Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
interview

Maak kennis met de nieuwe artistiek directeur Elena Dubinets

door Martijn Voorvelt
20 apr. 2025 20 april 2025

Op 1 mei komt Elena Dubinets het directieteam van het Concertgebouworkest versterken als artistiek directeur. Wie is zij, waar komt ze vandaan en wat gaat ze ons brengen? ‘Ik hou van inspirerende en provocerende programma’s.’ 

  • Elena Dubinets

    Foto: Sorina Reiber

    Elena Dubinets

    Foto: Sorina Reiber

  • Elena Dubinets

    Foto: Sorina Reiber

    Elena Dubinets

    Foto: Sorina Reiber

Met Elena Dubinets krijgt het Concertgebouworkest een echte kosmopoliet aan het artistieke roer. Ze is afkomstig uit Rusland, emigreerde bijna dertig jaar geleden met haar (Oekraïense) man naar Seattle en werkte de afgelopen jaren in Londen, waar ze zich ook thuis voelt. ‘Onze identiteit is niet alleen het land waar we vandaan komen – ik denk dat we ons dat tegenwoordig niet meer kunnen veroorloven.’ Aan het woord is de schrijfster van het boek Russian Composers Abroad: How They Left, Stayed, Returned. ‘Ik had al eerder boeken gepubliceerd, maar over andere onderwerpen. Russische componisten zijn eigenlijk niet mijn specialiteit. Het idee om dit boek te schrijven kwam voort uit mijn eigen ervaringen als emigrant.’

Verrassend: als musicoloog in Moskou hield ze zich bezig met Amerikaanse muziek. ‘Dat begon zo: de ­grenzen waren net open, we hoorden veel muziek voor het eerst. Ter gelegenheid van een festival rond Amerikaanse muziek werd mij gevraagd een artikel te schrijven in wat toen nog Sovjetskaja Muzika heette (sinds 1992 Muzikalnayja Akademija). Vervolgens ging ik me specialiseren in de experimentele muziek, van Henry Cowell, John Cage, Morton Feldman en George Crumb tot de eerste minimalisten. Ik was de eerste in Rusland die daarover schreef.’

Oversteek

Dat Dubinets enkele jaren later in de Verenigde Staten terecht kwam was toeval. ‘Mijn man kreeg werk bij ­Microsoft, dus in 1998 emigreerden we naar Seattle. Na een tijdje werd ik programmeur van de Seattle Chamber Players.’ Via dat ensemble, met musici van de Seattle Symphony, rolde ze de orkestwereld in. In 2003 werd ze Vice President for Artistic Planning van de Seattle Symphony. ‘Het was een periode waarin ik echt de praktijk van het programmeren heb moeten leren, want mijn achtergrond was vooral ­theoretisch. Ik moest er ook aan wennen dat je alles gefinancierd moest krijgen. In Rusland worden orkesten en andere muziekinstituten door de staat gefinancierd. Daarom zijn we ook allemaal opgegroeid met klassieke muziek. In Amerika is dat totaal anders: daar is staatssteun vrijwel afwezig. Het orkest had geen grote naam. We moesten heel hard aan de bak om publiek te vinden.’ Vooral door haar oor te luisteren te leggen bij wat er in de gemeenschap speelde, slaagde ze daarin. De oprichting van een eigen opnamelabel in 2013, dat Dubinets aanstuurde, zorgde voor een enorme boost. ‘We wonnen Grammy’s in vijf opeenvolgende jaren en in 2018 werden we Orchestra of the Year bij het Britse magazine ­Gram­ophone, op basis van een lezerspoll. Dat was een belangrijke erkenning.’ 

Oversteek 2

Een directiewissel in datzelfde jaar deed haar uitkijken naar ander werk. Ze werd Chief Artistic Officer bij het Atlanta Symphony Orchestra, maar het was van korte duur: door de ­pandemie kwam het orkestleven tot stilstand. Terwijl ze thuis zat werd ze gebeld: of ze geïnteresseerd was in een baan bij het London Philharmonic Orchestra. ‘Alles ging via Zoom, wat toen nog vrij nieuw was, en ik vond het moeilijk om hun emoties te lezen, je mist van alles in zo’n online gesprek, maar ze hebben toch voor me gekozen.’

