Ronald Brautigam en Nederlands Kamerorkest: Brahms en de Schumanns
Kleine Zaal 21 september 2024 20.15 uur
Gordan Nikolić viool
Ronald Brautigam piano
musici van het Nederlands Kamerorkest:
Bas Treub viool
Simone van der Giessen altviool
Jan Bastiaan Neven cello
Sietse-Jan Weijenberg cello
Annette Zahn contrabas
Leon Berendse fluit
Leon Bosch klarinet
Herman Draaisma klarinet
Margreet Bongers fagot
Fokke van Heel hoorn
Dit concert maakt deel uit van de serie Strijkers met Variatie.
CLARA SCHUMANN (1819-1896)
Drie romances, op. 22 (1853)
voor viool en piano
Andante molto
Allegretto
Leidenschaftlich schnell
ROBERT SCHUMANN (1810- 1856)
Pianokwintet in Es gr.t., op. 44 (1842)
Allegro brillante
In modo d’una marcia: Un poco largamento – Agitato
Scherzo: Molto vivace
Finale: Allegro ma non troppo
pauze ± 21.00 uur
JOHANNES BRAHMS (1833-1897)
Serenade nr. 1 in D gr.t., op. 11 (1859)
versie voor nonet
Allegro molto
Scherzo: Allegro non troppo
Adagio non troppo
Menuetto I en II
Scherzo: Allegro
Rondo: Allegro
einde ± 22.15 uur
Gordan Nikolić viool
Ronald Brautigam piano
musici van het Nederlands Kamerorkest:
Bas Treub viool
Simone van der Giessen altviool
Jan Bastiaan Neven cello
Sietse-Jan Weijenberg cello
Annette Zahn contrabas
Leon Berendse fluit
Leon Bosch klarinet
Herman Draaisma klarinet
Margreet Bongers fagot
Fokke van Heel hoorn
Dit concert maakt deel uit van de serie Strijkers met Variatie.
CLARA SCHUMANN (1819-1896)
Drie romances, op. 22 (1853)
voor viool en piano
Andante molto
Allegretto
Leidenschaftlich schnell
ROBERT SCHUMANN (1810- 1856)
Pianokwintet in Es gr.t., op. 44 (1842)
Allegro brillante
In modo d’una marcia: Un poco largamento – Agitato
Scherzo: Molto vivace
Finale: Allegro ma non troppo
pauze ± 21.00 uur
JOHANNES BRAHMS (1833-1897)
Serenade nr. 1 in D gr.t., op. 11 (1859)
versie voor nonet
Allegro molto
Scherzo: Allegro non troppo
Adagio non troppo
Menuetto I en II
Scherzo: Allegro
Rondo: Allegro
einde ± 22.15 uur
Toelichting
Toelichting
Weinig componisten zijn zo met elkaar verbonden als Johannes Brahms, Robert Schumann en Clara Schumann. Clara en Robert leerden elkaar kennen toen Clara nog maar acht was en Robert zeventien. Meer dan vijfentwintig jaar later kwam de twintigjarige Brahms in hun leven. Volgens Robert was Brahms een genie en Clara zei dat hij door God gezonden was. Brahms had sterke gevoelens voor Clara maar deze zijn waarschijnlijk nooit beantwoord, ook niet na de vroegtijdige dood van Robert. Ze bleven echter nauw verbonden. Minder dan een jaar na Clara’s overlijden stierf Brahms ook. Hoewel Brahms en Robert Schumann bekender bleven vanwege hun composities, werd Clara tijdens haar 61-jarige concertcarrière gezien als een van de beste pianisten van haar tijd.
Het duurde even voor Robert en Clara konden trouwen. Clara’s vader, Schumanns pianoleraar Friedrich Wieck, deed er alles aan om het huwelijk tegen te houden. Schumann dronk behoorlijk veel en werd niet gezien als een geschikte partij voor zijn wonderkind. Het koppel bleef volharden en dwong het huwelijk bij de rechter af. Ze trouwden in 1840, de dag voor Clara’s 21ste verjaardag. Een jaar later werd hun eerste kind geboren en in de volgende dertien jaar volgden er nog zeven.
