Trio Zimbalist speelt Brahms' Pianotrio nr. 2
Kleine Zaal 10 december 2025 20.15 uur
Trio Zimbalist:
Josef Špaček viool
Timotheos Gavriilidis-Petrin cello
George Xiaoyuan Fu piano
Dit concert maakt deel uit van de serie Pianotrio’s.
Joseph Haydn (1732-1809)
Pianotrio in G gr.t., Hob. XV: 25 (1795)
‘Zigeuner’
Andante
Poco adagio: Cantabile
Rondo all’ongarese: Presto
Mieczysław Weinberg (1919-1996)
Pianotrio, op. 24 (1945)
Prelude en Aria: Larghetto
Toccata: Allegro
Gedicht: Moderato
Finale: Allegro moderato
pauze ± 21.05 uur
Johannes Brahms (1833-1897)
Pianotrio nr. 2 in C gr.t., op. 87 (1880-82)
Allegro
Andante con moto
Scherzo: Presto
Finale: Allegro giocoso
einde ± 22.00 uur
Trio Zimbalist:
Josef Špaček viool
Timotheos Gavriilidis-Petrin cello
George Xiaoyuan Fu piano
Dit concert maakt deel uit van de serie Pianotrio’s.
Joseph Haydn (1732-1809)
Pianotrio in G gr.t., Hob. XV: 25 (1795)
‘Zigeuner’
Andante
Poco adagio: Cantabile
Rondo all’ongarese: Presto
Mieczysław Weinberg (1919-1996)
Pianotrio, op. 24 (1945)
Prelude en Aria: Larghetto
Toccata: Allegro
Gedicht: Moderato
Finale: Allegro moderato
pauze ± 21.05 uur
Johannes Brahms (1833-1897)
Pianotrio nr. 2 in C gr.t., op. 87 (1880-82)
Allegro
Andante con moto
Scherzo: Presto
Finale: Allegro giocoso
einde ± 22.00 uur
Toelichting
Joseph Haydn (1732-1809)
Pianotrio in G groot
Richting het einde van zijn carrière had Joseph Haydn misschien wel zijn gelukkigste jaren. Als vrij man, niet meer in dienst van de Hongaarse familie Eszterházy, maakte hij reizen naar Engeland en daar werd hij op handen gedragen. Ook in de liefde was hij vrij, althans zo voelde hij zich, ver van huis. Ongelukkig getrouwd met de zus van de vrouw van wie hij eigenlijk hield, gooide hij zijn charmes en humor in de strijd bij de Engelse ladies. En met succes: Rebecca Schroeter, een Engelse amateurpianiste van begin veertig, was een van de vrouwen met wie Haydn een affaire had. ‘Ik was al zestig, maar ze gaf mij veel aandacht. Als ik vrijgezel was geweest, zou ik zo met haar zijn getrouwd,’ zei hij later over haar.
Richting het einde van zijn carrière had Joseph Haydn misschien wel zijn gelukkigste jaren. Als vrij man, niet meer in dienst van de Hongaarse familie Eszterházy, maakte hij reizen naar Engeland en daar werd hij op handen gedragen. Ook in de liefde was hij vrij, althans zo voelde hij zich, ver van huis. Ongelukkig getrouwd met de zus van de vrouw van wie hij eigenlijk hield, gooide hij zijn charmes en humor in de strijd bij de Engelse ladies. En met succes: Rebecca Schroeter, een Engelse amateurpianiste van begin veertig, was een van de vrouwen met wie Haydn een affaire had. ‘Ik was al zestig, maar ze gaf mij veel aandacht. Als ik vrijgezel was geweest, zou ik zo met haar zijn getrouwd,’ zei hij later over haar.
Haydn droeg drie pianotrio’s aan Schroeter op, waaronder het 39ste. Het slotdeel heeft dit Pianotrio in G groot tot het bekendste pianotrio van Haydn gemaakt. In een gestileerde klassieke vorm verwerkte hij daarin Hongaarse volksmuziek, waarmee hij in de periode dat hij werkte voor de familie Eszterházy veelvuldig in aanraking was gekomen; op het familielandgoed traden geregeld lokale ensembles op. Net als later bijvoorbeeld Johannes Brahms maakte Haydn overigens geen onderscheid tussen Hongaarse muziek en de muziek van de rondtrekkende Roma. In het derde deel van dit gebruikte de componist de verbunkos, een rekruteringsdans van het Hongaarse leger. Ook de afwisseling van gestreken noten en pizzicato’s in de strijkerspartijen zorgt voor een volks karakter.
