Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
interview

Elena Firsova: ‘Componisten hebben veel gemeen met priesters en hoveniers’

door Thea Derks
18 mei 2022 18 mei 2022

Deze maand klinkt de wereldpremière van het Pianoconcert, op. 175, Elena Firsova’s tweede opdrachtwerk voor het Concertgebouw­orkest. Ze liet zich inspireren door een citaat van Boris Pasternak, schrijver van Dokter Zjivago.

  • Elena Firsova

    foto: Dmitri Smirnov

    Elena Firsova

    foto: Dmitri Smirnov

  • Elena Firsova

    foto: Dmitri Smirnov

    Elena Firsova

    foto: Dmitri Smirnov

In 2006 schreef Elena Firsova The Garden of Dreams in opdracht van het Koninklijk Concertgebouworkest. Het is gebouwd op het motief D-Es-C-H, de Duitse notenvertaling van de initialen van Dmitri Sjostakovitsj. Ook haar Requiem (2003) is doortrokken van dit motief. Ze beschouwt Sjostakovitsj als haar ‘eerste god’. Na zijn dood werd hij vereerd als een held, bij leven moest hij voortdurend vrezen voor de lange arm van de Communistische Partij. Tijdens een beruchte zitting van de Bond van Sovjetcomponisten in 1948 beschuldigde voorzitter Tichon Chrennikov grootheden als Sjostakovitsj, Sergej Prokofjev en Aram Chatsjatoerjan van ‘formalistische perversies en antidemocratische tendensen’.

Zo’n dertig jaar later, in 1979, werd Fir­sova zelf het slachtoffer van de luimen van de apparatsjiks. De nog altijd almachtige Chrennikov bestempelde haar muziek, en die van onder anderen haar echtgenoot Dmitri Smirnov en Sofia Goebaidoelina, als ‘geratel en geknars’. De veroordeling had echter weinig consequenties voor haar dagelijkse muziekpraktijk, zegt ze: ‘Onze stukken werden toch al nergens gespeeld, behalve in de zaal van de Componistenbond.’ Wel werd een opdracht ingetrokken: ‘Dmitri en ik zouden muziek schrijven voor 21 tv-documentaires van de Hermitage, maar dat stopte na drie afleveringen.’ In 1991 verhuisde ze met man en kinderen naar Engeland, waar Smirnov in 2020 bezweek aan corona.

Invloeden en achtergronden

Elena Firsova werd in 1950 geboren in Leningrad, het huidige Sint-Petersburg. Op haar zesde verhuisde ze met haar ouders naar Moskou, waar ze al tijdens haar middelbare schooltijd begon met componeren. In 1970 ging ze compositie studeren aan het Conservatorium van Moskou, waar ze bevriend raakte met Edison Denisov en Philip Hersjkovitsj. Beiden lieten zich inspireren door atonale muziek; Hersjkovitsj had nog bij Anton Webern gestudeerd. ‘Hij sprak hier zelden over,’ herinnert Firsova zich. ‘Maar hij weigerde geld aan te nemen voor de analyselessen die Dmitri en ik bij hem volgden, omdat hij zelf gratis les van Webern had gekregen.’

Denisov werd een levenslange vriend en inspirator, maar was nooit haar officiële docent: ‘Dmitri studeerde orkestratie bij hem en we waren dol op zijn composities. We leerden veel door ze te beluisterden en zijn partituren te analyseren.’ Net als Denisov werkt Firsova met seriële technieken, die zij koppelt aan een poëtische en humanistische grondhouding. Haar muziek is uiterst verfijnd, heeft veelal een trage puls en is meer gericht op klankkleur dan op melodie of harmonie. ‘Van Edison Denisov heb ik geleerd hoe je een orkest gebruikt.’

In 2006 schreef Elena Firsova The Garden of Dreams in opdracht van het Koninklijk Concertgebouworkest. Het is gebouwd op het motief D-Es-C-H, de Duitse notenvertaling van de initialen van Dmitri Sjostakovitsj. Ook haar Requiem (2003) is doortrokken van dit motief. Ze beschouwt Sjostakovitsj als haar ‘eerste god’. Na zijn dood werd hij vereerd als een held, bij leven moest hij voortdurend vrezen voor de lange arm van de Communistische Partij. Tijdens een beruchte zitting van de Bond van Sovjetcomponisten in 1948 beschuldigde voorzitter Tichon Chrennikov grootheden als Sjostakovitsj, Sergej Prokofjev en Aram Chatsjatoerjan van ‘formalistische perversies en antidemocratische tendensen’.

Zo’n dertig jaar later, in 1979, werd Fir­sova zelf het slachtoffer van de luimen van de apparatsjiks. De nog altijd almachtige Chrennikov bestempelde haar muziek, en die van onder anderen haar echtgenoot Dmitri Smirnov en Sofia Goebaidoelina, als ‘geratel en geknars’. De veroordeling had echter weinig consequenties voor haar dagelijkse muziekpraktijk, zegt ze: ‘Onze stukken werden toch al nergens gespeeld, behalve in de zaal van de Componistenbond.’ Wel werd een opdracht ingetrokken: ‘Dmitri en ik zouden muziek schrijven voor 21 tv-documentaires van de Hermitage, maar dat stopte na drie afleveringen.’ In 1991 verhuisde ze met man en kinderen naar Engeland, waar Smirnov in 2020 bezweek aan corona.

