Uitgelicht: De nostalgische klarinet
door Lonneke Tausch 20 apr. 2025 20 april 2025
De klarinet heeft een uniek timbre en een rijk repertoire in vele genres. Het instrument raakte in zwang in de loop van de achttiende eeuw en is niet meer weg te denken uit het symfonieorkest, de kamermuziek, de jazz en de (met name Oost-Europese) volksmuziek.
Johannes Brahms had zijn uitgever al gezegd te stoppen met componeren toen hij in 1890 op een festival in Meiningen klarinettist Richard Mühlfeld hoorde spelen. De componist pakte zijn pen weer op en zou voor ‘Fräulein Klarinette’ nog een trio, een kwintet en twee sonates schrijven. En wie kent niet het langzame deel van het Klarinetconcert van Mozart, een van de vroegste tophits (1791) voor het instrument? Al was het alleen al van de soundtrack van blockbuster Out of Africa. De klarinet roept bij velen melancholieke gevoelens op, en dat zal de keuze van de filmmakers verklaren: het milde klarinetgeluid zet de toon voor hun melodrama. Weemoed klinkt ook bij het klarinetsolootje in When I’m Sixty-Four van The Beatles, maar eerder jazzy is de scheurende klarinetmelodie in Supertramps Breakfast in America. Toegegeven: in popmuziek is het flink speuren naar de klarinet, maar áls ‘ie opduikt kun je het instrument met zijn onmiskenbare klankkleur niet meer ‘ont-horen’.
In een bigband hebben de saxofonisten vaak de klarinet als tweede instrument, waar ze graag naar grijpen als het even een tandje lichter moet. Of juist feller en priemender. Grote klarinettisten in de jazzgeschiedenis zijn Sidney Bechet (New Orleans), Artie Shaw (tevens filmcomponist) en Eric Dolphy (basklarinetspecialist; speelde free jazz maar ook Webern en Varèse). Bigbandleider Benny Goodman, ‘The King of Swing’, had ook een aanzienlijke klassieke carrière: hij nam Mozarts Klarinetconcert op met het Boston Symphony Orchestra, verzorgde wereldpremières van Hindemith en Arnold en gaf Bartók en Copland compositieopdrachten.
De klarinet springt ook in het oor in de volksmuziek van Griekenland, Turkije, verschillende Balkanlanden, India, en in de klezmer. De rondreizende klezmorim van weleer trokken van bruiloft naar bar mitswa en lieten hun instrumenten lachen en huilen al naar gelang de gelegenheid verlangde. Voortrekker van de grote klezmerrevival in de jaren 1970 was Giora Feidman (1936); hij gaf het eeuwenoude jiddische repertoire opnieuw klank, speelde de soundtrack in voor Schindler’s List en neemt zijn klarinet nog steeds geregeld ter hand.
Via de klezmer zijn we terug in de concertzaal, en wel bij Gustav Mahler. De zweem van melancholie die in de klarinetklank ligt besloten is in een aantal van zijn symfonieën een opvallende smaakmaker. Zo incorporeerde de Joods-Boheemse componist de muziek van zijn kinderjaren in zijn levenswerk.
Uitvinding en naam
De eerste klarinetten worden toegeschreven aan Johann Christoph Denner (1655-1707) – en zoon Jacob – uit Neurenberg. In 1732 schrijft Johann Walther in zijn Musikalisches Lexicon dat het instrument ‘uit de verte net zo klinkt als een clarino’ (= trompet).
Pioniers
Spelers: Anton Stadler (1753-1812), Franz Wilhelm Tausch (1762-1817), Heinrich Baermann (1784-1847).
Componisten: Johann Melchior Molter (1696-1765), Carl Philipp Stamitz (1745-1801), Leopold Kozeluch (1747-1818), Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791), Franz Krommer (1759-1831), Joseph Leopold Eybler (1765-1846), Bernhard Henrik Crusell (1775-1838), Johann Nepomuk Hummel (1778-1837), Louis Spohr (1784-1859), Carl Maria von Weber (1786-1826).
