Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
interview

Interview: Fazil Say en Candida Thompson

door Rolf Hermsen
01 feb. 2018 01 februari 2018

Het Franse dagblad Le Figaro noemde pianist/componist Fazil Say ­‘zonder twijfel een van de grote kunstenaars van de eenentwintigste eeuw’. Zo’n stellige claim maakt nieuwsgierig. Preludium stelt hem (én Candida Thompson) een paar vragen.

Het ­virtuoze natuurtalent van de Turkse pianist Fazil Say wordt nergens betwist. Begonnen als wonderkind, lijkt hij van kruin tot teen gevuld met muziek, die via zijn vingers de piano in- en uitstroomt. Die stroom sleept het concertpubliek moeiteloos mee, maar de meningen over zijn eigenzinnige omgang met de ­partituren van grote componisten lopen uiteen. Een ongeamuseerde recensent grapte in Trouw over de manier waarop Say tijdens een concert in 2016 een aantal Préludes van Debussy aanpakte: ‘Dit was geen Debussy maar DebusSay!’ Al met al valt op zijn minst één conclusie te trekken: Fazil Say is een fenomeen.

Nieuwsgierigheid naar dit fenomeen kan bevredigd worden op 10 februari als Say soleert bij Amsterdam Sinfonietta in Mozarts Twaalfde pianoconcert. We spraken met Fazil Say en met de artistiek leider van Amsterdam Sinfonietta, violiste Candida Thompson. Aan het interview met Say was de strikte voorwaarde verbonden dat er geen politiek getinte vragen gesteld zouden worden. Dat valt te begrijpen na de grote problemen die hij heeft gehad met de Turkse justitie over een Twitterbericht in 2012 waarin hij verklaarde dat hij atheïst was en zich luchtig uitliet over islamitische rituelen. Dat hij met zijn compositie Gezi Park op muzikale wijze de massale protesten tegen de Turkse regering in 2013 ondersteunde, werd hem evenmin in dank afgenomen. En zo werd het Arthur en Lucas Jussen begin 2017 van overheidswege ‘ontraden’ om tijdens een concert in Istanbul het stuk Night te spelen dat Say speciaal voor de broers had geschreven. Maar het pianoduo verraste het Turkse publiek in de toegift alsnog met het werk; een daad van protest die werd beloond met een overdonderende ovatie.

Tijdens concerten van Fazil Say speelt een zeker show­element onmiskenbaar een rol. Is zo’n benadering typisch iets van deze tijd?

Fazil Say: ‘Ik snap de vraag niet. Ik ben helemaal niet bezig met visuele dingen in mijn muziek.’ 

Candida Thompson: ‘Een deel van het publiek zal een grotere persoonlijke band voelen met een artiest die visueel extravert is. Ik vind het een ingewikkelde zaak: hoeveel show laat je toe en in hoeverre laat je de muziek voor zichzelf spreken? Het is een worsteling voor ons in deze tijd van uiterlijkheden, van Facebook en Instagram. Mogelijk dringt muziek bij veel mensen niet meer binnen zonder het visuele aspect. Daarom is iemand als Fazil Say nu zo belangrijk – om te kijken hoe ver je kunt gaan. Of móet gaan. Amsterdam Sinfonietta werkt samen met een breed scala aan musici, maar hij is een echt buitenbeentje. Het blijft, ook los van het visuele aspect, een kwestie van smaak in hoeverre je toelaat dat je eigen persoonlijkheid de compositie overvleugelt. Maar je kunt je ook te veel in een dwangbuis laten persen en voor veel klassiek opgeleide musici is dat net zo goed een gevaar. Volgens mij is Say erg instinctief bezig en ik werk graag met instinctieve mensen.’