Het begin van het huwelijk was gelukkig, al vond Robert het moeilijk als Clara op tournee ging. Thuis kwijnde hij weg, als hij meeging stond hij in haar schaduw. Terwijl Clara begin 1842 op tournee was, doodde hij de tijd met het bestuderen van strijkkwartetten van Haydn, Mozart en Beethoven, die hij integraal had aangeschaft. Hij was te depressief en dronk te veel om zelf te kunnen componeren. Toen Clara terugkeerde, klaarde hij op en aan het eind van het jaar had hij drie strijkkwartetten, een pianotrio, een pianokwartet en zijn beroemdste kamermuziekwerk, het Pianokwintet in Es groot, gecomponeerd. Het kwintet droeg hij op aan Clara. Het mengsel van virtuoze pianopassages en karakteristieke gracieuze Schumann-momenten maakt het een uniek stuk in het kamermuziekrepertoire.
Weinig componisten zijn zo met elkaar verbonden als Johannes Brahms, Robert Schumann en Clara Schumann. Clara en Robert leerden elkaar kennen toen Clara nog maar acht was en Robert zeventien. Meer dan vijfentwintig jaar later kwam de twintigjarige Brahms in hun leven. Volgens Robert was Brahms een genie en Clara zei dat hij door God gezonden was. Brahms had sterke gevoelens voor Clara maar deze zijn waarschijnlijk nooit beantwoord, ook niet na de vroegtijdige dood van Robert. Ze bleven echter nauw verbonden. Minder dan een jaar na Clara’s overlijden stierf Brahms ook. Hoewel Brahms en Robert Schumann bekender bleven vanwege hun composities, werd Clara tijdens haar 61-jarige concertcarrière gezien als een van de beste pianisten van haar tijd.
Het duurde even voor Robert en Clara konden trouwen. Clara’s vader, Schumanns pianoleraar Friedrich Wieck, deed er alles aan om het huwelijk tegen te houden. Schumann dronk behoorlijk veel en werd niet gezien als een geschikte partij voor zijn wonderkind. Het koppel bleef volharden en dwong het huwelijk bij de rechter af. Ze trouwden in 1840, de dag voor Clara’s 21ste verjaardag. Een jaar later werd hun eerste kind geboren en in de volgende dertien jaar volgden er nog zeven.
Het begin van het huwelijk was gelukkig, al vond Robert het moeilijk als Clara op tournee ging. Thuis kwijnde hij weg, als hij meeging stond hij in haar schaduw. Terwijl Clara begin 1842 op tournee was, doodde hij de tijd met het bestuderen van strijkkwartetten van Haydn, Mozart en Beethoven, die hij integraal had aangeschaft. Hij was te depressief en dronk te veel om zelf te kunnen componeren. Toen Clara terugkeerde, klaarde hij op en aan het eind van het jaar had hij drie strijkkwartetten, een pianotrio, een pianokwartet en zijn beroemdste kamermuziekwerk, het Pianokwintet in Es groot, gecomponeerd. Het kwintet droeg hij op aan Clara. Het mengsel van virtuoze pianopassages en karakteristieke gracieuze Schumann-momenten maakt het een uniek stuk in het kamermuziekrepertoire.
Clara Schumann (1819-1896)
Drie romances
In de zomer van 1853, het jaar waarin de Schumanns Johannes Brahms leerden kennen, was Clara weer begonnen met componeren, iets wat ze van kinds af aan al gedaan had. De Drie romances voor viool en piano behoren tot de laatste stukken die ze componeerde. Na Roberts dood in 1856 gaf ze het componeren op om zich verder te wijden aan de promotie van zijn en Brahms’ muziek. Clara droeg de romances op aan de violist Joseph Joachim, met wie ze de stukken ook speelde op hun vele tournees. Robert en Clara gebruikten de titel romance voor lyrische, tedere of sentimentele stukken. Viool en piano zijn volledig gelijkwaardig. De eerste romance begint in zigeunersferen voordat een centraal thema met arpeggio’s volgt. Het eindigt weer in de sfeer van het begin. De tweede romance is donkerder en weemoedig. De laatste lijkt op de eerste en heeft langere melodieën met sprankelende begeleiding.