Invloeden en achtergronden

Elena Firsova werd in 1950 geboren in Leningrad, het huidige Sint-Petersburg. Op haar zesde verhuisde ze met haar ouders naar Moskou, waar ze al tijdens haar middelbare schooltijd begon met componeren. In 1970 ging ze compositie studeren aan het Conservatorium van Moskou, waar ze bevriend raakte met Edison Denisov en Philip Hersjkovitsj. Beiden lieten zich inspireren door atonale muziek; Hersjkovitsj had nog bij Anton Webern gestudeerd. ‘Hij sprak hier zelden over,’ herinnert Firsova zich. ‘Maar hij weigerde geld aan te nemen voor de analyselessen die Dmitri en ik bij hem volgden, omdat hij zelf gratis les van Webern had gekregen.’

Denisov werd een levenslange vriend en inspirator, maar was nooit haar officiële docent: ‘Dmitri studeerde orkestratie bij hem en we waren dol op zijn composities. We leerden veel door ze te beluisterden en zijn partituren te analyseren.’ Net als Denisov werkt Firsova met seriële technieken, die zij koppelt aan een poëtische en humanistische grondhouding. Haar muziek is uiterst verfijnd, heeft veelal een trage puls en is meer gericht op klankkleur dan op melodie of harmonie. ‘Van Edison Denisov heb ik geleerd hoe je een orkest gebruikt.’

  • Elena Firsova

    Elena Firsova

  • Elena Firsova

    Elena Firsova

Ze zei eens dat componisten veel gemeen hebben met priesters en hoveniers. Hoe zit dat? Firsova: ‘Door schoonheid te creëren brengt muziek ons in nauwer contact met ons innerlijk en met de immateriële wereld.’ Hiermee toont ze zich een geestverwant van Sofia Goebaidoelina, die vaak oppert dat ze de in haar opborrelende ideeën als een tuinman begiet om ze tot wasdom te brengen. Ze zijn al decennia bevriend en Firsova liet zich voor haar compositie Night in Appen (2021) inspireren door een logeerpartij bij haar vriendin en collega in het gelijknamige dorpje vlakbij Hamburg.

Van meet af aan was Firsova, zoals veel Russen, sterk geïnteresseerd in poëzie. Die belangstelling wortelt mede in de communistische onderdrukking, toen dichters tussen de regels door kritiek leverden op het bewind en tegelijkertijd zorgden voor spirituele zingeving. Het Kremlin mag tegenwoordig innige banden onderhouden met de Russisch-­Orthodoxe kerk, tijdens het Sovjetbewind werd het belijden van een religie bepaald niet aangemoedigd.
Firsova voelt zich met name aangetrokken tot het werk van de joodse dichter Osip Mandelstam. Ze bewondert zijn bondigheid en baseerde vele composities op zijn verzen, waaronder een reeks van zeven cantates: ‘Zijn poëzie is precies zo geschreven als ik mijn muziek zou willen componeren. Ik voel me nauw met hem verbonden, met zijn innerlijke gewaarwordingen, zijn betrekking tot de kunst en de dood.’

Voor haar nieuwe pianoconcert koos Fir­sova als motto een citaat uit Dokter Zjivago van Boris Pasternak: ‘Kunst houdt zich altijd bezig met twee dingen: zij reflecteert op het mysterie en de betekenis van de dood.’ Hoe we dat moeten interpreteren is voor haar vanzelfsprekend: ‘Het heeft betrekking op mij en mijn muziek: een nieuw gecreëerd kunstwerk brengt leven, nieuw leven.’

Ze noemt haar Pianoconcert, op. 175 het tweelingbroertje of -zusje van haar Dubbel­concert voor viool, cello en orkest, opus 139, dat ze in 2015 componeerde. Destijds vertelde ze dat het ‘erg persoonlijk’ was en ging over thema’s als ‘gemis en de betekenis van de dood’. Het was echter geen verkapt in memoriam voor een dierbare: ‘Voor mij draaide het puur om een filosofische kwestie.’

Zo mogen we ook beslist niet denken dat ze in haar pianoconcert haar verdriet verwerkte om haar in 2020 overleden echtgenoot: ‘Ik voltooide mijn stuk in maart 2020, toen Dmitri weliswaar al ziek was, maar nog thuis. Hij overleed op 9 april in het ziekenhuis.’

