Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Concertprogramma

Concertprogramma

Sheku & Isata Kanneh-Mason met Chopins Cellosonate

Sheku & Isata Kanneh-Mason met Chopins Cellosonate

Kleine Zaal
25 mei 2024
20.15 uur

Print dit programma

Sheku Kanneh-Mason cello
Isata Kanneh-Mason piano

Dit concert maakt deel uit van de serie Persoonlijke Noot.

Ook interessant:
- Dubbelinterview Isata en Sheku Kanneh-Mason

Felix Mendelssohn (1809-1847)

Cellosonate nr. 1 in Bes gr.t., op. 45 (1838)
Allegro vivace
Andante
Allegro assai

Ludwig van Beethoven (1770-1827)

Cellosonate in D gr.t., op. 102 nr. 2 (1815)
Allegro con brio
Adagio con molto sentimento d’affetto
Allegro fugato

pauze ± 21.05 uur

Gabriel Fauré (1845-1924)

Cellosonate nr. 1 in d kl.t., op. 109 (1917)
Allegro
Andante
Allegro commodo

Frédéric Chopin (1810-1849)

Cellosonate in g kl.t., op. 65 (1845-47)
Allegro moderato
Scherzo
Largo
Finale: Allegro

einde ± 22.15 uur

Dit concert wordt mede mogelijk gemaakt door Evi van Lanschot. 

Kleine Zaal 25 mei 2024 20.15 uur

Sheku Kanneh-Mason cello
Isata Kanneh-Mason piano

Dit concert maakt deel uit van de serie Persoonlijke Noot.

Ook interessant:
- Dubbelinterview Isata en Sheku Kanneh-Mason

Felix Mendelssohn (1809-1847)

Cellosonate nr. 1 in Bes gr.t., op. 45 (1838)
Allegro vivace
Andante
Allegro assai

Ludwig van Beethoven (1770-1827)

Cellosonate in D gr.t., op. 102 nr. 2 (1815)
Allegro con brio
Adagio con molto sentimento d’affetto
Allegro fugato

pauze ± 21.05 uur

Gabriel Fauré (1845-1924)

Cellosonate nr. 1 in d kl.t., op. 109 (1917)
Allegro
Andante
Allegro commodo

Frédéric Chopin (1810-1849)

Cellosonate in g kl.t., op. 65 (1845-47)
Allegro moderato
Scherzo
Largo
Finale: Allegro

einde ± 22.15 uur

Dit concert wordt mede mogelijk gemaakt door Evi van Lanschot. 

Toelichting

Toelichting

door Marike Tuin

Een recital met alleen cellosonates werd pas aan het eind van de negentiende eeuw geaccepteerd als concertwaardig. Daarvóór werd er wel eens een cellosonate gespeeld in een pianorecital, waar de cellist mocht komen opdraven voor één stuk. In dit programma kunnen we de ontwikkeling van de cellosonate tussen 1815 en 1917 horen. Beethoven zette de toon door cello en piano gelijkwaardig te maken en de componisten na hem borduurden hierop voort. 

Een recital met alleen cellosonates werd pas aan het eind van de negentiende eeuw geaccepteerd als concertwaardig. Daarvóór werd er wel eens een cellosonate gespeeld in een pianorecital, waar de cellist mocht komen opdraven voor één stuk. In dit programma kunnen we de ontwikkeling van de cellosonate tussen 1815 en 1917 horen. Beethoven zette de toon door cello en piano gelijkwaardig te maken en de componisten na hem borduurden hierop voort. 

door Marike Tuin

Felix Mendelssohn (1809-1847)

Eerste cellosonate

door Marike Tuin

Felix Mendelssohn kan gezien worden als bruggenbouwer tussen de Klassieke Periode en de Romantiek. Sinds hij op zijn ­zestiende het prachtige Octet voor strijkers componeerde produceerde hij verschillende meesterwerken voor strijkinstrumenten, waaronder vier werken voor cello en piano. Zijn Eerste cellosonate componeerde Mendelssohn in het begin van 1838. Hoewel hij op dat moment tijdelijk doof was door een oorontsteking was het een gelukkige tijd. Hij werd op 7 februari vader van zijn eerste kind, Karl Wolfgang Paul, genoemd naar zijn broer Paul. Voor hem, een bankier en zeer goede amateurcellist, componeerde Felix deze sonate.

