Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
achtergrond

Jazzlegende Chick Corea vernieuwt en verbindt

door Leendert van der Valk
01 mei 2017 01 mei 2017

Deze maand staat jazz-icoon Chick Corea opnieuw op het podium van de Grote Zaal. Nederlandse collega’s kijken terug op de avond dat ze hetzelfde podium met de pianist deelden.

‘Het was alsof hij een betovering over me uitstrooide.’ Als jazzpianist Peter Beets terugdenkt aan die avond in 2004 in Het Concertgebouw, komen er levendige herinneringen boven die hij alleen maar in superlatieven kan vatten. Je speelt dan ook niet elke dag met Chick Corea, een van de meest veelzijdige en invloedrijke jazzpianisten ter wereld. ‘Ik weet nog dat ik na afloop in de foyer veel jaloerse gezichten zag van collega-pianisten die ook waren gekomen om hem te zien.’

Corea kreeg die avond, 1 juni 2004, de Concertgebouw Jazz Award voor zijn gigantische oeuvre, dat sindsdien alleen maar verder is gegroeid. Van bebop tot freejazz, fusion en klassiek, hij kent elk idioom en blinkt erin uit. Het is afwachten welke stijl hij zal laten horen wanneer hij deze maand opnieuw in Het Concertgebouw staat, maar zonder twijfel zal het van wereldklasse zijn, want dat is simpelweg waar Corea in thuishoort.

Alleen al aan het aantal Grammy’s dat Chick Corea won, valt af te lezen dat Beets niet de enige is die onder de betovering van de ­pianist is geraakt. De in 1941 geboren Amerikaan won er 22, en geen jazzmuzikant werd vaker voor de prijs genomineerd: 61 keer. ‘Hij is een constante vernieuwer’, zegt Beets. ‘Voor muzikanten is stilstand achteruitgang, dat snapt hij.’ Tegelijk is het Corea altijd gelukt om zowel in zijn composities als in zijn spel een breed publiek voor zich te winnen. Zijn heldere, elegante spel is altijd herkenbaar.

Oude liefde en avant-garde

Armando Antonio Corea, bijnaam Chick, kruipt al op jonge leeftijd achter de toetsen. In zijn tienerjaren zijn Bud Powell en Horace Silver grote invloeden, terwijl hij tijdens zijn muzieklessen kennismaakt met Mozart en Beethoven. Het is bagage die hem later als componist van pas zal komen. Zijn eerste serieuze optredens zijn meteen bij jazzmusici uit het begin van de jaren zestig: Blue Mitchell, Stan Getz, Donald Byrd, Dizzy Gillespie. In de jaren daarna groeit de reeks indrukwekkende namen, en al snel vindt Corea zijn eigen stijl.

Zijn grote doorbraak beleeft hij in 1968 als hij de plaat Now He Sings, Now He Sobs opneemt. Datzelfde jaar vraagt Miles Davis hem om Herbie Hancock te vervangen in zijn band. Davis spoort hem aan om de mogelijkheden van de elektronische piano te verkennen. Met Corea op de toetsen neemt de trompettist baanbrekende platen op als ­Bitches Brew en In A Silent Way

 

‘Het was alsof hij een betovering over me uitstrooide.’ Als jazzpianist Peter Beets terugdenkt aan die avond in 2004 in Het Concertgebouw, komen er levendige herinneringen boven die hij alleen maar in superlatieven kan vatten. Je speelt dan ook niet elke dag met Chick Corea, een van de meest veelzijdige en invloedrijke jazzpianisten ter wereld. ‘Ik weet nog dat ik na afloop in de foyer veel jaloerse gezichten zag van collega-pianisten die ook waren gekomen om hem te zien.’

Corea kreeg die avond, 1 juni 2004, de Concertgebouw Jazz Award voor zijn gigantische oeuvre, dat sindsdien alleen maar verder is gegroeid. Van bebop tot freejazz, fusion en klassiek, hij kent elk idioom en blinkt erin uit. Het is afwachten welke stijl hij zal laten horen wanneer hij deze maand opnieuw in Het Concertgebouw staat, maar zonder twijfel zal het van wereldklasse zijn, want dat is simpelweg waar Corea in thuishoort.

