Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
interview

Klarinettist Martin Fröst: ‘Ik probeer veel dingen die buiten mijn comfortzone liggen’

door Noortje Zanen
26 dec. 2022 26 december 2022

Martin Fröst is artist in residence van het Concertgebouworkest en een van de meest vernieuwende klarinettisten van dit moment. Enthousiast vertelt hij over de samenwerking. ‘Ik heb een sterke drang om te experimenteren, dat ervaar ik niet als éxtra spannend.’

  • Martin Fröst

    foto: Nikolaj Lund

    Martin Fröst

    foto: Nikolaj Lund

  • Martin Fröst

    foto: Nikolaj Lund

    Martin Fröst

    foto: Nikolaj Lund

Wie Martin Fröst heeft horen en zien optreden tijdens de Opening Night van het Concertgebouworkest afgelopen september zal wellicht verbaasd zijn dat Fröst zichzelf omschrijft als iemand die zich niet snel comfortabel voelt. Ogenschijnlijk speelt hij met groot gemak al dansend de meest virtuoze muziek. ‘Maar het voélt niet altijd comfortabel’, aldus Fröst.

Op de dag van de try-out voor het openluchtconcert kan de laatste repetitie niet plaatsvinden in het Westerpark vanwege het slechte weer. Halsoverkop moeten de orkestbodes de hele podiumopstelling en alle instrumenten verplaatsen naar Het Concertgebouw, om ’s middags alles weer terug te brengen naar het Westerpark.

Een hectische ochtend, maar het lijkt Martin Fröst niet te storen: in opperste concentratie werkt hij samen met het orkest en dirigent Alain Altinoglu aan het opzwepende Dansmozaïek dat hij samenstelde uit dansen van onder anderen Brahms, Bartók, Hillborg en zijn broer Göran Fröst. Als hij vlak daarna tijdens de lunch in Brasserie Keyzer vertelt over zijn samenwerking met het Concertgebouworkest, is hij heel open over de uitdagingen die hij ervaart als musicus en als mens.

Combineren

Martin Fröst is een van de meest vernieuwende klarinettisten van dit moment. Zijn grensverleggende programma’s trekken een divers publiek en ook als dirigent van het Swedish Chamber Orchestra trekt hij de aandacht met originele projecten. Hij heeft regelmatig opgetreden in Het Concertgebouw en in 2014 maakte hij zijn debuut bij het Concertgebouworkest. Fröst vindt het geweldig dat het orkest hem heeft uitgenodigd als artist in residence. ‘Ik probeer steeds vaker dit soort samenwerkingsverbanden aan te gaan, omdat er dan meer tijd is voor vernieuwing en verdieping. Vooral omdat ik niet alleen zal optreden als solist, maar ook als kamermuziekpartner met een aantal orkestleden.

Onze eerste samenwerking in 2014 was een groot avontuur, toen moest ik tegelijkertijd dansen en spelen in Peacock Tales van Anders Hillborg. Het is geweldig dat ik nu de kans krijg om met zo’n steengoed orkest in één seizoen een paar verschillende dingen te doen. De dansen die we hebben verzameld voor de Opening Night zijn volgens mij uitermate geschikt voor zo’n laagdrempelig openluchtconcert waar veel verschillende mensen op af komen. In januari en april speel ik met het orkest nieuwe composities van Anna Clyne en Sally Beamish en een mooi kamermuziekprogramma rond Brahms en Mozart. Daarnaast zal ik in het voorjaar ook nog optreden in het Bijlmer Parktheater met een bijzonder programma waarin verschillende soorten muziek aan bod zullen komen.’

Meer genieten

Op de vraag hoe Martin Fröst zichzelf zou typeren als musicus moet hij goed nadenken en tijdens het gesprek zal hij nog een paar keer terugkomen op dit onderwerp met een paar filosofische uiteenzettingen. Hij is zijn ouders dankbaar dat ze hem als kind de kans hebben gegeven om voor een carrière als musicus te kiezen. ‘Ik ben opgegroeid in het noorden van Zweden in een stad waar niet zo veel aan cultuur werd gedaan. Gelukkig waren mijn ouders zo slim om allemaal verschillende instrumenten in huis te halen.

