Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Winnaarsconcert Nikola Meeuwsen

Winnaarsconcert Nikola Meeuwsen

Grote Zaal
19 oktober 2025
20.15 uur

Print dit programma

Nikola Meeuwsen piano

Lees ook:
- ‘Mijn doel is om elk concert één procent beter te spelen dan het vorige’ (interview met Nikola Meeuwsen uit december 2023)

 

WINNAARSCONCERT

Felix Mendelssohn (1809-1847)

Variations sérieuses in d kl.t., 
op. 54 (1841)

Aleksandr Skrjabin (1871-1915)

Poème nr. 1
uit ’Deux poèmes’, op. 32 (1903)

Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975)

Sonate nr. 2 in b kl.t., op. 61 (1943)
Allegretto
Largo
Moderato – Allegretto con moto –
    Adagio – Moderato

pauze ± 21.00 uur

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)

Sonate in Es gr.t., KV 282 (1775)
Adagio
Menuet
Allegro 

Robert Schumann (1810-1856)

Fantasie in C gr.t., op. 17 (1836-38)
Durchaus phantastisch und 
    leidenschaftlich vorzutragen

Mässig, durchaus energisch
Langsam getragen 

einde ± 22.10 uur

Grote Zaal 19 oktober 2025 20.15 uur

Nikola Meeuwsen piano

Lees ook:
- ‘Mijn doel is om elk concert één procent beter te spelen dan het vorige’ (interview met Nikola Meeuwsen uit december 2023)

 

WINNAARSCONCERT

Felix Mendelssohn (1809-1847)

Variations sérieuses in d kl.t., 
op. 54 (1841)

Aleksandr Skrjabin (1871-1915)

Poème nr. 1
uit ’Deux poèmes’, op. 32 (1903)

Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975)

Sonate nr. 2 in b kl.t., op. 61 (1943)
Allegretto
Largo
Moderato – Allegretto con moto –
    Adagio – Moderato

pauze ± 21.00 uur

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)

Sonate in Es gr.t., KV 282 (1775)
Adagio
Menuet
Allegro 

Robert Schumann (1810-1856)

Fantasie in C gr.t., op. 17 (1836-38)
Durchaus phantastisch und 
    leidenschaftlich vorzutragen

Mässig, durchaus energisch
Langsam getragen 

einde ± 22.10 uur

Toelichting

Toelichting

door Rutger Helmers

Na het winnen van de Koningin Elisabethwedstrijd in mei dit jaar zal de naam van Nikola Meeuwsen bij veel klassieke-muziek­liefhebbers in het geheugen gegrift staan. Dit recital, dat meer dan anderhalve eeuw klavierrepertoire bestrijkt, geeft hem de kans om de breedte van zijn kunnen te demonstreren.

Na het winnen van de Koningin Elisabethwedstrijd in mei dit jaar zal de naam van Nikola Meeuwsen bij veel klassieke-muziek­liefhebbers in het geheugen gegrift staan. Dit recital, dat meer dan anderhalve eeuw klavierrepertoire bestrijkt, geeft hem de kans om de breedte van zijn kunnen te demonstreren.

door Rutger Helmers

Felix Mendelssohn (1809-1847)

Variations sérieuses

De Variations sérieuses stonden op het concours in Brussel ook op het programma. Felix Mendels­sohn schreef ze in 1841 voor een bundel waarmee geld werd ingezameld voor het Beethoven-­monument in Bonn (een project waar ook Robert Schumann aan mee had willen doen, met zijn Fantasie, opus 17). De variatie­vorm is ongetwijfeld gekozen met Beethovens beroemde variatie­reeksen in het achterhoofd, en de ondertitel ‘sérieuses’ diende om het werk te onderscheiden van de destijds populaire showstukken onder de noemer ‘variations brillantes’. Het serieuze karakter is al direct duidelijk door bijvoorbeeld de strenge vierstemmige zetting van het thema en de aanwezigheid van een wat verstopte, snelle canon (variatie nr. 4) en een nadrukkelijke miniatuurfuga (nr. 10). Zodoende schemert in dit eerbetoon aan Beethoven ook duidelijk Mendelssohns liefde voor Johann Sebastian Bach door, die hij naadloos aan romantische virtuositeit wist te verbinden.