Alleen al aan het aantal Grammy’s dat Chick Corea won, valt af te lezen dat Beets niet de enige is die onder de betovering van de ­pianist is geraakt. De in 1941 geboren Amerikaan won er 22, en geen jazzmuzikant werd vaker voor de prijs genomineerd: 61 keer. ‘Hij is een constante vernieuwer’, zegt Beets. ‘Voor muzikanten is stilstand achteruitgang, dat snapt hij.’ Tegelijk is het Corea altijd gelukt om zowel in zijn composities als in zijn spel een breed publiek voor zich te winnen. Zijn heldere, elegante spel is altijd herkenbaar.

Oude liefde en avant-garde

Armando Antonio Corea, bijnaam Chick, kruipt al op jonge leeftijd achter de toetsen. In zijn tienerjaren zijn Bud Powell en Horace Silver grote invloeden, terwijl hij tijdens zijn muzieklessen kennismaakt met Mozart en Beethoven. Het is bagage die hem later als componist van pas zal komen. Zijn eerste serieuze optredens zijn meteen bij jazzmusici uit het begin van de jaren zestig: Blue Mitchell, Stan Getz, Donald Byrd, Dizzy Gillespie. In de jaren daarna groeit de reeks indrukwekkende namen, en al snel vindt Corea zijn eigen stijl.

Zijn grote doorbraak beleeft hij in 1968 als hij de plaat Now He Sings, Now He Sobs opneemt. Datzelfde jaar vraagt Miles Davis hem om Herbie Hancock te vervangen in zijn band. Davis spoort hem aan om de mogelijkheden van de elektronische piano te verkennen. Met Corea op de toetsen neemt de trompettist baanbrekende platen op als ­Bitches Brew en In A Silent Way

 

  • Chick Corea

    met Henk Meutgeert tijdens repetities in 2004

    Chick Corea

    met Henk Meutgeert tijdens repetities in 2004

  • Chick Corea

    met Peter Beets in 2004

    Chick Corea

    met Peter Beets in 2004

  • Chick Corea

    foto: Aaron Meekcoms

    Chick Corea

    foto: Aaron Meekcoms

  • Chick Corea

    met Henk Meutgeert tijdens repetities in 2004

    Chick Corea

    met Henk Meutgeert tijdens repetities in 2004

  • Chick Corea

    met Peter Beets in 2004

    Chick Corea

    met Peter Beets in 2004

  • Chick Corea

    foto: Aaron Meekcoms

    Chick Corea

    foto: Aaron Meekcoms

In 1970 slaat Corea met zijn eigen groep een avant-gardistische weg in. Een ­controversiële stap in zijn carrière zorgt er echter voor dat deze periode van korte duur is. Vanaf het moment dat hij lid wordt van de omstreden sektarische Church of Scientology legt hij steeds meer nadruk op communicatie met zijn publiek.

Daarvan is Return to Forever misschien wel het beste voorbeeld. De band, die hij in 1971 formeert, is aanvankelijk akoestisch, maar verandert al snel in een van de eerste en meest invloedrijke fusionbands van de jaren zeventig. De albums, waarop de groep jazzrock met latin-invloeden mengt, vinden al snel hun weg naar het poppubliek.

In de jaren tachtig en negentig blijft Corea nieuw avontuur zoeken, met name door de elektronische muziek te exploreren. Het weerhoudt hem er niet van om tegelijkertijd terug te keren naar zijn vroege ­invloeden: hij neemt platen op met stukken van zijn oude liefdes Bud Powell en Mozart. In het nieuwe millennium geniet Corea van een legendarische status die hem in staat stelt om uiteenlopende projecten uit te voeren, van optredens met symfonieorkesten tot het nieuw leven inblazen van zijn groep Return to Forever.

Meesterschap

Bij de inontvangstneming van zijn prijs in Het Concertgebouw in 2004 speelde Corea een aantal flamencostukken, als om zijn veelzijdigheid te onderstrepen. Die avond ontving nog iemand een prijs: klarinettist en saxofonist Joris Roelofs, toen twintig jaar oud, kreeg de Deloitte Jazz Award en mocht die avond samenspelen met Corea. En net als Beets was hij onder de indruk. ‘Je laat je op zo’n moment leiden door hem, maar ook door de muziek. Ik kijk nog altijd erg tegen Chick Corea op, het voelde heel goed. Waarschijnlijk was ik wel iets meer geïntimideerd dan ik nu zou zijn.’