‘Ik gaf mezelf geen kans om plezier te hebben in mijn studie’

Ik ben begonnen met vioolspelen maar dat was geen succes, ik kon er niets van. Daarna heb ik van alles uitgeprobeerd, waaronder de klarinet, en toen ik rond mijn negende voor het eerst het Klarinetconcert van Mozart hoorde was ik verkocht. Ik nam het klarinetspel heel serieus en op mijn vijftiende vertrok ik in mijn eentje naar het conservatorium van Stockholm waar mijn medestudenten ruim vijf jaar ouder waren.

Destijds heb ik me nooit afgevraagd of ik de juiste instelling had, ik had nu eenmaal een enorme focus en aandrang om zo goed mogelijk klarinet te leren spelen. Onlangs kreeg ik echter een verrassend leuke vraag van een jonge student tijdens een masterclass. ‘Wat voor advies zou je jezelf geven als je weer negentien zou zijn?’ Mijn antwoord was: ‘Meer genieten!’. Want ik nam alles erg serieus en mijn zelfkritiek was genadeloos. Ik gaf mezelf geen kans om plezier te hebben in mijn studie.

Gelukkig heb ik dat in de loop der jaren wel geleerd, om meer te genieten van het moment en om iedere keer opnieuw weer iets moois te creëren in het hier en nu. Ik weet niet waar mijn nieuwsgierigheid naar nieuwe dingen vandaan komt, maar ik heb altijd een sterke drang om te experimenteren.

Wie Martin Fröst heeft horen en zien optreden tijdens de Opening Night van het Concertgebouworkest afgelopen september zal wellicht verbaasd zijn dat Fröst zichzelf omschrijft als iemand die zich niet snel comfortabel voelt. Ogenschijnlijk speelt hij met groot gemak al dansend de meest virtuoze muziek. ‘Maar het voélt niet altijd comfortabel’, aldus Fröst.

Op de dag van de try-out voor het openluchtconcert kan de laatste repetitie niet plaatsvinden in het Westerpark vanwege het slechte weer. Halsoverkop moeten de orkestbodes de hele podiumopstelling en alle instrumenten verplaatsen naar Het Concertgebouw, om ’s middags alles weer terug te brengen naar het Westerpark.

Een hectische ochtend, maar het lijkt Martin Fröst niet te storen: in opperste concentratie werkt hij samen met het orkest en dirigent Alain Altinoglu aan het opzwepende Dansmozaïek dat hij samenstelde uit dansen van onder anderen Brahms, Bartók, Hillborg en zijn broer Göran Fröst. Als hij vlak daarna tijdens de lunch in Brasserie Keyzer vertelt over zijn samenwerking met het Concertgebouworkest, is hij heel open over de uitdagingen die hij ervaart als musicus en als mens.

Combineren

Martin Fröst is een van de meest vernieuwende klarinettisten van dit moment. Zijn grensverleggende programma’s trekken een divers publiek en ook als dirigent van het Swedish Chamber Orchestra trekt hij de aandacht met originele projecten. Hij heeft regelmatig opgetreden in Het Concertgebouw en in 2014 maakte hij zijn debuut bij het Concertgebouworkest. Fröst vindt het geweldig dat het orkest hem heeft uitgenodigd als artist in residence. ‘Ik probeer steeds vaker dit soort samenwerkingsverbanden aan te gaan, omdat er dan meer tijd is voor vernieuwing en verdieping. Vooral omdat ik niet alleen zal optreden als solist, maar ook als kamermuziekpartner met een aantal orkestleden.

Onze eerste samenwerking in 2014 was een groot avontuur, toen moest ik tegelijkertijd dansen en spelen in Peacock Tales van Anders Hillborg. Het is geweldig dat ik nu de kans krijg om met zo’n steengoed orkest in één seizoen een paar verschillende dingen te doen. De dansen die we hebben verzameld voor de Opening Night zijn volgens mij uitermate geschikt voor zo’n laagdrempelig openluchtconcert waar veel verschillende mensen op af komen. In januari en april speel ik met het orkest nieuwe composities van Anna Clyne en Sally Beamish en een mooi kamermuziekprogramma rond Brahms en Mozart. Daarnaast zal ik in het voorjaar ook nog optreden in het Bijlmer Parktheater met een bijzonder programma waarin verschillende soorten muziek aan bod zullen komen.’

