Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Olivia Vermeulen & Jan Philip Schulze: In Heaven

Olivia Vermeulen & Jan Philip Schulze: In Heaven

Kleine Zaal
11 november 2025
20.15 uur

Print dit programma

Olivia Vermeulen mezzosopraan
Jan Philip Schulze piano

Dit concert maakt deel uit van de serie Vocaal I.

Zangteksten zijn gratis verkrijgbaar aan de zaal.

IN HEAVEN – SONGS FOR A TRIP TO SPACE

George Crumb (1929-2022)

The Night in Silence under Many a Star
uit ‘Apparition’ (1979)

Johannes Brahms (1833-1897)

Feldeinsamkeit
uit ‘Sechs Lieder’, op. 86 (1882)

Franz Schubert (1797-1828)

Ganymed, D 544 (1817) 

David Bowie (1947-2016)

Life on Mars (1971)

Olivier Messiaen (1908-1992)

Katchikatchi les étoiles
uit ‘Harawi’ (1945)

Ana Sokolović (1968)

Sur une étoile
uit ‘Tanzer Lieder’ (2004)

Camille Saint-Saëns (1835-1921)

Tournoiement
uit ‘Melodies persanes’, op. 26 (1870)

Robert Schumann (1810-1856)

Abendlied
uit ‘Sechs Gesänge’, op. 107 (1851-52)

Claude Vivier (1948-1983)

Hymnen an die Nacht (1975)

Gustav Mahler (1860-1911)

Um Mitternacht
uit ‘Rückert-Lieder’ (1901-02)

pauze ± 21.00 uur

Franz Schubert

Abendstern, D 806 (1824)
Der Wanderer an den Mond, D 870 (1826)

Hugo Wolf (1860-1903)

Im Frühling (1888)

Sheldon Silverstein (1930-1999)

The Ballad of Lucy Jordan (1974)

Augusta Holmès (1847-1903)

Le Vin
uit ‘Les Sept Ivresses’ (1882)

Rebecca Clarke (1886-1979)

Lethe (1941)

Grace Slick (1939)

White Rabbit (1967)

‘Ricky’ Wagner (1813-1883)

O Star of Eve (1845)

Karlheinz Stockhausen (1928-2007)

Fische
Löwe
uit ‘Tierkreis’ (1975-83)

Pasquale Catalano (1966)

Una notte a Napoli
uit ‘Mine vaganti’ (2010)

einde ± 22.15 uur

volgorde onder voorbehoud

Olivia Vermeulen en Jan Philip ­Schulze: ‘We richten onze blik omhoog: al sinds mensenheugenis zijn de hemelen het canvas voor de projectie van utopische visies, psychedelische reizen en de eeuwige dromen van de mensheid. In Heaven is een kosmische odyssee, een muzikale ruimtemissie. Thema’s als utopie, vreemde atmosferen, sterren en eeuwigheid, zinsbetovering en ultieme bevrijding trekken voorbij. Engelen, hemel en paradijs zijn leidmotieven, de aarde wordt een verre bijzaak. We verkennen planeten als toevluchtsoorden waar de realiteit vervaagt en ruimte is voor dromen – om uiteindelijk toch weer meer of minder zachtjes terug te keren op aarde, de enige plek waar deze dromen gedroomd kunnen worden.’

Kleine Zaal 11 november 2025 20.15 uur

Olivia Vermeulen mezzosopraan
Jan Philip Schulze piano

Dit concert maakt deel uit van de serie Vocaal I.

Zangteksten zijn gratis verkrijgbaar aan de zaal.

IN HEAVEN – SONGS FOR A TRIP TO SPACE

George Crumb (1929-2022)

The Night in Silence under Many a Star
uit ‘Apparition’ (1979)

Johannes Brahms (1833-1897)

Feldeinsamkeit
uit ‘Sechs Lieder’, op. 86 (1882)

Franz Schubert (1797-1828)

Ganymed, D 544 (1817) 

David Bowie (1947-2016)

Life on Mars (1971)

Olivier Messiaen (1908-1992)

Katchikatchi les étoiles
uit ‘Harawi’ (1945)

Ana Sokolović (1968)

Sur une étoile
uit ‘Tanzer Lieder’ (2004)

Camille Saint-Saëns (1835-1921)

Tournoiement
uit ‘Melodies persanes’, op. 26 (1870)

Robert Schumann (1810-1856)

Abendlied
uit ‘Sechs Gesänge’, op. 107 (1851-52)

Claude Vivier (1948-1983)

Hymnen an die Nacht (1975)

Gustav Mahler (1860-1911)

Um Mitternacht
uit ‘Rückert-Lieder’ (1901-02)

pauze ± 21.00 uur

Franz Schubert

Abendstern, D 806 (1824)
Der Wanderer an den Mond, D 870 (1826)

Hugo Wolf (1860-1903)

Im Frühling (1888)

Sheldon Silverstein (1930-1999)

The Ballad of Lucy Jordan (1974)

Augusta Holmès (1847-1903)

Le Vin
uit ‘Les Sept Ivresses’ (1882)

Rebecca Clarke (1886-1979)

Lethe (1941)

Grace Slick (1939)

White Rabbit (1967)

‘Ricky’ Wagner (1813-1883)

O Star of Eve (1845)

Karlheinz Stockhausen (1928-2007)

Fische
Löwe
uit ‘Tierkreis’ (1975-83)

Pasquale Catalano (1966)

