Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
interview

Mezzosopraan Sophie Rennert: ‘Ik ben gewoon een Schubert-fan’

door Joke Dame
27 sep. 2022 27 september 2022

Haar debuut in de Kleine Zaal liet door corona twee jaar op zich wachten. Maar nu maken we eindelijk kennis met de Oostenrijkse mezzosopraan Sophie Rennert. ‘Ik voelde dat ik met zingen veel beter kon uitdrukken wat ik te zeggen heb dan via een instrument.’

Sophie Rennert (1990) is een telg uit een zangersgeslacht: moeder Sigrid Rennert is een professionele sopraan en een bekende zanglerares, grootmoeder Anny Schlemm was een gevierde operazangeres, overgrootvader Friedrich Schlemm zong in het operakoor in Frankfurt. Tel daarbij op dat haar vader jazzmusicus en componist was en haar grootvader dirigent en het ligt voor de hand dat Sophie Rennert in de muziek zou belanden.

‘De meeste van mijn collega’s komen wel uit kunstenaarsfamilies, families van musici vaak, maar evengoed zijn er heel wat die uit totaal onmuzikale gezinnen komen en dat heeft ook wel iets verfrissends,’ relativeert Rennert. ‘Natuurlijk helpt het als je opgroeit in een gezin waar de muziek overal om je heen is. Ik kwam van kleins af aan in het theater, in het operahuis, en hoorde voortdurend zingen. Ik luisterde altijd naar mijn moeder en begreep zo al heel jong waar dat zingen over ging.’

Sophie Rennert (1990) is een telg uit een zangersgeslacht: moeder Sigrid Rennert is een professionele sopraan en een bekende zanglerares, grootmoeder Anny Schlemm was een gevierde operazangeres, overgrootvader Friedrich Schlemm zong in het operakoor in Frankfurt. Tel daarbij op dat haar vader jazzmusicus en componist was en haar grootvader dirigent en het ligt voor de hand dat Sophie Rennert in de muziek zou belanden.

‘De meeste van mijn collega’s komen wel uit kunstenaarsfamilies, families van musici vaak, maar evengoed zijn er heel wat die uit totaal onmuzikale gezinnen komen en dat heeft ook wel iets verfrissends,’ relativeert Rennert. ‘Natuurlijk helpt het als je opgroeit in een gezin waar de muziek overal om je heen is. Ik kwam van kleins af aan in het theater, in het operahuis, en hoorde voortdurend zingen. Ik luisterde altijd naar mijn moeder en begreep zo al heel jong waar dat zingen over ging.’

  • Sophie Rennert

    foto: Pia Clodi

    Sophie Rennert

    foto: Pia Clodi

  • Sophie Rennert

    foto: Pia Clodi

    Sophie Rennert

    foto: Pia Clodi

Van binnenuit

Toch was de keuze voor zang vooral onverwacht. Sophie Rennert begon op haar vierde met vioolspelen, en het lag in de bedoeling dat ze violiste zou worden, daar studeerde ze voor. Zingen deed ze er een beetje bij, omdat iedereen in de familie zong. Pas vlak voor haar middelbare-schoolexamen kwam de gedachte in haar op: waarom zou ze niet zangeres worden? Ze had al zangles bij haar moeder en toen ze dit idee aan haar voorlegde reageerde die heel verrassend. ‘Ik wist altijd al dat je zangeres zou worden, maar ik wilde je niet pushen.’

Was er ook nog een positieve drijfveer? ‘Die was er zeker. Ik voelde dat ik met zingen veel beter kon uitdrukken wat ik te zeggen heb dan via een instrument. De stem is dichterbij, niet alleen bij mezelf maar ook voor het publiek. Het is mijn eigen lichaam, waar niets tussenkomt. Het helpt me wel bij het zingen dat ik ook viool en piano speel. In Schubert bijvoorbeeld moet ik soms heel instrumentaal zingen en dan scheelt het dat ik muziekinstrumenten van binnenuit ken.’