Bouw
Door lucht langs een enkel riet het mondstuk in te blazen ontstaan trillingen; materiaal en dikte van het riet en embouchure van de speler bepalen de eigenheid van de klank. De trillingen van het riet worden in de buis omgezet in een toon: hoe meer gaten dicht, hoe lager de toon. Sommige vingergaten hebben een ring (‘bril’) die kleppen meesluit die buiten het bereik van de vingers liggen. De linkerduim heeft achterop het instrument een gat (mét bril) plus een klep waarmee tonen een octaaf plus een kwint worden verhoogd. Dit maakt het toonbereik groot: bijna vier octaven.
Johannes Brahms had zijn uitgever al gezegd te stoppen met componeren toen hij in 1890 op een festival in Meiningen klarinettist Richard Mühlfeld hoorde spelen. De componist pakte zijn pen weer op en zou voor ‘Fräulein Klarinette’ nog een trio, een kwintet en twee sonates schrijven. En wie kent niet het langzame deel van het Klarinetconcert van Mozart, een van de vroegste tophits (1791) voor het instrument? Al was het alleen al van de soundtrack van blockbuster Out of Africa. De klarinet roept bij velen melancholieke gevoelens op, en dat zal de keuze van de filmmakers verklaren: het milde klarinetgeluid zet de toon voor hun melodrama. Weemoed klinkt ook bij het klarinetsolootje in When I’m Sixty-Four van The Beatles, maar eerder jazzy is de scheurende klarinetmelodie in Supertramps Breakfast in America. Toegegeven: in popmuziek is het flink speuren naar de klarinet, maar áls ‘ie opduikt kun je het instrument met zijn onmiskenbare klankkleur niet meer ‘ont-horen’.
In een bigband hebben de saxofonisten vaak de klarinet als tweede instrument, waar ze graag naar grijpen als het even een tandje lichter moet. Of juist feller en priemender. Grote klarinettisten in de jazzgeschiedenis zijn Sidney Bechet (New Orleans), Artie Shaw (tevens filmcomponist) en Eric Dolphy (basklarinetspecialist; speelde free jazz maar ook Webern en Varèse). Bigbandleider Benny Goodman, ‘The King of Swing’, had ook een aanzienlijke klassieke carrière: hij nam Mozarts Klarinetconcert op met het Boston Symphony Orchestra, verzorgde wereldpremières van Hindemith en Arnold en gaf Bartók en Copland compositieopdrachten.
De klarinet springt ook in het oor in de volksmuziek van Griekenland, Turkije, verschillende Balkanlanden, India, en in de klezmer. De rondreizende klezmorim van weleer trokken van bruiloft naar bar mitswa en lieten hun instrumenten lachen en huilen al naar gelang de gelegenheid verlangde. Voortrekker van de grote klezmerrevival in de jaren 1970 was Giora Feidman (1936); hij gaf het eeuwenoude jiddische repertoire opnieuw klank, speelde de soundtrack in voor Schindler’s List en neemt zijn klarinet nog steeds geregeld ter hand.
Via de klezmer zijn we terug in de concertzaal, en wel bij Gustav Mahler. De zweem van melancholie die in de klarinetklank ligt besloten is in een aantal van zijn symfonieën een opvallende smaakmaker. Zo incorporeerde de Joods-Boheemse componist de muziek van zijn kinderjaren in zijn levenswerk.
Uitvinding en naam
De eerste klarinetten worden toegeschreven aan Johann Christoph Denner (1655-1707) – en zoon Jacob – uit Neurenberg. In 1732 schrijft Johann Walther in zijn Musikalisches Lexicon dat het instrument ‘uit de verte net zo klinkt als een clarino’ (= trompet).
Pioniers
Spelers: Anton Stadler (1753-1812), Franz Wilhelm Tausch (1762-1817), Heinrich Baermann (1784-1847).
Componisten: Johann Melchior Molter (1696-1765), Carl Philipp Stamitz (1745-1801), Leopold Kozeluch (1747-1818), Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791), Franz Krommer (1759-1831), Joseph Leopold Eybler (1765-1846), Bernhard Henrik Crusell (1775-1838), Johann Nepomuk Hummel (1778-1837), Louis Spohr (1784-1859), Carl Maria von Weber (1786-1826).