In de zomer van 1853, het jaar waarin de Schumanns Johannes Brahms leerden kennen, was Clara weer begonnen met componeren, iets wat ze van kinds af aan al gedaan had. De Drie romances voor viool en piano behoren tot de laatste stukken die ze componeerde. Na Roberts dood in 1856 gaf ze het componeren op om zich verder te wijden aan de promotie van zijn en Brahms’ muziek. Clara droeg de romances op aan de violist Joseph Joachim, met wie ze de stukken ook speelde op hun vele tournees. Robert en Clara gebruikten de titel romance voor lyrische, tedere of sentimentele stukken. Viool en piano zijn volledig gelijkwaardig. De eerste romance begint in zigeunersferen voordat een centraal thema met arpeggio’s volgt. Het eindigt weer in de sfeer van het begin. De tweede romance is donkerder en weemoedig. De laatste lijkt op de eerste en heeft langere melodieën met sprankelende begeleiding.
Robert Schumann (1810-1856)
Pianokwintet
Het eerste deel van Schumanns Pianokwintet begint met een krachtig thema waar al het andere thematische materiaal in dit deel op voortborduurt. Het heeft grote contrasten tussen uitbundigheid en zachte lyriek. Het tweede deel is een dodenmars met twee contrasterende episodes. Het derde deel is een scherzo waarin Schumann laat zien wat een vindingrijke componist kan doen met stijgende en dalende toonladders. Er zijn twee contrasterende middendelen. Het vierde deel is onorthodox in toonsoortenschema en structuur. De verschillende thema’s leiden naar een geweldige climax die gevolgd wordt door een coda waarin de pianist met zijn rechterhand het hoofdthema met de grote sprongen van het eerste deel speelt terwijl de andere instrumenten hier tegenin het eerste thema van de finale als fuga spelen.
Het eerste deel van Schumanns Pianokwintet begint met een krachtig thema waar al het andere thematische materiaal in dit deel op voortborduurt. Het heeft grote contrasten tussen uitbundigheid en zachte lyriek. Het tweede deel is een dodenmars met twee contrasterende episodes. Het derde deel is een scherzo waarin Schumann laat zien wat een vindingrijke componist kan doen met stijgende en dalende toonladders. Er zijn twee contrasterende middendelen. Het vierde deel is onorthodox in toonsoortenschema en structuur. De verschillende thema’s leiden naar een geweldige climax die gevolgd wordt door een coda waarin de pianist met zijn rechterhand het hoofdthema met de grote sprongen van het eerste deel speelt terwijl de andere instrumenten hier tegenin het eerste thema van de finale als fuga spelen.
Johannes Brahms (1833-1897)
Eerste serenade
In 1857 werd Johannes Brahms op Clara’s voorspraak haar opvolger aan het hof van Prins Leopold III in Detmold. Hij moest pianolessen geven, een vrouwenkoor dirigeren en kamermuziekconcerten organiseren. Het gaf hem ook de gelegenheid om emotioneel bij te komen na het overlijden van Robert Schumann, een heftige liefdesaffaire en de relatie met Clara die nu in een ander daglicht kwam te staan. De composities uit Brahms’ Detmoldse tijd waren projecten waarin hij zijn compositietechniek vervolmaakte. De serenades zijn vruchten uit deze periode, geïnspireerd door Mozarts serenades en grootschalige kamermuziekwerken van onder anderen Beethoven en Schubert. Brahms componeerde zijn Eerste serenade in D groot voor een nonet van strijkers en blazers. In 1858 bewerkte hij het stuk op advies van Joseph Joachim voor symfonieorkest.