Wisselwerking

Barokopera’s en liederen vormen de kern van haar repertoire. Over die combinatie heeft Rennert wel iets te zeggen. ‘Er bestaat een nogal akelig en wijdverbreid vooroordeel dat je je moet concentreren op een klein stuk van het grote, brede vocale repertoire van barokmuziek, opera, lied, hedendaagse muziek. Maar ik vind het belangrijk om me op alle gebieden te bewegen omdat de stijlgebieden van elkaar profiteren.

Ik hou erg van barokmuziek en zing veel barok­opera. Opera leert me grote dramatische bogen te maken. Daar heb ik ook wat aan in liederen. En wat je bij het lied aan subtiliteiten nodig hebt, aan kleine details en verfijnde techniek, dat komt weer ten goede aan opera. Zo profiteren de genres van elkaar.’

Sophie Rennert
in 13 dilemma’s

koffie / thee
stad / platteland
zomer / winter
uit / thuis ‘ik heb allebei nodig’
sneeuw / gras
boek / film ‘maar alleen als het een goed boek is’
zonsopgang / zonsondergang
musiceren / luisteren
piano / forte
Schubert / Mahler
Grote / Kleine Zaal ‘maakt me niet uit, de atmos­feer moet goed zijn’
lied / opera
Romantiek / Barok

 

Niet te veel

Ze zingt ingetogen, de tekst leidt haar, van overdreven expressiviteit is geen sprake als het gaat om het lied. ‘Het hangt natuurlijk van het lied af, maar in de meeste liederen is het dramatische en het expressieve al ingeschreven. Dan moet je als zanger niet te veel doen, niet te veel toevoegen.’

‘Ik vertel als zangeres de geschiedenis van een vrouw.’

De pianist speelt daarin natuurlijk ook een belangrijke rol. ‘Met Joseph Middleton werk ik fantastisch samen. We hebben in muzikaal opzicht een heel speciale klik. We hoeven niet zoveel aan elkaar uit te leggen; integendeel, we luisteren naar elkaar en voelen elkaar goed aan. Dat is echt een luxe. Je zou kunnen zeggen: hoe meer je uitwendig doet op het podium, hoe meer je de focus op de muziek verliest.’

Troost

Ook nieuwe muziek heeft ze op haar repertoire, onder meer van haar vader, de jazzmusicus en componist Uli Rennert die vorig jaar aan de gevolgen van covid is gestorven. ‘Eerlijk gezegd weet ik niet wat ik daarover moet zeggen. Het was natuurlijk verschrikkelijk, dat allereerst. Maar ik weet ook dat ik niet de enige ben die dit is overkomen, er zijn zo veel families waar dit is gebeurd. Er is misschien een beetje troost in dat het niet alleen ons overkomt. Het is moeilijk, maar we moeten bij elkaar blijven en elkaar steunen.’

Van haar vader heeft ze bijvoorbeeld Von den Göttern weiß ich nichts op haar repertoire, een cyclus over religieuze the­ma’s en algemene wereldbeschouw­ingen. Deze muziek gaat haar zeer aan het hart. ‘Geschreven voor mijn achttiende verjaardag, als een prachtig verjaarscadeau, maar het was toen nog veel te moeilijk voor mij. Het bleef een paar jaar op de plank liggen tot ik eraan toe was en toen hebben we er samen, mijn vader en ik met nog wat anderen, een cd-opname van gemaakt.’

Haar vader heeft nog wat ander werk voor haar geschreven, maar dat hebben ze niet meer samen kunnen doen. ‘Misschien kan ik me er later nog eens toe zetten die stukken zonder hem uit te voeren, maar daar heb ik nog wat tijd voor nodig.’

Debuut

In haar debuutrecital in de Kleine Zaal brengt Sophie Rennert een heel programma met liederen van niet meer dan twee componisten, Schubert en Mahler. Wat zit daarachter? ‘Ik ben gewoon een Schubert-fan. Vaak maak ik programma’s met alleen Schubert-­liederen, dus zo’n lange lijst Schubert in ons programma is niet ongebruikelijk.’