De Variations sérieuses stonden op het concours in Brussel ook op het programma. Felix Mendels­sohn schreef ze in 1841 voor een bundel waarmee geld werd ingezameld voor het Beethoven-­monument in Bonn (een project waar ook Robert Schumann aan mee had willen doen, met zijn Fantasie, opus 17). De variatie­vorm is ongetwijfeld gekozen met Beethovens beroemde variatie­reeksen in het achterhoofd, en de ondertitel ‘sérieuses’ diende om het werk te onderscheiden van de destijds populaire showstukken onder de noemer ‘variations brillantes’. Het serieuze karakter is al direct duidelijk door bijvoorbeeld de strenge vierstemmige zetting van het thema en de aanwezigheid van een wat verstopte, snelle canon (variatie nr. 4) en een nadrukkelijke miniatuurfuga (nr. 10). Zodoende schemert in dit eerbetoon aan Beethoven ook duidelijk Mendelssohns liefde voor Johann Sebastian Bach door, die hij naadloos aan romantische virtuositeit wist te verbinden.

Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975)

Tweede sonate

De Tweede son­ate van ­Dmitri Sjostakovitsj is dan weer een sober werk, geschreven midden in de Tweede Wereldoorlog. Na het recente succes van de Zevende symfonie, gewijd aan zijn belegerde thuisstad Leningrad, had de ontheemde componist een moeilijke periode. De sonate was zijn eerste pianowerk in jaren en was opgedragen aan de pianist Leonid Nikolajev, bij wie Sjostakovitsj aan het conservatorium had gestudeerd en die kort daarvoor was overleden. Het Allegretto komt nog niet direct over als een eerbetoon: hoewel het een eigen wonderlijke schoonheid kent, kunnen de voortdurende stroom van zestiende noten en de contrasterende, wat laconieke mars gemakkelijk afstandelijk overkomen. Maar het is niet moeilijk om in het verstilde Largo een ­afscheid te horen, en de finale is zonder twijfel een treurzang. Dit slotdeel is een reeks variaties die nog minder op heeft met oppervlakkig vertoon dan die van Mendelssohn. Het zoekende, klaaglijke thema, dat maar liefst dertig maten beslaat, is op het eerste gehoor niet eenvoudig te volgen, maar beklijft gaandeweg als er een steeds variërende begeleiding aan wordt toegevoegd. Tegen het einde suggereert een plotselinge omslag naar majeur iets van verlossing. Die is echter maar van tijdelijke aard: het bekende thema keert in de mineurtoonsoort terug, en de combinatie met de lopende zestienden uit het openingsdeel voorziet de sonate van een bevredigend, maar verre van eenduidig slot.

De Tweede son­ate van ­Dmitri Sjostakovitsj is dan weer een sober werk, geschreven midden in de Tweede Wereldoorlog. Na het recente succes van de Zevende symfonie, gewijd aan zijn belegerde thuisstad Leningrad, had de ontheemde componist een moeilijke periode. De sonate was zijn eerste pianowerk in jaren en was opgedragen aan de pianist Leonid Nikolajev, bij wie Sjostakovitsj aan het conservatorium had gestudeerd en die kort daarvoor was overleden. Het Allegretto komt nog niet direct over als een eerbetoon: hoewel het een eigen wonderlijke schoonheid kent, kunnen de voortdurende stroom van zestiende noten en de contrasterende, wat laconieke mars gemakkelijk afstandelijk overkomen. Maar het is niet moeilijk om in het verstilde Largo een ­afscheid te horen, en de finale is zonder twijfel een treurzang. Dit slotdeel is een reeks variaties die nog minder op heeft met oppervlakkig vertoon dan die van Mendelssohn. Het zoekende, klaaglijke thema, dat maar liefst dertig maten beslaat, is op het eerste gehoor niet eenvoudig te volgen, maar beklijft gaandeweg als er een steeds variërende begeleiding aan wordt toegevoegd. Tegen het einde suggereert een plotselinge omslag naar majeur iets van verlossing. Die is echter maar van tijdelijke aard: het bekende thema keert in de mineurtoonsoort terug, en de combinatie met de lopende zestienden uit het openingsdeel voorziet de sonate van een bevredigend, maar verre van eenduidig slot.