Una notte a Napoli
uit ‘Mine vaganti’ (2010)

einde ± 22.15 uur

volgorde onder voorbehoud

Olivia Vermeulen en Jan Philip ­Schulze: ‘We richten onze blik omhoog: al sinds mensenheugenis zijn de hemelen het canvas voor de projectie van utopische visies, psychedelische reizen en de eeuwige dromen van de mensheid. In Heaven is een kosmische odyssee, een muzikale ruimtemissie. Thema’s als utopie, vreemde atmosferen, sterren en eeuwigheid, zinsbetovering en ultieme bevrijding trekken voorbij. Engelen, hemel en paradijs zijn leidmotieven, de aarde wordt een verre bijzaak. We verkennen planeten als toevluchtsoorden waar de realiteit vervaagt en ruimte is voor dromen – om uiteindelijk toch weer meer of minder zachtjes terug te keren op aarde, de enige plek waar deze dromen gedroomd kunnen worden.’

Toelichting

Toelichting

door Piet de Loof

Crumb: The Night in Silence under Many a Star

George Crumb bouwde een heel eigen poëtische klank­wereld. Apparition voor sopraan en (versterkte) piano is een liedcyclus gebaseerd op Walt Whitmans When Lilacs Last in the Dooryard Bloom’d, geschreven naar aanleiding van de dood van de Amerikaanse president Abraham Lincoln (vermoord in 1865). In het openingsdeel gebruikt Crumb de piano als een soort citer, wat een betoverend effect geeft.

Brahms: Feldeinsamkeit

De wandelaar in Feldeinsamkeit van Johannes Brahms vindt zijn zielenrust in de natuur, thuishaven van romantische kunstenaars en hun volgers. Hij ligt in een veld en staart omhoog naar de wolken. Alles wordt één in een bijna religieuze catharsis. Berustend, maar niet sentimenteel. 

Schubert: Ganymed

Ganymed is een van Franz Schuberts bekendste liederen op tekst van ‘hofdichter’ Johann Wolfgang von Goethe. Die beschrijft hoe de knappe jongeman Ganymedes door oppergod Zeus naar de godenberg Olympus wordt mee­genomen. Hinauf! Schubert verklankt de overgave van de mens aan de natuur met hoorbare verrukking.

Bowie: Life on Mars

David Bowie nam Life on M­ars voor het eerst op in 1971. Het iconisch geworden nummer hekelt de oppervlakkigheid van de maatschappij. Is er leven op Mar­s? is een metafoor voor de zoektocht naar een authentieker leven.

Messiaen: Katchikatchi les étoiles

In zijn liedcyclus Harawi verkent Olivier Messiaen het samenvallen van liefde en dood naar het voorbeeld van Wagners opera Tristan und Isolde. Ritmisch complex en spiritueel van inslag, zoals altijd bij Messiaen. Hij put ook uit het Quechua, de oorspronkelijke taal uit het Inca-rijk. ‘Katchikatchi’ betekent daarin ‘sprinkhaan’.

Sokolović: Sur une étoile

‘Sur une étoile’ is het eerste van de vijf Tanzer-Lieder van de Canadese componiste Ana Sokolović. In de gedichten van Francisco Tanzer (1921-2003) ontmoeten twee geliefden elkaar op een ster, waar ze drinken en naar de hemel staren. 

Saint-Saëns: Tournoiement

Dichter Armand Renaud speelde met zijn bundel Nuits persanes (1870) in op de toenmalige Franse fascinatie voor het Oosten. Camille Saint-Saëns aarzelde niet en nam er een greep uit voor zijn Mélodies persanes. ‘Tournoiement’ – letterlijk: ‘werveling’ – doet zijn titel alle eer aan: het lied is een sensueel perpetuum mobile waarin de zangeres een caleidoscoop aan beelden voor haar geestesoog ziet passeren tot de extase volgt. 

Schumann: Abendlied

Dit Abendlied behoort tot de latere liederen van Schumann. Geen onstuimige lyriek zoals in de stapel liederen uit zijn wonderjaar 1840, maar bijna religieuze ingetogenheid en verstilling. Een hymne bijna, met een transparante pianopartij. Het laatste van de Sechs Gesänge, opus 107.

Vivier: Hymnen an die Nacht

Fragmenten van een lang gedicht van Novalis (1772-1801) vormen de basis van Hymnen an die Nacht. Claude Vivier verkent daarin een bevreemdend schouwspel – sferen, mystiek en dromen, verwondering en verlangen. En dat allemaal in zes minuten tijd.

Mahler: Um Mitternacht

‘Um Mitternacht’, een van Gustav Mahlers Rückert-­Lieder, ontwikkelt zich in een rechte lijn van pastoraal naar religieus. De hoofdfiguur blikt eerst nog zonder veel bijgedachten ten hemel, maar allengs worden zijn gedachten donkerder: de nacht brengt vertwijfeling en verlatenheid. Uiteindelijk geeft hij met vertrouwen God ‘de macht in handen’, want ‘U houdt de wacht, om middernacht’. De piano evolueert mee van lyrisch naar een plechtig, koraalachtig slot.

Schubert: Abendstern

Franz Schubert lijkt in Abendstern meer antwoorden te vinden dan het hoofdpersonage in ­Mahlers gepeins. In dit lied, op tekst van Schuberts vriend Johann Mayrhofer (1787-1836), verschijnt de avondster als een symbool van rust en troost. Terwijl de schemering valt, verbeeldt de ster de overgang van het aardse naar het hemelse – een moment van stilte en bezinning.