Er zitten nogal wat liederen bij waarin het om vrouwen gaat, legt Rennert uit. ‘Ik vertel als zangeres de geschiedenis van een vrouw. In het begin is dat leven nog onbedorven, zelfs vrolijk (An die Laute). Dan komt de liefde in het spel (Versunken). In Die Spinnerin weet je niet precies of er een verkrachting plaatsvindt of een ongelukkige, onbeantwoorde liefde – dat moet de luisteraar zelf uitmaken. Dan volgt het verlies van een geliefde (Erster Verlust). In de Gretchen-liederen gaat het niet meer om een heel jong meisje. Het eindigt met het doodsverlangen in Der Tod und das Mädchen. Zo word je langs een doorvoeld liefdesdrama geleid vanuit het standpunt van een vrouw.’

Schubert en Mahler passen heel goed bij elkaar, vindt Rennert. Er zit welis­waar meer dan een halve eeuw tussen de geboortejaren van beide Oostenrijkers, maar ze hebben veel overeenkomsten. ‘Beide componisten streven eenvoud na in hun liederen. Het is pastoraal, als je dat zo kunt noemen, en beiden hebben iets bovennatuurlijks, iets transcendents. En dat leidt tot muziek waarin geen noot te veel staat. Ze treffen daarbij de toon zo goed. Nog voor je de tekst kent, hoor je de bedoeling al in de muziek. Schubert en Mahler hebben dat allebei. Daarom passen ze zo goed bij elkaar.’

Van binnenuit

Toch was de keuze voor zang vooral onverwacht. Sophie Rennert begon op haar vierde met vioolspelen, en het lag in de bedoeling dat ze violiste zou worden, daar studeerde ze voor. Zingen deed ze er een beetje bij, omdat iedereen in de familie zong. Pas vlak voor haar middelbare-schoolexamen kwam de gedachte in haar op: waarom zou ze niet zangeres worden? Ze had al zangles bij haar moeder en toen ze dit idee aan haar voorlegde reageerde die heel verrassend. ‘Ik wist altijd al dat je zangeres zou worden, maar ik wilde je niet pushen.’

Was er ook nog een positieve drijfveer? ‘Die was er zeker. Ik voelde dat ik met zingen veel beter kon uitdrukken wat ik te zeggen heb dan via een instrument. De stem is dichterbij, niet alleen bij mezelf maar ook voor het publiek. Het is mijn eigen lichaam, waar niets tussenkomt. Het helpt me wel bij het zingen dat ik ook viool en piano speel. In Schubert bijvoorbeeld moet ik soms heel instrumentaal zingen en dan scheelt het dat ik muziekinstrumenten van binnenuit ken.’

Wisselwerking

Barokopera’s en liederen vormen de kern van haar repertoire. Over die combinatie heeft Rennert wel iets te zeggen. ‘Er bestaat een nogal akelig en wijdverbreid vooroordeel dat je je moet concentreren op een klein stuk van het grote, brede vocale repertoire van barokmuziek, opera, lied, hedendaagse muziek. Maar ik vind het belangrijk om me op alle gebieden te bewegen omdat de stijlgebieden van elkaar profiteren.

Ik hou erg van barokmuziek en zing veel barok­opera. Opera leert me grote dramatische bogen te maken. Daar heb ik ook wat aan in liederen. En wat je bij het lied aan subtiliteiten nodig hebt, aan kleine details en verfijnde techniek, dat komt weer ten goede aan opera. Zo profiteren de genres van elkaar.’

Sophie Rennert
in 13 dilemma’s

koffie / thee
stad / platteland
zomer / winter
uit / thuis ‘ik heb allebei nodig’
sneeuw / gras
boek / film ‘maar alleen als het een goed boek is’
zonsopgang / zonsondergang
musiceren / luisteren
piano / forte
Schubert / Mahler
Grote / Kleine Zaal ‘maakt me niet uit, de atmos­feer moet goed zijn’
lied / opera
Romantiek / Barok

 

Niet te veel

Ze zingt ingetogen, de tekst leidt haar, van overdreven expressiviteit is geen sprake als het gaat om het lied. ‘Het hangt natuurlijk van het lied af, maar in de meeste liederen is het dramatische en het expressieve al ingeschreven. Dan moet je als zanger niet te veel doen, niet te veel toevoegen.’