Het ­virtuoze natuurtalent van de Turkse pianist Fazil Say wordt nergens betwist. Begonnen als wonderkind, lijkt hij van kruin tot teen gevuld met muziek, die via zijn vingers de piano in- en uitstroomt. Die stroom sleept het concertpubliek moeiteloos mee, maar de meningen over zijn eigenzinnige omgang met de ­partituren van grote componisten lopen uiteen. Een ongeamuseerde recensent grapte in Trouw over de manier waarop Say tijdens een concert in 2016 een aantal Préludes van Debussy aanpakte: ‘Dit was geen Debussy maar DebusSay!’ Al met al valt op zijn minst één conclusie te trekken: Fazil Say is een fenomeen.

Nieuwsgierigheid naar dit fenomeen kan bevredigd worden op 10 februari als Say soleert bij Amsterdam Sinfonietta in Mozarts Twaalfde pianoconcert. We spraken met Fazil Say en met de artistiek leider van Amsterdam Sinfonietta, violiste Candida Thompson. Aan het interview met Say was de strikte voorwaarde verbonden dat er geen politiek getinte vragen gesteld zouden worden. Dat valt te begrijpen na de grote problemen die hij heeft gehad met de Turkse justitie over een Twitterbericht in 2012 waarin hij verklaarde dat hij atheïst was en zich luchtig uitliet over islamitische rituelen. Dat hij met zijn compositie Gezi Park op muzikale wijze de massale protesten tegen de Turkse regering in 2013 ondersteunde, werd hem evenmin in dank afgenomen. En zo werd het Arthur en Lucas Jussen begin 2017 van overheidswege ‘ontraden’ om tijdens een concert in Istanbul het stuk Night te spelen dat Say speciaal voor de broers had geschreven. Maar het pianoduo verraste het Turkse publiek in de toegift alsnog met het werk; een daad van protest die werd beloond met een overdonderende ovatie.

Tijdens concerten van Fazil Say speelt een zeker show­element onmiskenbaar een rol. Is zo’n benadering typisch iets van deze tijd?

Fazil Say: ‘Ik snap de vraag niet. Ik ben helemaal niet bezig met visuele dingen in mijn muziek.’ 

Candida Thompson: ‘Een deel van het publiek zal een grotere persoonlijke band voelen met een artiest die visueel extravert is. Ik vind het een ingewikkelde zaak: hoeveel show laat je toe en in hoeverre laat je de muziek voor zichzelf spreken? Het is een worsteling voor ons in deze tijd van uiterlijkheden, van Facebook en Instagram. Mogelijk dringt muziek bij veel mensen niet meer binnen zonder het visuele aspect. Daarom is iemand als Fazil Say nu zo belangrijk – om te kijken hoe ver je kunt gaan. Of móet gaan. Amsterdam Sinfonietta werkt samen met een breed scala aan musici, maar hij is een echt buitenbeentje. Het blijft, ook los van het visuele aspect, een kwestie van smaak in hoeverre je toelaat dat je eigen persoonlijkheid de compositie overvleugelt. Maar je kunt je ook te veel in een dwangbuis laten persen en voor veel klassiek opgeleide musici is dat net zo goed een gevaar. Volgens mij is Say erg instinctief bezig en ik werk graag met instinctieve mensen.’

  • Candida Thompson

    foto: Marco Borggreve

    Candida Thompson

    foto: Marco Borggreve

  • Candida Thompson

    foto: Marco Borggreve

    Candida Thompson

    foto: Marco Borggreve

De componist Fazil Say combineert veel stijlen, compositietechnieken en geluiden. Is dat eclecticisme een kwestie van intuïtie, of zit er een opvatting achter?

FS: ‘Omdat ik al vanaf mijn vijfde componeer en piano speel, gaat dit gewoon vanzelf. Daar komt bij dat ik elementen uit de muziek van mijn geboorteland in me heb opgenomen. In mijn jeugd was ik bovendien erg in jazz geïnteresseerd. Ik gebruik de geprepareerde piano, waarbij er rechtstreeks aan de piano­snaren wordt geplukt, voor het geluidseffect, een vergroting van het geluidsspectrum.’