Schubert: Der Wanderer an der Mond

Altijd is hij onderweg, de rusteloze ‘Wanderer’ in de liederen van Schubert. En nergens vindt hij rust. Hoe doet de maan dat dan, vraagt hij zich hier af. De hele dag is de maan onderweg, van west naar oost, en zij lijkt overal thuis. Delicaat, veel zeggend met weinig middelen en veel nuance: een Schubertlied op z’n best.

Wolf: Im Frühling

Ook de ik-persoon uit dit lied van Hugo Wolf heeft vragen. Niet de maan verwart hem, wel de lente: net als de zonnebloemen ontwaken gevoelens van onrust, liefde en hoop. Wann werd’ ich gestillt? Dit is één van de 53 liederen die de symbiose tussen componist Hugo Wolf en dichter Eduard Mörike (1804-1875) zou opleveren.

Silverstein: The Ballad of Lucy Jordan

Lucy Jordan is de laat­-twintigste-eeuwse versie van Schuberts rusteloze wandelaar: een verveelde huisvrouw die op haar 37ste beseft dat ze nooit ‘in een sportwagen door Parijs zal rijden met de wind in haar haren’. Popgroep Dr. Hook & the Medicine verhaalde als eerste over haar, maar de versie uit 1979 van Marianne Faithfull (1946-2025) zou iconisch worden.

Holmès: Le Vin

Augusta Holmès was autodidact als componiste – ze werd als vrouw niet toegelaten tot het Conservatorium van Parijs – en schreef gemakshalve bijna alle teksten van haar vocale werk ook zelf. In Le Vin zet ze een bruisend drinklied neer: Je suis ivre! Et veux boire jusqu’à la mort! 

Clarke: Lethe

De Engels-Amerikaanse componiste en altvioliste Rebecca Clarke promoot een andere manier om te vergeten: de Lethe, een rivier uit de Griekse mythologie. Wie daaruit drinkt, is al zijn herinneringen kwijt en kan daardoor ook reïncarneren. 

Slick: White Rabbit

De titel van deze klassieker van de Amerikaanse rockband Jefferson A­irplane verwijst naar het witte konijn uit Lewis Carrolls Alice in Wonderland. Door het dier te volgen, komt Alice in een wonderlijke wereld terecht. In de songtekst zitten verwijzingen naar verschillende personages uit het verhaal uit 1865. White Rabbit werd een symbool van de tegencultuur van de jaren zestig – en van het gebruik van bewustzijnsverruimende middelen. 

‘Ricky’ Wagner: O Star of Eve

O Star of Eve is de Engelse versie van de bekende aria ‘O du, mein holder Abendstern’ van Richard Wagner. In de derde akte van Tannhäuser zingt Wolfram deze aria tot de maan, als symbool van hoop. Olivia Vermeulen noemt de componist liefkozend ‘Ricky’ –  ook de operagigant was uiteindelijk maar een gewoon mens. 

Stockhausen: Fische en Löwe

De twaalf astrologische tekens inspireerden Karlheinz Stockhausen tot Tierkreis. In evenveel korte composities verklankt hij steeds het teken en de vermeende bijbehorende karaktertrekken. De uitvoerder(s) krijgen hierbij heel wat vrijheid. Olivia Vermeulen koos voor de sterrenbeelden Vissen en Leeuw.  De Vissen presenteren zich dromerig en mysterieus, de Leeuw is uiteraard zijn majestueuze zelf. 

Catalano: Una notte a Napoli

De muziek van de Amerikaanse band Pink Martini, sinds 1994, is even divers als de muzikale achtergrond van de leden. In Una notte a Napoli (uit de soundtrack van een film van Ferzan Özpetek) doen we een laatste worp naar het hemelhoog, met een engel die weliswaar niet meer kan vliegen. Maar wat een geluk: ‘Zelfs zonder vleugels brengt hij me naar de hemel …’ Missie voltooid!

Crumb: The Night in Silence under Many a Star

George Crumb bouwde een heel eigen poëtische klank­wereld. Apparition voor sopraan en (versterkte) piano is een liedcyclus gebaseerd op Walt Whitmans When Lilacs Last in the Dooryard Bloom’d, geschreven naar aanleiding van de dood van de Amerikaanse president Abraham Lincoln (vermoord in 1865). In het openingsdeel gebruikt Crumb de piano als een soort citer, wat een betoverend effect geeft.

Brahms: Feldeinsamkeit

De wandelaar in Feldeinsamkeit van Johannes Brahms vindt zijn zielenrust in de natuur, thuishaven van romantische kunstenaars en hun volgers. Hij ligt in een veld en staart omhoog naar de wolken. Alles wordt één in een bijna religieuze catharsis. Berustend, maar niet sentimenteel. 

Schubert: Ganymed

Ganymed is een van Franz Schuberts bekendste liederen op tekst van ‘hofdichter’ Johann Wolfgang von Goethe. Die beschrijft hoe de knappe jongeman Ganymedes door oppergod Zeus naar de godenberg Olympus wordt mee­genomen. Hinauf! Schubert verklankt de overgave van de mens aan de natuur met hoorbare verrukking.

Bowie: Life on Mars

David Bowie nam Life on M­ars voor het eerst op in 1971. Het iconisch geworden nummer hekelt de oppervlakkigheid van de maatschappij. Is er leven op Mar­s? is een metafoor voor de zoektocht naar een authentieker leven.