Meer genieten

Op de vraag hoe Martin Fröst zichzelf zou typeren als musicus moet hij goed nadenken en tijdens het gesprek zal hij nog een paar keer terugkomen op dit onderwerp met een paar filosofische uiteenzettingen. Hij is zijn ouders dankbaar dat ze hem als kind de kans hebben gegeven om voor een carrière als musicus te kiezen. ‘Ik ben opgegroeid in het noorden van Zweden in een stad waar niet zo veel aan cultuur werd gedaan. Gelukkig waren mijn ouders zo slim om allemaal verschillende instrumenten in huis te halen.

‘Ik gaf mezelf geen kans om plezier te hebben in mijn studie’

Ik ben begonnen met vioolspelen maar dat was geen succes, ik kon er niets van. Daarna heb ik van alles uitgeprobeerd, waaronder de klarinet, en toen ik rond mijn negende voor het eerst het Klarinetconcert van Mozart hoorde was ik verkocht. Ik nam het klarinetspel heel serieus en op mijn vijftiende vertrok ik in mijn eentje naar het conservatorium van Stockholm waar mijn medestudenten ruim vijf jaar ouder waren.

Destijds heb ik me nooit afgevraagd of ik de juiste instelling had, ik had nu eenmaal een enorme focus en aandrang om zo goed mogelijk klarinet te leren spelen. Onlangs kreeg ik echter een verrassend leuke vraag van een jonge student tijdens een masterclass. ‘Wat voor advies zou je jezelf geven als je weer negentien zou zijn?’ Mijn antwoord was: ‘Meer genieten!’. Want ik nam alles erg serieus en mijn zelfkritiek was genadeloos. Ik gaf mezelf geen kans om plezier te hebben in mijn studie.

Gelukkig heb ik dat in de loop der jaren wel geleerd, om meer te genieten van het moment en om iedere keer opnieuw weer iets moois te creëren in het hier en nu. Ik weet niet waar mijn nieuwsgierigheid naar nieuwe dingen vandaan komt, maar ik heb altijd een sterke drang om te experimenteren.

  • Martin Fröst

    foto: Mats Becker / Sony Music Entertainment

    Martin Fröst

    foto: Mats Becker / Sony Music Entertainment

  • Martin Fröst

    foto: Mats Becker / Sony Music Entertainment

    Martin Fröst

    foto: Mats Becker / Sony Music Entertainment

De basis van mijn spel ligt in het klassieke repertoire, maar daarnaast speel ik ontzettend graag nieuwe composities en zoek ik naar nieuwe manieren om klassieke muziek te presenteren aan een zo divers mogelijk publiek. Daarbij probeer ik veel nieuwe dingen uit die buiten mijn comfortzone liggen, zoals dansen of zingen tijdens het klarinetspelen. Juist omdat ik me sowieso niet zo snel comfortabel voel, ervaar ik dat experimenteren niet als éxtra spannend. Dat oncomfortabele gevoel hoort bij mij en belemmert me niet om goed te presteren en nieuwe uitdagingen aan te gaan.’

Samenwerking

Een belangrijke eigenschap van Fröst is, naar eigen zeggen, dat hij goed kan samenwerken. Of je nu dirigent bent of solist, of zoals Fröst allebei, de basis voor een succesvol concert is een goede samenwerking en communicatie met het orkest. Die behoefte aan samenwerken deelt hij met de componiste Anna Clyne, die voor hem en het Concert­gebouworkest het nieuwe klarinetconcert Weathered schreef, dat de klarinettist en het orkest deze maand in ­première brengen. (Lees hier het interview met Anna Clyne.)

‘We hebben deze zomer veel contact gehad. Ik heb over mezelf verteld en ik heb verschillende speeltechnieken laten horen en daarmee is Clyne aan de slag gegaan. Ze heeft een fantastisch stuk geschreven. We hebben ons samen afgevraagd: wat is er allemaal mogelijk op een klarinet? In één deel moet ik zingen tijdens het spelen. Die techniek had ik zelf aan haar voorgedaan, maar zij heeft me echt een beetje gepusht om me verder te ontwikkelen. Ik zie uit naar de wereldpremière en ben heel benieuwd naar Jaap van Zweden. Ik heb nog nooit met hem gewerkt, maar hij kent Clyne wel en hij schijnt onder de indruk te zijn van haar werk.’