Het gezin Mendelssohn woonde in deze tijd in Leipzig, waar Felix dirigent was van de orkestconcerten in het Gewandhaus. Hier dirigeerde hij niet alleen zijn eigen muziek maar ook ‘oude’ muziek van componisten als Bach en Beethoven. Mendelssohns composities werden sterk beïnvloed door de Klassieke Periode en zijn Eerste cellosonate is zeker klassiek in vorm en textuur. Ze opent met een zonnig en optimistisch Allegro vivace maar, zoals typerend is voor Mendelssohn, de muziek wordt al gauw stormachtig. Een briljante pianist is nodig voor de virtuoze passages. Het Andante is delicaat en de finale is een virtuoos showstuk. 

Felix Mendelssohn kan gezien worden als bruggenbouwer tussen de Klassieke Periode en de Romantiek. Sinds hij op zijn ­zestiende het prachtige Octet voor strijkers componeerde produceerde hij verschillende meesterwerken voor strijkinstrumenten, waaronder vier werken voor cello en piano. Zijn Eerste cellosonate componeerde Mendelssohn in het begin van 1838. Hoewel hij op dat moment tijdelijk doof was door een oorontsteking was het een gelukkige tijd. Hij werd op 7 februari vader van zijn eerste kind, Karl Wolfgang Paul, genoemd naar zijn broer Paul. Voor hem, een bankier en zeer goede amateurcellist, componeerde Felix deze sonate.

Het gezin Mendelssohn woonde in deze tijd in Leipzig, waar Felix dirigent was van de orkestconcerten in het Gewandhaus. Hier dirigeerde hij niet alleen zijn eigen muziek maar ook ‘oude’ muziek van componisten als Bach en Beethoven. Mendelssohns composities werden sterk beïnvloed door de Klassieke Periode en zijn Eerste cellosonate is zeker klassiek in vorm en textuur. Ze opent met een zonnig en optimistisch Allegro vivace maar, zoals typerend is voor Mendelssohn, de muziek wordt al gauw stormachtig. Een briljante pianist is nodig voor de virtuoze passages. Het Andante is delicaat en de finale is een virtuoos showstuk. 

door Marike Tuin

Ludwig van Beethoven (1770-1827)

Vijfde cellosonate

door Marike Tuin

Van september 1814 tot juni 1815 was Wenen gastheer voor Napoleons overwinnaars. Na het vergaderen werd er volop gefeest en bij allerlei festiviteiten werd Ludwig van Beethoven, op het hoogtepunt van zijn internationale roem, ingeschakeld voor glorierijke muziek. Zijn privéleven werd daarentegen steeds beperkter door doofheid en allerlei lichamelijke kwalen die zorgden voor humeurigheid en onvoorspelbaar gedrag. Naast grootschalige werken verschenen in 1815 ook zijn laatste twee cellosonates, de vierde en vijfde (samen opus 102). De stukken werden slechts eenmalig uitgevoerd, door cellist Joseph Linke en pianist Carl Czerny tijdens een concert in februari 1816.

Over de Cellosonate in D groot, op. 102 nr. 2 schreef een recensent in 1818: ‘Alles hier is anders, ongebruikelijk en vreemd…. Alles wat alleen maar briljant, plezierig of fijn voor de oren is, wordt hier afgewezen… Maar wat een prachtige melodie en harmonie in het hoofdthema van het Adagio! Deze werken kunnen niet gemakkelijk gespeeld of begrepen worden.’ De sonatevorm is Beethoven aan het loslaten en het stuk begint abrupt met een bruisend thema in D groot. Je zou het eerste deel kunnen zien als een uitbeelding van conflictervaringen of Napoleontische herinneringen. Het middelste deel is het enige langzame deel in Beethovens cellosonates met volle lengte. De plechtige gepuncteerde ritmes suggereren een soort lamento. Het stuk is van een opmerkelijke, sombere schoonheid. In het laatste deel, de fuga, zoekt Beethoven de grenzen van het achttiende-­eeuwse contrapunt. 