Messiaen: Katchikatchi les étoiles

In zijn liedcyclus Harawi verkent Olivier Messiaen het samenvallen van liefde en dood naar het voorbeeld van Wagners opera Tristan und Isolde. Ritmisch complex en spiritueel van inslag, zoals altijd bij Messiaen. Hij put ook uit het Quechua, de oorspronkelijke taal uit het Inca-rijk. ‘Katchikatchi’ betekent daarin ‘sprinkhaan’.

Sokolović: Sur une étoile

‘Sur une étoile’ is het eerste van de vijf Tanzer-Lieder van de Canadese componiste Ana Sokolović. In de gedichten van Francisco Tanzer (1921-2003) ontmoeten twee geliefden elkaar op een ster, waar ze drinken en naar de hemel staren. 

Saint-Saëns: Tournoiement

Dichter Armand Renaud speelde met zijn bundel Nuits persanes (1870) in op de toenmalige Franse fascinatie voor het Oosten. Camille Saint-Saëns aarzelde niet en nam er een greep uit voor zijn Mélodies persanes. ‘Tournoiement’ – letterlijk: ‘werveling’ – doet zijn titel alle eer aan: het lied is een sensueel perpetuum mobile waarin de zangeres een caleidoscoop aan beelden voor haar geestesoog ziet passeren tot de extase volgt. 

Schumann: Abendlied

Dit Abendlied behoort tot de latere liederen van Schumann. Geen onstuimige lyriek zoals in de stapel liederen uit zijn wonderjaar 1840, maar bijna religieuze ingetogenheid en verstilling. Een hymne bijna, met een transparante pianopartij. Het laatste van de Sechs Gesänge, opus 107.

Vivier: Hymnen an die Nacht

Fragmenten van een lang gedicht van Novalis (1772-1801) vormen de basis van Hymnen an die Nacht. Claude Vivier verkent daarin een bevreemdend schouwspel – sferen, mystiek en dromen, verwondering en verlangen. En dat allemaal in zes minuten tijd.

Mahler: Um Mitternacht

‘Um Mitternacht’, een van Gustav Mahlers Rückert-­Lieder, ontwikkelt zich in een rechte lijn van pastoraal naar religieus. De hoofdfiguur blikt eerst nog zonder veel bijgedachten ten hemel, maar allengs worden zijn gedachten donkerder: de nacht brengt vertwijfeling en verlatenheid. Uiteindelijk geeft hij met vertrouwen God ‘de macht in handen’, want ‘U houdt de wacht, om middernacht’. De piano evolueert mee van lyrisch naar een plechtig, koraalachtig slot.

Schubert: Abendstern

Franz Schubert lijkt in Abendstern meer antwoorden te vinden dan het hoofdpersonage in ­Mahlers gepeins. In dit lied, op tekst van Schuberts vriend Johann Mayrhofer (1787-1836), verschijnt de avondster als een symbool van rust en troost. Terwijl de schemering valt, verbeeldt de ster de overgang van het aardse naar het hemelse – een moment van stilte en bezinning.

Schubert: Der Wanderer an der Mond

Altijd is hij onderweg, de rusteloze ‘Wanderer’ in de liederen van Schubert. En nergens vindt hij rust. Hoe doet de maan dat dan, vraagt hij zich hier af. De hele dag is de maan onderweg, van west naar oost, en zij lijkt overal thuis. Delicaat, veel zeggend met weinig middelen en veel nuance: een Schubertlied op z’n best.

Wolf: Im Frühling

Ook de ik-persoon uit dit lied van Hugo Wolf heeft vragen. Niet de maan verwart hem, wel de lente: net als de zonnebloemen ontwaken gevoelens van onrust, liefde en hoop. Wann werd’ ich gestillt? Dit is één van de 53 liederen die de symbiose tussen componist Hugo Wolf en dichter Eduard Mörike (1804-1875) zou opleveren.

Silverstein: The Ballad of Lucy Jordan

Lucy Jordan is de laat­-twintigste-eeuwse versie van Schuberts rusteloze wandelaar: een verveelde huisvrouw die op haar 37ste beseft dat ze nooit ‘in een sportwagen door Parijs zal rijden met de wind in haar haren’. Popgroep Dr. Hook & the Medicine verhaalde als eerste over haar, maar de versie uit 1979 van Marianne Faithfull (1946-2025) zou iconisch worden.

Holmès: Le Vin

Augusta Holmès was autodidact als componiste – ze werd als vrouw niet toegelaten tot het Conservatorium van Parijs – en schreef gemakshalve bijna alle teksten van haar vocale werk ook zelf. In Le Vin zet ze een bruisend drinklied neer: Je suis ivre! Et veux boire jusqu’à la mort! 

Clarke: Lethe

De Engels-Amerikaanse componiste en altvioliste Rebecca Clarke promoot een andere manier om te vergeten: de Lethe, een rivier uit de Griekse mythologie. Wie daaruit drinkt, is al zijn herinneringen kwijt en kan daardoor ook reïncarneren. 

Slick: White Rabbit

De titel van deze klassieker van de Amerikaanse rockband Jefferson A­irplane verwijst naar het witte konijn uit Lewis Carrolls Alice in Wonderland. Door het dier te volgen, komt Alice in een wonderlijke wereld terecht. In de songtekst zitten verwijzingen naar verschillende personages uit het verhaal uit 1865. White Rabbit werd een symbool van de tegencultuur van de jaren zestig – en van het gebruik van bewustzijnsverruimende middelen. 