Bouw
Door lucht langs een enkel riet het mondstuk in te blazen ontstaan trillingen; materiaal en dikte van het riet en embouchure van de speler bepalen de eigenheid van de klank. De trillingen van het riet worden in de buis omgezet in een toon: hoe meer gaten dicht, hoe lager de toon. Sommige vingergaten hebben een ring (‘bril’) die kleppen meesluit die buiten het bereik van de vingers liggen. De linkerduim heeft achterop het instrument een gat (mét bril) plus een klep waarmee tonen een octaaf plus een kwint worden verhoogd. Dit maakt het toonbereik groot: bijna vier octaven.
Oneven boventonen
De klank van een instrument wordt mede bepaald door welke boventonen er meeklinken en hoe luid. Bij de meeste blaasinstrumenten klinken alle natuurlijke harmonische boventonen mee: de grondtoon (1) wordt dus gekleurd door de harmonischen nr. 2 (een octaaf erboven), 3 (octaaf + een kwint, ofwel een duodecime), 4 (twee octaven), 5 (twee octaven + een terts), en zo verder. Maar omdat de klarinet een aan één kant gesloten cilindrische buis is, heeft ze een afwijkende boventonenreeks met alleen de oneven harmonischen (nr. 3, 5, 7…). Dat veroorzaakt de typische ‘holle’ klank in het lage register. Met het openen van de duimklep kom je daarom ook niet een octaaf hoger terecht, zoals bij andere blaasinstrumenten, maar een duodecime hoger: de derde harmonische.
Registers
In een harmonieorkest vormen de klarinetten de grootste groep, verdeeld over drie partituurstemmen – zoals in een symfonieorkest het hogere strijkerscorps bestaat uit eerste en tweede violen en altviolen. De klarinet beslaat drie registers. Het laagste, het chalumeauregister, is vernoemd naar een voorloper (in feite niet veel meer dan een blokfluit met een mondstuk met enkelriet en een enkele klep) die voorkwam bij Graupner, Telemann en Vivaldi. Het openen van de duodecimeklep leidt naar het clarinoregister, luider en helderder. De hoogste regionen worden bereikt via speciale grepen en overblazen.
Soorten
De esklarinet is 48 cm lang, de contrabasklarinet 2,70 meter. De besklarinet (66 cm) is het bekendst, maar ook de a- en de basklarinet (in bes) zijn courant. Een klarinet is een transponerend instrument: als je een c speelt op een besklarinet hoor je een bes. De klarinettist speelt feitelijk een grepenschrift.
Oneven boventonen
De klank van een instrument wordt mede bepaald door welke boventonen er meeklinken en hoe luid. Bij de meeste blaasinstrumenten klinken alle natuurlijke harmonische boventonen mee: de grondtoon (1) wordt dus gekleurd door de harmonischen nr. 2 (een octaaf erboven), 3 (octaaf + een kwint, ofwel een duodecime), 4 (twee octaven), 5 (twee octaven + een terts), en zo verder. Maar omdat de klarinet een aan één kant gesloten cilindrische buis is, heeft ze een afwijkende boventonenreeks met alleen de oneven harmonischen (nr. 3, 5, 7…). Dat veroorzaakt de typische ‘holle’ klank in het lage register. Met het openen van de duimklep kom je daarom ook niet een octaaf hoger terecht, zoals bij andere blaasinstrumenten, maar een duodecime hoger: de derde harmonische.
Registers
In een harmonieorkest vormen de klarinetten de grootste groep, verdeeld over drie partituurstemmen – zoals in een symfonieorkest het hogere strijkerscorps bestaat uit eerste en tweede violen en altviolen. De klarinet beslaat drie registers. Het laagste, het chalumeauregister, is vernoemd naar een voorloper (in feite niet veel meer dan een blokfluit met een mondstuk met enkelriet en een enkele klep) die voorkwam bij Graupner, Telemann en Vivaldi. Het openen van de duodecimeklep leidt naar het clarinoregister, luider en helderder. De hoogste regionen worden bereikt via speciale grepen en overblazen.
Soorten
De esklarinet is 48 cm lang, de contrabasklarinet 2,70 meter. De besklarinet (66 cm) is het bekendst, maar ook de a- en de basklarinet (in bes) zijn courant. Een klarinet is een transponerend instrument: als je een c speelt op een besklarinet hoor je een bes. De klarinettist speelt feitelijk een grepenschrift.