Van september 1814 tot juni 1815 was Wenen gastheer voor Napoleons overwinnaars. Na het vergaderen werd er volop gefeest en bij allerlei festiviteiten werd Ludwig van Beethoven, op het hoogtepunt van zijn internationale roem, ingeschakeld voor glorierijke muziek. Zijn privéleven werd daarentegen steeds beperkter door doofheid en allerlei lichamelijke kwalen die zorgden voor humeurigheid en onvoorspelbaar gedrag. Naast grootschalige werken verschenen in 1815 ook zijn laatste twee cellosonates, de vierde en vijfde (samen opus 102). De stukken werden slechts eenmalig uitgevoerd, door cellist Joseph Linke en pianist Carl Czerny tijdens een concert in februari 1816.

Over de Cellosonate in D groot, op. 102 nr. 2 schreef een recensent in 1818: ‘Alles hier is anders, ongebruikelijk en vreemd…. Alles wat alleen maar briljant, plezierig of fijn voor de oren is, wordt hier afgewezen… Maar wat een prachtige melodie en harmonie in het hoofdthema van het Adagio! Deze werken kunnen niet gemakkelijk gespeeld of begrepen worden.’ De sonatevorm is Beethoven aan het loslaten en het stuk begint abrupt met een bruisend thema in D groot. Je zou het eerste deel kunnen zien als een uitbeelding van conflictervaringen of Napoleontische herinneringen. Het middelste deel is het enige langzame deel in Beethovens cellosonates met volle lengte. De plechtige gepuncteerde ritmes suggereren een soort lamento. Het stuk is van een opmerkelijke, sombere schoonheid. In het laatste deel, de fuga, zoekt Beethoven de grenzen van het achttiende-­eeuwse contrapunt. 

door Marike Tuin

Gabriel Fauré (1845-1924)

Eerste cellosonate

door Marike Tuin

Gabriel Fauré componeerde zijn twee cellosonates in het laatste decennium van zijn lange leven. Beide werden in première gebracht door Gérard Hekking, voormalig solocellist van het Concertgebouworkest. De Eerste cellosonate verscheen in 1917. Fauré was toen met zijn 72 jaar nog directeur van het Parijse conservatorium. Dit zou hij blijven tot 1920, toen zijn gezondheid achteruit ging en hij te doof werd. Fauré werd vrijwel unaniem gewaardeerd omdat hij openstond voor de avant-gardisten, terwijl zijn eigen stijl, hoewel soms experimenteel, goed gegrond was in de klassieke principes van harmonie, contrapunt en vorm. 

De Eerste cellosonate schildert een wereld van elegantie en dromerige nostalgie. Het eerste thema van het eerste deel leende Fauré van zijn eigen onuitgegeven Symfonie in d klein uit 1884. Het begint met een ritmische ‘hartslag’ in de piano, die zich ontwikkelt tot een uitbundige motor. In de laatste maten wordt deze voortstuwende lijn opgepikt door de cello. Het tweede deel is een serene en melancholische sarabande. Het slotdeel heeft een magische sfeer. Deze schijnbaar zonnige muziek heeft een subtiele ondertoon van verlangen en treurigheid.

Gabriel Fauré componeerde zijn twee cellosonates in het laatste decennium van zijn lange leven. Beide werden in première gebracht door Gérard Hekking, voormalig solocellist van het Concertgebouworkest. De Eerste cellosonate verscheen in 1917. Fauré was toen met zijn 72 jaar nog directeur van het Parijse conservatorium. Dit zou hij blijven tot 1920, toen zijn gezondheid achteruit ging en hij te doof werd. Fauré werd vrijwel unaniem gewaardeerd omdat hij openstond voor de avant-gardisten, terwijl zijn eigen stijl, hoewel soms experimenteel, goed gegrond was in de klassieke principes van harmonie, contrapunt en vorm. 

