Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
interview

Countertenor & breakdancer Jakub Józef Orliński: ‘Mijn hele lichaam is mijn instrument’

door Catherine Nieuwesteeg
16 okt. 2023 16 oktober 2023

Breakdance. Niet het eerste waar je aan denkt bij een countertenor. Jakub Józef ­Orliński doet het allebei, en allebei met succes. Of het van breaken komt in de Grote Zaal is nog een verrassing. ‘Ik moet niet te veel breaken, want als ik m’n spieren overbelast zit dat het zingen in de weg.’ 

  • Jakub Józef ­Orliński

    Foto: Michael Sharkey

    Jakub Józef ­Orliński

    Foto: Michael Sharkey

  • Jakub Józef ­Orliński

    Foto: Jiyang Chen

    Jakub Józef ­Orliński

    Foto: Jiyang Chen

  • Jakub Józef ­Orliński

    Foto: Michael Sharkey

    Jakub Józef ­Orliński

    Foto: Michael Sharkey

  • Jakub Józef ­Orliński

    Foto: Jiyang Chen

    Jakub Józef ­Orliński

    Foto: Jiyang Chen

Jakub Józef Orliński heeft net vier dagen vrij gehad na een paar zomerconcerten in Zuid-Frankrijk als ik hem via Zoom spreek. Hij excuseert zich voor de slechte internetverbinding: ‘Ik zit hier bij mijn vriendin in het noorden van Polen, omringd door bossen.’ Hij kijkt reikhalzend uit naar zijn aanstaande Grote-Zaaldebuut. ‘Het Concertgebouw is zo’n legendarische plek, alle grote namen hebben er opgetreden. Dus mijn pianist Michał Biel en ik waren vorig seizoen ook al zo opgewonden toen we in de Kleine Zaal mochten spelen. Iedereen zegt altijd: ‘Oh, Amsterdam is zo’n mooie stad, maar het regent er altijd.’ Ik weet niet hoe het kan, maar zodra ik in Amsterdam land, schijnt de zon.’

Het typeert het optimistische karakter van de zanger. Hij dwingt zijn geluk af. Toen hij op z’n achttiende toelating deed voor de zangopleiding aan de Ch­opin-Universiteit in Warschau werd hij niet aangenomen, maar hij bleef het proberen en kwam er uiteindelijk toch. Op jonge leeftijd lieten zijn ouders hem allerlei verschillende dingen uitproberen: tennis, basketbal, voetbal, volleybal, skateboarden, freestyle skiën en snowboarden, en daarnaast zong hij vanaf zijn achtste in een koor. Zingen bleef hij combineren met veel fysieke activiteiten en op zijn achttiende ontdekte hij het breakdancen. Toch koos hij ervoor om zanger te worden. ‘Het riep iets bij mij op dat ik toen nog niet kon duiden.’ En het bleek de juiste carrièrekeuze: ‘Het is alles waar ik van houd: muziek, de hoofdzaak natuurlijk, maar ook reizen en mensen ontmoeten. Kunstenaar zijn betekent continu ontdekkingen doen. In de eerste plaats jezelf ontdekken, maar ook de wereld om je heen.’

‘Voor een concert doe ik altijd een specifieke breakdance-achtige warming-up’

Hij heeft dan wel een carrière als countertenor, zijn liefde voor breakdance komt ook op het concertpodium tot uiting en de twee zijn zelfs complementair. ‘Toen Michał in de Kleine Zaal Bach aan het studeren was, kon ik daarop dansen. Voor een concert doe ik altijd een specifieke breakdance-­achtige warming-up om de spieren tussen m’n ribben aan te spreken. Het ontspant en geeft me tegelijkertijd het gevoel dat ik in control kom. Mijn hele lichaam is mijn instrument, dus ik moet er goed op passen. Als je been stijf aanvoelt, kan dat al invloed hebben op je stemgeluid.

Jakub Józef Orliński heeft net vier dagen vrij gehad na een paar zomerconcerten in Zuid-Frankrijk als ik hem via Zoom spreek. Hij excuseert zich voor de slechte internetverbinding: ‘Ik zit hier bij mijn vriendin in het noorden van Polen, omringd door bossen.’ Hij kijkt reikhalzend uit naar zijn aanstaande Grote-Zaaldebuut. ‘Het Concertgebouw is zo’n legendarische plek, alle grote namen hebben er opgetreden. Dus mijn pianist Michał Biel en ik waren vorig seizoen ook al zo opgewonden toen we in de Kleine Zaal mochten spelen. Iedereen zegt altijd: ‘Oh, Amsterdam is zo’n mooie stad, maar het regent er altijd.’ Ik weet niet hoe het kan, maar zodra ik in Amsterdam land, schijnt de zon.’

