Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
luistertips

Mahler: Derde symfonie

door Lonneke Regter
26 apr. 2020 26 april 2020

Deze maand publiceren we een Mahler-luistergids: historisch mooie opnamen van alle Mahler-symfonieën. Bij iedere symfonie schreef een van onze auteurs een toelichting. Dit is de toelichting op Mahlers Derde symfonie: daarmee had hij de schoonheid van de Oostenrijkse bergen naar eigen zeggen ‘weggecomponeerd’.

Vanaf 1891 was Gustav Mahler als operadirigent in Hamburg werkzaam, waar hij zijn ambitieuze plannen kon realiseren. Hij stelde hoge eisen aan het orkest en verbeterde het niveau. Ook introduceerde hij nieuwe opera’s van onder meer Verdi en Puccini.

Alleen in de zomermaanden had Mahler tijd om te componeren. Daarvoor trok hij elke zomer naar een rustoord waar hij in alle stilte kon schrijven. Hij liet zich er inspireren door de prachtige omgeving. In de wintermaanden verbleef hij in Hamburg en orkestreerde en reviseerde hij zijn werk uit de zomerperiode.

Vanaf 1891 was Gustav Mahler als operadirigent in Hamburg werkzaam, waar hij zijn ambitieuze plannen kon realiseren. Hij stelde hoge eisen aan het orkest en verbeterde het niveau. Ook introduceerde hij nieuwe opera’s van onder meer Verdi en Puccini.

Alleen in de zomermaanden had Mahler tijd om te componeren. Daarvoor trok hij elke zomer naar een rustoord waar hij in alle stilte kon schrijven. Hij liet zich er inspireren door de prachtige omgeving. In de wintermaanden verbleef hij in Hamburg en orkestreerde en reviseerde hij zijn werk uit de zomerperiode.

Vanaf 1893 hield Mahler vast aan deze gewoonte en verbleef ’s zomers in Oostenrijk, in Steinbach am Attersee, een plaats in de Alpen bij Salzburg. Mahler huurde daar voor zijn familie een kamer in een pension. Mahlers dierbare vriendin Nathalie Bauer-Lechner reisde daar ook naar toe en zij begon de ‘Mahleriana’ samen te stellen: dagboeken die later een belangrijke bron vormden van informatie over Mahlers leven en ideeën in die periode.

In 1894 had Mahler in Steinbach een studio laten bouwen aan de rand van het meer. Daar voltooide hij zijn Tweede symfonie. De première van deze grootse symfonie, de eerste met vocale partij­en erin, vond plaats op 13 december 1895. Het werk werd goed ontvangen en werd het eerste publieke succes van Mahler als componist. Dat jaar kreeg Mahler echter ook een tegenslag te verwerken, want zijn jongste broer Otto pleegde zelfmoord in Wenen.

Mahlers ouders waren al overleden, zodat de klap voor het gezin hard aankwam. Bovendien nam Mahler vanaf dat moment de (financiële) steun voor zijn twee zussen voor zijn reke­ning, totdat zij gingen trouwen. Desondanks bleef Mahler componeren in de Oostenrijkse bergen en genoot hij van de natuur. Dirigent Bruno Walter kwam op bezoek in 1896 en was onder de indruk van de schoonheid van die omgeving. Mahler antwoordde dat hij die zojuist ‘weggecomponeerd’ had en doelde daarmee op zijn Derde symfonie. Hij voltooide deze zesdelige symfonie in hetzelfde jaar.

Hoewel Mahlers symfonieën zich niet concreet manifesteren als programmatische muziek, liggen aan zijn werken vaak buitenmuzikale ideeën en gedachten ten grondslag. De componist noemde bijvoorbeeld zijn Eerste symfonie – die overigens in het begin weinig succes oogstte – zelf een symfonisch gedicht in twee gedeelten en hij voegde er een (later weer teruggetrokken) programma aan toe, gebaseerd op Jean Pauls novelle Titan.