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)

Sonate

Het contrast tussen de twee sonates in het programma kon nauwelijks groter zijn, en gelukkig is er de pauze om dit enigszins te verzachten. De Sonate in Es groot, KV 282 van Wolfgang Amadeus Mozart is een ontspannen, opgewekt werk, met nauwelijks een wolkje aan de lucht. Het is een van Mozarts zes eerste piano­sonates, die hij in de winter van 1774–75, dus rond zijn negentiende verjaardag, schreef. Het genre van de sonate werd destijds veel flexibeler benaderd dan in de negentiende eeuw, en het hoeft dus niet te verbazen dat ook deze vroege werken al de nodige inventiviteit qua vorm laten zien. Als alternatief voor de gangbare ­volgorde van snel-langzaam-snel opent de Sonate in Es groot met een lyrisch Adagio, gevolgd door twee menuetten (in plaats van het gebruikelijke koppel menuet-tr­io). De goedgemutste finale lost ten slotte de verwachting van een volwaardig sonate-Allegro alsnog in.

Het contrast tussen de twee sonates in het programma kon nauwelijks groter zijn, en gelukkig is er de pauze om dit enigszins te verzachten. De Sonate in Es groot, KV 282 van Wolfgang Amadeus Mozart is een ontspannen, opgewekt werk, met nauwelijks een wolkje aan de lucht. Het is een van Mozarts zes eerste piano­sonates, die hij in de winter van 1774–75, dus rond zijn negentiende verjaardag, schreef. Het genre van de sonate werd destijds veel flexibeler benaderd dan in de negentiende eeuw, en het hoeft dus niet te verbazen dat ook deze vroege werken al de nodige inventiviteit qua vorm laten zien. Als alternatief voor de gangbare ­volgorde van snel-langzaam-snel opent de Sonate in Es groot met een lyrisch Adagio, gevolgd door twee menuetten (in plaats van het gebruikelijke koppel menuet-tr­io). De goedgemutste finale lost ten slotte de verwachting van een volwaardig sonate-Allegro alsnog in.

Robert Schumann (1810-1856)

Fantasie

door Bart de Graaf

Aan het huwelijk van Robert en Clara Schumann ging een jarenlang conflict vooraf met Clara’s vader Friedrich Wieck, die tegen de verbintenis was. In die jaren schreef Schumann het eerste deel van zijn ­Fantasie. ‘De meest gepassioneerde muziek die ik ooit heb gecomponeerd, een diepe klaagzang voor jou,’ zo schreef hij aan zijn geliefde. In dat ­eerste deel citeert de componist een melodie uit Beethovens liedcyclus An die ferne Geliebte. De oorspronkelijke tekst van het citaat is veelzeggend: ‘Aanvaard deze liederen, die ik alleen voor jou zing.’ Toen Schumann ook de andere twee delen had geschreven, bood hij de Fantasie aan voor het goede doel: een groot beeld van Beethoven op het marktplein in Bonn, dat er nog altijd staat. De hoofdsponsor was Franz Liszt, die 2.666 daalder bijdroeg. Met Liszt is ook een van de weinige pianisten genoemd die destijds in staat was de Fantasie te spelen. Schumann heeft het stuk zelfs aan hem opgedragen. Liszt droeg vervolgens zijn beroemde Sonate in b klein aan Schumann op.

Aan het huwelijk van Robert en Clara Schumann ging een jarenlang conflict vooraf met Clara’s vader Friedrich Wieck, die tegen de verbintenis was. In die jaren schreef Schumann het eerste deel van zijn ­Fantasie. ‘De meest gepassioneerde muziek die ik ooit heb gecomponeerd, een diepe klaagzang voor jou,’ zo schreef hij aan zijn geliefde. In dat ­eerste deel citeert de componist een melodie uit Beethovens liedcyclus An die ferne Geliebte. De oorspronkelijke tekst van het citaat is veelzeggend: ‘Aanvaard deze liederen, die ik alleen voor jou zing.’ Toen Schumann ook de andere twee delen had geschreven, bood hij de Fantasie aan voor het goede doel: een groot beeld van Beethoven op het marktplein in Bonn, dat er nog altijd staat. De hoofdsponsor was Franz Liszt, die 2.666 daalder bijdroeg. Met Liszt is ook een van de weinige pianisten genoemd die destijds in staat was de Fantasie te spelen. Schumann heeft het stuk zelfs aan hem opgedragen. Liszt droeg vervolgens zijn beroemde Sonate in b klein aan Schumann op.

door Bart de Graaf

Toelichting

door Rutger Helmers

Na het winnen van de Koningin Elisabethwedstrijd in mei dit jaar zal de naam van Nikola Meeuwsen bij veel klassieke-muziek­liefhebbers in het geheugen gegrift staan. Dit recital, dat meer dan anderhalve eeuw klavierrepertoire bestrijkt, geeft hem de kans om de breedte van zijn kunnen te demonstreren.