Het typeert het optimistische karakter van de zanger. Hij dwingt zijn geluk af. Toen hij op z’n achttiende toelating deed voor de zangopleiding aan de Ch­opin-Universiteit in Warschau werd hij niet aangenomen, maar hij bleef het proberen en kwam er uiteindelijk toch. Op jonge leeftijd lieten zijn ouders hem allerlei verschillende dingen uitproberen: tennis, basketbal, voetbal, volleybal, skateboarden, freestyle skiën en snowboarden, en daarnaast zong hij vanaf zijn achtste in een koor. Zingen bleef hij combineren met veel fysieke activiteiten en op zijn achttiende ontdekte hij het breakdancen. Toch koos hij ervoor om zanger te worden. ‘Het riep iets bij mij op dat ik toen nog niet kon duiden.’ En het bleek de juiste carrièrekeuze: ‘Het is alles waar ik van houd: muziek, de hoofdzaak natuurlijk, maar ook reizen en mensen ontmoeten. Kunstenaar zijn betekent continu ontdekkingen doen. In de eerste plaats jezelf ontdekken, maar ook de wereld om je heen.’

‘Voor een concert doe ik altijd een specifieke breakdance-achtige warming-up’

Hij heeft dan wel een carrière als countertenor, zijn liefde voor breakdance komt ook op het concertpodium tot uiting en de twee zijn zelfs complementair. ‘Toen Michał in de Kleine Zaal Bach aan het studeren was, kon ik daarop dansen. Voor een concert doe ik altijd een specifieke breakdance-­achtige warming-up om de spieren tussen m’n ribben aan te spreken. Het ontspant en geeft me tegelijkertijd het gevoel dat ik in control kom. Mijn hele lichaam is mijn instrument, dus ik moet er goed op passen. Als je been stijf aanvoelt, kan dat al invloed hebben op je stemgeluid.

  • Jakub Józef ­Orliński

    Foto: Jiyang Chen

    Jakub Józef ­Orliński

    Foto: Jiyang Chen

  • Jakub Józef ­Orliński

    Foto: Jiyang Chen

    Jakub Józef ­Orliński

    Foto: Jiyang Chen

Ik moet ook niet te veel of te extreem breaken, want als ik m’n spieren overbelast zit dat het zingen in de weg.’ Het is echt een wisselwerking: ‘Het gevoel van vrijheid dat ik ervaar wanneer ik bijvoorbeeld Cara sposa van Händel zing, wil ik ook voelen wanneer ik aan het breaken ben.’

Voor Orliński is het combineren van breakdance en klassieke zang heel natuurlijk, maar heeft hij niet het gevoel in twee onverenigbare werelden te leven? In eerste instantie zeker, maar hij heeft een manier gevonden om daarmee om te gaan. Als hij in een stad verblijft voor een operaproductie zoekt hij de lokale breakdancers graag op om samen te trainen. ‘In Parijs heb ik voor m’n breakdance-vrienden kaarten geregeld om naar me te komen luisteren. Ze hadden nog nooit een opera meegemaakt. Het enige wat je moet doen is een open mentaliteit hebben en nieuwe dingen willen uitproberen. Soms weten mensen niet dat ze iets nodig hebben en dat realiseren ze zich pas als ze het proberen. Je moet mensen gewoon bij de hand nemen.’ Hij moedigt z’n vrienden ook altijd aan om naar allerlei soorten voorstellingen te gaan: opera, theater, recitals, symfonische concerten. ‘Soms doet het iets met je, spreekt het tot je verbeelding en raakt het je. Naar dat soort ervaringen is iedereen op zoek. Daarom ga je in de achtbaan! Om te voelen dat je leeft! Dat is waarom ik naar concerten ga. Maar niet alleen naar klassiek, ook naar mijn favoriete hiphopband, Hilltop Hoods.’

‘Kunstenaar zijn betekent continu ontdekkingen doen’

Ook van zijn programmakeuzes maakt Orliński een ontdekkingsreis. Hij werkt in dat proces samen met collega-zanger en goede vriend Yannis François, die een passie heeft voor de Barok en het castratenrepertoire. Voor zijn eerste album wilde hij zich niet branden aan de beroemde aria’s die al door vele grote namen zijn opgenomen, maar liever een artistiek statement maken en zijn eigen pad bewandelen. Hij richtte zich op de religieuze muziek. Als achtjarig koorknaapje zong hij veel in kerken: ‘Dat was de eerste keer dat ik geraakt werd door iets spiritueels. Het gezang dat weerkaatste tussen de hoge pijlers en het glas in lood vond ik zo betoverend, dat wilde ik anderen ook laten ervaren, want het heeft mijn leven een beetje veranderd.’

Het samenstellen van zijn eerste album Anima Sacra was een proces van anderhalf jaar. Yannis François stuurde hem stukken toe ter beoordeling en vervolgens moesten er vaak nog manuscripten worden getranscribeerd naar moderne notatie. De uiteindelijke selectie bevatte heel wat werken die nooit eerder waren opgenomen en soms wel meer dan 300 jaar geleden voor het laatst waren uitgevoerd. ‘Het is leuk om stukken die vergeten zijn nieuw leven in te blazen. Er is veel muziek die om een goede reden in de vergetelheid is geraakt: sommige stukken zijn slechts een vocale oefening, of ze werken gewoon niet, maar soms zitten er meesterwerken tussen. Na concerten krijg ik vaak e-mails of instagramberichten van mensen die de partituur zoeken. Dan is het een succes voor mij.’ Zijn nieuwste cd, Beyond, die hij in de Grote Zaal komt presenteren, bevat ook weer veel herontdekte muziek.

