Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Wat is opera?

opera

Opera is een verzamelterm voor vele vormen van muziektheater in de westerse klassieke traditie. In opera worden in ieder geval zang, toneel en muziek gecombineerd.

Wat is een opera?

Sinds het ontstaan van de opera (Italiaans voor ‘werk’) in de zestiende eeuw, heeft het genre zich voortdurend en in verschillende richtingen ontwikkeld. Twee kenmerken blijven steeds terugkomen: het is een vorm van theater die geheel of grotendeels wordt begeleid met muziek, en de acteurs zingen (een groot gedeelte van) hun tekst.

Wanneer ontstond opera?

Opera ontstond aan het einde van de zestiende eeuw in Florence, Italië. Een groep kunstliefhebbers kwam samen onder de naam ‘Camerata fiorentina’, en aan het hoofd stond Graaf Giovanni de’ Bardi. De kunstliefhebbers lieten zich inspireren door kunst uit de klassieke oudheid, zoals Griekse drama's. Daarbij experimenteerden ze met muziek die het theater kracht bij moest zetten. Omdat de oude Grieken al een tijdje niet meer leefden hadden ze geen voorbeeld tot hun beschikking, maar het vermoeden was dat teksten in het oude Griekenland gezongen werden. In dezelfde tijd ontstonden in toneelstukken populaire intermedi: korte muzikale intermezzo's tussen de acten van een toneelstuk, voorzien van veel spektakel en dans. 

De experimenten van de Camerata fiorentina én de opkomende intermedi vormden een vruchtbare bodem voor het nieuwe operagenre, toen meestal ‘favola in musica’ genoemd, muziektheater met klassieke, mythische verhalen en thema’s. Dafne (1597) van Jacopo Peri wordt beschouwd als de eerste opera, maar dat werk is verloren gegaan. De titel voor de vroegste opera die wel bewaard is gebleven, wordt nu toegekend aan L’Orfeo (1607) van Claudio Monteverdi.

Wat is een opera?

Sinds het ontstaan van de opera (Italiaans voor ‘werk’) in de zestiende eeuw, heeft het genre zich voortdurend en in verschillende richtingen ontwikkeld. Twee kenmerken blijven steeds terugkomen: het is een vorm van theater die geheel of grotendeels wordt begeleid met muziek, en de acteurs zingen (een groot gedeelte van) hun tekst.

Wanneer ontstond opera?

Opera ontstond aan het einde van de zestiende eeuw in Florence, Italië. Een groep kunstliefhebbers kwam samen onder de naam ‘Camerata fiorentina’, en aan het hoofd stond Graaf Giovanni de’ Bardi. De kunstliefhebbers lieten zich inspireren door kunst uit de klassieke oudheid, zoals Griekse drama's. Daarbij experimenteerden ze met muziek die het theater kracht bij moest zetten. Omdat de oude Grieken al een tijdje niet meer leefden hadden ze geen voorbeeld tot hun beschikking, maar het vermoeden was dat teksten in het oude Griekenland gezongen werden. In dezelfde tijd ontstonden in toneelstukken populaire intermedi: korte muzikale intermezzo's tussen de acten van een toneelstuk, voorzien van veel spektakel en dans. 

De experimenten van de Camerata fiorentina én de opkomende intermedi vormden een vruchtbare bodem voor het nieuwe operagenre, toen meestal ‘favola in musica’ genoemd, muziektheater met klassieke, mythische verhalen en thema’s. Dafne (1597) van Jacopo Peri wordt beschouwd als de eerste opera, maar dat werk is verloren gegaan. De titel voor de vroegste opera die wel bewaard is gebleven, wordt nu toegekend aan L’Orfeo (1607) van Claudio Monteverdi.

  • Het decor van de zauberflöte

    De oorspronkelijke tekeningen; Joseph en Peter Schaffer, 1793

    Het decor van de zauberflöte

    De oorspronkelijke tekeningen; Joseph en Peter Schaffer, 1793

  • Het decor van de zauberflöte

    De oorspronkelijke tekeningen; Joseph en Peter Schaffer, 1793

    Het decor van de zauberflöte

    De oorspronkelijke tekeningen; Joseph en Peter Schaffer, 1793

Hoe ontwikkelde de opera zich?

Sinds L’Orfeo is de opera langs vele paden van ontwikkeling gevoerd. Al vrij snel emigreerde het genre naar andere landen, waar het zijn eigen ‘couleur locale’ kreeg. Aan de Franse hoven, waar ballet populair was, werden al vrij snel complete dansintermezzo’s toegevoegd, of dat nou bij het verhaal paste of niet. In de Duitstalige gebieden ontstonden grand opera’s (Meyerbeer) en Gesamtkunstwerken (Wagner): grootse multidisciplinaire spektakelstukken.