In 1888 begon Mahler liederen te componeren op teksten van Duitse volksgedichten, de bundel Des Knaben Wunderhorn. Deze Wunderhorn-liederen verwerkte hij in zijn Tweede, Derde en Vierde symfonie. Zo is het vijfde deel van de Derde symfonie gebaseerd op het lied Es sungen drei Engel en het derde deel op Ablösung im Sommer. Dit was niet het enige, want het moderne boek van ­filosoof Friedrich Nietzsche, Also sprach Zarathustra (ook uit 1896), vormde de basis voor het vierde deel.

Niet alleen afzonderlijke delen van de Derde symfonie hadden een voorganger in tekst of muziek, maar ook het werk als geheel. Het gedicht ­Genesis (1880) van Siegfried Lipiner stond model voor de inhoud en de opbouw van de symfonie: de ontwikkeling van zielloze, starre materie via de levende natuur en de mens naar engelen en liefde van God. Mahler zei eens tegen collega-componist Jean ­Sibelius: ‘De symfonie moet zijn zoals deze wereld, hij moet alles behelzen.’ Het werk omvat dan ook alle fases van de evolutie.

De Derde symfonie staat ook bekend als de natuursymfonie. De natuur speelt een grote rol en ­natuurgeluiden komen veelvuldig voor. In 1895 en 1896 noemde Mahler het werk in brieven ‘Ein Sommermittagstraum’. Hij gaf de zes delen titels mee als ‘Wat de bloemen op de weide me vertellen’. Eerst leek er ook een zevende deel te zijn, Was mir das Kind erzählt. Maar dit deel bewaarde Mahler nog even om het uiteindelijk te gebruiken als slot van zijn Vierde symfonie. Hoewel deze titels een goede indruk van de achterliggende gedachte van de Derde symfonie gaven, verwijderde Mahler ze na de première. Net als bij zijn Eerste symfonie bleef hij desondanks ­spreken van een symfonisch gedicht, wat duidde op een buitenmuzikale inhoud.

De Derde symfonie bestaat uit twee gedeelten, waarbinnen het opvallend lange eerste deel – bijna net zo lang als een symfonie van Mozart of Haydn – het eerste gedeelte (Abteilung) vormt. Daarin ontwaakt de rustende natuur, wat ook blijkt uit de aantekeningen in de partituur, zoals ‘Pan schläft’ en ‘Die Schlacht beginnt!’. Pan wordt wakker en alles komt tot leven.

De tweede Abteilung beslaat de overige vijf delen. Het begint met een ‘Blumenstück’, onbekommerd en pastoraal. Soms razen wat minder lieflijke passages voorbij. In het derde deel voeren de vogels een gesprek met elkaar, totdat zij worden verstoord door een geluid dat voortgebracht wordt door een mens: de melodie van een posthoorn.

Na deze twee lichtere delen doet het vierde deel serieus aan. In het vijfde deel spreken de engelen en het laatste deel gaat over het einde van de zoektocht, de hemelse wegen zijn bereikbaar door de liefde van God. Juist door die tegenstellingen, tussen hemel en aarde, goed en kwaad, sprak de Derde symfonie bij velen tot de verbeelding.

Na de voltooiing van zijn Derde symfonie maakte Mahler definitieve plannen om Hamburg te verlaten. Hij wilde graag terug naar Wenen en dat lukte ook: in 1897 werd hij leider van de Wiener Hofoper, een vooraanstaand theater met een uitmuntend orkest. Toch verliet hij steeds vaker deze stad om elders zijn eigen werken te dirigeren.

Vanaf 1893 hield Mahler vast aan deze gewoonte en verbleef ’s zomers in Oostenrijk, in Steinbach am Attersee, een plaats in de Alpen bij Salzburg. Mahler huurde daar voor zijn familie een kamer in een pension. Mahlers dierbare vriendin Nathalie Bauer-Lechner reisde daar ook naar toe en zij begon de ‘Mahleriana’ samen te stellen: dagboeken die later een belangrijke bron vormden van informatie over Mahlers leven en ideeën in die periode.