Olympiade
Op de Olympische Spelen van Parijs maakt breakdance komende zomer zijn debuut. Al zal Orliński niet als sporter aantreden op de Place de la Concorde, toch maakt hij deel uit van een olympische cast in de Franse hoofdstad — en wel in de rol van Licida in Vivaldi’s L’Olimpiade op de planken van het Théatre des Champs-Elysées. Hij licht alvast een tipje van de sluier op: ‘Ik mag er nog niet te veel over zeggen, maar het wordt een bijzondere operaproductie want we gaan de nieuwere olympische sporten, waaronder breakdancen, presenteren.’ Dat kan maar één ding betekenen…

 

Ik moet ook niet te veel of te extreem breaken, want als ik m’n spieren overbelast zit dat het zingen in de weg.’ Het is echt een wisselwerking: ‘Het gevoel van vrijheid dat ik ervaar wanneer ik bijvoorbeeld Cara sposa van Händel zing, wil ik ook voelen wanneer ik aan het breaken ben.’

Voor Orliński is het combineren van breakdance en klassieke zang heel natuurlijk, maar heeft hij niet het gevoel in twee onverenigbare werelden te leven? In eerste instantie zeker, maar hij heeft een manier gevonden om daarmee om te gaan. Als hij in een stad verblijft voor een operaproductie zoekt hij de lokale breakdancers graag op om samen te trainen. ‘In Parijs heb ik voor m’n breakdance-vrienden kaarten geregeld om naar me te komen luisteren. Ze hadden nog nooit een opera meegemaakt. Het enige wat je moet doen is een open mentaliteit hebben en nieuwe dingen willen uitproberen. Soms weten mensen niet dat ze iets nodig hebben en dat realiseren ze zich pas als ze het proberen. Je moet mensen gewoon bij de hand nemen.’ Hij moedigt z’n vrienden ook altijd aan om naar allerlei soorten voorstellingen te gaan: opera, theater, recitals, symfonische concerten. ‘Soms doet het iets met je, spreekt het tot je verbeelding en raakt het je. Naar dat soort ervaringen is iedereen op zoek. Daarom ga je in de achtbaan! Om te voelen dat je leeft! Dat is waarom ik naar concerten ga. Maar niet alleen naar klassiek, ook naar mijn favoriete hiphopband, Hilltop Hoods.’

‘Kunstenaar zijn betekent continu ontdekkingen doen’

Ook van zijn programmakeuzes maakt Orliński een ontdekkingsreis. Hij werkt in dat proces samen met collega-zanger en goede vriend Yannis François, die een passie heeft voor de Barok en het castratenrepertoire. Voor zijn eerste album wilde hij zich niet branden aan de beroemde aria’s die al door vele grote namen zijn opgenomen, maar liever een artistiek statement maken en zijn eigen pad bewandelen. Hij richtte zich op de religieuze muziek. Als achtjarig koorknaapje zong hij veel in kerken: ‘Dat was de eerste keer dat ik geraakt werd door iets spiritueels. Het gezang dat weerkaatste tussen de hoge pijlers en het glas in lood vond ik zo betoverend, dat wilde ik anderen ook laten ervaren, want het heeft mijn leven een beetje veranderd.’

Het samenstellen van zijn eerste album Anima Sacra was een proces van anderhalf jaar. Yannis François stuurde hem stukken toe ter beoordeling en vervolgens moesten er vaak nog manuscripten worden getranscribeerd naar moderne notatie. De uiteindelijke selectie bevatte heel wat werken die nooit eerder waren opgenomen en soms wel meer dan 300 jaar geleden voor het laatst waren uitgevoerd. ‘Het is leuk om stukken die vergeten zijn nieuw leven in te blazen. Er is veel muziek die om een goede reden in de vergetelheid is geraakt: sommige stukken zijn slechts een vocale oefening, of ze werken gewoon niet, maar soms zitten er meesterwerken tussen. Na concerten krijg ik vaak e-mails of instagramberichten van mensen die de partituur zoeken. Dan is het een succes voor mij.’ Zijn nieuwste cd, Beyond, die hij in de Grote Zaal komt presenteren, bevat ook weer veel herontdekte muziek.

Olympiade
Op de Olympische Spelen van Parijs maakt breakdance komende zomer zijn debuut. Al zal Orliński niet als sporter aantreden op de Place de la Concorde, toch maakt hij deel uit van een olympische cast in de Franse hoofdstad — en wel in de rol van Licida in Vivaldi’s L’Olimpiade op de planken van het Théatre des Champs-Elysées. Hij licht alvast een tipje van de sluier op: ‘Ik mag er nog niet te veel over zeggen, maar het wordt een bijzondere operaproductie want we gaan de nieuwere olympische sporten, waaronder breakdancen, presenteren.’ Dat kan maar één ding betekenen…

 

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.