'Een klootzak klinkt als een klootzak'

Dat Henk Meutgeert, destijds dirigent van het Jazz Orchestra of the Concertgebouw, ook een pianoduet met Peter Beets op het ­programma had gezet, was niet met Corea overlegd. Beets herinnert zich dat Corea vroeg waar die tweede vleugel voor was. ‘Toen Henk naar mij wees, nam Chick Corea me van top tot teen op en zei dat het oké was.’ Tijdens Spain, een moderne klassieker van de Amerikaan, voelde Beets zich zeer op zijn gemak dankzij Corea’s collegiale houding.

‘Het was een conversatie. Ik heb hem steeds gevolgd, geantwoord in het jargon dat hij speelde. Ik ben zelf best handig op de piano, maar in dit geval maakte ik me geen illusies: hij is de meester. De piano liegt niet. In sound en timing is hij volstrekt verbonden met het instrument, dus zodra Chick Corea speelt hoor je dat het Chick Corea is. De piano is een medium. Een klootzak klinkt als een klootzak. Bij Chick hoor je een mooie, geweldige man.’

In 1970 slaat Corea met zijn eigen groep een avant-gardistische weg in. Een ­controversiële stap in zijn carrière zorgt er echter voor dat deze periode van korte duur is. Vanaf het moment dat hij lid wordt van de omstreden sektarische Church of Scientology legt hij steeds meer nadruk op communicatie met zijn publiek.

Daarvan is Return to Forever misschien wel het beste voorbeeld. De band, die hij in 1971 formeert, is aanvankelijk akoestisch, maar verandert al snel in een van de eerste en meest invloedrijke fusionbands van de jaren zeventig. De albums, waarop de groep jazzrock met latin-invloeden mengt, vinden al snel hun weg naar het poppubliek.

In de jaren tachtig en negentig blijft Corea nieuw avontuur zoeken, met name door de elektronische muziek te exploreren. Het weerhoudt hem er niet van om tegelijkertijd terug te keren naar zijn vroege ­invloeden: hij neemt platen op met stukken van zijn oude liefdes Bud Powell en Mozart. In het nieuwe millennium geniet Corea van een legendarische status die hem in staat stelt om uiteenlopende projecten uit te voeren, van optredens met symfonieorkesten tot het nieuw leven inblazen van zijn groep Return to Forever.

Meesterschap

Bij de inontvangstneming van zijn prijs in Het Concertgebouw in 2004 speelde Corea een aantal flamencostukken, als om zijn veelzijdigheid te onderstrepen. Die avond ontving nog iemand een prijs: klarinettist en saxofonist Joris Roelofs, toen twintig jaar oud, kreeg de Deloitte Jazz Award en mocht die avond samenspelen met Corea. En net als Beets was hij onder de indruk. ‘Je laat je op zo’n moment leiden door hem, maar ook door de muziek. Ik kijk nog altijd erg tegen Chick Corea op, het voelde heel goed. Waarschijnlijk was ik wel iets meer geïntimideerd dan ik nu zou zijn.’

'Een klootzak klinkt als een klootzak'

Dat Henk Meutgeert, destijds dirigent van het Jazz Orchestra of the Concertgebouw, ook een pianoduet met Peter Beets op het ­programma had gezet, was niet met Corea overlegd. Beets herinnert zich dat Corea vroeg waar die tweede vleugel voor was. ‘Toen Henk naar mij wees, nam Chick Corea me van top tot teen op en zei dat het oké was.’ Tijdens Spain, een moderne klassieker van de Amerikaan, voelde Beets zich zeer op zijn gemak dankzij Corea’s collegiale houding.

‘Het was een conversatie. Ik heb hem steeds gevolgd, geantwoord in het jargon dat hij speelde. Ik ben zelf best handig op de piano, maar in dit geval maakte ik me geen illusies: hij is de meester. De piano liegt niet. In sound en timing is hij volstrekt verbonden met het instrument, dus zodra Chick Corea speelt hoor je dat het Chick Corea is. De piano is een medium. Een klootzak klinkt als een klootzak. Bij Chick hoor je een mooie, geweldige man.’

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.