Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
interview

Thomas Oliemans en Eva-Maria Westbroek in duo-recital

door Frederike Berntsen
19 okt. 2021 19 oktober 2021

Een lachbui tijdens een repetitie? Moet kunnen, zolang de professionaliteit er niet onder lijdt. Bariton Thomas Oliemans en sopraan Eva-Maria Westbroek zijn zielsverwanten. In de Kleine Zaal verzorgen ze voor het eerst samen een recital.

  • Thomas Oliemans

    Foto: Marco Borggreve

    Thomas Oliemans

    Foto: Marco Borggreve

  • Thomas Oliemans

    Foto: Marco Borggreve

    Thomas Oliemans

    Foto: Marco Borggreve

Thomas: ‘Met Eva-Maria heb ik gezongen in Puccini’s La Fanciulla del West onder leiding van Edo de Waart, zij zong de rol van Minnie en ik was een of andere eenzame cowboy. Dat was de eerste keer samen op het podium, ruim vijftien jaar geleden. 

Al tijden hebben we het erover: waarom zingen wij niet gewoon heel vaak samen? Onderweg kom je elkaar weleens tegen, dan zing je in dezelfde stad op verschillende plekken, en probeer je elkaar te treffen. Ik kan me een etentje in Dresden herinneren. Eva-Maria zong in Wagners Tristan und Isolde, ik heb het eerste bedrijf beluisterd en moest me daarna snel omkleden om mijn eigen concert niet te missen.’

Eva-Maria: ‘Ik kan me dat diner goed herinneren, het was feestelijk en hilarisch. Tijdens ontmoetingen gaat het echt niet alleen maar over muziek, we nemen het hele leven door. Ik vind Thomas een van de leukste mensen ter wereld.’

‘Bij de generale moest alles stilgelegd worden omdat we de slappe lach hadden’

Thomas: ‘Met Eva-Maria is het altijd gezellig. We kunnen ontzettend lachen, en ook heel goed werken. Puccini’s Manon Lescaut bij De Nationale Opera, het eerste echte samen zingen: bij de generale moest alles stilgelegd worden omdat we de slappe lach hadden. Ik scheurde uit mijn zijden kostuum. Het leukste is die mengeling, dat je veel lol hebt én dat je je goed op je werk kunt concentreren.’

Eva-Maria: ‘Dat is het precies, je hebt plezier, maar je weet dat je op het professionele vlak volledig van elkaar op aan kunt.

Waar ik jaloers op ben, is dat Thomas zo goed piano kan spelen. Ik kan op de piano met één vinger wat dingen uitzoeken in een partij, hij gaat zitten en speelt de sterren van de hemel. Tijdens de lockdown hebben we voor het eerst als duo gewerkt, voor een stream. Ik zong een tango en hij begeleidde, heerlijk. Ik hoefde nergens over na te denken, het was precies zoals je het van een pianist hebben wil.

Thomas’ avond in de Kleine Zaal is echt zijn avond als Spotlight-artiest van Het Concertgebouw. Hij heeft me erbij gevraagd, ik voel me vereerd. Ook omdat ik geen ervaring heb met recitals, dit is de eerste keer dat ik dat live voor publiek doe. Ik heb me altijd op opera geconcentreerd, dat is een heel ander vak. Een recital is intiemer, ik vind het erg spannend. Bij een recital moet je ook creatiever zijn, je kunt niet vertrouwen op een aardig decor, je moet alles zelf doen. Een groot orkest in de bak dat je begeleidt bij een aria, of alleen met piano een verhaal vertellen, dat zijn twee werelden. Maar ik voel me zeer op mijn gemak bij Thomas.’

Thomas: ‘Met Eva-Maria heb ik gezongen in Puccini’s La Fanciulla del West onder leiding van Edo de Waart, zij zong de rol van Minnie en ik was een of andere eenzame cowboy. Dat was de eerste keer samen op het podium, ruim vijftien jaar geleden. 

Al tijden hebben we het erover: waarom zingen wij niet gewoon heel vaak samen? Onderweg kom je elkaar weleens tegen, dan zing je in dezelfde stad op verschillende plekken, en probeer je elkaar te treffen. Ik kan me een etentje in Dresden herinneren. Eva-Maria zong in Wagners Tristan und Isolde, ik heb het eerste bedrijf beluisterd en moest me daarna snel omkleden om mijn eigen concert niet te missen.’

Eva-Maria: ‘Ik kan me dat diner goed herinneren, het was feestelijk en hilarisch. Tijdens ontmoetingen gaat het echt niet alleen maar over muziek, we nemen het hele leven door. Ik vind Thomas een van de leukste mensen ter wereld.’