De serenade begint in landelijke stemming met drones – een aanhoudende toon – in de strijkers en een perfect hoornthema in de melodie. Het deel eindigt met een betoverend coda, pianissimo, waarin niets meer herinnert aan het energieke begin. Het eerste Scherzo is donkerder van karakter met een warm, opgewekt middendeel. Het langzame deel is ontroerend en glorieus, het hart van de serenade. Het geluid is op en top Brahms, zeker in het begin met de instrumenten in de lage registers. Het laatste woord in dit deel is aan de fluit. Hierna volgen de twee menuetten, het eerste met een trio voor blazers en het tweede met een expressieve rol voor de viool. Dan volgt een robuust tweede Scherzo dat doet herinneren aan de Zesde symfonie ‘Pastorale’ van Beethoven. De finale houdt het energieke karakter vast en het einde is een jubelend coda waarin alle elementen nog even terugkomen.
In 1857 werd Johannes Brahms op Clara’s voorspraak haar opvolger aan het hof van Prins Leopold III in Detmold. Hij moest pianolessen geven, een vrouwenkoor dirigeren en kamermuziekconcerten organiseren. Het gaf hem ook de gelegenheid om emotioneel bij te komen na het overlijden van Robert Schumann, een heftige liefdesaffaire en de relatie met Clara die nu in een ander daglicht kwam te staan. De composities uit Brahms’ Detmoldse tijd waren projecten waarin hij zijn compositietechniek vervolmaakte. De serenades zijn vruchten uit deze periode, geïnspireerd door Mozarts serenades en grootschalige kamermuziekwerken van onder anderen Beethoven en Schubert. Brahms componeerde zijn Eerste serenade in D groot voor een nonet van strijkers en blazers. In 1858 bewerkte hij het stuk op advies van Joseph Joachim voor symfonieorkest.
De serenade begint in landelijke stemming met drones – een aanhoudende toon – in de strijkers en een perfect hoornthema in de melodie. Het deel eindigt met een betoverend coda, pianissimo, waarin niets meer herinnert aan het energieke begin. Het eerste Scherzo is donkerder van karakter met een warm, opgewekt middendeel. Het langzame deel is ontroerend en glorieus, het hart van de serenade. Het geluid is op en top Brahms, zeker in het begin met de instrumenten in de lage registers. Het laatste woord in dit deel is aan de fluit. Hierna volgen de twee menuetten, het eerste met een trio voor blazers en het tweede met een expressieve rol voor de viool. Dan volgt een robuust tweede Scherzo dat doet herinneren aan de Zesde symfonie ‘Pastorale’ van Beethoven. De finale houdt het energieke karakter vast en het einde is een jubelend coda waarin alle elementen nog even terugkomen.
Toelichting
Weinig componisten zijn zo met elkaar verbonden als Johannes Brahms, Robert Schumann en Clara Schumann. Clara en Robert leerden elkaar kennen toen Clara nog maar acht was en Robert zeventien. Meer dan vijfentwintig jaar later kwam de twintigjarige Brahms in hun leven. Volgens Robert was Brahms een genie en Clara zei dat hij door God gezonden was. Brahms had sterke gevoelens voor Clara maar deze zijn waarschijnlijk nooit beantwoord, ook niet na de vroegtijdige dood van Robert. Ze bleven echter nauw verbonden. Minder dan een jaar na Clara’s overlijden stierf Brahms ook. Hoewel Brahms en Robert Schumann bekender bleven vanwege hun composities, werd Clara tijdens haar 61-jarige concertcarrière gezien als een van de beste pianisten van haar tijd.
Het duurde even voor Robert en Clara konden trouwen. Clara’s vader, Schumanns pianoleraar Friedrich Wieck, deed er alles aan om het huwelijk tegen te houden. Schumann dronk behoorlijk veel en werd niet gezien als een geschikte partij voor zijn wonderkind. Het koppel bleef volharden en dwong het huwelijk bij de rechter af. Ze trouwden in 1840, de dag voor Clara’s 21ste verjaardag. Een jaar later werd hun eerste kind geboren en in de volgende dertien jaar volgden er nog zeven.