De Eerste cellosonate schildert een wereld van elegantie en dromerige nostalgie. Het eerste thema van het eerste deel leende Fauré van zijn eigen onuitgegeven Symfonie in d klein uit 1884. Het begint met een ritmische ‘hartslag’ in de piano, die zich ontwikkelt tot een uitbundige motor. In de laatste maten wordt deze voortstuwende lijn opgepikt door de cello. Het tweede deel is een serene en melancholische sarabande. Het slotdeel heeft een magische sfeer. Deze schijnbaar zonnige muziek heeft een subtiele ondertoon van verlangen en treurigheid.

door Marike Tuin

Frédéric Chopin (1810-1849)

Cellosonate

door Marike Tuin

Frédéric Chopin was vooral een pianocomponist. Van zijn handvol stukken waarbij een ander instrument betrokken is, zijn er drie voor cello en piano. De Cellosonate was een van de laatste stukken die hij componeerde en werd in première gebracht op zijn laatste openbare concert in Parijs, in februari 1848. Chopin begon te werken aan de sonate toen zijn complexe relatie met de schrijfster George Sand afbrokkelde. Hij worstelde ook met de compositie, met als gevolg dat de cellist Auguste Franchomme en hij op de première alleen de laatste drie delen speelden. 

Het eerste deel heeft een soort afgekapte sonatevorm, waardoor het dramatisch interessant blijft. Doordat Chopin de melodieën graag verdeelt over de beide handen van de piano kun je er vaak drie tegelijk horen. Het tweede deel, Scherzo, is beïnvloed door de mazurka, een Poolse dans waar Chopin erg van hield. In het korte Largo weet Chopin de intimiteit te creëren van zijn pianonocturnes, waarin hij uitblonk. De rondoachtige Finale bevat weer meer dramatische complexiteit. De melodische en harmonische chromatiek van Chopins late stijl is volledig aanwezig in dit deel, dat eindigt met een opzwepend coda in een zonnig
G groot.  

Frédéric Chopin was vooral een pianocomponist. Van zijn handvol stukken waarbij een ander instrument betrokken is, zijn er drie voor cello en piano. De Cellosonate was een van de laatste stukken die hij componeerde en werd in première gebracht op zijn laatste openbare concert in Parijs, in februari 1848. Chopin begon te werken aan de sonate toen zijn complexe relatie met de schrijfster George Sand afbrokkelde. Hij worstelde ook met de compositie, met als gevolg dat de cellist Auguste Franchomme en hij op de première alleen de laatste drie delen speelden. 

Het eerste deel heeft een soort afgekapte sonatevorm, waardoor het dramatisch interessant blijft. Doordat Chopin de melodieën graag verdeelt over de beide handen van de piano kun je er vaak drie tegelijk horen. Het tweede deel, Scherzo, is beïnvloed door de mazurka, een Poolse dans waar Chopin erg van hield. In het korte Largo weet Chopin de intimiteit te creëren van zijn pianonocturnes, waarin hij uitblonk. De rondoachtige Finale bevat weer meer dramatische complexiteit. De melodische en harmonische chromatiek van Chopins late stijl is volledig aanwezig in dit deel, dat eindigt met een opzwepend coda in een zonnig
G groot.  

door Marike Tuin

Toelichting

door Marike Tuin

Een recital met alleen cellosonates werd pas aan het eind van de negentiende eeuw geaccepteerd als concertwaardig. Daarvóór werd er wel eens een cellosonate gespeeld in een pianorecital, waar de cellist mocht komen opdraven voor één stuk. In dit programma kunnen we de ontwikkeling van de cellosonate tussen 1815 en 1917 horen. Beethoven zette de toon door cello en piano gelijkwaardig te maken en de componisten na hem borduurden hierop voort. 