Haydn droeg drie pianotrio’s aan Schroeter op, waaronder het 39ste. Het slotdeel heeft dit Pianotrio in G groot tot het bekendste pianotrio van Haydn gemaakt. In een gestileerde klassieke vorm verwerkte hij daarin Hongaarse volksmuziek, waarmee hij in de periode dat hij werkte voor de familie Eszterházy veelvuldig in aanraking was gekomen; op het familielandgoed traden geregeld lokale ensembles op. Net als later bijvoorbeeld Johannes Brahms maakte Haydn overigens geen onderscheid tussen Hongaarse muziek en de muziek van de rondtrekkende Roma. In het derde deel van dit gebruikte de componist de verbunkos, een rekruteringsdans van het Hongaarse leger. Ook de afwisseling van gestreken noten en pizzicato’s in de strijkerspartijen zorgt voor een volks karakter.
Mieczysław Weinberg (1919-1996)
Pianotrio
Het Pianotrio, opus 24 van Mieczysław Weinberg doet sterk denken aan het Tweede pianotrio (1944) van Dmitri Sjostakovitsj: een uiting van diepe pijn na jaren van oorlog en artistieke onderdrukking. De voorgeschiedenis is voor Weinberg nog zwaarder geweest dan voor Sjostakovitsj. Hij kwam uit een Joodse familie in Warschau en vluchtte naar Wit-Rusland toen de nazi’s Polen binnenvielen. Zijn ouders en zus kwamen om in het concentratiekamp van Trawniki. In Minsk voltooide Weinberg zijn muziekstudie één dag voor de invasie van de nazi’s. Door een vervorming van zijn wervelkolom ontliep hij de militaire dienst, en werd hij geëvacueerd naar Oezbekistan. In 1943 kwam Weinberg op uitnodiging van Sjostakovitsj naar Moskou, waar hij de rest van zijn leven zou wonen.
Het Pianotrio, opus 24 van Mieczysław Weinberg doet sterk denken aan het Tweede pianotrio (1944) van Dmitri Sjostakovitsj: een uiting van diepe pijn na jaren van oorlog en artistieke onderdrukking. De voorgeschiedenis is voor Weinberg nog zwaarder geweest dan voor Sjostakovitsj. Hij kwam uit een Joodse familie in Warschau en vluchtte naar Wit-Rusland toen de nazi’s Polen binnenvielen. Zijn ouders en zus kwamen om in het concentratiekamp van Trawniki. In Minsk voltooide Weinberg zijn muziekstudie één dag voor de invasie van de nazi’s. Door een vervorming van zijn wervelkolom ontliep hij de militaire dienst, en werd hij geëvacueerd naar Oezbekistan. In 1943 kwam Weinberg op uitnodiging van Sjostakovitsj naar Moskou, waar hij de rest van zijn leven zou wonen.
Mieczysław Weinberg, jaartal onbekend
Over het leven als sovjetcomponist in de tijd van Stalin zijn boeken volgeschreven, maar Weinbergs eigen verhaal klinkt door in zijn enige pianotrio. Met bijtende akkoorden in de piano en een zeer hoge vioolpartij staat het trio vanaf het begin, de Prelude, onder spanning. In de Aria wordt de sfeer iets vriendelijker, maar in het tweede deel klinkt, naast invloeden uit de Joodse klezmer, opnieuw hoekige muziek voor de strijkers en een wilde pianopartij. Het derde deel begint met een haast gewelddadige pianosolo. De pizzicato viool en de gestreken cello gaan daarna een somber duet met elkaar aan. Later in het deel zijn deze rollen omgedraaid. Waar dit derde deel, genaamd Gedicht, precies over gaat, heeft Weinberg in het midden gelaten door geen tekst toe te voegen. Dat is ook niet nodig: de muziek en Weinbergs eigen geschiedenis spreken voor zich. Na de fuga in het vierde deel keert de melodie van de Prelude terug.
