Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
meer dan klassiek

Ludovico Einaudi

door Lonneke Tausch
13 aug. 2021 13 augustus 2021

‘One of the most beautiful performances of my music.’ Aldus Ludovico Einaudi over een concert van Iris Hond. De pianiste voelt zich verbonden met Einaudi’s klank­wereld en speelt zijn én eigen werk deze en volgende maand in de Grote Zaal.

  • Ludovico Einaudi

    foto: Ronald Knapp

    Ludovico Einaudi

    foto: Ronald Knapp

  • Ludovico Einaudi

    foto: Ronald Knapp

    Ludovico Einaudi

    foto: Ronald Knapp

  • Ludovico Einaudi

    foto: Ronald Knapp

    Ludovico Einaudi

    foto: Ronald Knapp

  • Ludovico Einaudi

    foto: Ronald Knapp

    Ludovico Einaudi

    foto: Ronald Knapp

Iris Hond is een groot pleitbezorger van het werk van Ludovico Einaudi, harmo­nieuze muziek met een hoofdrol voor de piano die een grote, wereldwijde fanschare heeft. Zijn albums verkopen in enorme aantallen, zijn nummers worden miljoenen keren gestreamd, bij zijn concerten loopt het steevast storm, kinderen willen zijn partituren spelen in hun pianoles.

Einaudi’s Grote Zaal-debuut dateert van 30 oktober 2013. Met een tienkoppig orkest van strijkers, gitaar en slagwerk speelde hij onder meer In a Time Lapse, een meditatie over het verschijnsel tijd, die eerder dat jaar op cd was verschenen. Een ruim half jaar later keerde Einaudi terug, met twee binnen de kortste keren uitverkochte Robeco SummerNights. Het Parool introduceerde naar aanleiding hiervan het predicaat ‘on-klassieke muziek’, en de recensie is tekenend voor de weerstand waar Einaudi’s muziek in klassieke kringen vaak op stuit: ‘Ludovico Einaudi, die studeerde bij de grote twintigste-eeuwse modernisten Stockhausen en Berio, maakt allang geen klassieke muziek meer, al zijn de grenzen daarvan, toegegeven, sinds de opkomst van de wat plattere varianten van minimal music (met Philip Glass als centrale figuur) nauwelijks meer exact aan te geven. Ook Einaudi is een minimalist, maar anders dan bij Glass, Reich en zelfs Simeon ten Holt is van transformatieve repetitie in zijn muziek geen sprake meer. Alleen de repetitie is overgebleven, net als in de meeste popmuziek, waarin coupletten en refreinen ongevarieerd worden herhaald. Einaudi heeft ontegenzeglijk een groot talent om met heel simpele tonale en modale middelen de harten van velen te raken. Door zo’n lapidaire melodie twintig keer te herhalen, vaak met een toenemende sterktegraad, wordt elk mopje vanzelf een feest der herkenning. Maar elke vorm van intellectuele prikkeling blijft ten enen male uit.’

‘Met een beetje geluk besluit het toch redelijk jonge publiek zelfs vaker een pianoconcert te bezoeken.’

Klassiek of niet, intellectueel of niet, ieder het zijne. En tegelijkertijd wordt Einaudi’s muziek door luisteraars die minder bekend zijn met het klassieke repertoire juist wél als klassiek geclassificeerd: ‘Klassieke muziek hoeft niet saai te zijn,’ constateerde bijvoorbeeld een bezoeker van een optreden van ­Einaudi met Amsterdam Sinfonietta in De Oosterpoort in Groningen. Die tournee van januari 2015 deed ook Het Concertgebouw aan, waarna nu.nl schreef: ‘De vele composities voor films zorgen ervoor dat de pianist in de klassieke wereld niet altijd even serieus genomen wordt, maar zijn interpretaties van de geschiedenis bewijzen dat daar geen reden toe is. Met een beetje geluk besluit het toch redelijk jonge publiek zelfs vaker een pianoconcert te bezoeken.’ Bij Einaudi’s vooralsnog laatste optreden in Het Concertgebouw, op 26 maart 2019, waren inderdaad veel jongeren aanwezig. Ze vertellen over hun concertervaring in de video-impressie op concertgebouw.nl/ontdek/in-beeld-ludovico-einaudi-betoverde-het-concertgebouw. En wie weet zien we ze eens terug bij Rachmaninoff... of Berio.