Een recital met alleen cellosonates werd pas aan het eind van de negentiende eeuw geaccepteerd als concertwaardig. Daarvóór werd er wel eens een cellosonate gespeeld in een pianorecital, waar de cellist mocht komen opdraven voor één stuk. In dit programma kunnen we de ontwikkeling van de cellosonate tussen 1815 en 1917 horen. Beethoven zette de toon door cello en piano gelijkwaardig te maken en de componisten na hem borduurden hierop voort. 

door Marike Tuin

Felix Mendelssohn (1809-1847)

Eerste cellosonate

door Marike Tuin

Felix Mendelssohn kan gezien worden als bruggenbouwer tussen de Klassieke Periode en de Romantiek. Sinds hij op zijn ­zestiende het prachtige Octet voor strijkers componeerde produceerde hij verschillende meesterwerken voor strijkinstrumenten, waaronder vier werken voor cello en piano. Zijn Eerste cellosonate componeerde Mendelssohn in het begin van 1838. Hoewel hij op dat moment tijdelijk doof was door een oorontsteking was het een gelukkige tijd. Hij werd op 7 februari vader van zijn eerste kind, Karl Wolfgang Paul, genoemd naar zijn broer Paul. Voor hem, een bankier en zeer goede amateurcellist, componeerde Felix deze sonate.

Het gezin Mendelssohn woonde in deze tijd in Leipzig, waar Felix dirigent was van de orkestconcerten in het Gewandhaus. Hier dirigeerde hij niet alleen zijn eigen muziek maar ook ‘oude’ muziek van componisten als Bach en Beethoven. Mendelssohns composities werden sterk beïnvloed door de Klassieke Periode en zijn Eerste cellosonate is zeker klassiek in vorm en textuur. Ze opent met een zonnig en optimistisch Allegro vivace maar, zoals typerend is voor Mendelssohn, de muziek wordt al gauw stormachtig. Een briljante pianist is nodig voor de virtuoze passages. Het Andante is delicaat en de finale is een virtuoos showstuk. 

Felix Mendelssohn kan gezien worden als bruggenbouwer tussen de Klassieke Periode en de Romantiek. Sinds hij op zijn ­zestiende het prachtige Octet voor strijkers componeerde produceerde hij verschillende meesterwerken voor strijkinstrumenten, waaronder vier werken voor cello en piano. Zijn Eerste cellosonate componeerde Mendelssohn in het begin van 1838. Hoewel hij op dat moment tijdelijk doof was door een oorontsteking was het een gelukkige tijd. Hij werd op 7 februari vader van zijn eerste kind, Karl Wolfgang Paul, genoemd naar zijn broer Paul. Voor hem, een bankier en zeer goede amateurcellist, componeerde Felix deze sonate.

Het gezin Mendelssohn woonde in deze tijd in Leipzig, waar Felix dirigent was van de orkestconcerten in het Gewandhaus. Hier dirigeerde hij niet alleen zijn eigen muziek maar ook ‘oude’ muziek van componisten als Bach en Beethoven. Mendelssohns composities werden sterk beïnvloed door de Klassieke Periode en zijn Eerste cellosonate is zeker klassiek in vorm en textuur. Ze opent met een zonnig en optimistisch Allegro vivace maar, zoals typerend is voor Mendelssohn, de muziek wordt al gauw stormachtig. Een briljante pianist is nodig voor de virtuoze passages. Het Andante is delicaat en de finale is een virtuoos showstuk. 

door Marike Tuin

Ludwig van Beethoven (1770-1827)

Vijfde cellosonate

door Marike Tuin

Van september 1814 tot juni 1815 was Wenen gastheer voor Napoleons overwinnaars. Na het vergaderen werd er volop gefeest en bij allerlei festiviteiten werd Ludwig van Beethoven, op het hoogtepunt van zijn internationale roem, ingeschakeld voor glorierijke muziek. Zijn privéleven werd daarentegen steeds beperkter door doofheid en allerlei lichamelijke kwalen die zorgden voor humeurigheid en onvoorspelbaar gedrag. Naast grootschalige werken verschenen in 1815 ook zijn laatste twee cellosonates, de vierde en vijfde (samen opus 102). De stukken werden slechts eenmalig uitgevoerd, door cellist Joseph Linke en pianist Carl Czerny tijdens een concert in februari 1816.

