Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Wat is een fuga?

fuga

Een fuga is een compositietechniek waarin meerdere stemmen elkaar beurtelings imiteren.

Wat is een fuga?

Een fuga is een compositie waarin dezelfde melodische frase beurtelings in alle (drie of vier) stemmen van de compositie klinkt. Er is dus sprake van imitatie. De frase die wordt geïmiteerd wordt het subject genoemd.

De opening van een fuga lijkt op een canon: de stemmen vallen om de beurt in met dezelfde melodie, het subject. Het verschil met een canon is dat niet elke stem op dezelfde toon begint, maar sommige stemmen de melodie op een andere toonhoogte inzetten dan andere.

Hoe klinkt een fuga?

Een fuga kun je snel herkennen als je eenmaal weet hoe hij klinkt. Elke fuga begint ongeveer hetzelfde: de eerste stem speelt het subject in de grondtoon (de tonica) waarna de tweede stem het subject vijf tonen hoger of vier tonen lager imiteert (de dominant).

Intussen gaat de eerste stem verder met het contrasubject, de tegenmelodie die het subject in de tweede stem begeleidt. Als de tweede stem het subject heeft afgerond, volgt hier óók het contrasubject. Tegelijk begint de derde stem met het subject, nu weer in de tonica. Dit proces herhaalt zich tot alle stemmen zijn ingevallen. Hiermee eindigt het eerste deel van de fuga, de expositie.

Vervolgens begint de episode. Daarin verwerkt de componist kleine stukjes van het subject. Hier kan de componist alles uit de kast trekken en het subject op allerlei manieren vervormen. Dat kan hij doen door het om te keren, uit te rekken of juist samen te persen. Tijdens de episode herhaalt de opening van de fuga, waarin de stemmen beurtelings invielen, zich veelvuldig.

In de onderstaande fuga uit Bachs Kunst der Fuge hoor je hoe de stemmen om beurten binnentreden.

Wat is een fuga?

Een fuga is een compositie waarin dezelfde melodische frase beurtelings in alle (drie of vier) stemmen van de compositie klinkt. Er is dus sprake van imitatie. De frase die wordt geïmiteerd wordt het subject genoemd.

De opening van een fuga lijkt op een canon: de stemmen vallen om de beurt in met dezelfde melodie, het subject. Het verschil met een canon is dat niet elke stem op dezelfde toon begint, maar sommige stemmen de melodie op een andere toonhoogte inzetten dan andere.

Hoe klinkt een fuga?

Een fuga kun je snel herkennen als je eenmaal weet hoe hij klinkt. Elke fuga begint ongeveer hetzelfde: de eerste stem speelt het subject in de grondtoon (de tonica) waarna de tweede stem het subject vijf tonen hoger of vier tonen lager imiteert (de dominant).

Intussen gaat de eerste stem verder met het contrasubject, de tegenmelodie die het subject in de tweede stem begeleidt. Als de tweede stem het subject heeft afgerond, volgt hier óók het contrasubject. Tegelijk begint de derde stem met het subject, nu weer in de tonica. Dit proces herhaalt zich tot alle stemmen zijn ingevallen. Hiermee eindigt het eerste deel van de fuga, de expositie.

Vervolgens begint de episode. Daarin verwerkt de componist kleine stukjes van het subject. Hier kan de componist alles uit de kast trekken en het subject op allerlei manieren vervormen. Dat kan hij doen door het om te keren, uit te rekken of juist samen te persen. Tijdens de episode herhaalt de opening van de fuga, waarin de stemmen beurtelings invielen, zich veelvuldig.

In de onderstaande fuga uit Bachs Kunst der Fuge hoor je hoe de stemmen om beurten binnentreden.

Hoe ontstond de fuga?

Componisten als Jacob Obrecht (1457-1505) en later Andrea Gabrieli (1533-1585) schreven al in de zestiende en zeventiende eeuw muziek die als voorlopers van de fuga kunnen worden beschouwd. De ricercar of ricercare (het Italiaanse woord voor onderzoeken) is een vergelijkbare imitatieve compositietechniek, maar met minder strenge beperkingen. Na het intreden van de stemmen kan het goed zijn dat het subject nooit meer wordt gespeeld. Bovendien kunnen imitaties op elke toon beginnen, niet alleen vijf tonen hoger.

In de zeventiende eeuw komt de term fuga in de mode voor een versie van deze ricercar met meer thematische eenheid, al worden de termen dan nog door elkaar gebruikt. De naam komt van het Italiaanse woord voor ‘vlucht’; omdat de stemmen elkaar in de opening imiteren, lijkt het alsof ze elkaar achtervolgen.

Tot in de achttiende eeuw is de fuga zeer populair, maar vanaf de klassieke periode raakt de doorwrochte, ouderwetse vorm uit de mode. Hij dient vanaf dan vooral als krachttoer waarmee componisten hun muziektheoretische vaardigheden kunnen laten zien.

 

Hoe ontstond de fuga?

Componisten als Jacob Obrecht (1457-1505) en later Andrea Gabrieli (1533-1585) schreven al in de zestiende en zeventiende eeuw muziek die als voorlopers van de fuga kunnen worden beschouwd. De ricercar of ricercare (het Italiaanse woord voor onderzoeken) is een vergelijkbare imitatieve compositietechniek, maar met minder strenge beperkingen. Na het intreden van de stemmen kan het goed zijn dat het subject nooit meer wordt gespeeld. Bovendien kunnen imitaties op elke toon beginnen, niet alleen vijf tonen hoger.

In de zeventiende eeuw komt de term fuga in de mode voor een versie van deze ricercar met meer thematische eenheid, al worden de termen dan nog door elkaar gebruikt. De naam komt van het Italiaanse woord voor ‘vlucht’; omdat de stemmen elkaar in de opening imiteren, lijkt het alsof ze elkaar achtervolgen.

Tot in de achttiende eeuw is de fuga zeer populair, maar vanaf de klassieke periode raakt de doorwrochte, ouderwetse vorm uit de mode. Hij dient vanaf dan vooral als krachttoer waarmee componisten hun muziektheoretische vaardigheden kunnen laten zien.