Mieczysław Weinberg, jaartal onbekend
Over het leven als sovjetcomponist in de tijd van Stalin zijn boeken volgeschreven, maar Weinbergs eigen verhaal klinkt door in zijn enige pianotrio. Met bijtende akkoorden in de piano en een zeer hoge vioolpartij staat het trio vanaf het begin, de Prelude, onder spanning. In de Aria wordt de sfeer iets vriendelijker, maar in het tweede deel klinkt, naast invloeden uit de Joodse klezmer, opnieuw hoekige muziek voor de strijkers en een wilde pianopartij. Het derde deel begint met een haast gewelddadige pianosolo. De pizzicato viool en de gestreken cello gaan daarna een somber duet met elkaar aan. Later in het deel zijn deze rollen omgedraaid. Waar dit derde deel, genaamd Gedicht, precies over gaat, heeft Weinberg in het midden gelaten door geen tekst toe te voegen. Dat is ook niet nodig: de muziek en Weinbergs eigen geschiedenis spreken voor zich. Na de fuga in het vierde deel keert de melodie van de Prelude terug.
Johannes Brahms (1833-1897)
Tweede pianotrio
‘U heeft nog nooit zo’n mooi trio van mij gehad, en waarschijnlijk niets zoals dit gepubliceerd in de afgelopen tien jaar.’ Vol zelfvertrouwen schreef Johannes Brahms een brief over zijn Tweede pianotrio aan zijn uitgever. Dat vertrouwen was nieuw: na een jarenlange overdosis zelfkritiek en druk van buitenaf had hij eindelijk zijn eerste twee symfonieën gepubliceerd en die hadden voor een internationale doorbraak gezorgd. Zelfs de kritiek van zijn dierbare vriendin, pianovirtuoos en componist Clara Schumann, dat het derde deel wat gekunsteld zou klinken legde hij naast zich neer. Brahms was inmiddels de man van middelbare leeftijd met grote, grijze baard zoals we hem van veel afbeeldingen zijn gaan kennen. Hij voltooide zijn tweede pianotrio in Bad Ischl, zijn favoriete zomerverblijf in de Alpen, en hij was tevreden.
‘U heeft nog nooit zo’n mooi trio van mij gehad, en waarschijnlijk niets zoals dit gepubliceerd in de afgelopen tien jaar.’ Vol zelfvertrouwen schreef Johannes Brahms een brief over zijn Tweede pianotrio aan zijn uitgever. Dat vertrouwen was nieuw: na een jarenlange overdosis zelfkritiek en druk van buitenaf had hij eindelijk zijn eerste twee symfonieën gepubliceerd en die hadden voor een internationale doorbraak gezorgd. Zelfs de kritiek van zijn dierbare vriendin, pianovirtuoos en componist Clara Schumann, dat het derde deel wat gekunsteld zou klinken legde hij naast zich neer. Brahms was inmiddels de man van middelbare leeftijd met grote, grijze baard zoals we hem van veel afbeeldingen zijn gaan kennen. Hij voltooide zijn tweede pianotrio in Bad Ischl, zijn favoriete zomerverblijf in de Alpen, en hij was tevreden.
De strijkers vormen op veel momenten één geheel; zo spelen viool en cello aan het begin van ieder deel unisono, in octaven. Het tweede deel is een variatiewerk. Het thema ervan is origineel door Brahms gecomponeerd, maar gebaseerd op Hongaarse volksmuziek. De interesse in deze muziek stamt uit Brahms’ jeugd, toen hij al Hongaarse liederen verzamelde. De oneven variaties zijn gebaseerd op de melodie van het thema, de tweede en vierde variatie vooral op de begeleiding ervan. Dat is exemplarisch voor een techniek die Brahms steeds verder ontwikkelde: alles wat hij in het begin van een compositie schrijft vormt de basis voor latere secties of delen. Na de lichtere middendelen heeft de Finale van het Tweede pianotrio een dikkere textuur, net als het eerste deel. Het lange coda wordt steeds intenser en leidt tot een uitgelaten slot.
De strijkers vormen op veel momenten één geheel; zo spelen viool en cello aan het begin van ieder deel unisono, in octaven. Het tweede deel is een variatiewerk. Het thema ervan is origineel door Brahms gecomponeerd, maar gebaseerd op Hongaarse volksmuziek. De interesse in deze muziek stamt uit Brahms’ jeugd, toen hij al Hongaarse liederen verzamelde. De oneven variaties zijn gebaseerd op de melodie van het thema, de tweede en vierde variatie vooral op de begeleiding ervan. Dat is exemplarisch voor een techniek die Brahms steeds verder ontwikkelde: alles wat hij in het begin van een compositie schrijft vormt de basis voor latere secties of delen. Na de lichtere middendelen heeft de Finale van het Tweede pianotrio een dikkere textuur, net als het eerste deel. Het lange coda wordt steeds intenser en leidt tot een uitgelaten slot.