Na het winnen van de Koningin Elisabethwedstrijd in mei dit jaar zal de naam van Nikola Meeuwsen bij veel klassieke-muziek­liefhebbers in het geheugen gegrift staan. Dit recital, dat meer dan anderhalve eeuw klavierrepertoire bestrijkt, geeft hem de kans om de breedte van zijn kunnen te demonstreren.

door Rutger Helmers

Felix Mendelssohn (1809-1847)

Variations sérieuses

De Variations sérieuses stonden op het concours in Brussel ook op het programma. Felix Mendels­sohn schreef ze in 1841 voor een bundel waarmee geld werd ingezameld voor het Beethoven-­monument in Bonn (een project waar ook Robert Schumann aan mee had willen doen, met zijn Fantasie, opus 17). De variatie­vorm is ongetwijfeld gekozen met Beethovens beroemde variatie­reeksen in het achterhoofd, en de ondertitel ‘sérieuses’ diende om het werk te onderscheiden van de destijds populaire showstukken onder de noemer ‘variations brillantes’. Het serieuze karakter is al direct duidelijk door bijvoorbeeld de strenge vierstemmige zetting van het thema en de aanwezigheid van een wat verstopte, snelle canon (variatie nr. 4) en een nadrukkelijke miniatuurfuga (nr. 10). Zodoende schemert in dit eerbetoon aan Beethoven ook duidelijk Mendelssohns liefde voor Johann Sebastian Bach door, die hij naadloos aan romantische virtuositeit wist te verbinden.

De Variations sérieuses stonden op het concours in Brussel ook op het programma. Felix Mendels­sohn schreef ze in 1841 voor een bundel waarmee geld werd ingezameld voor het Beethoven-­monument in Bonn (een project waar ook Robert Schumann aan mee had willen doen, met zijn Fantasie, opus 17). De variatie­vorm is ongetwijfeld gekozen met Beethovens beroemde variatie­reeksen in het achterhoofd, en de ondertitel ‘sérieuses’ diende om het werk te onderscheiden van de destijds populaire showstukken onder de noemer ‘variations brillantes’. Het serieuze karakter is al direct duidelijk door bijvoorbeeld de strenge vierstemmige zetting van het thema en de aanwezigheid van een wat verstopte, snelle canon (variatie nr. 4) en een nadrukkelijke miniatuurfuga (nr. 10). Zodoende schemert in dit eerbetoon aan Beethoven ook duidelijk Mendelssohns liefde voor Johann Sebastian Bach door, die hij naadloos aan romantische virtuositeit wist te verbinden.

Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975)

Tweede sonate

De Tweede son­ate van ­Dmitri Sjostakovitsj is dan weer een sober werk, geschreven midden in de Tweede Wereldoorlog. Na het recente succes van de Zevende symfonie, gewijd aan zijn belegerde thuisstad Leningrad, had de ontheemde componist een moeilijke periode. De sonate was zijn eerste pianowerk in jaren en was opgedragen aan de pianist Leonid Nikolajev, bij wie Sjostakovitsj aan het conservatorium had gestudeerd en die kort daarvoor was overleden. Het Allegretto komt nog niet direct over als een eerbetoon: hoewel het een eigen wonderlijke schoonheid kent, kunnen de voortdurende stroom van zestiende noten en de contrasterende, wat laconieke mars gemakkelijk afstandelijk overkomen. Maar het is niet moeilijk om in het verstilde Largo een ­afscheid te horen, en de finale is zonder twijfel een treurzang. Dit slotdeel is een reeks variaties die nog minder op heeft met oppervlakkig vertoon dan die van Mendelssohn. Het zoekende, klaaglijke thema, dat maar liefst dertig maten beslaat, is op het eerste gehoor niet eenvoudig te volgen, maar beklijft gaandeweg als er een steeds variërende begeleiding aan wordt toegevoegd. Tegen het einde suggereert een plotselinge omslag naar majeur iets van verlossing. Die is echter maar van tijdelijke aard: het bekende thema keert in de mineurtoonsoort terug, en de combinatie met de lopende zestienden uit het openingsdeel voorziet de sonate van een bevredigend, maar verre van eenduidig slot.