Het begin van het huwelijk was gelukkig, al vond Robert het moeilijk als Clara op tournee ging. Thuis kwijnde hij weg, als hij meeging stond hij in haar schaduw. Terwijl Clara begin 1842 op tournee was, doodde hij de tijd met het bestuderen van strijkkwartetten van Haydn, Mozart en Beethoven, die hij integraal had aangeschaft. Hij was te depressief en dronk te veel om zelf te kunnen componeren. Toen Clara terugkeerde, klaarde hij op en aan het eind van het jaar had hij drie strijkkwartetten, een pianotrio, een pianokwartet en zijn beroemdste kamermuziekwerk, het Pianokwintet in Es groot, gecomponeerd. Het kwintet droeg hij op aan Clara. Het mengsel van virtuoze pianopassages en karakteristieke gracieuze Schumann-momenten maakt het een uniek stuk in het kamermuziekrepertoire.
Weinig componisten zijn zo met elkaar verbonden als Johannes Brahms, Robert Schumann en Clara Schumann. Clara en Robert leerden elkaar kennen toen Clara nog maar acht was en Robert zeventien. Meer dan vijfentwintig jaar later kwam de twintigjarige Brahms in hun leven. Volgens Robert was Brahms een genie en Clara zei dat hij door God gezonden was. Brahms had sterke gevoelens voor Clara maar deze zijn waarschijnlijk nooit beantwoord, ook niet na de vroegtijdige dood van Robert. Ze bleven echter nauw verbonden. Minder dan een jaar na Clara’s overlijden stierf Brahms ook. Hoewel Brahms en Robert Schumann bekender bleven vanwege hun composities, werd Clara tijdens haar 61-jarige concertcarrière gezien als een van de beste pianisten van haar tijd.
Het duurde even voor Robert en Clara konden trouwen. Clara’s vader, Schumanns pianoleraar Friedrich Wieck, deed er alles aan om het huwelijk tegen te houden. Schumann dronk behoorlijk veel en werd niet gezien als een geschikte partij voor zijn wonderkind. Het koppel bleef volharden en dwong het huwelijk bij de rechter af. Ze trouwden in 1840, de dag voor Clara’s 21ste verjaardag. Een jaar later werd hun eerste kind geboren en in de volgende dertien jaar volgden er nog zeven.
Het begin van het huwelijk was gelukkig, al vond Robert het moeilijk als Clara op tournee ging. Thuis kwijnde hij weg, als hij meeging stond hij in haar schaduw. Terwijl Clara begin 1842 op tournee was, doodde hij de tijd met het bestuderen van strijkkwartetten van Haydn, Mozart en Beethoven, die hij integraal had aangeschaft. Hij was te depressief en dronk te veel om zelf te kunnen componeren. Toen Clara terugkeerde, klaarde hij op en aan het eind van het jaar had hij drie strijkkwartetten, een pianotrio, een pianokwartet en zijn beroemdste kamermuziekwerk, het Pianokwintet in Es groot, gecomponeerd. Het kwintet droeg hij op aan Clara. Het mengsel van virtuoze pianopassages en karakteristieke gracieuze Schumann-momenten maakt het een uniek stuk in het kamermuziekrepertoire.
Clara Schumann (1819-1896)
Drie romances
In de zomer van 1853, het jaar waarin de Schumanns Johannes Brahms leerden kennen, was Clara weer begonnen met componeren, iets wat ze van kinds af aan al gedaan had. De Drie romances voor viool en piano behoren tot de laatste stukken die ze componeerde. Na Roberts dood in 1856 gaf ze het componeren op om zich verder te wijden aan de promotie van zijn en Brahms’ muziek. Clara droeg de romances op aan de violist Joseph Joachim, met wie ze de stukken ook speelde op hun vele tournees. Robert en Clara gebruikten de titel romance voor lyrische, tedere of sentimentele stukken. Viool en piano zijn volledig gelijkwaardig. De eerste romance begint in zigeunersferen voordat een centraal thema met arpeggio’s volgt. Het eindigt weer in de sfeer van het begin. De tweede romance is donkerder en weemoedig. De laatste lijkt op de eerste en heeft langere melodieën met sprankelende begeleiding.