Over de Cellosonate in D groot, op. 102 nr. 2 schreef een recensent in 1818: ‘Alles hier is anders, ongebruikelijk en vreemd…. Alles wat alleen maar briljant, plezierig of fijn voor de oren is, wordt hier afgewezen… Maar wat een prachtige melodie en harmonie in het hoofdthema van het Adagio! Deze werken kunnen niet gemakkelijk gespeeld of begrepen worden.’ De sonatevorm is Beethoven aan het loslaten en het stuk begint abrupt met een bruisend thema in D groot. Je zou het eerste deel kunnen zien als een uitbeelding van conflictervaringen of Napoleontische herinneringen. Het middelste deel is het enige langzame deel in Beethovens cellosonates met volle lengte. De plechtige gepuncteerde ritmes suggereren een soort lamento. Het stuk is van een opmerkelijke, sombere schoonheid. In het laatste deel, de fuga, zoekt Beethoven de grenzen van het achttiende-­eeuwse contrapunt. 

Van september 1814 tot juni 1815 was Wenen gastheer voor Napoleons overwinnaars. Na het vergaderen werd er volop gefeest en bij allerlei festiviteiten werd Ludwig van Beethoven, op het hoogtepunt van zijn internationale roem, ingeschakeld voor glorierijke muziek. Zijn privéleven werd daarentegen steeds beperkter door doofheid en allerlei lichamelijke kwalen die zorgden voor humeurigheid en onvoorspelbaar gedrag. Naast grootschalige werken verschenen in 1815 ook zijn laatste twee cellosonates, de vierde en vijfde (samen opus 102). De stukken werden slechts eenmalig uitgevoerd, door cellist Joseph Linke en pianist Carl Czerny tijdens een concert in februari 1816.

Over de Cellosonate in D groot, op. 102 nr. 2 schreef een recensent in 1818: ‘Alles hier is anders, ongebruikelijk en vreemd…. Alles wat alleen maar briljant, plezierig of fijn voor de oren is, wordt hier afgewezen… Maar wat een prachtige melodie en harmonie in het hoofdthema van het Adagio! Deze werken kunnen niet gemakkelijk gespeeld of begrepen worden.’ De sonatevorm is Beethoven aan het loslaten en het stuk begint abrupt met een bruisend thema in D groot. Je zou het eerste deel kunnen zien als een uitbeelding van conflictervaringen of Napoleontische herinneringen. Het middelste deel is het enige langzame deel in Beethovens cellosonates met volle lengte. De plechtige gepuncteerde ritmes suggereren een soort lamento. Het stuk is van een opmerkelijke, sombere schoonheid. In het laatste deel, de fuga, zoekt Beethoven de grenzen van het achttiende-­eeuwse contrapunt. 

door Marike Tuin

Gabriel Fauré (1845-1924)

Eerste cellosonate

door Marike Tuin

Gabriel Fauré componeerde zijn twee cellosonates in het laatste decennium van zijn lange leven. Beide werden in première gebracht door Gérard Hekking, voormalig solocellist van het Concertgebouworkest. De Eerste cellosonate verscheen in 1917. Fauré was toen met zijn 72 jaar nog directeur van het Parijse conservatorium. Dit zou hij blijven tot 1920, toen zijn gezondheid achteruit ging en hij te doof werd. Fauré werd vrijwel unaniem gewaardeerd omdat hij openstond voor de avant-gardisten, terwijl zijn eigen stijl, hoewel soms experimenteel, goed gegrond was in de klassieke principes van harmonie, contrapunt en vorm. 

De Eerste cellosonate schildert een wereld van elegantie en dromerige nostalgie. Het eerste thema van het eerste deel leende Fauré van zijn eigen onuitgegeven Symfonie in d klein uit 1884. Het begint met een ritmische ‘hartslag’ in de piano, die zich ontwikkelt tot een uitbundige motor. In de laatste maten wordt deze voortstuwende lijn opgepikt door de cello. Het tweede deel is een serene en melancholische sarabande. Het slotdeel heeft een magische sfeer. Deze schijnbaar zonnige muziek heeft een subtiele ondertoon van verlangen en treurigheid.