Joseph Haydn (1732-1809)
Pianotrio in G groot
Richting het einde van zijn carrière had Joseph Haydn misschien wel zijn gelukkigste jaren. Als vrij man, niet meer in dienst van de Hongaarse familie Eszterházy, maakte hij reizen naar Engeland en daar werd hij op handen gedragen. Ook in de liefde was hij vrij, althans zo voelde hij zich, ver van huis. Ongelukkig getrouwd met de zus van de vrouw van wie hij eigenlijk hield, gooide hij zijn charmes en humor in de strijd bij de Engelse ladies. En met succes: Rebecca Schroeter, een Engelse amateurpianiste van begin veertig, was een van de vrouwen met wie Haydn een affaire had. ‘Ik was al zestig, maar ze gaf mij veel aandacht. Als ik vrijgezel was geweest, zou ik zo met haar zijn getrouwd,’ zei hij later over haar.
Richting het einde van zijn carrière had Joseph Haydn misschien wel zijn gelukkigste jaren. Als vrij man, niet meer in dienst van de Hongaarse familie Eszterházy, maakte hij reizen naar Engeland en daar werd hij op handen gedragen. Ook in de liefde was hij vrij, althans zo voelde hij zich, ver van huis. Ongelukkig getrouwd met de zus van de vrouw van wie hij eigenlijk hield, gooide hij zijn charmes en humor in de strijd bij de Engelse ladies. En met succes: Rebecca Schroeter, een Engelse amateurpianiste van begin veertig, was een van de vrouwen met wie Haydn een affaire had. ‘Ik was al zestig, maar ze gaf mij veel aandacht. Als ik vrijgezel was geweest, zou ik zo met haar zijn getrouwd,’ zei hij later over haar.
Haydn droeg drie pianotrio’s aan Schroeter op, waaronder het 39ste. Het slotdeel heeft dit Pianotrio in G groot tot het bekendste pianotrio van Haydn gemaakt. In een gestileerde klassieke vorm verwerkte hij daarin Hongaarse volksmuziek, waarmee hij in de periode dat hij werkte voor de familie Eszterházy veelvuldig in aanraking was gekomen; op het familielandgoed traden geregeld lokale ensembles op. Net als later bijvoorbeeld Johannes Brahms maakte Haydn overigens geen onderscheid tussen Hongaarse muziek en de muziek van de rondtrekkende Roma. In het derde deel van dit gebruikte de componist de verbunkos, een rekruteringsdans van het Hongaarse leger. Ook de afwisseling van gestreken noten en pizzicato’s in de strijkerspartijen zorgt voor een volks karakter.
Haydn droeg drie pianotrio’s aan Schroeter op, waaronder het 39ste. Het slotdeel heeft dit Pianotrio in G groot tot het bekendste pianotrio van Haydn gemaakt. In een gestileerde klassieke vorm verwerkte hij daarin Hongaarse volksmuziek, waarmee hij in de periode dat hij werkte voor de familie Eszterházy veelvuldig in aanraking was gekomen; op het familielandgoed traden geregeld lokale ensembles op. Net als later bijvoorbeeld Johannes Brahms maakte Haydn overigens geen onderscheid tussen Hongaarse muziek en de muziek van de rondtrekkende Roma. In het derde deel van dit gebruikte de componist de verbunkos, een rekruteringsdans van het Hongaarse leger. Ook de afwisseling van gestreken noten en pizzicato’s in de strijkerspartijen zorgt voor een volks karakter.
Mieczysław Weinberg (1919-1996)
Pianotrio
Het Pianotrio, opus 24 van Mieczysław Weinberg doet sterk denken aan het Tweede pianotrio (1944) van Dmitri Sjostakovitsj: een uiting van diepe pijn na jaren van oorlog en artistieke onderdrukking. De voorgeschiedenis is voor Weinberg nog zwaarder geweest dan voor Sjostakovitsj. Hij kwam uit een Joodse familie in Warschau en vluchtte naar Wit-Rusland toen de nazi’s Polen binnenvielen. Zijn ouders en zus kwamen om in het concentratiekamp van Trawniki. In Minsk voltooide Weinberg zijn muziekstudie één dag voor de invasie van de nazi’s. Door een vervorming van zijn wervelkolom ontliep hij de militaire dienst, en werd hij geëvacueerd naar Oezbekistan. In 1943 kwam Weinberg op uitnodiging van Sjostakovitsj naar Moskou, waar hij de rest van zijn leven zou wonen.