In 1894 had Mahler in Steinbach een studio laten bouwen aan de rand van het meer. Daar voltooide hij zijn Tweede symfonie. De première van deze grootse symfonie, de eerste met vocale partij­en erin, vond plaats op 13 december 1895. Het werk werd goed ontvangen en werd het eerste publieke succes van Mahler als componist. Dat jaar kreeg Mahler echter ook een tegenslag te verwerken, want zijn jongste broer Otto pleegde zelfmoord in Wenen.

Mahlers ouders waren al overleden, zodat de klap voor het gezin hard aankwam. Bovendien nam Mahler vanaf dat moment de (financiële) steun voor zijn twee zussen voor zijn reke­ning, totdat zij gingen trouwen. Desondanks bleef Mahler componeren in de Oostenrijkse bergen en genoot hij van de natuur. Dirigent Bruno Walter kwam op bezoek in 1896 en was onder de indruk van de schoonheid van die omgeving. Mahler antwoordde dat hij die zojuist ‘weggecomponeerd’ had en doelde daarmee op zijn Derde symfonie. Hij voltooide deze zesdelige symfonie in hetzelfde jaar.

Hoewel Mahlers symfonieën zich niet concreet manifesteren als programmatische muziek, liggen aan zijn werken vaak buitenmuzikale ideeën en gedachten ten grondslag. De componist noemde bijvoorbeeld zijn Eerste symfonie – die overigens in het begin weinig succes oogstte – zelf een symfonisch gedicht in twee gedeelten en hij voegde er een (later weer teruggetrokken) programma aan toe, gebaseerd op Jean Pauls novelle Titan.

In 1888 begon Mahler liederen te componeren op teksten van Duitse volksgedichten, de bundel Des Knaben Wunderhorn. Deze Wunderhorn-liederen verwerkte hij in zijn Tweede, Derde en Vierde symfonie. Zo is het vijfde deel van de Derde symfonie gebaseerd op het lied Es sungen drei Engel en het derde deel op Ablösung im Sommer. Dit was niet het enige, want het moderne boek van ­filosoof Friedrich Nietzsche, Also sprach Zarathustra (ook uit 1896), vormde de basis voor het vierde deel.

Niet alleen afzonderlijke delen van de Derde symfonie hadden een voorganger in tekst of muziek, maar ook het werk als geheel. Het gedicht ­Genesis (1880) van Siegfried Lipiner stond model voor de inhoud en de opbouw van de symfonie: de ontwikkeling van zielloze, starre materie via de levende natuur en de mens naar engelen en liefde van God. Mahler zei eens tegen collega-componist Jean ­Sibelius: ‘De symfonie moet zijn zoals deze wereld, hij moet alles behelzen.’ Het werk omvat dan ook alle fases van de evolutie.

De Derde symfonie staat ook bekend als de natuursymfonie. De natuur speelt een grote rol en ­natuurgeluiden komen veelvuldig voor. In 1895 en 1896 noemde Mahler het werk in brieven ‘Ein Sommermittagstraum’. Hij gaf de zes delen titels mee als ‘Wat de bloemen op de weide me vertellen’. Eerst leek er ook een zevende deel te zijn, Was mir das Kind erzählt. Maar dit deel bewaarde Mahler nog even om het uiteindelijk te gebruiken als slot van zijn Vierde symfonie. Hoewel deze titels een goede indruk van de achterliggende gedachte van de Derde symfonie gaven, verwijderde Mahler ze na de première. Net als bij zijn Eerste symfonie bleef hij desondanks ­spreken van een symfonisch gedicht, wat duidde op een buitenmuzikale inhoud.

De Derde symfonie bestaat uit twee gedeelten, waarbinnen het opvallend lange eerste deel – bijna net zo lang als een symfonie van Mozart of Haydn – het eerste gedeelte (Abteilung) vormt. Daarin ontwaakt de rustende natuur, wat ook blijkt uit de aantekeningen in de partituur, zoals ‘Pan schläft’ en ‘Die Schlacht beginnt!’. Pan wordt wakker en alles komt tot leven.