Elena Firsova in het kort
Elena Firsova viel in de jaren 1970 tijdens haar studie aan het Conservatorium van Moskou op als een van de meest authentieke en creatieve Russische componisten van haar generatie. In 1975 leerde ze Edison Denisov kennen, wiens breed uitgemeten lyriek bij Firsova getransformeerd wordt tot een meer persoonlijke, romantische muziektaal. In 1979 werden Firsova’s Petrarca Sonnets voor sopraan en kamerorkest uitgevoerd in Keulen, Parijs en Venetië; het jaar daarop in Londen. Sindsdien werd ze steeds vaker uitgenodigd in het Verenigd Koninkrijk. In 1986 bracht het Nash Ensemble Earthly Life in première, een opdracht van de BBC en een van haar vele werken op teksten van Osip Mandelstam, die in 1938 stierf in een Goelag-kamp. Naast de Mandelstam-cantates schreef Firsova onder meer tien strijkkwartetten en vele orkestwerken, die veelal op Britse festivals klonken. In 1991 emigreerden Firsova en haar man Dmitri Smirnov naar Engeland, waar ze zeer actief werden als componist en docent. In 2006 speelde het Concertgebouworkest haar opdrachtwerk The Garden of Dreams, opus 111. In seizoen 2020/2021 was Firsova composer in residence bij het Rundfunk-Sinfonieorchester Berlin.

Ze zei eens dat componisten veel gemeen hebben met priesters en hoveniers. Hoe zit dat? Firsova: ‘Door schoonheid te creëren brengt muziek ons in nauwer contact met ons innerlijk en met de immateriële wereld.’ Hiermee toont ze zich een geestverwant van Sofia Goebaidoelina, die vaak oppert dat ze de in haar opborrelende ideeën als een tuinman begiet om ze tot wasdom te brengen. Ze zijn al decennia bevriend en Firsova liet zich voor haar compositie Night in Appen (2021) inspireren door een logeerpartij bij haar vriendin en collega in het gelijknamige dorpje vlakbij Hamburg.

Van meet af aan was Firsova, zoals veel Russen, sterk geïnteresseerd in poëzie. Die belangstelling wortelt mede in de communistische onderdrukking, toen dichters tussen de regels door kritiek leverden op het bewind en tegelijkertijd zorgden voor spirituele zingeving. Het Kremlin mag tegenwoordig innige banden onderhouden met de Russisch-­Orthodoxe kerk, tijdens het Sovjetbewind werd het belijden van een religie bepaald niet aangemoedigd.
Firsova voelt zich met name aangetrokken tot het werk van de joodse dichter Osip Mandelstam. Ze bewondert zijn bondigheid en baseerde vele composities op zijn verzen, waaronder een reeks van zeven cantates: ‘Zijn poëzie is precies zo geschreven als ik mijn muziek zou willen componeren. Ik voel me nauw met hem verbonden, met zijn innerlijke gewaarwordingen, zijn betrekking tot de kunst en de dood.’

Voor haar nieuwe pianoconcert koos Fir­sova als motto een citaat uit Dokter Zjivago van Boris Pasternak: ‘Kunst houdt zich altijd bezig met twee dingen: zij reflecteert op het mysterie en de betekenis van de dood.’ Hoe we dat moeten interpreteren is voor haar vanzelfsprekend: ‘Het heeft betrekking op mij en mijn muziek: een nieuw gecreëerd kunstwerk brengt leven, nieuw leven.’

Ze noemt haar Pianoconcert, op. 175 het tweelingbroertje of -zusje van haar Dubbel­concert voor viool, cello en orkest, opus 139, dat ze in 2015 componeerde. Destijds vertelde ze dat het ‘erg persoonlijk’ was en ging over thema’s als ‘gemis en de betekenis van de dood’. Het was echter geen verkapt in memoriam voor een dierbare: ‘Voor mij draaide het puur om een filosofische kwestie.’

Zo mogen we ook beslist niet denken dat ze in haar pianoconcert haar verdriet verwerkte om haar in 2020 overleden echtgenoot: ‘Ik voltooide mijn stuk in maart 2020, toen Dmitri weliswaar al ziek was, maar nog thuis. Hij overleed op 9 april in het ziekenhuis.’

Elena Firsova in het kort
Elena Firsova viel in de jaren 1970 tijdens haar studie aan het Conservatorium van Moskou op als een van de meest authentieke en creatieve Russische componisten van haar generatie. In 1975 leerde ze Edison Denisov kennen, wiens breed uitgemeten lyriek bij Firsova getransformeerd wordt tot een meer persoonlijke, romantische muziektaal. In 1979 werden Firsova’s Petrarca Sonnets voor sopraan en kamerorkest uitgevoerd in Keulen, Parijs en Venetië; het jaar daarop in Londen. Sindsdien werd ze steeds vaker uitgenodigd in het Verenigd Koninkrijk. In 1986 bracht het Nash Ensemble Earthly Life in première, een opdracht van de BBC en een van haar vele werken op teksten van Osip Mandelstam, die in 1938 stierf in een Goelag-kamp. Naast de Mandelstam-cantates schreef Firsova onder meer tien strijkkwartetten en vele orkestwerken, die veelal op Britse festivals klonken. In 1991 emigreerden Firsova en haar man Dmitri Smirnov naar Engeland, waar ze zeer actief werden als componist en docent. In 2006 speelde het Concertgebouworkest haar opdrachtwerk The Garden of Dreams, opus 111. In seizoen 2020/2021 was Firsova composer in residence bij het Rundfunk-Sinfonieorchester Berlin.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.