‘Ik vertel als zangeres de geschiedenis van een vrouw.’

De pianist speelt daarin natuurlijk ook een belangrijke rol. ‘Met Joseph Middleton werk ik fantastisch samen. We hebben in muzikaal opzicht een heel speciale klik. We hoeven niet zoveel aan elkaar uit te leggen; integendeel, we luisteren naar elkaar en voelen elkaar goed aan. Dat is echt een luxe. Je zou kunnen zeggen: hoe meer je uitwendig doet op het podium, hoe meer je de focus op de muziek verliest.’

Troost

Ook nieuwe muziek heeft ze op haar repertoire, onder meer van haar vader, de jazzmusicus en componist Uli Rennert die vorig jaar aan de gevolgen van covid is gestorven. ‘Eerlijk gezegd weet ik niet wat ik daarover moet zeggen. Het was natuurlijk verschrikkelijk, dat allereerst. Maar ik weet ook dat ik niet de enige ben die dit is overkomen, er zijn zo veel families waar dit is gebeurd. Er is misschien een beetje troost in dat het niet alleen ons overkomt. Het is moeilijk, maar we moeten bij elkaar blijven en elkaar steunen.’

Van haar vader heeft ze bijvoorbeeld Von den Göttern weiß ich nichts op haar repertoire, een cyclus over religieuze the­ma’s en algemene wereldbeschouw­ingen. Deze muziek gaat haar zeer aan het hart. ‘Geschreven voor mijn achttiende verjaardag, als een prachtig verjaarscadeau, maar het was toen nog veel te moeilijk voor mij. Het bleef een paar jaar op de plank liggen tot ik eraan toe was en toen hebben we er samen, mijn vader en ik met nog wat anderen, een cd-opname van gemaakt.’

Haar vader heeft nog wat ander werk voor haar geschreven, maar dat hebben ze niet meer samen kunnen doen. ‘Misschien kan ik me er later nog eens toe zetten die stukken zonder hem uit te voeren, maar daar heb ik nog wat tijd voor nodig.’

Debuut

In haar debuutrecital in de Kleine Zaal brengt Sophie Rennert een heel programma met liederen van niet meer dan twee componisten, Schubert en Mahler. Wat zit daarachter? ‘Ik ben gewoon een Schubert-fan. Vaak maak ik programma’s met alleen Schubert-­liederen, dus zo’n lange lijst Schubert in ons programma is niet ongebruikelijk.’

Er zitten nogal wat liederen bij waarin het om vrouwen gaat, legt Rennert uit. ‘Ik vertel als zangeres de geschiedenis van een vrouw. In het begin is dat leven nog onbedorven, zelfs vrolijk (An die Laute). Dan komt de liefde in het spel (Versunken). In Die Spinnerin weet je niet precies of er een verkrachting plaatsvindt of een ongelukkige, onbeantwoorde liefde – dat moet de luisteraar zelf uitmaken. Dan volgt het verlies van een geliefde (Erster Verlust). In de Gretchen-liederen gaat het niet meer om een heel jong meisje. Het eindigt met het doodsverlangen in Der Tod und das Mädchen. Zo word je langs een doorvoeld liefdesdrama geleid vanuit het standpunt van een vrouw.’

Schubert en Mahler passen heel goed bij elkaar, vindt Rennert. Er zit welis­waar meer dan een halve eeuw tussen de geboortejaren van beide Oostenrijkers, maar ze hebben veel overeenkomsten. ‘Beide componisten streven eenvoud na in hun liederen. Het is pastoraal, als je dat zo kunt noemen, en beiden hebben iets bovennatuurlijks, iets transcendents. En dat leidt tot muziek waarin geen noot te veel staat. Ze treffen daarbij de toon zo goed. Nog voor je de tekst kent, hoor je de bedoeling al in de muziek. Schubert en Mahler hebben dat allebei. Daarom passen ze zo goed bij elkaar.’

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.