Wat de verschillende tradities gemeen hebben, is een geleidelijke scheiding tussen een ‘serieus’ en een ‘licht’ genre. Als reactie op de dramatische verhalen in het serieuze genre, die zelden goed aflopen, ontstond onder meer de opera buffa (Italië), het Singspiel (Duitstalig gebied), de operette en de semi-opera. Al deze vormen (samen met de Franse opéra comique en de Spaanse zarzuela) delen als kenmerk ook gesproken woord zonder muzikale begeleiding.

Waaruit bestaat een opera meestal?

Ga je naar een opera, dan is het handig om de globale opbouw van de opera te kennen. Meestal begint een opera met een ouverture, een instrumentale ‘samenvatting’ van alle komende muziek. In veel gevallen bestaat een opera uit verschillende aktes, die weer uit verschillende tonelen bestaan. Daarin wisselen recitatief (gezongen en gespeelde teksten zonder herhalingen), en aria's (expressieve, reflecterende teksten met herhalingen) elkaar af. Op de plek van aria's komen ook duetten, trio’s, kwartetten en koorstukken voor.

Een opera bestaat uit:

  • ouverture (introductie van alle komende muziek)
  • Aktes, bestaand uit verschillende tonelen

In de verschillende tonelen hoor je een afwisseling van:

  • recitatief 
  • aria
  • duetten, trio's of kwartetten
  • koorstukken

Meestal leest het publiek de tekst (het ‘libretto’) mee, omdat die omwille van de virtuoze muzikale zetting nogal eens op verstaanbaarheid moet inleveren. Daarvoor werden vroeger speciaal gedrukte librettoboekjes gebruikt. Vandaag de dag wordt de tekst meestal als boventiteling boven het toneel geprojecteerd.

De orkestpartij wordt vaak gespeeld door een orkest dat in veel operahuizen in een verlaagd gedeelte voor het podium, de orkestbak, zit. De dirigent voor het orkest leidt zowel het orkest als de zangers op het toneel.

Let wel, dit zijn algemene kenmerken. Er zijn zowel in oudere variaties als meer moderne opera’s talloze uitzonderingen op de regels. ‘Opera’ is een ware verzamelterm.

Hoe ontwikkelde de opera zich?

Sinds L’Orfeo is de opera langs vele paden van ontwikkeling gevoerd. Al vrij snel emigreerde het genre naar andere landen, waar het zijn eigen ‘couleur locale’ kreeg. Aan de Franse hoven, waar ballet populair was, werden al vrij snel complete dansintermezzo’s toegevoegd, of dat nou bij het verhaal paste of niet. In de Duitstalige gebieden ontstonden grand opera’s (Meyerbeer) en Gesamtkunstwerken (Wagner): grootse multidisciplinaire spektakelstukken.

Wat de verschillende tradities gemeen hebben, is een geleidelijke scheiding tussen een ‘serieus’ en een ‘licht’ genre. Als reactie op de dramatische verhalen in het serieuze genre, die zelden goed aflopen, ontstond onder meer de opera buffa (Italië), het Singspiel (Duitstalig gebied), de operette en de semi-opera. Al deze vormen (samen met de Franse opéra comique en de Spaanse zarzuela) delen als kenmerk ook gesproken woord zonder muzikale begeleiding.

Waaruit bestaat een opera meestal?

Ga je naar een opera, dan is het handig om de globale opbouw van de opera te kennen. Meestal begint een opera met een ouverture, een instrumentale ‘samenvatting’ van alle komende muziek. In veel gevallen bestaat een opera uit verschillende aktes, die weer uit verschillende tonelen bestaan. Daarin wisselen recitatief (gezongen en gespeelde teksten zonder herhalingen), en aria's (expressieve, reflecterende teksten met herhalingen) elkaar af. Op de plek van aria's komen ook duetten, trio’s, kwartetten en koorstukken voor.

Een opera bestaat uit:

  • ouverture (introductie van alle komende muziek)
  • Aktes, bestaand uit verschillende tonelen

In de verschillende tonelen hoor je een afwisseling van:

  • recitatief 
  • aria
  • duetten, trio's of kwartetten
  • koorstukken

Meestal leest het publiek de tekst (het ‘libretto’) mee, omdat die omwille van de virtuoze muzikale zetting nogal eens op verstaanbaarheid moet inleveren. Daarvoor werden vroeger speciaal gedrukte librettoboekjes gebruikt. Vandaag de dag wordt de tekst meestal als boventiteling boven het toneel geprojecteerd.

De orkestpartij wordt vaak gespeeld door een orkest dat in veel operahuizen in een verlaagd gedeelte voor het podium, de orkestbak, zit. De dirigent voor het orkest leidt zowel het orkest als de zangers op het toneel.

Let wel, dit zijn algemene kenmerken. Er zijn zowel in oudere variaties als meer moderne opera’s talloze uitzonderingen op de regels. ‘Opera’ is een ware verzamelterm.