Gabriel Fauré componeerde zijn twee cellosonates in het laatste decennium van zijn lange leven. Beide werden in première gebracht door Gérard Hekking, voormalig solocellist van het Concertgebouworkest. De Eerste cellosonate verscheen in 1917. Fauré was toen met zijn 72 jaar nog directeur van het Parijse conservatorium. Dit zou hij blijven tot 1920, toen zijn gezondheid achteruit ging en hij te doof werd. Fauré werd vrijwel unaniem gewaardeerd omdat hij openstond voor de avant-gardisten, terwijl zijn eigen stijl, hoewel soms experimenteel, goed gegrond was in de klassieke principes van harmonie, contrapunt en vorm. 

De Eerste cellosonate schildert een wereld van elegantie en dromerige nostalgie. Het eerste thema van het eerste deel leende Fauré van zijn eigen onuitgegeven Symfonie in d klein uit 1884. Het begint met een ritmische ‘hartslag’ in de piano, die zich ontwikkelt tot een uitbundige motor. In de laatste maten wordt deze voortstuwende lijn opgepikt door de cello. Het tweede deel is een serene en melancholische sarabande. Het slotdeel heeft een magische sfeer. Deze schijnbaar zonnige muziek heeft een subtiele ondertoon van verlangen en treurigheid.

door Marike Tuin

Frédéric Chopin (1810-1849)

Cellosonate

door Marike Tuin

Frédéric Chopin was vooral een pianocomponist. Van zijn handvol stukken waarbij een ander instrument betrokken is, zijn er drie voor cello en piano. De Cellosonate was een van de laatste stukken die hij componeerde en werd in première gebracht op zijn laatste openbare concert in Parijs, in februari 1848. Chopin begon te werken aan de sonate toen zijn complexe relatie met de schrijfster George Sand afbrokkelde. Hij worstelde ook met de compositie, met als gevolg dat de cellist Auguste Franchomme en hij op de première alleen de laatste drie delen speelden. 

Het eerste deel heeft een soort afgekapte sonatevorm, waardoor het dramatisch interessant blijft. Doordat Chopin de melodieën graag verdeelt over de beide handen van de piano kun je er vaak drie tegelijk horen. Het tweede deel, Scherzo, is beïnvloed door de mazurka, een Poolse dans waar Chopin erg van hield. In het korte Largo weet Chopin de intimiteit te creëren van zijn pianonocturnes, waarin hij uitblonk. De rondoachtige Finale bevat weer meer dramatische complexiteit. De melodische en harmonische chromatiek van Chopins late stijl is volledig aanwezig in dit deel, dat eindigt met een opzwepend coda in een zonnig
G groot.  

Frédéric Chopin was vooral een pianocomponist. Van zijn handvol stukken waarbij een ander instrument betrokken is, zijn er drie voor cello en piano. De Cellosonate was een van de laatste stukken die hij componeerde en werd in première gebracht op zijn laatste openbare concert in Parijs, in februari 1848. Chopin begon te werken aan de sonate toen zijn complexe relatie met de schrijfster George Sand afbrokkelde. Hij worstelde ook met de compositie, met als gevolg dat de cellist Auguste Franchomme en hij op de première alleen de laatste drie delen speelden. 

Het eerste deel heeft een soort afgekapte sonatevorm, waardoor het dramatisch interessant blijft. Doordat Chopin de melodieën graag verdeelt over de beide handen van de piano kun je er vaak drie tegelijk horen. Het tweede deel, Scherzo, is beïnvloed door de mazurka, een Poolse dans waar Chopin erg van hield. In het korte Largo weet Chopin de intimiteit te creëren van zijn pianonocturnes, waarin hij uitblonk. De rondoachtige Finale bevat weer meer dramatische complexiteit. De melodische en harmonische chromatiek van Chopins late stijl is volledig aanwezig in dit deel, dat eindigt met een opzwepend coda in een zonnig
G groot.  

door Marike Tuin

Biografie

Sheku Kanneh-Mason, cello

Sheku Kanneh-Mason groeide op in een groot muzikaal gezin. Hij koos voor de cello om, naar eigen zeggen, zijn vioolspelende oudere broer te ‘overtreffen met een groter instrument’. Het grote publiek leerde de familie kennen toen in 2015 zes broers en zussen als ‘The Kanneh-Masons’ doordrongen tot de halve finale van Britain’s Got Talent.