‘Als je de mensen uitdagingen biedt, moeten ze er wel iets mee kunnen’

Opnieuw moest ze wennen aan een heel andere manier van werken. ‘Het bestuur van het London Philharmonic Orchestra bestaat grotendeels uit orkestmusici. Ze bepalen zelf wat er gebeurt. Specifiek voor Londen is verder dat die stad meerdere goede orkesten heeft, allemaal zonder eigen zaal, dus je moet samen proberen om elkaar niet in de weg te zitten. Het is heel intens: elk programma wordt maar één keer uitgevoerd, elke week heb je minstens twee verschillende producties.’

Met Elena Dubinets krijgt het Concertgebouworkest een echte kosmopoliet aan het artistieke roer. Ze is afkomstig uit Rusland, emigreerde bijna dertig jaar geleden met haar (Oekraïense) man naar Seattle en werkte de afgelopen jaren in Londen, waar ze zich ook thuis voelt. ‘Onze identiteit is niet alleen het land waar we vandaan komen – ik denk dat we ons dat tegenwoordig niet meer kunnen veroorloven.’ Aan het woord is de schrijfster van het boek Russian Composers Abroad: How They Left, Stayed, Returned. ‘Ik had al eerder boeken gepubliceerd, maar over andere onderwerpen. Russische componisten zijn eigenlijk niet mijn specialiteit. Het idee om dit boek te schrijven kwam voort uit mijn eigen ervaringen als emigrant.’

Verrassend: als musicoloog in Moskou hield ze zich bezig met Amerikaanse muziek. ‘Dat begon zo: de ­grenzen waren net open, we hoorden veel muziek voor het eerst. Ter gelegenheid van een festival rond Amerikaanse muziek werd mij gevraagd een artikel te schrijven in wat toen nog Sovjetskaja Muzika heette (sinds 1992 Muzikalnayja Akademija). Vervolgens ging ik me specialiseren in de experimentele muziek, van Henry Cowell, John Cage, Morton Feldman en George Crumb tot de eerste minimalisten. Ik was de eerste in Rusland die daarover schreef.’

Oversteek

Dat Dubinets enkele jaren later in de Verenigde Staten terecht kwam was toeval. ‘Mijn man kreeg werk bij ­Microsoft, dus in 1998 emigreerden we naar Seattle. Na een tijdje werd ik programmeur van de Seattle Chamber Players.’ Via dat ensemble, met musici van de Seattle Symphony, rolde ze de orkestwereld in. In 2003 werd ze Vice President for Artistic Planning van de Seattle Symphony. ‘Het was een periode waarin ik echt de praktijk van het programmeren heb moeten leren, want mijn achtergrond was vooral ­theoretisch. Ik moest er ook aan wennen dat je alles gefinancierd moest krijgen. In Rusland worden orkesten en andere muziekinstituten door de staat gefinancierd. Daarom zijn we ook allemaal opgegroeid met klassieke muziek. In Amerika is dat totaal anders: daar is staatssteun vrijwel afwezig. Het orkest had geen grote naam. We moesten heel hard aan de bak om publiek te vinden.’ Vooral door haar oor te luisteren te leggen bij wat er in de gemeenschap speelde, slaagde ze daarin. De oprichting van een eigen opnamelabel in 2013, dat Dubinets aanstuurde, zorgde voor een enorme boost. ‘We wonnen Grammy’s in vijf opeenvolgende jaren en in 2018 werden we Orchestra of the Year bij het Britse magazine ­Gram­ophone, op basis van een lezerspoll. Dat was een belangrijke erkenning.’ 

Oversteek 2

Een directiewissel in datzelfde jaar deed haar uitkijken naar ander werk. Ze werd Chief Artistic Officer bij het Atlanta Symphony Orchestra, maar het was van korte duur: door de ­pandemie kwam het orkestleven tot stilstand. Terwijl ze thuis zat werd ze gebeld: of ze geïnteresseerd was in een baan bij het London Philharmonic Orchestra. ‘Alles ging via Zoom, wat toen nog vrij nieuw was, en ik vond het moeilijk om hun emoties te lezen, je mist van alles in zo’n online gesprek, maar ze hebben toch voor me gekozen.’