In de zomer van 1853, het jaar waarin de Schumanns Johannes Brahms leerden kennen, was Clara weer begonnen met componeren, iets wat ze van kinds af aan al gedaan had. De Drie romances voor viool en piano behoren tot de laatste stukken die ze componeerde. Na Roberts dood in 1856 gaf ze het componeren op om zich verder te wijden aan de promotie van zijn en Brahms’ muziek. Clara droeg de romances op aan de violist Joseph Joachim, met wie ze de stukken ook speelde op hun vele tournees. Robert en Clara gebruikten de titel romance voor lyrische, tedere of sentimentele stukken. Viool en piano zijn volledig gelijkwaardig. De eerste romance begint in zigeunersferen voordat een centraal thema met arpeggio’s volgt. Het eindigt weer in de sfeer van het begin. De tweede romance is donkerder en weemoedig. De laatste lijkt op de eerste en heeft langere melodieën met sprankelende begeleiding.
Robert Schumann (1810-1856)
Pianokwintet
Het eerste deel van Schumanns Pianokwintet begint met een krachtig thema waar al het andere thematische materiaal in dit deel op voortborduurt. Het heeft grote contrasten tussen uitbundigheid en zachte lyriek. Het tweede deel is een dodenmars met twee contrasterende episodes. Het derde deel is een scherzo waarin Schumann laat zien wat een vindingrijke componist kan doen met stijgende en dalende toonladders. Er zijn twee contrasterende middendelen. Het vierde deel is onorthodox in toonsoortenschema en structuur. De verschillende thema’s leiden naar een geweldige climax die gevolgd wordt door een coda waarin de pianist met zijn rechterhand het hoofdthema met de grote sprongen van het eerste deel speelt terwijl de andere instrumenten hier tegenin het eerste thema van de finale als fuga spelen.
Het eerste deel van Schumanns Pianokwintet begint met een krachtig thema waar al het andere thematische materiaal in dit deel op voortborduurt. Het heeft grote contrasten tussen uitbundigheid en zachte lyriek. Het tweede deel is een dodenmars met twee contrasterende episodes. Het derde deel is een scherzo waarin Schumann laat zien wat een vindingrijke componist kan doen met stijgende en dalende toonladders. Er zijn twee contrasterende middendelen. Het vierde deel is onorthodox in toonsoortenschema en structuur. De verschillende thema’s leiden naar een geweldige climax die gevolgd wordt door een coda waarin de pianist met zijn rechterhand het hoofdthema met de grote sprongen van het eerste deel speelt terwijl de andere instrumenten hier tegenin het eerste thema van de finale als fuga spelen.
Johannes Brahms (1833-1897)
Eerste serenade
In 1857 werd Johannes Brahms op Clara’s voorspraak haar opvolger aan het hof van Prins Leopold III in Detmold. Hij moest pianolessen geven, een vrouwenkoor dirigeren en kamermuziekconcerten organiseren. Het gaf hem ook de gelegenheid om emotioneel bij te komen na het overlijden van Robert Schumann, een heftige liefdesaffaire en de relatie met Clara die nu in een ander daglicht kwam te staan. De composities uit Brahms’ Detmoldse tijd waren projecten waarin hij zijn compositietechniek vervolmaakte. De serenades zijn vruchten uit deze periode, geïnspireerd door Mozarts serenades en grootschalige kamermuziekwerken van onder anderen Beethoven en Schubert. Brahms componeerde zijn Eerste serenade in D groot voor een nonet van strijkers en blazers. In 1858 bewerkte hij het stuk op advies van Joseph Joachim voor symfonieorkest.
De serenade begint in landelijke stemming met drones – een aanhoudende toon – in de strijkers en een perfect hoornthema in de melodie. Het deel eindigt met een betoverend coda, pianissimo, waarin niets meer herinnert aan het energieke begin. Het eerste Scherzo is donkerder van karakter met een warm, opgewekt middendeel. Het langzame deel is ontroerend en glorieus, het hart van de serenade. Het geluid is op en top Brahms, zeker in het begin met de instrumenten in de lage registers. Het laatste woord in dit deel is aan de fluit. Hierna volgen de twee menuetten, het eerste met een trio voor blazers en het tweede met een expressieve rol voor de viool. Dan volgt een robuust tweede Scherzo dat doet herinneren aan de Zesde symfonie ‘Pastorale’ van Beethoven. De finale houdt het energieke karakter vast en het einde is een jubelend coda waarin alle elementen nog even terugkomen.