Een jaar later sleepte Sheku Kanneh-Mason de BBC Young Musician of the Year Award in de wacht, en zijn ­debuut-cd bevat het werk waarmee hij won: het Eerste celloconcert van Sjostakovitsj. 

In 2017 maakte Sheku Kanneh-Mason met het Chineke! ­Orchestra zijn debuut op de BBC Proms en sindsdien keerde hij er ieder jaar terug – ook in pandemiejaar 2020, met zijn zus Isata aan de piano ten overstaan van een lege zaal.

Toen Sheku Kanneh-Mason in 2018 op Windsor Castle speelde bij het huwelijk van Prins Harry en Megan Markle werd dat gezien door twee miljard mensen wereldwijd. Highlights in het huidige concertseizoen zijn solo’s bij de orkesten van Los Angeles, Chicago, Cincinnati, New York, Detroit en San Francisco, en optredens met het Orchestre de Paris, het Oslo Filharmonisch Orkest en de nationale orkesten van Spanje en Ierland.

In Antigua, waar hij familiebanden heeft, keert de cellist terug als ambassadeur van het Antigua and Barbuda Youth Symphony ­Orchestra. Sheku Kanneh-Mason studeerde aan de Royal Academy of Music in Londen bij Hannah Roberts en is daar sinds 2022 zelf gastdocent. Hij heeft een cello uit 1700 van Matteo Goffriller in bruikleen.

In maart 2019 debuteerde hij in de Grote Zaal als solist bij het Nederlands Kamer­orkest en op 1 augustus 2021 keerde hij er terug in een recital met zijn zus Isata. Vandaag maakt het duo zijn debuut in de Kleine Zaal.

Isata Kanneh-Mason, piano

Isata Kanneh-Mason kreeg de ­Leonard Bernstein Award 2021 en een Opus Klassik 2020 en trok tijdens de lockdown in voorjaar 2020 met een livestream van Beethovens Derde piano­concert – thuis, begeleid door haar broers en zussen – meer dan een miljoen kijkers.

Op haar debuutalbum Romance – the Piano Music of ­Clara Schumann (2019) volgden in 2021 Summertime (inclusief een cd-première van componist Samuel Coleridge-Taylor) en in 2023 Childhood Tales. Tussendoor verscheen ook Muse, het eerste duo-album met op cello haar broer Sheku Kanneh-Mason. 

Isata Kanneh-­Mason speelde in 2023 op de BBC Proms met het BBC National Orchestra of Wales, en debuteerde de afgelopen tijd in Londen in het Barbican Centre, de Queen Elizabeth Hall en Wigmore Hall. Ze was Junge Wilde bij het Konzerthaus Dortmund en speelde kamermuziek in de Berliner Philharmonie, de National Concert Hall Dublin, Perth Concert Hall en het Prinzregenten­theater in München.

Ook werd de pianiste geëngageerd door gezelschappen als de New World Symphony Miami, het City of Birmingham Symphony Orchestra, de London Mozart Players en de orkesten van Los Angeles, Philadelphia en Toronto. Artist in residence was ze bij het Royal Philharmonic Orchestra. Solorecitals geeft ze dit seizoen in Noord-Amerika, op het Festival van Luzern en op een reeks podia in Duitsland.

Isata Kanneh-Mason studeerde in 2020 af aan de Royal Academy of Music in Londen en volgde in Berlijn lessen bij Kirill Gerstein. In de Grote Zaal debuteerde ze op 1 augustus 2021 in een duoprogramma met haar broer, cellist Sheku Kanneh-Mason, en keerde ze (in de serie Nieuwe Wereldsterren) terug op 15 maart 2022 met het Paris Mozart Orchestra in het Pianoconcert van Clara Schumann.

Op 8 juni 2022 speelde Isata Kanneh-Mason solo in de Kleine Zaal in de Rising Stars-serie.