Het Pianotrio, opus 24 van Mieczysław Weinberg doet sterk denken aan het Tweede pianotrio (1944) van Dmitri Sjostakovitsj: een uiting van diepe pijn na jaren van oorlog en artistieke onderdrukking. De voorgeschiedenis is voor Weinberg nog zwaarder geweest dan voor Sjostakovitsj. Hij kwam uit een Joodse familie in Warschau en vluchtte naar Wit-Rusland toen de nazi’s Polen binnenvielen. Zijn ouders en zus kwamen om in het concentratiekamp van Trawniki. In Minsk voltooide Weinberg zijn muziekstudie één dag voor de invasie van de nazi’s. Door een vervorming van zijn wervelkolom ontliep hij de militaire dienst, en werd hij geëvacueerd naar Oezbekistan. In 1943 kwam Weinberg op uitnodiging van Sjostakovitsj naar Moskou, waar hij de rest van zijn leven zou wonen.
Mieczysław Weinberg, jaartal onbekend
Over het leven als sovjetcomponist in de tijd van Stalin zijn boeken volgeschreven, maar Weinbergs eigen verhaal klinkt door in zijn enige pianotrio. Met bijtende akkoorden in de piano en een zeer hoge vioolpartij staat het trio vanaf het begin, de Prelude, onder spanning. In de Aria wordt de sfeer iets vriendelijker, maar in het tweede deel klinkt, naast invloeden uit de Joodse klezmer, opnieuw hoekige muziek voor de strijkers en een wilde pianopartij. Het derde deel begint met een haast gewelddadige pianosolo. De pizzicato viool en de gestreken cello gaan daarna een somber duet met elkaar aan. Later in het deel zijn deze rollen omgedraaid. Waar dit derde deel, genaamd Gedicht, precies over gaat, heeft Weinberg in het midden gelaten door geen tekst toe te voegen. Dat is ook niet nodig: de muziek en Weinbergs eigen geschiedenis spreken voor zich. Na de fuga in het vierde deel keert de melodie van de Prelude terug.
Mieczysław Weinberg, jaartal onbekend
Over het leven als sovjetcomponist in de tijd van Stalin zijn boeken volgeschreven, maar Weinbergs eigen verhaal klinkt door in zijn enige pianotrio. Met bijtende akkoorden in de piano en een zeer hoge vioolpartij staat het trio vanaf het begin, de Prelude, onder spanning. In de Aria wordt de sfeer iets vriendelijker, maar in het tweede deel klinkt, naast invloeden uit de Joodse klezmer, opnieuw hoekige muziek voor de strijkers en een wilde pianopartij. Het derde deel begint met een haast gewelddadige pianosolo. De pizzicato viool en de gestreken cello gaan daarna een somber duet met elkaar aan. Later in het deel zijn deze rollen omgedraaid. Waar dit derde deel, genaamd Gedicht, precies over gaat, heeft Weinberg in het midden gelaten door geen tekst toe te voegen. Dat is ook niet nodig: de muziek en Weinbergs eigen geschiedenis spreken voor zich. Na de fuga in het vierde deel keert de melodie van de Prelude terug.
Johannes Brahms (1833-1897)
Tweede pianotrio
‘U heeft nog nooit zo’n mooi trio van mij gehad, en waarschijnlijk niets zoals dit gepubliceerd in de afgelopen tien jaar.’ Vol zelfvertrouwen schreef Johannes Brahms een brief over zijn Tweede pianotrio aan zijn uitgever. Dat vertrouwen was nieuw: na een jarenlange overdosis zelfkritiek en druk van buitenaf had hij eindelijk zijn eerste twee symfonieën gepubliceerd en die hadden voor een internationale doorbraak gezorgd. Zelfs de kritiek van zijn dierbare vriendin, pianovirtuoos en componist Clara Schumann, dat het derde deel wat gekunsteld zou klinken legde hij naast zich neer. Brahms was inmiddels de man van middelbare leeftijd met grote, grijze baard zoals we hem van veel afbeeldingen zijn gaan kennen. Hij voltooide zijn tweede pianotrio in Bad Ischl, zijn favoriete zomerverblijf in de Alpen, en hij was tevreden.
