Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
interview

Niet in woorden te vangen

door Thea Derks
29 apr. 2019 29 april 2019

Afgelopen najaar woonde Tansy Davies drie maanden in Amsterdam, als composer in residence van Het Concertgebouw. Zij snoof de sfeer op en zocht inspiratie voor een nieuwe compositie voor Asko|Schönberg. Een gesprek in december, vlak voor Davies terugkeerde naar Engeland.

Amsterdam is een ware smeltkroes van culturen’, zegt Tansy Davies tijdens een gesprek in mijn woonkamer. Tot ons beider verrassing bleek haar appartement zich een paar huizen verderop in mijn straat te bevinden. De in 1973 in Bristol geboren componist praat met zachte maar levendige stem, die van hoog naar laag schiet in een typisch Engelse, zangerige intonatie.

Bekijk ook het concertprogramma van 17 mei 2019: Grenzeloos: As­ko|Schönberg speelt Tansy Da­vies

Vaak lijkt ze haast verbaasd over haar eigen observaties, die associatief maar raak en goed doordacht zijn. ‘Jullie hebben een eeuwenlange traditie van handeldrijven, van import en export, van voortdurend reizen naar verre oorden. Ik begrijp heel goed waarom zoveel overzeese studenten hier naartoe komen om te studeren. Het conservatorium zit vol briljante geesten en leraren.’

Over het water

Davies werd verder getroffen door de vele grachten van Amsterdam. Water is sowieso een the­ma dat haar boeit: ‘Ik wil ook nog de Deltawerken gaan bekijken in Zeeland. De gedachte dat er enorme massa’s water zijn die buiten worden gehouden vind ik ontzagwekkend. Dat roept tegelijkertijd de gedachte op aan al die mensen die van hier naar Indonesië reisden en weer terug. Daarover heb ik films bekeken in het Scheepvaartmuseum, zeer leerzaam.’

Dit raakt bovendien aan haar eigen achtergrond: ‘Mijn familie van moederskant komt uit Friesland. Ik heb hier een aantal verwanten opgespoord, neven van haar. Zij bleken voor een achtste deel Indonesisch te zijn en zijn dus verbonden met al die reizen en de gebeurtenissen in de koloniën. Al zijn ze allemaal anders, ik voel een grote affiniteit, ze zijn echt geestverwanten.’ Stralend: ‘We hebben rijsttafel gegeten!’ 

Amsterdam is een ware smeltkroes van culturen’, zegt Tansy Davies tijdens een gesprek in mijn woonkamer. Tot ons beider verrassing bleek haar appartement zich een paar huizen verderop in mijn straat te bevinden. De in 1973 in Bristol geboren componist praat met zachte maar levendige stem, die van hoog naar laag schiet in een typisch Engelse, zangerige intonatie.

Bekijk ook het concertprogramma van 17 mei 2019: Grenzeloos: As­ko|Schönberg speelt Tansy Da­vies

Vaak lijkt ze haast verbaasd over haar eigen observaties, die associatief maar raak en goed doordacht zijn. ‘Jullie hebben een eeuwenlange traditie van handeldrijven, van import en export, van voortdurend reizen naar verre oorden. Ik begrijp heel goed waarom zoveel overzeese studenten hier naartoe komen om te studeren. Het conservatorium zit vol briljante geesten en leraren.’

Over het water

Davies werd verder getroffen door de vele grachten van Amsterdam. Water is sowieso een the­ma dat haar boeit: ‘Ik wil ook nog de Deltawerken gaan bekijken in Zeeland. De gedachte dat er enorme massa’s water zijn die buiten worden gehouden vind ik ontzagwekkend. Dat roept tegelijkertijd de gedachte op aan al die mensen die van hier naar Indonesië reisden en weer terug. Daarover heb ik films bekeken in het Scheepvaartmuseum, zeer leerzaam.’

Dit raakt bovendien aan haar eigen achtergrond: ‘Mijn familie van moederskant komt uit Friesland. Ik heb hier een aantal verwanten opgespoord, neven van haar. Zij bleken voor een achtste deel Indonesisch te zijn en zijn dus verbonden met al die reizen en de gebeurtenissen in de koloniën. Al zijn ze allemaal anders, ik voel een grote affiniteit, ze zijn echt geestverwanten.’ Stralend: ‘We hebben rijsttafel gegeten!’ 