‘Ricky’ Wagner: O Star of Eve

O Star of Eve is de Engelse versie van de bekende aria ‘O du, mein holder Abendstern’ van Richard Wagner. In de derde akte van Tannhäuser zingt Wolfram deze aria tot de maan, als symbool van hoop. Olivia Vermeulen noemt de componist liefkozend ‘Ricky’ –  ook de operagigant was uiteindelijk maar een gewoon mens. 

Stockhausen: Fische en Löwe

De twaalf astrologische tekens inspireerden Karlheinz Stockhausen tot Tierkreis. In evenveel korte composities verklankt hij steeds het teken en de vermeende bijbehorende karaktertrekken. De uitvoerder(s) krijgen hierbij heel wat vrijheid. Olivia Vermeulen koos voor de sterrenbeelden Vissen en Leeuw.  De Vissen presenteren zich dromerig en mysterieus, de Leeuw is uiteraard zijn majestueuze zelf. 

Catalano: Una notte a Napoli

De muziek van de Amerikaanse band Pink Martini, sinds 1994, is even divers als de muzikale achtergrond van de leden. In Una notte a Napoli (uit de soundtrack van een film van Ferzan Özpetek) doen we een laatste worp naar het hemelhoog, met een engel die weliswaar niet meer kan vliegen. Maar wat een geluk: ‘Zelfs zonder vleugels brengt hij me naar de hemel …’ Missie voltooid!

door Piet de Loof

Toelichting

door Piet de Loof

Crumb: The Night in Silence under Many a Star

George Crumb bouwde een heel eigen poëtische klank­wereld. Apparition voor sopraan en (versterkte) piano is een liedcyclus gebaseerd op Walt Whitmans When Lilacs Last in the Dooryard Bloom’d, geschreven naar aanleiding van de dood van de Amerikaanse president Abraham Lincoln (vermoord in 1865). In het openingsdeel gebruikt Crumb de piano als een soort citer, wat een betoverend effect geeft.

Brahms: Feldeinsamkeit

De wandelaar in Feldeinsamkeit van Johannes Brahms vindt zijn zielenrust in de natuur, thuishaven van romantische kunstenaars en hun volgers. Hij ligt in een veld en staart omhoog naar de wolken. Alles wordt één in een bijna religieuze catharsis. Berustend, maar niet sentimenteel. 

Schubert: Ganymed

Ganymed is een van Franz Schuberts bekendste liederen op tekst van ‘hofdichter’ Johann Wolfgang von Goethe. Die beschrijft hoe de knappe jongeman Ganymedes door oppergod Zeus naar de godenberg Olympus wordt mee­genomen. Hinauf! Schubert verklankt de overgave van de mens aan de natuur met hoorbare verrukking.

Bowie: Life on Mars

David Bowie nam Life on M­ars voor het eerst op in 1971. Het iconisch geworden nummer hekelt de oppervlakkigheid van de maatschappij. Is er leven op Mar­s? is een metafoor voor de zoektocht naar een authentieker leven.

Messiaen: Katchikatchi les étoiles

In zijn liedcyclus Harawi verkent Olivier Messiaen het samenvallen van liefde en dood naar het voorbeeld van Wagners opera Tristan und Isolde. Ritmisch complex en spiritueel van inslag, zoals altijd bij Messiaen. Hij put ook uit het Quechua, de oorspronkelijke taal uit het Inca-rijk. ‘Katchikatchi’ betekent daarin ‘sprinkhaan’.

Sokolović: Sur une étoile

‘Sur une étoile’ is het eerste van de vijf Tanzer-Lieder van de Canadese componiste Ana Sokolović. In de gedichten van Francisco Tanzer (1921-2003) ontmoeten twee geliefden elkaar op een ster, waar ze drinken en naar de hemel staren. 

Saint-Saëns: Tournoiement

Dichter Armand Renaud speelde met zijn bundel Nuits persanes (1870) in op de toenmalige Franse fascinatie voor het Oosten. Camille Saint-Saëns aarzelde niet en nam er een greep uit voor zijn Mélodies persanes. ‘Tournoiement’ – letterlijk: ‘werveling’ – doet zijn titel alle eer aan: het lied is een sensueel perpetuum mobile waarin de zangeres een caleidoscoop aan beelden voor haar geestesoog ziet passeren tot de extase volgt. 

Schumann: Abendlied

Dit Abendlied behoort tot de latere liederen van Schumann. Geen onstuimige lyriek zoals in de stapel liederen uit zijn wonderjaar 1840, maar bijna religieuze ingetogenheid en verstilling. Een hymne bijna, met een transparante pianopartij. Het laatste van de Sechs Gesänge, opus 107.

Vivier: Hymnen an die Nacht

Fragmenten van een lang gedicht van Novalis (1772-1801) vormen de basis van Hymnen an die Nacht. Claude Vivier verkent daarin een bevreemdend schouwspel – sferen, mystiek en dromen, verwondering en verlangen. En dat allemaal in zes minuten tijd.

Mahler: Um Mitternacht

‘Um Mitternacht’, een van Gustav Mahlers Rückert-­Lieder, ontwikkelt zich in een rechte lijn van pastoraal naar religieus. De hoofdfiguur blikt eerst nog zonder veel bijgedachten ten hemel, maar allengs worden zijn gedachten donkerder: de nacht brengt vertwijfeling en verlatenheid. Uiteindelijk geeft hij met vertrouwen God ‘de macht in handen’, want ‘U houdt de wacht, om middernacht’. De piano evolueert mee van lyrisch naar een plechtig, koraalachtig slot.

