Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
column

Paganiniana

door Vrouwkje Tuinman
27 aug. 2019 27 augustus 2019

Schrijfster en dichteres Vrouwkje Tuinman reflecteert in Preludium maandelijks op haar muziekleven. Deze maand: de boedel van Paganini.

Een paar jaar terug werkte ik aan ­Afscheidstournee, een roman over Niccolò Paganini. Ik las veel over de componist en zijn nazaten. Op minder geconcentreerde momenten snuffelde ik nog wel eens op veilingwebsites. Wat was er zoal te koop aan Paganiniana?

Nou, ik had geluk: juist in die periode veilde een aantal achterkleinkinderen de resterende boedel. Ik kon kiezen uit talloze objecten, van een snuifdoos tot de sofa die Paganini in zijn salon had staan. Het ding was nog als nieuw, aangezien de klassieke superster nooit thuis was. Verder waren er stapels munten en stempels met zijn hoofd erop. Een traverso uit palissanderhout, nog in de oorspronkelijke doos. Een vioolkist, dan juist weer zonder instrument. Manchetknopen, bijzettafeltjes, zelfs ondertekende cheques. 

Voor mij een bijzondere manier om een deel van Paganini’s leefomgeving en interieur te kunnen zien. Om meubels adequaat te kunnen beschrijven. Ondertussen vroeg ik me af wie die spullen, waarin blijkbaar geen museum geïnteresseerd was, zou aanschaffen. 

Recentelijk bracht een manuscript van Bach, een paar pagina’s van een cantateschets, bijna 470.000 pond op bij Sotheby’s. In dezelfde catalogus stond Richard Strauss’ probeersel voor het toch wervend getitelde Schlagobers (slagroom!). Dat werd niet verkocht, maar allerlei handgeschreven fragmentjes van Saint-Saëns tot Boulez leverden een fortuin op.  

Ook andere parafernalia gaan als warme broodjes over de toonbank. Beethoven is niet de enige componist die door laatste-eer-­bewijzers vakkundig werd kaalgeknipt. Echt slimme mensen lieten toppers als Gershwin, Sjostakovitsj en Callas alles signeren wat toevallig voorhanden was. 

Nu heb ik, sinds ik als twaalfjarige Ozzy ­Osbourne een viltstift in de hand drukte, de blasé opvatting dat een handtekening alleen telt als je hem zelf hebt gescoord. Bij Paga­nini is dat wat lastig. Maar al schrijvend bouwde ik vooral een band op met zijn zoon en een van zijn kleinzoons. Die laatste werd fotograaf. Op eBay vond ik een werkje van zijn hand. Dertig euro. Ik kijk er elke dag naar.

Een paar jaar terug werkte ik aan ­Afscheidstournee, een roman over Niccolò Paganini. Ik las veel over de componist en zijn nazaten. Op minder geconcentreerde momenten snuffelde ik nog wel eens op veilingwebsites. Wat was er zoal te koop aan Paganiniana?

Nou, ik had geluk: juist in die periode veilde een aantal achterkleinkinderen de resterende boedel. Ik kon kiezen uit talloze objecten, van een snuifdoos tot de sofa die Paganini in zijn salon had staan. Het ding was nog als nieuw, aangezien de klassieke superster nooit thuis was. Verder waren er stapels munten en stempels met zijn hoofd erop. Een traverso uit palissanderhout, nog in de oorspronkelijke doos. Een vioolkist, dan juist weer zonder instrument. Manchetknopen, bijzettafeltjes, zelfs ondertekende cheques. 

Voor mij een bijzondere manier om een deel van Paganini’s leefomgeving en interieur te kunnen zien. Om meubels adequaat te kunnen beschrijven. Ondertussen vroeg ik me af wie die spullen, waarin blijkbaar geen museum geïnteresseerd was, zou aanschaffen. 

Recentelijk bracht een manuscript van Bach, een paar pagina’s van een cantateschets, bijna 470.000 pond op bij Sotheby’s. In dezelfde catalogus stond Richard Strauss’ probeersel voor het toch wervend getitelde Schlagobers (slagroom!). Dat werd niet verkocht, maar allerlei handgeschreven fragmentjes van Saint-Saëns tot Boulez leverden een fortuin op.  

Ook andere parafernalia gaan als warme broodjes over de toonbank. Beethoven is niet de enige componist die door laatste-eer-­bewijzers vakkundig werd kaalgeknipt. Echt slimme mensen lieten toppers als Gershwin, Sjostakovitsj en Callas alles signeren wat toevallig voorhanden was. 

Nu heb ik, sinds ik als twaalfjarige Ozzy ­Osbourne een viltstift in de hand drukte, de blasé opvatting dat een handtekening alleen telt als je hem zelf hebt gescoord. Bij Paga­nini is dat wat lastig. Maar al schrijvend bouwde ik vooral een band op met zijn zoon en een van zijn kleinzoons. Die laatste werd fotograaf. Op eBay vond ik een werkje van zijn hand. Dertig euro. Ik kijk er elke dag naar.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.