Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
lijstje

Deze 7 strijkkwartetten moet je eens gehoord hebben

door Lonneke Tausch
18 mei 2022 18 mei 2022

We stappen op zevenmijlslaarzen door het gigantische kwartetrepertoire, inzoomend op Duits/Oostenrijkse componisten. Lees en luister mee!

  • Uitsnede Tod und Mädchen

    Egon Schiele, 1915

    Uitsnede Tod und Mädchen

    Egon Schiele, 1915

  • Uitsnede Tod und Mädchen

    Egon Schiele, 1915

    Uitsnede Tod und Mädchen

    Egon Schiele, 1915

1

Joseph Haydn – ‘Zonsopgang’, op. 76 nr. 4 (1797)
De ‘vader van het strijkkwartet’ creëerde het genre – door Goethe bestempeld tot ‘een conversatie van vier intelligente mensen’ – natuurlijk niet uit het niets. Maar met zijn 60 à 80 kwartetten (afhankelijk van de telmethode), gecomponeerd tussen 1757 en 1803, was Haydn wel de opperleverancier.

2

Wolfgang Amadeus Mozart – ‘Haydnkwartetten’: KV 387, KV 421, KV 428, KV 458, KV 464 en KV 465 (1782-85)
Mozart kreeg nooit les van Haydn, maar droeg wel nr. 14 tot en met 19 van zijn strijkkwartetten op aan zijn ‘muzikale vader’: ‘Mijn zes zonen, waarlijk de vrucht van langdurige en uitputtende inspanningen’.

3

Ludwig van Beethoven – Vijftiende strijkkwartet in a klein, op. 132 (1825)
Beethoven nam wél les bij Haydn, maar brak steeds meer met de conventies van zijn leraar. Beethovens zestien kwartetten dijen steeds verder uit.

4

Franz Schubert – ‘Der Tod und das Mädchen’, D 810 (1824)
Het beroemdste van Schuberts circa twintig bewaard gebleven exemplaren is het veertiende: hyperromantische muziek met elementen uit zijn lied uit 1817 over een meisje dat door de Dood wordt verschalkt.

5

Robert Schumann – Strijkkwartet in A groot, op. 41 nr. 3 (1842)
Het dagboek van het echtpaar Schumann getuigt ervan dat Robert obsessief de strijkkwartetten bestudeerde van Mozart (1 april), Beethoven (28 april) en Haydn (6 mei). Op 4 juni begon hij zelf aan het genre, en binnen amper vijf weken had hij zijn enige drie strijkkwartetten af.

6

Johannes Brahms – Strijkkwartet in c klein, op. 51 nr. 1 (1873)
Ook Brahms componeerde drie strijkkwartetten, maar hij deed er beduidend langer over: in 1865 rept zijn vriend, violist Joseph Joachim, al in een brief over het c-klein-kwartet, en Brahms’ derde en laatste strijkkwartet
ging in première op 30 oktober 1876.

7

Arnold Schönberg – Tweede strijkkwartet, op. 10 (1908)
Drie jaar na het laatromantische Eerste strijkkwartet verraste de Oostenrijker met zijn Tweede, dat de deur wijd openzet voor atonaliteit en nieuwe klanken. ‘Ik voel de lucht van andere planeten’, zingt een sopraan veelzeggend in het laatste deel.

1

Joseph Haydn – ‘Zonsopgang’, op. 76 nr. 4 (1797)
De ‘vader van het strijkkwartet’ creëerde het genre – door Goethe bestempeld tot ‘een conversatie van vier intelligente mensen’ – natuurlijk niet uit het niets. Maar met zijn 60 à 80 kwartetten (afhankelijk van de telmethode), gecomponeerd tussen 1757 en 1803, was Haydn wel de opperleverancier.

2

Wolfgang Amadeus Mozart – ‘Haydnkwartetten’: KV 387, KV 421, KV 428, KV 458, KV 464 en KV 465 (1782-85)
Mozart kreeg nooit les van Haydn, maar droeg wel nr. 14 tot en met 19 van zijn strijkkwartetten op aan zijn ‘muzikale vader’: ‘Mijn zes zonen, waarlijk de vrucht van langdurige en uitputtende inspanningen’.

3

Ludwig van Beethoven – Vijftiende strijkkwartet in a klein, op. 132 (1825)
Beethoven nam wél les bij Haydn, maar brak steeds meer met de conventies van zijn leraar. Beethovens zestien kwartetten dijen steeds verder uit.

4

Franz Schubert – ‘Der Tod und das Mädchen’, D 810 (1824)
Het beroemdste van Schuberts circa twintig bewaard gebleven exemplaren is het veertiende: hyperromantische muziek met elementen uit zijn lied uit 1817 over een meisje dat door de Dood wordt verschalkt.

5

Robert Schumann – Strijkkwartet in A groot, op. 41 nr. 3 (1842)
Het dagboek van het echtpaar Schumann getuigt ervan dat Robert obsessief de strijkkwartetten bestudeerde van Mozart (1 april), Beethoven (28 april) en Haydn (6 mei). Op 4 juni begon hij zelf aan het genre, en binnen amper vijf weken had hij zijn enige drie strijkkwartetten af.

6

Johannes Brahms – Strijkkwartet in c klein, op. 51 nr. 1 (1873)
Ook Brahms componeerde drie strijkkwartetten, maar hij deed er beduidend langer over: in 1865 rept zijn vriend, violist Joseph Joachim, al in een brief over het c-klein-kwartet, en Brahms’ derde en laatste strijkkwartet
ging in première op 30 oktober 1876.

7

Arnold Schönberg – Tweede strijkkwartet, op. 10 (1908)
Drie jaar na het laatromantische Eerste strijkkwartet verraste de Oostenrijker met zijn Tweede, dat de deur wijd openzet voor atonaliteit en nieuwe klanken. ‘Ik voel de lucht van andere planeten’, zingt een sopraan veelzeggend in het laatste deel.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.