Schubert: Abendstern

Franz Schubert lijkt in Abendstern meer antwoorden te vinden dan het hoofdpersonage in ­Mahlers gepeins. In dit lied, op tekst van Schuberts vriend Johann Mayrhofer (1787-1836), verschijnt de avondster als een symbool van rust en troost. Terwijl de schemering valt, verbeeldt de ster de overgang van het aardse naar het hemelse – een moment van stilte en bezinning.

Schubert: Der Wanderer an der Mond

Altijd is hij onderweg, de rusteloze ‘Wanderer’ in de liederen van Schubert. En nergens vindt hij rust. Hoe doet de maan dat dan, vraagt hij zich hier af. De hele dag is de maan onderweg, van west naar oost, en zij lijkt overal thuis. Delicaat, veel zeggend met weinig middelen en veel nuance: een Schubertlied op z’n best.

Wolf: Im Frühling

Ook de ik-persoon uit dit lied van Hugo Wolf heeft vragen. Niet de maan verwart hem, wel de lente: net als de zonnebloemen ontwaken gevoelens van onrust, liefde en hoop. Wann werd’ ich gestillt? Dit is één van de 53 liederen die de symbiose tussen componist Hugo Wolf en dichter Eduard Mörike (1804-1875) zou opleveren.

Silverstein: The Ballad of Lucy Jordan

Lucy Jordan is de laat­-twintigste-eeuwse versie van Schuberts rusteloze wandelaar: een verveelde huisvrouw die op haar 37ste beseft dat ze nooit ‘in een sportwagen door Parijs zal rijden met de wind in haar haren’. Popgroep Dr. Hook & the Medicine verhaalde als eerste over haar, maar de versie uit 1979 van Marianne Faithfull (1946-2025) zou iconisch worden.

Holmès: Le Vin

Augusta Holmès was autodidact als componiste – ze werd als vrouw niet toegelaten tot het Conservatorium van Parijs – en schreef gemakshalve bijna alle teksten van haar vocale werk ook zelf. In Le Vin zet ze een bruisend drinklied neer: Je suis ivre! Et veux boire jusqu’à la mort! 

Clarke: Lethe

De Engels-Amerikaanse componiste en altvioliste Rebecca Clarke promoot een andere manier om te vergeten: de Lethe, een rivier uit de Griekse mythologie. Wie daaruit drinkt, is al zijn herinneringen kwijt en kan daardoor ook reïncarneren. 

Slick: White Rabbit

De titel van deze klassieker van de Amerikaanse rockband Jefferson A­irplane verwijst naar het witte konijn uit Lewis Carrolls Alice in Wonderland. Door het dier te volgen, komt Alice in een wonderlijke wereld terecht. In de songtekst zitten verwijzingen naar verschillende personages uit het verhaal uit 1865. White Rabbit werd een symbool van de tegencultuur van de jaren zestig – en van het gebruik van bewustzijnsverruimende middelen. 

‘Ricky’ Wagner: O Star of Eve

O Star of Eve is de Engelse versie van de bekende aria ‘O du, mein holder Abendstern’ van Richard Wagner. In de derde akte van Tannhäuser zingt Wolfram deze aria tot de maan, als symbool van hoop. Olivia Vermeulen noemt de componist liefkozend ‘Ricky’ –  ook de operagigant was uiteindelijk maar een gewoon mens. 

Stockhausen: Fische en Löwe

De twaalf astrologische tekens inspireerden Karlheinz Stockhausen tot Tierkreis. In evenveel korte composities verklankt hij steeds het teken en de vermeende bijbehorende karaktertrekken. De uitvoerder(s) krijgen hierbij heel wat vrijheid. Olivia Vermeulen koos voor de sterrenbeelden Vissen en Leeuw.  De Vissen presenteren zich dromerig en mysterieus, de Leeuw is uiteraard zijn majestueuze zelf. 

Catalano: Una notte a Napoli

De muziek van de Amerikaanse band Pink Martini, sinds 1994, is even divers als de muzikale achtergrond van de leden. In Una notte a Napoli (uit de soundtrack van een film van Ferzan Özpetek) doen we een laatste worp naar het hemelhoog, met een engel die weliswaar niet meer kan vliegen. Maar wat een geluk: ‘Zelfs zonder vleugels brengt hij me naar de hemel …’ Missie voltooid!

Crumb: The Night in Silence under Many a Star

George Crumb bouwde een heel eigen poëtische klank­wereld. Apparition voor sopraan en (versterkte) piano is een liedcyclus gebaseerd op Walt Whitmans When Lilacs Last in the Dooryard Bloom’d, geschreven naar aanleiding van de dood van de Amerikaanse president Abraham Lincoln (vermoord in 1865). In het openingsdeel gebruikt Crumb de piano als een soort citer, wat een betoverend effect geeft.

Brahms: Feldeinsamkeit

De wandelaar in Feldeinsamkeit van Johannes Brahms vindt zijn zielenrust in de natuur, thuishaven van romantische kunstenaars en hun volgers. Hij ligt in een veld en staart omhoog naar de wolken. Alles wordt één in een bijna religieuze catharsis. Berustend, maar niet sentimenteel. 