‘Bij de generale moest alles stilgelegd worden omdat we de slappe lach hadden’

Thomas: ‘Met Eva-Maria is het altijd gezellig. We kunnen ontzettend lachen, en ook heel goed werken. Puccini’s Manon Lescaut bij De Nationale Opera, het eerste echte samen zingen: bij de generale moest alles stilgelegd worden omdat we de slappe lach hadden. Ik scheurde uit mijn zijden kostuum. Het leukste is die mengeling, dat je veel lol hebt én dat je je goed op je werk kunt concentreren.’

Eva-Maria: ‘Dat is het precies, je hebt plezier, maar je weet dat je op het professionele vlak volledig van elkaar op aan kunt.

Waar ik jaloers op ben, is dat Thomas zo goed piano kan spelen. Ik kan op de piano met één vinger wat dingen uitzoeken in een partij, hij gaat zitten en speelt de sterren van de hemel. Tijdens de lockdown hebben we voor het eerst als duo gewerkt, voor een stream. Ik zong een tango en hij begeleidde, heerlijk. Ik hoefde nergens over na te denken, het was precies zoals je het van een pianist hebben wil.

Thomas’ avond in de Kleine Zaal is echt zijn avond als Spotlight-artiest van Het Concertgebouw. Hij heeft me erbij gevraagd, ik voel me vereerd. Ook omdat ik geen ervaring heb met recitals, dit is de eerste keer dat ik dat live voor publiek doe. Ik heb me altijd op opera geconcentreerd, dat is een heel ander vak. Een recital is intiemer, ik vind het erg spannend. Bij een recital moet je ook creatiever zijn, je kunt niet vertrouwen op een aardig decor, je moet alles zelf doen. Een groot orkest in de bak dat je begeleidt bij een aria, of alleen met piano een verhaal vertellen, dat zijn twee werelden. Maar ik voel me zeer op mijn gemak bij Thomas.’

  • Eva-Maria Westbroek

    Foto: Renske Vrolijk

    Eva-Maria Westbroek

    Foto: Renske Vrolijk

  • Eva-Maria Westbroek

    Foto: Renske Vrolijk

    Eva-Maria Westbroek

    Foto: Renske Vrolijk

Thomas: ‘Als ik met Eva-Maria zing kan ik me niet verbergen, niet dat ik dat wil, maar door haar aanwezigheid wordt dat overduidelijk. Zodra ze opkomt, is ze er volledig en creëert ze veel energie, in wat ze uitstraalt en in haar geluid. Ik wil en moet daar natuurlijk wat tegenover zetten voor de juiste balans. Ik wil er ook in meegaan, om wat zij geeft volledig tot zijn recht te laten komen. Als Eva-Maria een grote frase flink aanzet, ga ik daar niet op reageren alsof ik een canzonetta van Haydn zing, ik ga muzikaal op haar in. Zo kun je elkaar tot grote hoogte stuwen.’

Eva-Maria: ‘Thomas’ stem is warm en rond. Ook mooi, ik denk altijd: zing nog eens iets. Ik leer ook veel van hem. Hij kan me van alles vertellen over het lied, waar hij in thuis is, maar ook over opera – hij brengt de dingen met humor en diepgang. Door hem leer ik ook flexibel te zijn, en inventief. Ik voel me uitgedaagd om steeds een stapje verder te gaan. Thomas blijft altijd rustig, terwijl ik makkelijk boos kan worden. Hij lost de dingen op met een grapje.’ 

Thomas: ‘Eva-Maria is gul op het toneel, als performer en ook als mens. Ze is erg zichzelf: haar ­carrière is groots, maar er zit geen poeha omheen, zo is ze niet. Haar liefde voor de muziek voel je overduidelijk als je samen optreedt, ze is echt een podium­beest. Met één blik begrijpen we van elkaar wat we bedoelen, dat komt de muziek en de samenwerking ten goede.’

Eva-Maria: ‘Als je als vrienden op het podium staat word je blij van elkaar, je stimuleert elkaar en je gunt elkaar alles. Dat geeft extra vertrouwen.’

‘We hebben het niet zo op de hysterie in de muziekwereld’

Thomas: ‘Ik zing beter als er een podiumenergie is waarin ik vrij kan bewegen en waarbij ik me prettig voel. Eva-Maria en ik hebben het allebei niet zo op de hysterie in de muziekwereld, het belangrijk doen, het gedoe om de muziek heen. Een lachbui is niet altijd handig, maar moet wel kunnen. Ik ervaar een grote muzikale integriteit als ik met Eva-Maria op het podium sta, we willen allebei zo mooi mogelijk muziek maken.’