  • Tansy Davies

    foto: Rikard Österlund

    Tansy Davies

    foto: Rikard Österlund

  • Tansy Davies

    foto: Rikard Österlund

    Tansy Davies

    foto: Rikard Österlund

  • Tansy Davies

    foto: Rikard Österlund

    Tansy Davies

    foto: Rikard Österlund

  • Tansy Davies

    foto: Rikard Österlund

    Tansy Davies

    foto: Rikard Österlund

  • Tansy Davies

    foto: Rikard Österlund

    Tansy Davies

    foto: Rikard Österlund

  • Tansy Davies

    foto: Rikard Österlund

    Tansy Davies

    foto: Rikard Österlund

Mede door de kennismaking met haar verre familieleden raakte Davies gefascineerd door het reizen per schip. ‘En terwijl ik mijmerde over de expedities van de Oost-Indische Compagnie zag ik hier al die oude vrachtboten in de grachten liggen. Voormalige binnenvaartschepen die als woning dienen, hoe noemen jullie die ook alweer…, woonboten.’ Ze veert op: ‘Voor ik naar Amsterdam kwam heb ik daar zelfs een paar keer over gedroomd. Ik had visioenen van precies deze vaartuigen, die op de een of andere manier verbonden zijn met mijn innerlijke wereld. Het zijn als het ware schepen van kennis – of macht. Ze drijven rond, verticaal in de ruimte maar ook op zee.’

Een mooi beeld, maar wat moeten we ons hierbij voorstellen, vraag ik als nuchtere Hollander. ‘Ik heb veel over dergelijke vaartuigen nagedacht. Ze herinneren mij aan mijn woonplaats Rochester in Kent, waar de zee het land binnenkomt en je ook veel boten ziet. Dat alles kwam samen toen ik afgelopen oktober de tentoonstelling Oceania bezocht van de Royal Academy of Arts in Londen, gewijd aan kunstwerken uit gebieden in de Stille Oceaan. Ik werd met name diep geraakt door de zogenoemde Soul Canoe uit Nieuw-Guinea.’  

‘Die kano is een prachtig staaltje houtsnijwerk, met bijna de dimensies van de kamer waarin we nu zitten, vele meters lang. Ik meen dat hij in bezit is van het Tropenmuseum. Hij werd gemaakt door leden van het Asmat-volk uit West-Papoea en herbergt verbazingwekkende wezens: schildpadden, vogels en mensen. Het vreemde is dat er geen ruimte lijkt te zijn om plaats te nemen ín de kano, vanwege die uitgesneden magische figuren. Hij werd gebruikt tijdens initiatieceremonies en begrafenissen. Dat zette me weer aan het denken over de benarde toestand van vluchtelingen, mensen in boten, zielen in scheepjes. Al deze dingen zingen nu rond in mijn hoofd.’

Muziek als boodschapper

Of en hoe deze ideeën en gedachten hun weg zullen vinden naar haar compositie voor Asko|Schönberg kan Tansy Davies op het moment van het gesprek nog niet zeggen. Feit is dat zij geregeld aanhaakt bij actuele onderwerpen. Zo is haar opera Between Worlds uit 2014 geïnspireerd op de tragische aanslag van 9/11. Het libretto zoomt in op het lot van vijf individuen die samen ingesloten raken op een van de bovenste verdiepingen van de Twin Towers. Ze won er de British Composers Award mee. Vier jaar later portretteerde Davies in het muziektheaterstuk Cave een vader die tracht te overleven in een door klimaatverandering verwoeste wereld. In een wanhopige poging contact te maken met zijn overleden dochter daalt hij af in een duistere onderwereld vol geesten. 

‘Volgens mij voelen alle kunstenaars de urgentie om iets te creëren dat verandering kan brengen in de wereld’

‘Ik ga niet bewust op zoek naar dergelijke thema’s, ze dienen zich vanzelf aan. Volgens mij voelen alle kunstenaars de urgentie om iets te creëren dat op de een of andere manier verandering kan brengen in de wereld’, zegt Davies. ‘Door te reflecteren op dingen die belangrijk zijn voor mij en voor ons allemaal, hoop ik iets te creëren van waarde.

Ik kies er dus niet voor om over bepaalde dingen te schrijven, maar wacht gewoon tot het me op de een of andere manier vindt. Vervolgens probeer ik de sleutel te vinden om die gedachte uit te werken. Bij opera leeft die actualiteit nog sterker, want dan werk ik samen met iemand die woorden schrijft, een librettist die veel meer gefocust is op het wereldse element dan ik. Mijn muziek blijft weliswaar dicht bij de werkelijkheid, maar vormt nooit een concrete analogie van feiten en cijfers, zij is als het ware de spirituele drager van het verhaal.’  