Schubert: Ganymed

Ganymed is een van Franz Schuberts bekendste liederen op tekst van ‘hofdichter’ Johann Wolfgang von Goethe. Die beschrijft hoe de knappe jongeman Ganymedes door oppergod Zeus naar de godenberg Olympus wordt mee­genomen. Hinauf! Schubert verklankt de overgave van de mens aan de natuur met hoorbare verrukking.

Bowie: Life on Mars

David Bowie nam Life on M­ars voor het eerst op in 1971. Het iconisch geworden nummer hekelt de oppervlakkigheid van de maatschappij. Is er leven op Mar­s? is een metafoor voor de zoektocht naar een authentieker leven.

Messiaen: Katchikatchi les étoiles

In zijn liedcyclus Harawi verkent Olivier Messiaen het samenvallen van liefde en dood naar het voorbeeld van Wagners opera Tristan und Isolde. Ritmisch complex en spiritueel van inslag, zoals altijd bij Messiaen. Hij put ook uit het Quechua, de oorspronkelijke taal uit het Inca-rijk. ‘Katchikatchi’ betekent daarin ‘sprinkhaan’.

Sokolović: Sur une étoile

‘Sur une étoile’ is het eerste van de vijf Tanzer-Lieder van de Canadese componiste Ana Sokolović. In de gedichten van Francisco Tanzer (1921-2003) ontmoeten twee geliefden elkaar op een ster, waar ze drinken en naar de hemel staren. 

Saint-Saëns: Tournoiement

Dichter Armand Renaud speelde met zijn bundel Nuits persanes (1870) in op de toenmalige Franse fascinatie voor het Oosten. Camille Saint-Saëns aarzelde niet en nam er een greep uit voor zijn Mélodies persanes. ‘Tournoiement’ – letterlijk: ‘werveling’ – doet zijn titel alle eer aan: het lied is een sensueel perpetuum mobile waarin de zangeres een caleidoscoop aan beelden voor haar geestesoog ziet passeren tot de extase volgt. 

Schumann: Abendlied

Dit Abendlied behoort tot de latere liederen van Schumann. Geen onstuimige lyriek zoals in de stapel liederen uit zijn wonderjaar 1840, maar bijna religieuze ingetogenheid en verstilling. Een hymne bijna, met een transparante pianopartij. Het laatste van de Sechs Gesänge, opus 107.

Vivier: Hymnen an die Nacht

Fragmenten van een lang gedicht van Novalis (1772-1801) vormen de basis van Hymnen an die Nacht. Claude Vivier verkent daarin een bevreemdend schouwspel – sferen, mystiek en dromen, verwondering en verlangen. En dat allemaal in zes minuten tijd.

Mahler: Um Mitternacht

‘Um Mitternacht’, een van Gustav Mahlers Rückert-­Lieder, ontwikkelt zich in een rechte lijn van pastoraal naar religieus. De hoofdfiguur blikt eerst nog zonder veel bijgedachten ten hemel, maar allengs worden zijn gedachten donkerder: de nacht brengt vertwijfeling en verlatenheid. Uiteindelijk geeft hij met vertrouwen God ‘de macht in handen’, want ‘U houdt de wacht, om middernacht’. De piano evolueert mee van lyrisch naar een plechtig, koraalachtig slot.

Schubert: Abendstern

Franz Schubert lijkt in Abendstern meer antwoorden te vinden dan het hoofdpersonage in ­Mahlers gepeins. In dit lied, op tekst van Schuberts vriend Johann Mayrhofer (1787-1836), verschijnt de avondster als een symbool van rust en troost. Terwijl de schemering valt, verbeeldt de ster de overgang van het aardse naar het hemelse – een moment van stilte en bezinning.

Schubert: Der Wanderer an der Mond

Altijd is hij onderweg, de rusteloze ‘Wanderer’ in de liederen van Schubert. En nergens vindt hij rust. Hoe doet de maan dat dan, vraagt hij zich hier af. De hele dag is de maan onderweg, van west naar oost, en zij lijkt overal thuis. Delicaat, veel zeggend met weinig middelen en veel nuance: een Schubertlied op z’n best.

Wolf: Im Frühling

Ook de ik-persoon uit dit lied van Hugo Wolf heeft vragen. Niet de maan verwart hem, wel de lente: net als de zonnebloemen ontwaken gevoelens van onrust, liefde en hoop. Wann werd’ ich gestillt? Dit is één van de 53 liederen die de symbiose tussen componist Hugo Wolf en dichter Eduard Mörike (1804-1875) zou opleveren.

Silverstein: The Ballad of Lucy Jordan

Lucy Jordan is de laat­-twintigste-eeuwse versie van Schuberts rusteloze wandelaar: een verveelde huisvrouw die op haar 37ste beseft dat ze nooit ‘in een sportwagen door Parijs zal rijden met de wind in haar haren’. Popgroep Dr. Hook & the Medicine verhaalde als eerste over haar, maar de versie uit 1979 van Marianne Faithfull (1946-2025) zou iconisch worden.

Holmès: Le Vin

Augusta Holmès was autodidact als componiste – ze werd als vrouw niet toegelaten tot het Conservatorium van Parijs – en schreef gemakshalve bijna alle teksten van haar vocale werk ook zelf. In Le Vin zet ze een bruisend drinklied neer: Je suis ivre! Et veux boire jusqu’à la mort! 