Opleiding en stijl
Ludovico Einaudi (Turijn, 1955) studeerde in 1982 als componist af aan het Conservatorio Giuseppe Verdi in Milaan. Hij studeerde verder bij Luciano Berio, werd zijn assistent, en nam bovendien les bij Karlheinz Stockhausen. Toen hij een studiebeurs kreeg voor het Tanglewood Music Festival maakte hij daar kennis met het Amerikaanse minimalisme. Einaudi wordt zelf ook wel aangemerkt als minimalist, maar heeft geen behoefte om in een bepaald genre te passen. Zijn zoektocht naar een eigen persoonlijke stijl omschreef hij als ‘a journey towards essentiality, trying to achieve the maximum expressive intensity using the minimum indispensable’.

Programmatische platen
Einaudi’s eerste pianosoloplaat was Le Onde (1996), geïnspireerd door de roman The Waves van Virginia Woolf. De term ‘kabbelend’, die nog wel eens voor Einaudi’s toegankelijke ­pianomuziek wordt gebruikt, kan niet letterlijker zijn dan hier! Het in 2009 verschenen album Nightbook was een antwoord op het intens duistere oeuvre van de Duitse schilder en beeldhouwer Anselm Kiefer.

Filmmuziek
De soundtrack van de blockbuster Intouchables (2011) betekende Einaudi’s definitieve doorbraak bij een groot internationaal publiek, al was dit allerminst zijn eerste filmmuziek. Hij componeerde bijvoorbeeld voor de remake van Doctor Zhivago (2002) en voor zowel de bioscoopfilm (2004) als de tv-serie (2010) This is England. Recent voorzag hij Nomadland (2020) van een filmscore.

Klimaat
Zijn grote populariteit in China leverde Einaudi een compositieopdracht op van het National Centre for the Performing Arts in Peking; het orkestwerk kreeg de titel Wetlands en ging in première op World Environment Day, 5 juni 2013. In juni 2016 speelde Einaudi zijn Elegy for the Arctic, gecomponeerd in opdracht van Greenpeace, aan een vleugel op een drijvend platform tussen de ijsschotsen van de Noordelijke IJszee.

Iris Hond is een groot pleitbezorger van het werk van Ludovico Einaudi, harmo­nieuze muziek met een hoofdrol voor de piano die een grote, wereldwijde fanschare heeft. Zijn albums verkopen in enorme aantallen, zijn nummers worden miljoenen keren gestreamd, bij zijn concerten loopt het steevast storm, kinderen willen zijn partituren spelen in hun pianoles.

Einaudi’s Grote Zaal-debuut dateert van 30 oktober 2013. Met een tienkoppig orkest van strijkers, gitaar en slagwerk speelde hij onder meer In a Time Lapse, een meditatie over het verschijnsel tijd, die eerder dat jaar op cd was verschenen. Een ruim half jaar later keerde Einaudi terug, met twee binnen de kortste keren uitverkochte Robeco SummerNights. Het Parool introduceerde naar aanleiding hiervan het predicaat ‘on-klassieke muziek’, en de recensie is tekenend voor de weerstand waar Einaudi’s muziek in klassieke kringen vaak op stuit: ‘Ludovico Einaudi, die studeerde bij de grote twintigste-eeuwse modernisten Stockhausen en Berio, maakt allang geen klassieke muziek meer, al zijn de grenzen daarvan, toegegeven, sinds de opkomst van de wat plattere varianten van minimal music (met Philip Glass als centrale figuur) nauwelijks meer exact aan te geven. Ook Einaudi is een minimalist, maar anders dan bij Glass, Reich en zelfs Simeon ten Holt is van transformatieve repetitie in zijn muziek geen sprake meer. Alleen de repetitie is overgebleven, net als in de meeste popmuziek, waarin coupletten en refreinen ongevarieerd worden herhaald. Einaudi heeft ontegenzeglijk een groot talent om met heel simpele tonale en modale middelen de harten van velen te raken. Door zo’n lapidaire melodie twintig keer te herhalen, vaak met een toenemende sterktegraad, wordt elk mopje vanzelf een feest der herkenning. Maar elke vorm van intellectuele prikkeling blijft ten enen male uit.’

