In 1945 sterft Franz Werfel aan een hartinfarct.

Alma verhuist naar New York. Haar liefdesleven bloeit nog eenmaal op, in een erotische briefwisseling met haar oude minnaar Kokoschka. Ze publiceert een ronduit onbetrouwbare autobiografie. Alma ontkent en verwaarloost haar suikerziekte, omdat diabetes ‘een Joodse ziekte’ zou zijn. Op 11 december 1964 sterft ze, 85 jaar oud. 

door Axel Meijer

Biografie

Axelle Fanyo, sopraan

Axelle Fanyo debuteerde in februari 2023 in de Kleine Zaal met pianist Julius Drake. Een jaar later keerde ze er al terug als onderdeel van haar ECHO Rising Stars-tournee.

De Française studeerde musicologie aan de Sorbonne in Parijs, won een vioolprijs van het Conservatoire de La Courneuve en behaalde in 2016 haar masterdiploma zang bij Glenn Chambers.

Ze volgde workshops bij Opera Fuoco, was in 2019 lid van Renée Flemings Song Studio at Carnegie Hall en volgde masterclasses bij Véronique Gens, Waltraud Meier en Felicity Lott.

Haar carrière als opera-, concert- en liedzangeres nam daarna een hoge vlucht. Zo zingt ze dit seizoen in Poulencs Dialogues des Carmélites bij de Opéra de Rouen Normandie en in Massenets Thaïs bij het Teatro Nacional de São Carlos in Lissabon. Op het concert- en recitalpodium trad Axelle Fanyo recentelijk onder meer op in Mozarts Requiem, Bergs Sieben frühe Lieder en Stravinsky’s L’histoire du soldat.

Raoul Steffani, bariton

Raoul Steffani ontving in 2023 de Nederlandse Muziekprijs. Eerder won hij de Elisabeth Evertsprijs en de Grachtenfestival Prijs. De zanger was lid van Equilibrium, het young artists-programma van sopraan/dirigent Barbara Hannigan.

Met haar en Camerata RCO nam hij Bergs Vier Gesänge, op. 2 op in een nieuwe orkestratie. Zijn debuutalbum Deep in a Dream (2018) met pianist Gerold Huber werd in 2021 gevolgd door Robert and Clara Sch­umann: Love’s Spring met Gerold Huber en mezzosopraan Magdalena Kožená.

Na zijn studie bij Margreet Honig vervolgde Raoul Steffani zijn opleiding aan de Universität für Musik und darstellende Kunst in Wenen. Van 2016 tot 2018 was hij bovendien lid van de Dutch National Opera Academy.

De Nederlandse bariton debuteerde in 2016 in de Kleine Zaal. In de Grote Zaal was hij onder meer in 2022 te horen als Christus in Bachs Johannes-Passion met het Orchestra of the Age of Enlightenment onder leiding van Mark Padmore.

Julius Drake, piano

Julius Drake geniet een internationale reputatie als een van de beste liedbegeleiders. De Britse pianist werkt samen met vele vooraanstaande zangers, zowel op het podium als in de opnamestudio.

Zijn passie voor het lied leidde tot diverse uitnodigingen om liedseries samen te stellen, onder andere voor Het Concertgebouw, de Londense Wigmore Hall en de BBC.

In de historische Middle Temple Hall in Londen organiseert hij een jaarlijkse recitalreeks, Julius Drake and Friends. Daaraan werken uitstekende vocalisten mee, onder wie Sir Thomas Allen, Véronique Gens, Simon Keenlyside en Felicity Lott.

Julius Drake maakte vele opnamen, onder anderen met Gerard Finley, Ian Bostridge en Christianne Stotijn. Hij werd opgeleid aan de Purcell School en het Royal College of Music in Londen.

Tegenwoordig doceert hij zelf piano/zangbegeleiding aan de Kunstuniversität Graz in Oostenrijk. In december 2022 kreeg Julius Drake de Concertgebouwpenning.