Clarke: Lethe

De Engels-Amerikaanse componiste en altvioliste Rebecca Clarke promoot een andere manier om te vergeten: de Lethe, een rivier uit de Griekse mythologie. Wie daaruit drinkt, is al zijn herinneringen kwijt en kan daardoor ook reïncarneren. 

Slick: White Rabbit

De titel van deze klassieker van de Amerikaanse rockband Jefferson A­irplane verwijst naar het witte konijn uit Lewis Carrolls Alice in Wonderland. Door het dier te volgen, komt Alice in een wonderlijke wereld terecht. In de songtekst zitten verwijzingen naar verschillende personages uit het verhaal uit 1865. White Rabbit werd een symbool van de tegencultuur van de jaren zestig – en van het gebruik van bewustzijnsverruimende middelen. 

‘Ricky’ Wagner: O Star of Eve

O Star of Eve is de Engelse versie van de bekende aria ‘O du, mein holder Abendstern’ van Richard Wagner. In de derde akte van Tannhäuser zingt Wolfram deze aria tot de maan, als symbool van hoop. Olivia Vermeulen noemt de componist liefkozend ‘Ricky’ –  ook de operagigant was uiteindelijk maar een gewoon mens. 

Stockhausen: Fische en Löwe

De twaalf astrologische tekens inspireerden Karlheinz Stockhausen tot Tierkreis. In evenveel korte composities verklankt hij steeds het teken en de vermeende bijbehorende karaktertrekken. De uitvoerder(s) krijgen hierbij heel wat vrijheid. Olivia Vermeulen koos voor de sterrenbeelden Vissen en Leeuw.  De Vissen presenteren zich dromerig en mysterieus, de Leeuw is uiteraard zijn majestueuze zelf. 

Catalano: Una notte a Napoli

De muziek van de Amerikaanse band Pink Martini, sinds 1994, is even divers als de muzikale achtergrond van de leden. In Una notte a Napoli (uit de soundtrack van een film van Ferzan Özpetek) doen we een laatste worp naar het hemelhoog, met een engel die weliswaar niet meer kan vliegen. Maar wat een geluk: ‘Zelfs zonder vleugels brengt hij me naar de hemel …’ Missie voltooid!

door Piet de Loof

Biografie

Olivia Vermeulen, mezzosopraan

De Nederlandse Olivia Vermeulen studeerde in Detmold bij Mechtild Böhme en in Berlijn bij Julie Kaufmann, nam deel aan masterclasses van Dietrich Fischer-Dieskau, Andreas Scholl, Thomas Quasthoff en Irwin Gage en maakte deel uit van de operastudio van de Komische Oper in Berlijn. Onder leiding van René Jacobs debuteerde ze in 2016 in de Staatsoper Unter den Linden in Berlijn en tourde ze met het Freiburger Barockorchester. Ze zong opera in de theaters van Parijs, Moskou, Zürich, Barcelona, Madrid en Amsterdam en op de festivals van Halle, Bregenz, Salzburg en Aix-en-Provence. Op de Ruhrtriennale bracht ze liederen van Wolfgang Rihm in première.

Olivia Vermeulen soleerde bij het London Symphony Orchestra, het Ensemble Modern, de Berliner Philharmoniker, het Bach Collegium Japan, het Orkest van de Achttiende Eeuw en de Handel and Haydn Society in Boston. In de Grote Zaal zong ze onder meer tijdens de VriendenLoterij ZomerConcerten 2023 in Mozarts Krönungsmesse met het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor, en in maart 2024 in het passieconcert Compassion van Iván Fischer en zijn Budapest Festival Orchestra.

Haar vorige recital in de Kleine Zaal was het programma In Heaven met pianist Jan Philip Schulze. Het eerste recital-cd van dit duo, Dirty Minds (2020), werd bekroond met een Preis der deutschen Schallplattenkritik en een Edison Klassiek. Bij het Concertgebouworkest maakt Olivia Vermeulen haar debuut, in maart komt ze alweer terug.

Jan Philip Schulze, piano

De Duitse pianist Jan Philip Schulze is actief als solist, kamermusicus en liedbegeleider, geeft masterclasses en is verbonden aan de Musikhochschule van Hannover. Zelf studeerde hij aan de Musikhochschule in München en het Tsjaikovski Conservatorium in Moskou, en onder zijn docenten waren Helmut Deutsch en Dietrich Fischer-­Dieskau. In de beginjaren van zijn carrière won Jan Philip Schulze concours­prijzen in Spanje, Italië en Zuid-Afrika.

Inmiddels treedt hij veelvuldig op in met name Europa en Japan; hij was onder meer te gast in De Munt in Brussel, de Londense Wigmore Hall en La Scala in Milaan en op de festivals van Luzern, Salzburg, Edinburgh, München en ­Schwarzenberg.

De pianist staat ook bekend om zijn interpretaties van hedendaagse muziek; bij het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks debuteerde hij met het Pianoconcert van Xenakis, en zijn integrale opname van de pianomuziek van Hans Werner Henze is veelgeprezen.

Jan Philip Schulze musiceerde met bekende vocalisten als Juliane Banse, Dietrich Henschel, Jonas Kaufmann en Violeta Urmana (in 2006 ook in Het Concertgebouw). In duo met Olivia Vermeulen speelde hij eerder in de Kleine Zaal op 10 mei 2015, 25 februari 2020 en 2 november 2021; in mei 2021 maakten ze daar bovendien de opnames voor hun tweede album, Hello Darkness.