Eva-Maria: ‘Hetzelfde doel hebben als je optreedt, dat helpt. Mijn ideaal is: samen in een flow komen en plezier beleven, en dat geldt voor Thomas ook. In het leven is het net zo, als je een verwantschap voelt met iemand gaat alles vanzelf. Soms moet je wat meer moeite doen om bij andermans ideeën en gedachten te komen.’

Thomas: ‘Samen muziek maken is heerlijk, maar dat je met z’n tweeën op het podium staat wil niet zeggen dat je ook samen aan het musiceren bent. Pas als je allebei de goede antennes voor elkaar en voor de muziek hebt lukt het optimaal, en dat is het mooiste wat er is. De rol van het publiek daarin is zeer belangrijk. Een bepaalde concentratie en stilte voor elkaar krijgen met elkaar, en daarin de kans hebben om dingen te doen die je van tevoren niet bedacht had, is fantastisch: spelen met frasering, een rust oprekken, een noot langer aanhouden.’

Thomas: ‘Als ik met Eva-Maria zing kan ik me niet verbergen, niet dat ik dat wil, maar door haar aanwezigheid wordt dat overduidelijk. Zodra ze opkomt, is ze er volledig en creëert ze veel energie, in wat ze uitstraalt en in haar geluid. Ik wil en moet daar natuurlijk wat tegenover zetten voor de juiste balans. Ik wil er ook in meegaan, om wat zij geeft volledig tot zijn recht te laten komen. Als Eva-Maria een grote frase flink aanzet, ga ik daar niet op reageren alsof ik een canzonetta van Haydn zing, ik ga muzikaal op haar in. Zo kun je elkaar tot grote hoogte stuwen.’

Eva-Maria: ‘Thomas’ stem is warm en rond. Ook mooi, ik denk altijd: zing nog eens iets. Ik leer ook veel van hem. Hij kan me van alles vertellen over het lied, waar hij in thuis is, maar ook over opera – hij brengt de dingen met humor en diepgang. Door hem leer ik ook flexibel te zijn, en inventief. Ik voel me uitgedaagd om steeds een stapje verder te gaan. Thomas blijft altijd rustig, terwijl ik makkelijk boos kan worden. Hij lost de dingen op met een grapje.’ 

Thomas: ‘Eva-Maria is gul op het toneel, als performer en ook als mens. Ze is erg zichzelf: haar ­carrière is groots, maar er zit geen poeha omheen, zo is ze niet. Haar liefde voor de muziek voel je overduidelijk als je samen optreedt, ze is echt een podium­beest. Met één blik begrijpen we van elkaar wat we bedoelen, dat komt de muziek en de samenwerking ten goede.’

Eva-Maria: ‘Als je als vrienden op het podium staat word je blij van elkaar, je stimuleert elkaar en je gunt elkaar alles. Dat geeft extra vertrouwen.’

‘We hebben het niet zo op de hysterie in de muziekwereld’

Thomas: ‘Ik zing beter als er een podiumenergie is waarin ik vrij kan bewegen en waarbij ik me prettig voel. Eva-Maria en ik hebben het allebei niet zo op de hysterie in de muziekwereld, het belangrijk doen, het gedoe om de muziek heen. Een lachbui is niet altijd handig, maar moet wel kunnen. Ik ervaar een grote muzikale integriteit als ik met Eva-Maria op het podium sta, we willen allebei zo mooi mogelijk muziek maken.’

Eva-Maria: ‘Hetzelfde doel hebben als je optreedt, dat helpt. Mijn ideaal is: samen in een flow komen en plezier beleven, en dat geldt voor Thomas ook. In het leven is het net zo, als je een verwantschap voelt met iemand gaat alles vanzelf. Soms moet je wat meer moeite doen om bij andermans ideeën en gedachten te komen.’

Thomas: ‘Samen muziek maken is heerlijk, maar dat je met z’n tweeën op het podium staat wil niet zeggen dat je ook samen aan het musiceren bent. Pas als je allebei de goede antennes voor elkaar en voor de muziek hebt lukt het optimaal, en dat is het mooiste wat er is. De rol van het publiek daarin is zeer belangrijk. Een bepaalde concentratie en stilte voor elkaar krijgen met elkaar, en daarin de kans hebben om dingen te doen die je van tevoren niet bedacht had, is fantastisch: spelen met frasering, een rust oprekken, een noot langer aanhouden.’

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.