Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
bericht uit de zaal

Liefhebber van de Grote Pianistenserie Han van Rozelaar: ‘Mijn vingers zijn ongeveer net zo dik als twee toetsen’

door Stella Vrijmoed
12 okt. 2025 12 oktober 2025

Welke bijzondere herinneringen hebben concertbezoekers aan Het Concertgebouw? 

  • Leo en Han van Rozelaar

    Leo en Han van Rozelaar

  • Leo en Han van Rozelaar

    Leo en Han van Rozelaar

‘Mijn allereerste keer in Het Concertgebouw was in 1958, toen ik twaalf was. Er was een speciaal jeugdconcert waar we met de zesde klas van de lagere school heen gingen. Er werd van het begin tot het eind uitgelegd wat we in de muziek gingen horen: bijvoorbeeld dravende paarden, omdat er een slag geleverd moest worden. Zo leerde ik de muziekinstrumenten associëren met van alles, zoals een boot, een waterval of harde wind. Op de middelbare school zijn we nog eens geweest, toen kregen we De Moldau van Smetana te horen. Ik denk dat dat concert de meeste indruk heeft gemaakt. Als ik het stuk nu hoor, zie ik die rivier nog voor me – eerst als een klein beekje, dan steeds voller – met alle voorvallen die erlangs plaatsvinden: een kermis, een jachtpartij, een waterval. 

Sinds de jaren 1990 ga ik structureel naar Het Concertgebouw – voor die tijd was het veel te druk met kinderen, werk en verenigingen om regelmatig te gaan. Eerst ging ik met mijn vrouw en wat familieleden van haar, maar tegenwoordig ga ik met mijn broer. Hij is iets jonger dan ik. We vinden het gezellig om wat vroeger te komen en een praatje te maken met de dames van de kassa. Ik noem hen ‘mijn vriendinnen van Het Concertgebouw’. 

Het liefst gaan we naar concerten met piano, we hebben een abonnement op de Grote Pianistenserie. Ieder concert maakt indruk op ons, we kijken altijd uit naar de volgende keer. Onze favorieten zijn de broers Lucas en Arthur Jussen. Als zij spelen, proberen we er altijd bij te zijn, niet alleen in Amsterdam. We zijn ze ook wel eens achterna gereisd naar het buitenland, dan plakken we er een paar leuke dagen in Zürich achteraan, bijvoorbeeld. Inmiddels kennen we ze ook persoonlijk, dat maakt het extra leuk.

Hoe we met elkaar in contact zijn gekomen, herinner ik me eigenlijk niet meer. Ik zeg altijd tegen die jongens: ‘Jullie zijn broers en kunnen niks behalve pianospelen, wij zijn ook broers maar wij kunnen allesbehalve pianospelen.’ Ik speel geen enkel instrument. Ik heb wel eens gedacht om piano te proberen, maar mijn vingers zijn ongeveer net zo dik als twee toetsen. Luisteren naar pianomuziek vind ik schitterend, maar het gaat niet werken als ik zelf achter dat instrument ga zitten knoeien.’

Wilt u ook geïnterviewd worden over uw ervaring in de concertzaal? Meld u aan via redactie@preludium.nl.

‘Mijn allereerste keer in Het Concertgebouw was in 1958, toen ik twaalf was. Er was een speciaal jeugdconcert waar we met de zesde klas van de lagere school heen gingen. Er werd van het begin tot het eind uitgelegd wat we in de muziek gingen horen: bijvoorbeeld dravende paarden, omdat er een slag geleverd moest worden. Zo leerde ik de muziekinstrumenten associëren met van alles, zoals een boot, een waterval of harde wind. Op de middelbare school zijn we nog eens geweest, toen kregen we De Moldau van Smetana te horen. Ik denk dat dat concert de meeste indruk heeft gemaakt. Als ik het stuk nu hoor, zie ik die rivier nog voor me – eerst als een klein beekje, dan steeds voller – met alle voorvallen die erlangs plaatsvinden: een kermis, een jachtpartij, een waterval. 

Sinds de jaren 1990 ga ik structureel naar Het Concertgebouw – voor die tijd was het veel te druk met kinderen, werk en verenigingen om regelmatig te gaan. Eerst ging ik met mijn vrouw en wat familieleden van haar, maar tegenwoordig ga ik met mijn broer. Hij is iets jonger dan ik. We vinden het gezellig om wat vroeger te komen en een praatje te maken met de dames van de kassa. Ik noem hen ‘mijn vriendinnen van Het Concertgebouw’. 

Het liefst gaan we naar concerten met piano, we hebben een abonnement op de Grote Pianistenserie. Ieder concert maakt indruk op ons, we kijken altijd uit naar de volgende keer. Onze favorieten zijn de broers Lucas en Arthur Jussen. Als zij spelen, proberen we er altijd bij te zijn, niet alleen in Amsterdam. We zijn ze ook wel eens achterna gereisd naar het buitenland, dan plakken we er een paar leuke dagen in Zürich achteraan, bijvoorbeeld. Inmiddels kennen we ze ook persoonlijk, dat maakt het extra leuk.

Hoe we met elkaar in contact zijn gekomen, herinner ik me eigenlijk niet meer. Ik zeg altijd tegen die jongens: ‘Jullie zijn broers en kunnen niks behalve pianospelen, wij zijn ook broers maar wij kunnen allesbehalve pianospelen.’ Ik speel geen enkel instrument. Ik heb wel eens gedacht om piano te proberen, maar mijn vingers zijn ongeveer net zo dik als twee toetsen. Luisteren naar pianomuziek vind ik schitterend, maar het gaat niet werken als ik zelf achter dat instrument ga zitten knoeien.’

Wilt u ook geïnterviewd worden over uw ervaring in de concertzaal? Meld u aan via redactie@preludium.nl.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Probeer nu twee maanden gratis!