‘Dat oncomfortabele gevoel hoort bij mij en belemmert me niet om goed te presteren’

Het dubbelconcert Distans van Sally Beamish voor klarinet en viool, dat in april op de lessenaars komt, is gebaseerd op Frösts vriendschap met Janine Jansen. ‘We werken al ruim twintig jaar met grote regelmaat samen. Ik bewonder haar spel enorm. Zij kan toveren met details, zij vertelt echt een verhaal. Het was Janines idee om een dubbelconcert te bestellen tijdens haar eigen residency bij het Concertgebouworkest in seizoen 2020/2021. Vanwege de pandemie kon de wereldpremière in Amsterdam niet doorgaan, maar we hebben Distans inmiddels in première gebracht in Stockholm.

Het is een prachtig stuk. Het gevoel van eenzaamheid en de grote afstand tot haar kinderen die de componiste voelde tijdens de pandemie heeft in het stuk een prominente plek gekregen. ‘Soms staan de twee solisten letterlijk ver van elkaar vandaan, soms vloeien onze partijen samen tot één stem, in dialoog met het orkest. De Nederlandse première komend voorjaar onder leiding van Klaus Mäkelä is wat mij betreft veelbelovend. Geweldig dat het Concertgebouworkest hém heeft uitgekozen als nieuwe chef! Hij is een fantastische dirigent en cellist die heel goed aanvoelt dat samenwerken het ­toverwoord is.’

Grenzen stellen en grenzen doorbreken

Dat Martin Fröst tijdens zijn residency bij het Concertgebouworkest twee nieuwe stukken speelt van vrouwelijke componisten is overigens toeval. ‘Ik ben het volledig eens met de hedendaagse discussie om meer aandacht te besteden aan vrouwelijke dirigenten en componisten, maar ik ben niet bewust met dit thema bezig. Het orkest en Janine stelden voor om compositie­opdrachten te geven aan Anna Clyne en Sally Beamish en daar stond ik helemaal achter.

Zelf ben ik veel meer bezig met het zoeken naar mijn eigen grenzen om vervolgens op zoek te gaan naar vrijheden binnen die vastgestelde grenzen. Ik vind dat je als musicus voor alles open moet staan, zonder vooroordelen. Een vraag als ‘wat vind jij van hedendaagse muziek’ vind ik moeilijk te beantwoorden, want hoe weet je nu precies wat voor muziek dat is als je er nog nooit naar hebt kunnen luisteren? Wat ik wel weet is dat ik graag nieuwe stukken speel, al kost het me relatief veel tijd omdat ik een partituur het liefst helemaal uit mijn hoofd ken. Volgens mij is het heel belangrijk dat musici hun eigen tijd vertegenwoordigen door nieuwe muziek uit te voeren. Daarnaast moeten we goed nadenken over de toekomst van de klassieke muziek, misschien moeten we onze favoriete werken wel op een andere manier presenteren, of het nu om hedendaagse muziek gaat of om de meesterwerken uit het verleden.’

‘Hoewel ik zelf graag experimenteer is het niet zo dat ik me totaal vrij voel om zomaar alles uit te proberen. Ik denk juist dat het heel belangrijk is om grenzen te stellen voor jezelf, net zoals met kinderen. Als ik mijn zoon totaal vrij zou laten in wat hij op een vrije dag allemaal zou mogen doen, dan zou hij boos en onhandelbaar worden. Ik ben nog op zoek naar een methode om mijn kennis en ervaring te delen, vooral met jonge musici. Om vervolgens samen te bespreken hoe klassieke muziek kan overleven in de toekomst.’

Wie is Martin Fröst?

Martin Fröst werd op 14 december 1970 geboren in Uppsala als zoon van een violiste en een altviolist. De klarinettist staat bekend als iemand die graag de wereld van de klassieke muziek uitdaagt en opschudt. Met Dollhouse, Genesis, Retrotopia en Xodus ontwikkelde hij innovatieve combinaties van nieuw en bestaand repertoire met bijvoorbeeld choreografie, beeld, spraak en koorzang. Martin Fröst bracht werken van Mozart, Brahms, Nielsen, Copland, Finzi en Messiaen uit op cd. Onder anderen Anders Hillborg, Krzysztof Penderecki, Karin ­Rehnqvist, Kalevi Aho, Bent Sørensen en Jesper Nordin schreven nieuwe composities voor hem.