In 1857 werd Johannes Brahms op Clara’s voorspraak haar opvolger aan het hof van Prins Leopold III in Detmold. Hij moest pianolessen geven, een vrouwenkoor dirigeren en kamermuziekconcerten organiseren. Het gaf hem ook de gelegenheid om emotioneel bij te komen na het overlijden van Robert Schumann, een heftige liefdesaffaire en de relatie met Clara die nu in een ander daglicht kwam te staan. De composities uit Brahms’ Detmoldse tijd waren projecten waarin hij zijn compositietechniek vervolmaakte. De serenades zijn vruchten uit deze periode, geïnspireerd door Mozarts serenades en grootschalige kamermuziekwerken van onder anderen Beethoven en Schubert. Brahms componeerde zijn Eerste serenade in D groot voor een nonet van strijkers en blazers. In 1858 bewerkte hij het stuk op advies van Joseph Joachim voor symfonieorkest.
De serenade begint in landelijke stemming met drones – een aanhoudende toon – in de strijkers en een perfect hoornthema in de melodie. Het deel eindigt met een betoverend coda, pianissimo, waarin niets meer herinnert aan het energieke begin. Het eerste Scherzo is donkerder van karakter met een warm, opgewekt middendeel. Het langzame deel is ontroerend en glorieus, het hart van de serenade. Het geluid is op en top Brahms, zeker in het begin met de instrumenten in de lage registers. Het laatste woord in dit deel is aan de fluit. Hierna volgen de twee menuetten, het eerste met een trio voor blazers en het tweede met een expressieve rol voor de viool. Dan volgt een robuust tweede Scherzo dat doet herinneren aan de Zesde symfonie ‘Pastorale’ van Beethoven. De finale houdt het energieke karakter vast en het einde is een jubelend coda waarin alle elementen nog even terugkomen.
Biografie
Gordan Nikolić, viool
Gordan Nikolić is uitgegroeid tot het gezicht van het Nederlands Kamerorkest, dat hij sinds seizoen 2004/2005 op zijn eigen, unieke wijze leidt vanaf de eerste lessenaar. Een programma in de Kleine Zaal met orkestcollega’s en pianist Ronald Brautigam markeerde in september 2024 zijn twintigjarig jubileum als artistiek leider.
Gordan Nikolić werd geboren in het huidige Servië en leerde het vak bij de Franse violist en dirigent Jean-Jacques Kantorow aan de Musikhochschule in Basel.
Daar verdiepte hij zich in de barokviool, maar werkte hij ook samen met componisten als Lutosławski en Kurtág. In 1989 kreeg hij zijn eerste aanstelling als concertmeester bij het Orchestre d’Auvergne, en van 1997 tot en met 2017 bekleedde hij dezelfde functie bij het London Symphony Orchestra.
Daar werkte hij samen met topdirigenten als Colin Davis, Claudio Abbado, Valery Gergiev en Bernard Haitink. De afgelopen jaren was Gordan Nikolić als concertmeester te gast bij onder meer Manchester Camerata, het Antwerp Symphony Orchestra en het Australian Chamber Orchestra. Sinds 2007 heeft hij bovendien de leiding over het in Spanje gevestigde BandArt, een orkest dat inzet op maatschappelijke betrokkenheid.
Naast zijn podiumactiviteiten is de violist docent aan het conservatorium in Parijs, de Hochschule für Musik in Saarbrücken en Codarts in Rotterdam. Hij speelt op een instrument uit 1794 van Lorenzo Storioni.
Ronald Brautigam, piano
Als leerling van de legendarische Rudolf Serkin heeft Ronald Brautigam zich gevestigd als een autoriteit op het gebied van klassieke en vroeg-romantische componisten, met in zijn discografie onder meer de complete solowerken van Haydn, Mozart en Beethoven, muziek van Kraus en Schubert en kamermuziek met violiste Isabelle van Keulen en cellist Christian Poltéra.