‘Met een beetje geluk besluit het toch redelijk jonge publiek zelfs vaker een pianoconcert te bezoeken.’

Klassiek of niet, intellectueel of niet, ieder het zijne. En tegelijkertijd wordt Einaudi’s muziek door luisteraars die minder bekend zijn met het klassieke repertoire juist wél als klassiek geclassificeerd: ‘Klassieke muziek hoeft niet saai te zijn,’ constateerde bijvoorbeeld een bezoeker van een optreden van ­Einaudi met Amsterdam Sinfonietta in De Oosterpoort in Groningen. Die tournee van januari 2015 deed ook Het Concertgebouw aan, waarna nu.nl schreef: ‘De vele composities voor films zorgen ervoor dat de pianist in de klassieke wereld niet altijd even serieus genomen wordt, maar zijn interpretaties van de geschiedenis bewijzen dat daar geen reden toe is. Met een beetje geluk besluit het toch redelijk jonge publiek zelfs vaker een pianoconcert te bezoeken.’ Bij Einaudi’s vooralsnog laatste optreden in Het Concertgebouw, op 26 maart 2019, waren inderdaad veel jongeren aanwezig. Ze vertellen over hun concertervaring in de video-impressie op concertgebouw.nl/ontdek/in-beeld-ludovico-einaudi-betoverde-het-concertgebouw. En wie weet zien we ze eens terug bij Rachmaninoff... of Berio.

Opleiding en stijl
Ludovico Einaudi (Turijn, 1955) studeerde in 1982 als componist af aan het Conservatorio Giuseppe Verdi in Milaan. Hij studeerde verder bij Luciano Berio, werd zijn assistent, en nam bovendien les bij Karlheinz Stockhausen. Toen hij een studiebeurs kreeg voor het Tanglewood Music Festival maakte hij daar kennis met het Amerikaanse minimalisme. Einaudi wordt zelf ook wel aangemerkt als minimalist, maar heeft geen behoefte om in een bepaald genre te passen. Zijn zoektocht naar een eigen persoonlijke stijl omschreef hij als ‘a journey towards essentiality, trying to achieve the maximum expressive intensity using the minimum indispensable’.

Programmatische platen
Einaudi’s eerste pianosoloplaat was Le Onde (1996), geïnspireerd door de roman The Waves van Virginia Woolf. De term ‘kabbelend’, die nog wel eens voor Einaudi’s toegankelijke ­pianomuziek wordt gebruikt, kan niet letterlijker zijn dan hier! Het in 2009 verschenen album Nightbook was een antwoord op het intens duistere oeuvre van de Duitse schilder en beeldhouwer Anselm Kiefer.

Filmmuziek
De soundtrack van de blockbuster Intouchables (2011) betekende Einaudi’s definitieve doorbraak bij een groot internationaal publiek, al was dit allerminst zijn eerste filmmuziek. Hij componeerde bijvoorbeeld voor de remake van Doctor Zhivago (2002) en voor zowel de bioscoopfilm (2004) als de tv-serie (2010) This is England. Recent voorzag hij Nomadland (2020) van een filmscore.

Klimaat
Zijn grote populariteit in China leverde Einaudi een compositieopdracht op van het National Centre for the Performing Arts in Peking; het orkestwerk kreeg de titel Wetlands en ging in première op World Environment Day, 5 juni 2013. In juni 2016 speelde Einaudi zijn Elegy for the Arctic, gecomponeerd in opdracht van Greenpeace, aan een vleugel op een drijvend platform tussen de ijsschotsen van de Noordelijke IJszee.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.