De tweede Abteilung beslaat de overige vijf delen. Het begint met een ‘Blumenstück’, onbekommerd en pastoraal. Soms razen wat minder lieflijke passages voorbij. In het derde deel voeren de vogels een gesprek met elkaar, totdat zij worden verstoord door een geluid dat voortgebracht wordt door een mens: de melodie van een posthoorn.

Na deze twee lichtere delen doet het vierde deel serieus aan. In het vijfde deel spreken de engelen en het laatste deel gaat over het einde van de zoektocht, de hemelse wegen zijn bereikbaar door de liefde van God. Juist door die tegenstellingen, tussen hemel en aarde, goed en kwaad, sprak de Derde symfonie bij velen tot de verbeelding.

Na de voltooiing van zijn Derde symfonie maakte Mahler definitieve plannen om Hamburg te verlaten. Hij wilde graag terug naar Wenen en dat lukte ook: in 1897 werd hij leider van de Wiener Hofoper, een vooraanstaand theater met een uitmuntend orkest. Toch verliet hij steeds vaker deze stad om elders zijn eigen werken te dirigeren.

  • Gustav Mahler in Nederland

    aan de wandel met Willem Mengelberg (l.) en Alphons Diepenbrock; 1906

    Gustav Mahler in Nederland

    aan de wandel met Willem Mengelberg (l.) en Alphons Diepenbrock; 1906

  • Gustav Mahler in Nederland

    aan de wandel met Willem Mengelberg (l.) en Alphons Diepenbrock; 1906

    Gustav Mahler in Nederland

    aan de wandel met Willem Mengelberg (l.) en Alphons Diepenbrock; 1906

  • Gustav Mahler in Nederland

    aan de wandel met Willem Mengelberg (l.) en Alphons Diepenbrock; 1906

    Gustav Mahler in Nederland

    aan de wandel met Willem Mengelberg (l.) en Alphons Diepenbrock; 1906

  • Gustav Mahler in Nederland

    aan de wandel met Willem Mengelberg (l.) en Alphons Diepenbrock; 1906

    Gustav Mahler in Nederland

    aan de wandel met Willem Mengelberg (l.) en Alphons Diepenbrock; 1906

Dit kwam mede door het succes van de première van de complete Derde symfonie op het festival van de Allgemeine Deutsche Musikverein in Krefeld op 9 juni 1902, waar Mahler optrad als gastdirigent. En waar Willem Mengelberg, dirigent van het Concertgebouworkest, aanwezig was en door Mahlers muziek gegrepen werd.

Hij nodigde Mahler uit om naar Amsterdam te komen, en in oktober 1903 dirigeerde Mahler het Concertgebouworkest in zijn Derde én zijn Eerste symfonie. Tussen de componist, Mengelberg, het orkest en de stad Amsterdam ontwikkelde zich een goede band. In 1920, niet al te lang na Mahlers dood, werd er – bij Mengelbergs vijfentwintigjarige dirigentenjubileum – een eerste Mahler Festival georganiseerd in Het Concertgebouw.

Dit kwam mede door het succes van de première van de complete Derde symfonie op het festival van de Allgemeine Deutsche Musikverein in Krefeld op 9 juni 1902, waar Mahler optrad als gastdirigent. En waar Willem Mengelberg, dirigent van het Concertgebouworkest, aanwezig was en door Mahlers muziek gegrepen werd.

Hij nodigde Mahler uit om naar Amsterdam te komen, en in oktober 1903 dirigeerde Mahler het Concertgebouworkest in zijn Derde én zijn Eerste symfonie. Tussen de componist, Mengelberg, het orkest en de stad Amsterdam ontwikkelde zich een goede band. In 1920, niet al te lang na Mahlers dood, werd er – bij Mengelbergs vijfentwintigjarige dirigentenjubileum – een eerste Mahler Festival georganiseerd in Het Concertgebouw.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.