Hij maakte een reconstructie van de orkestpartituur van Beethovens pianoconcert WoO4 en verzorgde een uitgave van de vijf pianoconcerten van Johann Wilhelm Wilms, en van 2011 tot 2024 gaf hij les aan de Musikhochschule Basel.
De Amsterdamse pianist won de Nederlandse Muziekprijs (1984), twee Midem Classical Awards, de Jahrespreis der deutschen Schallplattenkritik 2015, twee Diapasons d’Or de l’Année en vier Edisons (inclusief oeuvreprijs 2024). Zijn 15-delige Beethovensonatereeks op fortepiano is volgens BBC Music Magazine een van de beste Beethoven-cd-cycli ooit.
Ronald Brautigam soleerde bij de Nederlandse omroeporkesten, het Concertgebouworkest (inclusief cd-opnames van Martin, Hindemith en Sjostakovitsj), het London Philharmonic Orchestra, het BBC Philharmonic Orchestra, het Budapest Festival Orchestra, het Orchestre National de France, het Gewandhausorchester Leipzig en orkesten in Japan, Hongkong, Australië en Amerika. Op historische instrumenten speelde hij met vele gespecialiseerde ensembles, en in 2009 begon een samenwerking met Die Kölner Akademie die resulteerde in vele gezamenlijke concerten en in opnames van de complete pianoconcerten van Mozart, Beethoven, Mendelssohn, Weber en Wilms.
Al sinds 1980 is Ronald Brautigam regelmatig in Het Concertgebouw te beluisteren. In de zomer van 2009 speelde hij er alle 32 sonates van Beethoven, in 2014/2015 vierde hij er zijn zestigste verjaardag met al Beethovens pianoconcerten met verschillende orkesten. Zijn laatste optredens in de Kleine Zaal waren op 30 januari 2022 een Schubertrecital op fortepiano en op 21 september 2024 een programma met Gordan Nikolić en musici van het Nederlands Kamerorkest.
In de Grote Zaal was hij meest recent te gast in het Derde pianoconcert van Beethoven met het Radio Filharmonisch Orkest in Het Zondagochtend Concert van 29 september 2024; na dat optreden werd Ronald Brautigam verrast met de Concertgebouwpenning.
Nederlands Kamerorkest, orkest
Het Nederlands Kamerorkest, dat optreedt in bezettingen van 25 tot 45 musici, verzorgt gemiddeld per seizoen 25 concerten – veelal zonder dirigent en onder leiding van concertmeester Gordan Nikolić – op het ‘thuispodium’ van de Grote Zaal, zowel in eigen series als binnen de Eigen Programmering van Het Concertgebouw.
Daarnaast treedt het op in vele andere zalen in binnen- en buitenland en speelt het ook op minder gebruikelijke plekken als poppodium Paradiso in Amsterdam en openluchttheater Caprera in Bloemendaal.
In het oprichtingsjaar 1955 gaf het Nederlands Kamerorkest zijn eerste concert in het kader van het Holland Festival. De eerste 22 jaar was de legendarische violist en dirigent Szymon Goldberg muzikaal leider, met David Zinman als secondant. Antoni Ros-Marbà leidde het orkest van 1979 tot 1986.
Toen het gezelschap in 1985 organisatorisch opging in de Stichting Nederlands Philharmonisch Orkest werd het begeleiden van producties van De Nationale Opera een van de kerntaken; tegenwoordig worden het Nederlands Kamerorkest en het Nederlands Philharmonisch internationaal gerekend tot de beste operaorkesten.
Veelgeprezen cd’s van het Nederlands Kamerorkest zijn bijvoorbeeld de Mozart-albums met violiste Julia Fischer, pianist Martin Helmchen en violiste Noa Wildschut. Binnen de Eigen Programmering stond het gezelschap voor het laatst in de Grote Zaal op 29 augustus 2025, met een programma rondom de Zesde symfonie ‘Pastorale’ van Beethoven met Floris Kortie als verteller.