Als solist trad hij op met onder meer het Gewandhausorchester Leipzig, de New York Philharmonic, de Los Angeles Philharmonic en het NDR Elbphilharmonie Orchester. Bij het Concertgebouworkest debuteerde hij in 2014 met werken van Lutosławski, Hillborg en zijn broer, de altviolist en componist Göran Fröst. De laatste jaren is Martin Fröst ook actief als dirigent. Hij leidde onder meer het Oslo Filharmonisch Orkest en het Koninklijk Filharmonisch Orkest van Stockholm, en is sinds 2019 chef-dirigent van het Swedish Chamber Orchestra.

Samen met trompetlegende Miles Davis is Martin Fröst de enige blazer die ooit de Léonie Sonning Muziekprijs won, de prestigieuze prijs die ook naar grootheden ging als Leonard Bernstein, Igor Stravinsky en Daniel Barenboim.

De basis van mijn spel ligt in het klassieke repertoire, maar daarnaast speel ik ontzettend graag nieuwe composities en zoek ik naar nieuwe manieren om klassieke muziek te presenteren aan een zo divers mogelijk publiek. Daarbij probeer ik veel nieuwe dingen uit die buiten mijn comfortzone liggen, zoals dansen of zingen tijdens het klarinetspelen. Juist omdat ik me sowieso niet zo snel comfortabel voel, ervaar ik dat experimenteren niet als éxtra spannend. Dat oncomfortabele gevoel hoort bij mij en belemmert me niet om goed te presteren en nieuwe uitdagingen aan te gaan.’

Samenwerking

Een belangrijke eigenschap van Fröst is, naar eigen zeggen, dat hij goed kan samenwerken. Of je nu dirigent bent of solist, of zoals Fröst allebei, de basis voor een succesvol concert is een goede samenwerking en communicatie met het orkest. Die behoefte aan samenwerken deelt hij met de componiste Anna Clyne, die voor hem en het Concert­gebouworkest het nieuwe klarinetconcert Weathered schreef, dat de klarinettist en het orkest deze maand in ­première brengen. (Lees hier het interview met Anna Clyne.)

‘We hebben deze zomer veel contact gehad. Ik heb over mezelf verteld en ik heb verschillende speeltechnieken laten horen en daarmee is Clyne aan de slag gegaan. Ze heeft een fantastisch stuk geschreven. We hebben ons samen afgevraagd: wat is er allemaal mogelijk op een klarinet? In één deel moet ik zingen tijdens het spelen. Die techniek had ik zelf aan haar voorgedaan, maar zij heeft me echt een beetje gepusht om me verder te ontwikkelen. Ik zie uit naar de wereldpremière en ben heel benieuwd naar Jaap van Zweden. Ik heb nog nooit met hem gewerkt, maar hij kent Clyne wel en hij schijnt onder de indruk te zijn van haar werk.’

‘Dat oncomfortabele gevoel hoort bij mij en belemmert me niet om goed te presteren’

Het dubbelconcert Distans van Sally Beamish voor klarinet en viool, dat in april op de lessenaars komt, is gebaseerd op Frösts vriendschap met Janine Jansen. ‘We werken al ruim twintig jaar met grote regelmaat samen. Ik bewonder haar spel enorm. Zij kan toveren met details, zij vertelt echt een verhaal. Het was Janines idee om een dubbelconcert te bestellen tijdens haar eigen residency bij het Concertgebouworkest in seizoen 2020/2021. Vanwege de pandemie kon de wereldpremière in Amsterdam niet doorgaan, maar we hebben Distans inmiddels in première gebracht in Stockholm.