‘U heeft nog nooit zo’n mooi trio van mij gehad, en waarschijnlijk niets zoals dit gepubliceerd in de afgelopen tien jaar.’ Vol zelfvertrouwen schreef Johannes Brahms een brief over zijn Tweede pianotrio aan zijn uitgever. Dat vertrouwen was nieuw: na een jarenlange overdosis zelfkritiek en druk van buitenaf had hij eindelijk zijn eerste twee symfonieën gepubliceerd en die hadden voor een internationale doorbraak gezorgd. Zelfs de kritiek van zijn dierbare vriendin, pianovirtuoos en componist Clara Schumann, dat het derde deel wat gekunsteld zou klinken legde hij naast zich neer. Brahms was inmiddels de man van middelbare leeftijd met grote, grijze baard zoals we hem van veel afbeeldingen zijn gaan kennen. Hij voltooide zijn tweede pianotrio in Bad Ischl, zijn favoriete zomerverblijf in de Alpen, en hij was tevreden.
De strijkers vormen op veel momenten één geheel; zo spelen viool en cello aan het begin van ieder deel unisono, in octaven. Het tweede deel is een variatiewerk. Het thema ervan is origineel door Brahms gecomponeerd, maar gebaseerd op Hongaarse volksmuziek. De interesse in deze muziek stamt uit Brahms’ jeugd, toen hij al Hongaarse liederen verzamelde. De oneven variaties zijn gebaseerd op de melodie van het thema, de tweede en vierde variatie vooral op de begeleiding ervan. Dat is exemplarisch voor een techniek die Brahms steeds verder ontwikkelde: alles wat hij in het begin van een compositie schrijft vormt de basis voor latere secties of delen. Na de lichtere middendelen heeft de Finale van het Tweede pianotrio een dikkere textuur, net als het eerste deel. Het lange coda wordt steeds intenser en leidt tot een uitgelaten slot.
De strijkers vormen op veel momenten één geheel; zo spelen viool en cello aan het begin van ieder deel unisono, in octaven. Het tweede deel is een variatiewerk. Het thema ervan is origineel door Brahms gecomponeerd, maar gebaseerd op Hongaarse volksmuziek. De interesse in deze muziek stamt uit Brahms’ jeugd, toen hij al Hongaarse liederen verzamelde. De oneven variaties zijn gebaseerd op de melodie van het thema, de tweede en vierde variatie vooral op de begeleiding ervan. Dat is exemplarisch voor een techniek die Brahms steeds verder ontwikkelde: alles wat hij in het begin van een compositie schrijft vormt de basis voor latere secties of delen. Na de lichtere middendelen heeft de Finale van het Tweede pianotrio een dikkere textuur, net als het eerste deel. Het lange coda wordt steeds intenser en leidt tot een uitgelaten slot.
Biografie
Trio Zimbalist, trio
Het Trio Zimbalist werd opgericht in 2021 door drie succesvolle alumni van het Curtis Institute of Music in Philadelphia: een violist uit Tsjechië, een cellist uit Griekenland en een Chinees-Amerikaanse pianist. Elk van hen is actief als solist bij orkesten, als kamermusicus en in solorecitals, zowel in Europa als de Verenigde Staten.
Samen vormen zij een pianotrio met een repertoire dat reikt tot en met hedendaagse composities.
Een van hun eerste successen was een optreden tijdens de Nights of Classical Music in Athene, als artist in residence van het Gennadius Library Festival in 2021. Hoogtepunten van de afgelopen seizoenen waren optredens in New York, Washington, Miami, Phoenix en Philadelphia.
Op tournee in Europa speelden de musici in Bremen, München, Londen en Parijs. Met het Greensboro Symphony Orchestra onder leiding van Dmitry Sitkovetsky voerde het Trio Zimbalist het Tripelconcert van Beethoven uit. Het debuutalbum, met pianotrio’s van Weinberg, Auerbach en Dvořák, verscheen in 2024 en kreeg lovende kritieken van de internationale pers, waaronder de Editor’s Choice van Gramophone Magazine.
Het trio is vernoemd naar de eminente violist Efrem Zimbalist (1889-1985), die ruim veertig jaar aan het Curtis Institute was verbonden als docent en directeur. Het Trio Zimbalist maakt zijn debuut in Het Concertgebouw.