Een zeker idealisme is haar dus niet vreemd: ‘Muziek kan inspireren om onszelf als mens te verbeteren. Niet dat we tijdens het luisteren naar muziek besluiten deze of gene zaak of liefdadigheidsinstelling te gaan steunen, maar het maakt deel uit van het gesprek over belangrijke kwesties. Er zijn zoveel manieren van communiceren die niet in woorden zijn te vangen, ik denk dat we die te weinig op waarde schatten. Daarom vind ik muziek zo belangrijk, het is een krachtige drager van boodschappen.’ 

Bedoelt ze hiermee dat muziek mensen empathischer kan maken? ‘Daar ben ik van overtuigd, ja. Het is een aangelegenheid tussen componist, uitvoerder en publiek. Als je je hart kunt openen tijdens het luisteren naar muziek, deel je een collectieve ervaring. Als het goed is word je op welke manier dan ook geraakt door het ondergaan van dit vreemde, in wezen fysieke, fenomeen. Daardoor ontstaat een zekere openheid, een uitwisseling van energie, emotie en gedachten.’ 

‘Houden we niet allemaal van een zwarte hemel bespikkeld met witte lichtjes?’

Enthousiast memoreert ze uiteenlopende reacties op haar werk: ‘Er komen weleens concertbezoekers naar me toe die zeggen: wat je daar hebt gedaan, heeft me echt aan het denken gezet. Naar aanleiding van een orkes­trale suite uit Between Worlds kreeg ik een paar brieven van mensen die schreven dat ze hierdoor een spirituele genezing hadden ervaren. Een andere man liet weten dat het voelde alsof hij zweefde, dat hij als het ware in de lucht boven de wereld hing en van daaruit de problemen bezag. Als mijn werk mensen een ander perspectief geeft op een onderwerp of hen iets anders doet voelen dan voorheen, vind ik dat geweldig.’ 

Bovennatuurlijke elementen

Het spirituele is vertrouwd terrein voor Tansy Davies. ‘Ik ben al meer dan twintig jaar geïnteresseerd in esoterische verschijnselen als astrologie, sjamanisme en de tarot. Dat soort ­pseudowetenschap is erg verwant aan muziek: je hebt te maken met codes en systemen maar kunt niks bewijzen. Het gaat veelal over het zoeken naar een balans tussen het vrouwelijke en het mannelijke. Niet in fysieke maar in overdrachtelijke zin, zoals bij yin en yang. Ik kijk als het ware in de spiegel en exploreer de diepe duisternis van het onbekende. Ik stel vragen, ga daarbij tot de bodem en leg liever problemen bloot dan hun buitenkant te polijsten. Dat geldt in esoterische kringen als typisch vrouwelijk, maar houden we niet allemaal van zulke kosmische beelden, van een zwarte hemel bespikkeld met witte lichtjes? Van het turen in het onpeilbare niets?’

Ook bij het componeren spelen bovennatuurlijke elementen een rol: ‘Weliswaar kiezen de onderwerpen mij als het ware zelf uit, maar het duurt altijd lang voordat ik überhaupt kan beginnen. Als een jager cirkel ik eindeloos om zo’n thema heen, tot ik voel dat het in mij gerijpt is. Dan voer ik een ritueel uit, ik brand wierook en vraag mijn geestelijke helpers mij positiviteit te sturen en mijn geest leeg te maken. Ik kan absoluut niet componeren als ik gestrest ben.

Omgekeerd: als ik eenmaal middenin het compositieproces zit en mijn oren zich naar binnen richten voelt dat heerlijk rustig, alsof ik onder water ga. Toch is dat vaak nog niet genoeg, want een idee heeft maar zoveel spanwijdte. Het is hartstikke leuk dat uit te werken en ik heb natuurlijk veel compositional muscle, maar halverwege krijg ik vaak een minicrisis. Ik realiseer me dat het eigenlijk nog nergens over gaat. Dan moet ik mijn schild afpellen en kijken wat eronder zit, wat er werkelijk aan de hand is. Dat kan iets buitenmuzikaals zijn of een persoon die iets in mij teweegbrengt, maar pas als het mijn lichaam als het ware overneemt komt een idee echt tot leven.’