Het is een prachtig stuk. Het gevoel van eenzaamheid en de grote afstand tot haar kinderen die de componiste voelde tijdens de pandemie heeft in het stuk een prominente plek gekregen. ‘Soms staan de twee solisten letterlijk ver van elkaar vandaan, soms vloeien onze partijen samen tot één stem, in dialoog met het orkest. De Nederlandse première komend voorjaar onder leiding van Klaus Mäkelä is wat mij betreft veelbelovend. Geweldig dat het Concertgebouworkest hém heeft uitgekozen als nieuwe chef! Hij is een fantastische dirigent en cellist die heel goed aanvoelt dat samenwerken het ­toverwoord is.’

Grenzen stellen en grenzen doorbreken

Dat Martin Fröst tijdens zijn residency bij het Concertgebouworkest twee nieuwe stukken speelt van vrouwelijke componisten is overigens toeval. ‘Ik ben het volledig eens met de hedendaagse discussie om meer aandacht te besteden aan vrouwelijke dirigenten en componisten, maar ik ben niet bewust met dit thema bezig. Het orkest en Janine stelden voor om compositie­opdrachten te geven aan Anna Clyne en Sally Beamish en daar stond ik helemaal achter.

Zelf ben ik veel meer bezig met het zoeken naar mijn eigen grenzen om vervolgens op zoek te gaan naar vrijheden binnen die vastgestelde grenzen. Ik vind dat je als musicus voor alles open moet staan, zonder vooroordelen. Een vraag als ‘wat vind jij van hedendaagse muziek’ vind ik moeilijk te beantwoorden, want hoe weet je nu precies wat voor muziek dat is als je er nog nooit naar hebt kunnen luisteren? Wat ik wel weet is dat ik graag nieuwe stukken speel, al kost het me relatief veel tijd omdat ik een partituur het liefst helemaal uit mijn hoofd ken. Volgens mij is het heel belangrijk dat musici hun eigen tijd vertegenwoordigen door nieuwe muziek uit te voeren. Daarnaast moeten we goed nadenken over de toekomst van de klassieke muziek, misschien moeten we onze favoriete werken wel op een andere manier presenteren, of het nu om hedendaagse muziek gaat of om de meesterwerken uit het verleden.’

‘Hoewel ik zelf graag experimenteer is het niet zo dat ik me totaal vrij voel om zomaar alles uit te proberen. Ik denk juist dat het heel belangrijk is om grenzen te stellen voor jezelf, net zoals met kinderen. Als ik mijn zoon totaal vrij zou laten in wat hij op een vrije dag allemaal zou mogen doen, dan zou hij boos en onhandelbaar worden. Ik ben nog op zoek naar een methode om mijn kennis en ervaring te delen, vooral met jonge musici. Om vervolgens samen te bespreken hoe klassieke muziek kan overleven in de toekomst.’

Wie is Martin Fröst?

Martin Fröst werd op 14 december 1970 geboren in Uppsala als zoon van een violiste en een altviolist. De klarinettist staat bekend als iemand die graag de wereld van de klassieke muziek uitdaagt en opschudt. Met Dollhouse, Genesis, Retrotopia en Xodus ontwikkelde hij innovatieve combinaties van nieuw en bestaand repertoire met bijvoorbeeld choreografie, beeld, spraak en koorzang. Martin Fröst bracht werken van Mozart, Brahms, Nielsen, Copland, Finzi en Messiaen uit op cd. Onder anderen Anders Hillborg, Krzysztof Penderecki, Karin ­Rehnqvist, Kalevi Aho, Bent Sørensen en Jesper Nordin schreven nieuwe composities voor hem.

Als solist trad hij op met onder meer het Gewandhausorchester Leipzig, de New York Philharmonic, de Los Angeles Philharmonic en het NDR Elbphilharmonie Orchester. Bij het Concertgebouworkest debuteerde hij in 2014 met werken van Lutosławski, Hillborg en zijn broer, de altviolist en componist Göran Fröst. De laatste jaren is Martin Fröst ook actief als dirigent. Hij leidde onder meer het Oslo Filharmonisch Orkest en het Koninklijk Filharmonisch Orkest van Stockholm, en is sinds 2019 chef-dirigent van het Swedish Chamber Orchestra.

Samen met trompetlegende Miles Davis is Martin Fröst de enige blazer die ooit de Léonie Sonning Muziekprijs won, de prestigieuze prijs die ook naar grootheden ging als Leonard Bernstein, Igor Stravinsky en Daniel Barenboim.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.