‘Als je de mensen uitdagingen biedt, moeten ze er wel iets mee kunnen’

Opnieuw moest ze wennen aan een heel andere manier van werken. ‘Het bestuur van het London Philharmonic Orchestra bestaat grotendeels uit orkestmusici. Ze bepalen zelf wat er gebeurt. Specifiek voor Londen is verder dat die stad meerdere goede orkesten heeft, allemaal zonder eigen zaal, dus je moet samen proberen om elkaar niet in de weg te zitten. Het is heel intens: elk programma wordt maar één keer uitgevoerd, elke week heb je minstens twee verschillende producties.’

  • Elena Dubinets

    Foto: Sorina Reiber

    Elena Dubinets

    Foto: Sorina Reiber

  • Elena Dubinets

    Foto: Sorina Reiber

    Elena Dubinets

    Foto: Sorina Reiber

Forenzen

In Londen wordt Dubinets gewaardeerd om haar originele programmering. Seizoensthe­ma’s zorgen voor coherentie en verbinding met de actualiteit. Zo staat het huidige seizoen, ‘Moments Remembered’, in het teken van relaties tussen muziek en ons geheugen. ‘Onze concerten in Londen zijn avontuurlijk en bevatten veel onbekende composities, maar het werkt – we hebben bij het publiek vertrouwen in onze programmering gecreëerd.’ Dat ze in Amsterdam aan de slag gaat als haar laatste Londense seizoen – met als the­ma ‘Harmony with Nature’ – nog moet beginnen, stemt haar wel droevig. ‘Maar ik zal er regelmatig bij zijn. We zijn toch veel aan het forenzen: mijn man woont nog steeds in Seattle, we hebben een dochter in Barcelona – we reizen wat af momenteel.’

Brede kijk

Of ze bij het Concertgebouworkest ook met seizoensthe­ma’s gaat werken, kan ze nog niet zeggen. ‘Elk orkest heeft zijn eigen community. Ik moet me eerst verdiepen in wat de mensen in Amsterdam en in Nederland bezig­houdt. Bij dit orkest zullen de tradities altijd wel een grote rol blijven spelen. Ik houd van inspirerende en provocerende programma’s, net als Klaus Mäkelä, die ik al vaak gesproken heb, maar wat je doet moet wel aansluiten op de gemeenschap. Als je de mensen uitdagingen biedt, moeten ze er wel iets mee kunnen. Het bereiken van publiek is niet alleen een marketingkwestie. De wereld verandert en we hebben een brede kijk nodig op die verandering. Dat moet in de programmering tot uiting komen. Als mensen zich realiseren dat ze in de concertzaal inspiratie, emoties en empathie kunnen delen, gaan ze hopelijk nog meer vertrouwen op wat het orkest ze kan bieden.’

Forenzen

In Londen wordt Dubinets gewaardeerd om haar originele programmering. Seizoensthe­ma’s zorgen voor coherentie en verbinding met de actualiteit. Zo staat het huidige seizoen, ‘Moments Remembered’, in het teken van relaties tussen muziek en ons geheugen. ‘Onze concerten in Londen zijn avontuurlijk en bevatten veel onbekende composities, maar het werkt – we hebben bij het publiek vertrouwen in onze programmering gecreëerd.’ Dat ze in Amsterdam aan de slag gaat als haar laatste Londense seizoen – met als the­ma ‘Harmony with Nature’ – nog moet beginnen, stemt haar wel droevig. ‘Maar ik zal er regelmatig bij zijn. We zijn toch veel aan het forenzen: mijn man woont nog steeds in Seattle, we hebben een dochter in Barcelona – we reizen wat af momenteel.’

Brede kijk

Of ze bij het Concertgebouworkest ook met seizoensthe­ma’s gaat werken, kan ze nog niet zeggen. ‘Elk orkest heeft zijn eigen community. Ik moet me eerst verdiepen in wat de mensen in Amsterdam en in Nederland bezig­houdt. Bij dit orkest zullen de tradities altijd wel een grote rol blijven spelen. Ik houd van inspirerende en provocerende programma’s, net als Klaus Mäkelä, die ik al vaak gesproken heb, maar wat je doet moet wel aansluiten op de gemeenschap. Als je de mensen uitdagingen biedt, moeten ze er wel iets mee kunnen. Het bereiken van publiek is niet alleen een marketingkwestie. De wereld verandert en we hebben een brede kijk nodig op die verandering. Dat moet in de programmering tot uiting komen. Als mensen zich realiseren dat ze in de concertzaal inspiratie, emoties en empathie kunnen delen, gaan ze hopelijk nog meer vertrouwen op wat het orkest ze kan bieden.’

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.