Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
column

Stilte a.u.b.

door Anna de Vey Mestdagh
18 mrt. 2020 18 maart 2020

Tweede violiste in het Concertgebouworkest Anna de Vey Mestdagh laat in haar maandelijkse column voor Preludium weten wat haar zoal bezighoudt. Deze maand: achtergrondmuziek.

‘Goedemiddag, dames en heren, mijn naam is Hans en ik ben uw chauffeur van vandaag’. We zitten met het orkest in de bus naar Brussel en Hans zet een lekker muziekje op. Onmiddellijk wordt hem vriendelijk doch dringend verzocht de radio uit te zetten… Musici kunnen zich namelijk onmogelijk van achtergrondmuziek af­sluiten. Ze horen iedere noot, ook als ze dat niet willen. Een busreis, het nemen van de lift of een bezoek aan het warenhuis kan alleen om die reden al dood­vermoeiend zijn.

In de concertzaal werd muziek als achtergrond nog niet zo heel lang geleden juist enorm gewaardeerd: het orkest speelde en het publiek praatte er gezellig doorheen, al wandelend en consumerend. Op een gegeven moment is daar paal en perk aan gesteld door onze eerste chef-dirigenten Willem Kes en Willem Mengelberg. Stil blijven zitten, geen geklap meer tussen de delen en volledige aandacht voor de muziek. Netwerken doe je maar in de pauze.

Niet alleen de muziek zelf maar ook de vaak bewust gecomponeerde stilte tússen de noten kwam op deze manier veel meer tot zijn recht. Denk aan Mahlers Tiende symfonie, waar een pijnlijk wringend dissonant akkoord gevolgd wordt door een stilte die de wanhoop van dat akkoord tienvoudig in zich lijkt te dragen.

Of bij de Matthäus-Passion, waar in de doodse stilte na Jezus’ laatste wanhoopskreet een diepe droefenis neerdaalt die zijn weerga niet kent. En natuurlijk kennen we allemaal die concerten waarbij iedereen na het uitsterven van de laatste noot een schijnbare eeuwigheid zijn adem inhoudt.

Ooit beschreef schrijver Aldous Huxley het als volgt: ‘Na stilte komt muziek toch wel het dichtst bij het ­weergeven van datgene wat niet uit te drukken valt.’ Kun je nagaan wat die twee samen kunnen doen.

Anna de Vey Mestdagh is tweede violiste in het Concertgebouworkest.

‘Goedemiddag, dames en heren, mijn naam is Hans en ik ben uw chauffeur van vandaag’. We zitten met het orkest in de bus naar Brussel en Hans zet een lekker muziekje op. Onmiddellijk wordt hem vriendelijk doch dringend verzocht de radio uit te zetten… Musici kunnen zich namelijk onmogelijk van achtergrondmuziek af­sluiten. Ze horen iedere noot, ook als ze dat niet willen. Een busreis, het nemen van de lift of een bezoek aan het warenhuis kan alleen om die reden al dood­vermoeiend zijn.

In de concertzaal werd muziek als achtergrond nog niet zo heel lang geleden juist enorm gewaardeerd: het orkest speelde en het publiek praatte er gezellig doorheen, al wandelend en consumerend. Op een gegeven moment is daar paal en perk aan gesteld door onze eerste chef-dirigenten Willem Kes en Willem Mengelberg. Stil blijven zitten, geen geklap meer tussen de delen en volledige aandacht voor de muziek. Netwerken doe je maar in de pauze.

Niet alleen de muziek zelf maar ook de vaak bewust gecomponeerde stilte tússen de noten kwam op deze manier veel meer tot zijn recht. Denk aan Mahlers Tiende symfonie, waar een pijnlijk wringend dissonant akkoord gevolgd wordt door een stilte die de wanhoop van dat akkoord tienvoudig in zich lijkt te dragen.

Of bij de Matthäus-Passion, waar in de doodse stilte na Jezus’ laatste wanhoopskreet een diepe droefenis neerdaalt die zijn weerga niet kent. En natuurlijk kennen we allemaal die concerten waarbij iedereen na het uitsterven van de laatste noot een schijnbare eeuwigheid zijn adem inhoudt.

Ooit beschreef schrijver Aldous Huxley het als volgt: ‘Na stilte komt muziek toch wel het dichtst bij het ­weergeven van datgene wat niet uit te drukken valt.’ Kun je nagaan wat die twee samen kunnen doen.

Anna de Vey Mestdagh is tweede violiste in het Concertgebouworkest.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.