Ze geeft een voorbeeld: ‘Toen ik volop werkte aan Between Worlds had ik een ochtendritueel. Ik legde een bronzen Tibetaanse schaal op mijn hart en bracht die tot klinken. Ik werd omvat door dat gonzende almaar rondcirkelende geluid. Zo werd mijn hart als een oor waardoorheen mijn geestelijke gidsen mij konden toezingen. Ik voelde mij een doorgeefluik, het was een heel intense ervaring.’ Ietwat verontschuldigend en tegelijkertijd triomfantelijk voegt ze toe: ‘Voor sommige mensen klinkt het misschien raar, maar het werkt!’  

vr 17 mei | Kleine Zaal
Asko|Schönberg

Bekijk dit concertprogramma

Mede door de kennismaking met haar verre familieleden raakte Davies gefascineerd door het reizen per schip. ‘En terwijl ik mijmerde over de expedities van de Oost-Indische Compagnie zag ik hier al die oude vrachtboten in de grachten liggen. Voormalige binnenvaartschepen die als woning dienen, hoe noemen jullie die ook alweer…, woonboten.’ Ze veert op: ‘Voor ik naar Amsterdam kwam heb ik daar zelfs een paar keer over gedroomd. Ik had visioenen van precies deze vaartuigen, die op de een of andere manier verbonden zijn met mijn innerlijke wereld. Het zijn als het ware schepen van kennis – of macht. Ze drijven rond, verticaal in de ruimte maar ook op zee.’

Een mooi beeld, maar wat moeten we ons hierbij voorstellen, vraag ik als nuchtere Hollander. ‘Ik heb veel over dergelijke vaartuigen nagedacht. Ze herinneren mij aan mijn woonplaats Rochester in Kent, waar de zee het land binnenkomt en je ook veel boten ziet. Dat alles kwam samen toen ik afgelopen oktober de tentoonstelling Oceania bezocht van de Royal Academy of Arts in Londen, gewijd aan kunstwerken uit gebieden in de Stille Oceaan. Ik werd met name diep geraakt door de zogenoemde Soul Canoe uit Nieuw-Guinea.’  

‘Die kano is een prachtig staaltje houtsnijwerk, met bijna de dimensies van de kamer waarin we nu zitten, vele meters lang. Ik meen dat hij in bezit is van het Tropenmuseum. Hij werd gemaakt door leden van het Asmat-volk uit West-Papoea en herbergt verbazingwekkende wezens: schildpadden, vogels en mensen. Het vreemde is dat er geen ruimte lijkt te zijn om plaats te nemen ín de kano, vanwege die uitgesneden magische figuren. Hij werd gebruikt tijdens initiatieceremonies en begrafenissen. Dat zette me weer aan het denken over de benarde toestand van vluchtelingen, mensen in boten, zielen in scheepjes. Al deze dingen zingen nu rond in mijn hoofd.’

Muziek als boodschapper

Of en hoe deze ideeën en gedachten hun weg zullen vinden naar haar compositie voor Asko|Schönberg kan Tansy Davies op het moment van het gesprek nog niet zeggen. Feit is dat zij geregeld aanhaakt bij actuele onderwerpen. Zo is haar opera Between Worlds uit 2014 geïnspireerd op de tragische aanslag van 9/11. Het libretto zoomt in op het lot van vijf individuen die samen ingesloten raken op een van de bovenste verdiepingen van de Twin Towers. Ze won er de British Composers Award mee. Vier jaar later portretteerde Davies in het muziektheaterstuk Cave een vader die tracht te overleven in een door klimaatverandering verwoeste wereld. In een wanhopige poging contact te maken met zijn overleden dochter daalt hij af in een duistere onderwereld vol geesten. 

‘Volgens mij voelen alle kunstenaars de urgentie om iets te creëren dat verandering kan brengen in de wereld’

‘Ik ga niet bewust op zoek naar dergelijke thema’s, ze dienen zich vanzelf aan. Volgens mij voelen alle kunstenaars de urgentie om iets te creëren dat op de een of andere manier verandering kan brengen in de wereld’, zegt Davies. ‘Door te reflecteren op dingen die belangrijk zijn voor mij en voor ons allemaal, hoop ik iets te creëren van waarde.

Ik kies er dus niet voor om over bepaalde dingen te schrijven, maar wacht gewoon tot het me op de een of andere manier vindt. Vervolgens probeer ik de sleutel te vinden om die gedachte uit te werken. Bij opera leeft die actualiteit nog sterker, want dan werk ik samen met iemand die woorden schrijft, een librettist die veel meer gefocust is op het wereldse element dan ik. Mijn muziek blijft weliswaar dicht bij de werkelijkheid, maar vormt nooit een concrete analogie van feiten en cijfers, zij is als het ware de spirituele drager van het verhaal.’  

Een zeker idealisme is haar dus niet vreemd: ‘Muziek kan inspireren om onszelf als mens te verbeteren. Niet dat we tijdens het luisteren naar muziek besluiten deze of gene zaak of liefdadigheidsinstelling te gaan steunen, maar het maakt deel uit van het gesprek over belangrijke kwesties. Er zijn zoveel manieren van communiceren die niet in woorden zijn te vangen, ik denk dat we die te weinig op waarde schatten. Daarom vind ik muziek zo belangrijk, het is een krachtige drager van boodschappen.’ 