CT: ‘Fazil Say lijkt grenzeloos in zijn benadering. Ik denk dat hij zich vrij voelt om af te gaan op zijn gevoel en alles uit te proberen. En wat ik van hem heb gehoord, bevalt me goed. We voeren in deze tournee ook zijn pianoconcert Silk Road vier keer uit – helaas niet in Het Concertgebouw – en ik verheug me op de samenwerking. Werken met een componist is vaak enorm verhelderend en inspirerend.’

Heeft de affiniteit van Fazil Say met het werk van Mozart misschien iets te maken met herkenning? Zo zijn ze bijvoorbeeld allebei muzikale wonderkinderen.

FS: ‘Nee… Ik kan alleen dit zeggen: Mozart heeft een geheime deur. Die staat niet voor elke musicus open. Sommige musici spelen Mozart erg academisch, maar ik hoor in al zijn muziek een vorm van zingen, van opera. Dat is mijn ingang tot de werken van Mozart. Het heeft niets te maken met techniek, maar alles met voorstellingsvermogen.’

Wat heeft de toekomst in petto voor Fazil Say?

FS: ‘Ik ben nu bezig met mijn eerste opera en ik werk aan een vierde symfonie. Ik heb al 74 werken gecomponeerd en blijf groeien als componist. Ik heb al heel veel cd’s opgenomen en na de Mozart-sonates is het volgende project: alle pianosonates van Beethoven. Dat is wat op het programma staat voor de komende drie à vier jaar. En dan zien we wel weer. Ondertussen gaan de concerten gewoon door – meer dan honderd per jaar. Zo ziet mijn leven eruit.’

De componist Fazil Say combineert veel stijlen, compositietechnieken en geluiden. Is dat eclecticisme een kwestie van intuïtie, of zit er een opvatting achter?

FS: ‘Omdat ik al vanaf mijn vijfde componeer en piano speel, gaat dit gewoon vanzelf. Daar komt bij dat ik elementen uit de muziek van mijn geboorteland in me heb opgenomen. In mijn jeugd was ik bovendien erg in jazz geïnteresseerd. Ik gebruik de geprepareerde piano, waarbij er rechtstreeks aan de piano­snaren wordt geplukt, voor het geluidseffect, een vergroting van het geluidsspectrum.’

CT: ‘Fazil Say lijkt grenzeloos in zijn benadering. Ik denk dat hij zich vrij voelt om af te gaan op zijn gevoel en alles uit te proberen. En wat ik van hem heb gehoord, bevalt me goed. We voeren in deze tournee ook zijn pianoconcert Silk Road vier keer uit – helaas niet in Het Concertgebouw – en ik verheug me op de samenwerking. Werken met een componist is vaak enorm verhelderend en inspirerend.’

Heeft de affiniteit van Fazil Say met het werk van Mozart misschien iets te maken met herkenning? Zo zijn ze bijvoorbeeld allebei muzikale wonderkinderen.

FS: ‘Nee… Ik kan alleen dit zeggen: Mozart heeft een geheime deur. Die staat niet voor elke musicus open. Sommige musici spelen Mozart erg academisch, maar ik hoor in al zijn muziek een vorm van zingen, van opera. Dat is mijn ingang tot de werken van Mozart. Het heeft niets te maken met techniek, maar alles met voorstellingsvermogen.’

Wat heeft de toekomst in petto voor Fazil Say?

FS: ‘Ik ben nu bezig met mijn eerste opera en ik werk aan een vierde symfonie. Ik heb al 74 werken gecomponeerd en blijf groeien als componist. Ik heb al heel veel cd’s opgenomen en na de Mozart-sonates is het volgende project: alle pianosonates van Beethoven. Dat is wat op het programma staat voor de komende drie à vier jaar. En dan zien we wel weer. Ondertussen gaan de concerten gewoon door – meer dan honderd per jaar. Zo ziet mijn leven eruit.’

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.