De Tweede son­ate van ­Dmitri Sjostakovitsj is dan weer een sober werk, geschreven midden in de Tweede Wereldoorlog. Na het recente succes van de Zevende symfonie, gewijd aan zijn belegerde thuisstad Leningrad, had de ontheemde componist een moeilijke periode. De sonate was zijn eerste pianowerk in jaren en was opgedragen aan de pianist Leonid Nikolajev, bij wie Sjostakovitsj aan het conservatorium had gestudeerd en die kort daarvoor was overleden. Het Allegretto komt nog niet direct over als een eerbetoon: hoewel het een eigen wonderlijke schoonheid kent, kunnen de voortdurende stroom van zestiende noten en de contrasterende, wat laconieke mars gemakkelijk afstandelijk overkomen. Maar het is niet moeilijk om in het verstilde Largo een ­afscheid te horen, en de finale is zonder twijfel een treurzang. Dit slotdeel is een reeks variaties die nog minder op heeft met oppervlakkig vertoon dan die van Mendelssohn. Het zoekende, klaaglijke thema, dat maar liefst dertig maten beslaat, is op het eerste gehoor niet eenvoudig te volgen, maar beklijft gaandeweg als er een steeds variërende begeleiding aan wordt toegevoegd. Tegen het einde suggereert een plotselinge omslag naar majeur iets van verlossing. Die is echter maar van tijdelijke aard: het bekende thema keert in de mineurtoonsoort terug, en de combinatie met de lopende zestienden uit het openingsdeel voorziet de sonate van een bevredigend, maar verre van eenduidig slot.

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)

Sonate

Het contrast tussen de twee sonates in het programma kon nauwelijks groter zijn, en gelukkig is er de pauze om dit enigszins te verzachten. De Sonate in Es groot, KV 282 van Wolfgang Amadeus Mozart is een ontspannen, opgewekt werk, met nauwelijks een wolkje aan de lucht. Het is een van Mozarts zes eerste piano­sonates, die hij in de winter van 1774–75, dus rond zijn negentiende verjaardag, schreef. Het genre van de sonate werd destijds veel flexibeler benaderd dan in de negentiende eeuw, en het hoeft dus niet te verbazen dat ook deze vroege werken al de nodige inventiviteit qua vorm laten zien. Als alternatief voor de gangbare ­volgorde van snel-langzaam-snel opent de Sonate in Es groot met een lyrisch Adagio, gevolgd door twee menuetten (in plaats van het gebruikelijke koppel menuet-tr­io). De goedgemutste finale lost ten slotte de verwachting van een volwaardig sonate-Allegro alsnog in.

Het contrast tussen de twee sonates in het programma kon nauwelijks groter zijn, en gelukkig is er de pauze om dit enigszins te verzachten. De Sonate in Es groot, KV 282 van Wolfgang Amadeus Mozart is een ontspannen, opgewekt werk, met nauwelijks een wolkje aan de lucht. Het is een van Mozarts zes eerste piano­sonates, die hij in de winter van 1774–75, dus rond zijn negentiende verjaardag, schreef. Het genre van de sonate werd destijds veel flexibeler benaderd dan in de negentiende eeuw, en het hoeft dus niet te verbazen dat ook deze vroege werken al de nodige inventiviteit qua vorm laten zien. Als alternatief voor de gangbare ­volgorde van snel-langzaam-snel opent de Sonate in Es groot met een lyrisch Adagio, gevolgd door twee menuetten (in plaats van het gebruikelijke koppel menuet-tr­io). De goedgemutste finale lost ten slotte de verwachting van een volwaardig sonate-Allegro alsnog in.

Robert Schumann (1810-1856)

Fantasie

door Bart de Graaf

Aan het huwelijk van Robert en Clara Schumann ging een jarenlang conflict vooraf met Clara’s vader Friedrich Wieck, die tegen de verbintenis was. In die jaren schreef Schumann het eerste deel van zijn ­Fantasie. ‘De meest gepassioneerde muziek die ik ooit heb gecomponeerd, een diepe klaagzang voor jou,’ zo schreef hij aan zijn geliefde. In dat ­eerste deel citeert de componist een melodie uit Beethovens liedcyclus An die ferne Geliebte. De oorspronkelijke tekst van het citaat is veelzeggend: ‘Aanvaard deze liederen, die ik alleen voor jou zing.’ Toen Schumann ook de andere twee delen had geschreven, bood hij de Fantasie aan voor het goede doel: een groot beeld van Beethoven op het marktplein in Bonn, dat er nog altijd staat. De hoofdsponsor was Franz Liszt, die 2.666 daalder bijdroeg. Met Liszt is ook een van de weinige pianisten genoemd die destijds in staat was de Fantasie te spelen. Schumann heeft het stuk zelfs aan hem opgedragen. Liszt droeg vervolgens zijn beroemde Sonate in b klein aan Schumann op.