Bedoelt ze hiermee dat muziek mensen empathischer kan maken? ‘Daar ben ik van overtuigd, ja. Het is een aangelegenheid tussen componist, uitvoerder en publiek. Als je je hart kunt openen tijdens het luisteren naar muziek, deel je een collectieve ervaring. Als het goed is word je op welke manier dan ook geraakt door het ondergaan van dit vreemde, in wezen fysieke, fenomeen. Daardoor ontstaat een zekere openheid, een uitwisseling van energie, emotie en gedachten.’ 

‘Houden we niet allemaal van een zwarte hemel bespikkeld met witte lichtjes?’

Enthousiast memoreert ze uiteenlopende reacties op haar werk: ‘Er komen weleens concertbezoekers naar me toe die zeggen: wat je daar hebt gedaan, heeft me echt aan het denken gezet. Naar aanleiding van een orkes­trale suite uit Between Worlds kreeg ik een paar brieven van mensen die schreven dat ze hierdoor een spirituele genezing hadden ervaren. Een andere man liet weten dat het voelde alsof hij zweefde, dat hij als het ware in de lucht boven de wereld hing en van daaruit de problemen bezag. Als mijn werk mensen een ander perspectief geeft op een onderwerp of hen iets anders doet voelen dan voorheen, vind ik dat geweldig.’ 

Bovennatuurlijke elementen

Het spirituele is vertrouwd terrein voor Tansy Davies. ‘Ik ben al meer dan twintig jaar geïnteresseerd in esoterische verschijnselen als astrologie, sjamanisme en de tarot. Dat soort ­pseudowetenschap is erg verwant aan muziek: je hebt te maken met codes en systemen maar kunt niks bewijzen. Het gaat veelal over het zoeken naar een balans tussen het vrouwelijke en het mannelijke. Niet in fysieke maar in overdrachtelijke zin, zoals bij yin en yang. Ik kijk als het ware in de spiegel en exploreer de diepe duisternis van het onbekende. Ik stel vragen, ga daarbij tot de bodem en leg liever problemen bloot dan hun buitenkant te polijsten. Dat geldt in esoterische kringen als typisch vrouwelijk, maar houden we niet allemaal van zulke kosmische beelden, van een zwarte hemel bespikkeld met witte lichtjes? Van het turen in het onpeilbare niets?’

Ook bij het componeren spelen bovennatuurlijke elementen een rol: ‘Weliswaar kiezen de onderwerpen mij als het ware zelf uit, maar het duurt altijd lang voordat ik überhaupt kan beginnen. Als een jager cirkel ik eindeloos om zo’n thema heen, tot ik voel dat het in mij gerijpt is. Dan voer ik een ritueel uit, ik brand wierook en vraag mijn geestelijke helpers mij positiviteit te sturen en mijn geest leeg te maken. Ik kan absoluut niet componeren als ik gestrest ben.

Omgekeerd: als ik eenmaal middenin het compositieproces zit en mijn oren zich naar binnen richten voelt dat heerlijk rustig, alsof ik onder water ga. Toch is dat vaak nog niet genoeg, want een idee heeft maar zoveel spanwijdte. Het is hartstikke leuk dat uit te werken en ik heb natuurlijk veel compositional muscle, maar halverwege krijg ik vaak een minicrisis. Ik realiseer me dat het eigenlijk nog nergens over gaat. Dan moet ik mijn schild afpellen en kijken wat eronder zit, wat er werkelijk aan de hand is. Dat kan iets buitenmuzikaals zijn of een persoon die iets in mij teweegbrengt, maar pas als het mijn lichaam als het ware overneemt komt een idee echt tot leven.’

Ze geeft een voorbeeld: ‘Toen ik volop werkte aan Between Worlds had ik een ochtendritueel. Ik legde een bronzen Tibetaanse schaal op mijn hart en bracht die tot klinken. Ik werd omvat door dat gonzende almaar rondcirkelende geluid. Zo werd mijn hart als een oor waardoorheen mijn geestelijke gidsen mij konden toezingen. Ik voelde mij een doorgeefluik, het was een heel intense ervaring.’ Ietwat verontschuldigend en tegelijkertijd triomfantelijk voegt ze toe: ‘Voor sommige mensen klinkt het misschien raar, maar het werkt!’  

vr 17 mei | Kleine Zaal
Asko|Schönberg

Bekijk dit concertprogramma

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.