Aan het huwelijk van Robert en Clara Schumann ging een jarenlang conflict vooraf met Clara’s vader Friedrich Wieck, die tegen de verbintenis was. In die jaren schreef Schumann het eerste deel van zijn ­Fantasie. ‘De meest gepassioneerde muziek die ik ooit heb gecomponeerd, een diepe klaagzang voor jou,’ zo schreef hij aan zijn geliefde. In dat ­eerste deel citeert de componist een melodie uit Beethovens liedcyclus An die ferne Geliebte. De oorspronkelijke tekst van het citaat is veelzeggend: ‘Aanvaard deze liederen, die ik alleen voor jou zing.’ Toen Schumann ook de andere twee delen had geschreven, bood hij de Fantasie aan voor het goede doel: een groot beeld van Beethoven op het marktplein in Bonn, dat er nog altijd staat. De hoofdsponsor was Franz Liszt, die 2.666 daalder bijdroeg. Met Liszt is ook een van de weinige pianisten genoemd die destijds in staat was de Fantasie te spelen. Schumann heeft het stuk zelfs aan hem opgedragen. Liszt droeg vervolgens zijn beroemde Sonate in b klein aan Schumann op.

door Bart de Graaf

Biografie

Nikola Meeuwsen, piano

Nikola Meeuwsen won afgelopen juni de Koningin Elisabethwedstrijd – een bijzondere prestatie waar Het Concertgebouw met trots bij stilstaat. In 2014 won hij het Koninklijk Concertgebouw Concours en in 2019 kreeg hij de Concertgebouw Young Talent Award. In 2022 won hij, op zijn twintigste, de GrachtenfestivalPrijs.

De pianist studeerde sinds 2010 bij Marlies van Gent in zijn geboortestad Den Haag en sinds 2014 bij Enrico Pace in Imola, en werd in 2022 student van Frank Braley en Avedis Kouyoumdjian aan de ­Koningin Elisabeth Muziekkapel in Waterloo.

Soloconcerten speelde Nikola Meeuwsen met het Residentie Orkest en het Nederlands Philharmonisch/Nederlands Kamerorkest, en ook in het buitenland sloeg hij zijn vleugels uit. Zo speelde hij Grieg met het Noord-Tsjechisch Filharmonisch Orkest in het Rudolfinum in Praag, Beethoven met het Nationaal Orkest van Litouwen in Dortmund en – samen met Avedis Kouyoumdjian – het Concert voor twee piano’s van Mozart met Sin­fonia Varsovia onder Augustin Dumay in Flagey in Brussel. Afgelopen februari voerde hij het Tweede pianoconcert van Prokofjev uit met het Nationaal Orkest van België.

Kamermuziek speelde Nikola Meeuwsen met Noa Wildschut, Benjamin Kruithof, Alexander Warenberg, het Ragazze Quartet en het Matangi Quartet, en muziek voor pianoduo met Igor Roma, Anna Fedorova, Thomas Beijer en Enrico Pace. Hij was te gast op het Storioni Festival, de kamermuziekfestivals van Schiermonnikoog en Ede en Festival Classique in Den Haag. Met ­Janine Jansen werkte hij samen op het Sion Festival en het Internationaal Kamer­muziekfestival Utrecht.

Op uitnodiging van artistiek leider Julius Drake verzorgde Nikola Meeuwsen een recital in het Gwyl Machynlleth Festival in Wales, en ook speelde hij solo in Milaan, Bologna, Triëst, Faro en Imola. Vorige maand stond een Aziatische tournee in zijn agenda. De pianist maakte op 19 januari 2024 in de serie Jonge Nederlanders zijn avondvullende solodebuut in de Kleine Zaal, waar hij eerder onder meer te beluisteren was geweest in de Lunchconcerten.

In de Grote Zaal sloot hij op 31 juli jongstleden in het Tweede pianoconcert van Prokofjev een tournee af met het Jeugdorkest Nederland naar Italië en Duitsland. Op 26 oktober keert hij terug in Mozarts Pianoconcert ‘Jeunehomme’ met het Concertgebouw Kamerorkest in Het Zondagochtend Concert, tevens live uitgezonden op de radio via NPO Klassiek.

‘Mijn doel is om elk concert één procent beter te spelen dan het vorige’. Lees hier een interview met Nikola Meeuwsen van vóór zijn zege op de Koningin Elisabethwedstrijd.