Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
interview

Bariton Matthias Goerne: ‘Ik wil de muziek tot leven wekken met mijn levenservaring’

door Frederike Berntsen
16 mrt. 2021 16 maart 2021

Matthias Goerne is een van de grootste zangers van het moment, het Duitse lied en opera vormen zijn speerpunten. Deze maand is hij terug bij het Concertgebouworkest met liederen van Strauss, Schubert en Detlev Glanert. ‘Een boodschap wordt krachtiger met muziek eronder, daarom ben ik zanger geworden.’

  • Matthias Goerne

    foto: Caroline de Bon

    Matthias Goerne

    foto: Caroline de Bon

  • Matthias Goerne

    foto: Caroline de Bon

    Matthias Goerne

    foto: Caroline de Bon

Vanuit een soepele adembeheersing drapeert Matthias Goerne de woorden in extreem zangerige frasen; hij zingt de betekenis van een tekst. Bij het Concertgebouworkest deed Goerne dat eerder in liederen van Wolf en Mahler, en in de Christuspartij van Bachs Matthäus-Passion. Voor het programma onder leiding van Van Zweden zocht hij liederen van Schubert en Richard Strauss uit.

Aan de andere kant van de lijn klinkt een warme, luxe vertelstem: ‘Jaap en ik hebben uitgebreid overlegd over de samenstelling van het programma. Schubert vormt de basis, hij bepaalt de kleur waaromheen we de andere liederen hebben geplooid. Wat Schubert ook heeft gecomponeerd, het is allemaal mens­gericht. Nooit is hij wanhopig, in de zin dat er geen hoop meer gloort’, benadrukt de Duitse bariton. ‘En dat is wonderbaarlijk, als je naar zijn levensloop kijkt; hij had een zeer gecompliceerd leven, was nooit echt gezond, stierf jong. Hij had weinig redenen om toch zo positief te componeren. Zelfs op de droevigste momenten in zijn muziek is er een lichtpuntje te ontwaren, ergens aan het eind.’

‘Schubert is een groot voorbeeld voor mij’

Het oude & het nieuwe

Maar er moest liefst ook iets nieuws op het programma komen. De teksten van ­Schuberts en Strauss’ liederen zijn voor het ­merendeel geschreven in de vroege Romantiek, Goerne zocht naar een componist van onze tijd die daarmee uit de voeten kon. En zo kwam Detlev Glanert in beeld, voormalig huiscomponist van het orkest. Hij schreef Der Einsiedler, op tekst van Eichendorff.

Glanert kent de stem van Goerne, die meer van hem uitvoerde. Hij luistert goed naar welke registers voor de zanger comfortabel zijn. ‘Het is heerlijk om een nieuw stuk in de bus te krijgen waarvan je weet dat er een componist aan het werk is geweest die zich volledig heeft verplaatst in de uitvoerende van dienst’, zegt Goerne. ‘Ik open dan de partituur en ga achter de piano zitten. Ik leer zo’n stuk regel voor regel, en probeer te begrijpen waarom een noot precies op die plek staat. En waarom heeft de componist precies deze orkestinstrumenten daarbij ingezet?’

‘Ik heb vaak vraagtekens bij moderne muziek. Componisten van nu zoeken de expressie in extremen, en zijn nauwelijks bezig met wat de stem kan, waar de stem goed in is. Het allermenselijkste, het uiten van gedachten en gevoelens, wordt onmogelijk als je heel hoog of juist heel laag moet zingen, heel luid moet of juist heel zacht, wat vaak het geval is. Een milde tussenvorm kom ik bijna niet tegen. Die fysieke uitersten maken een stuk uiteindelijk saai en eendimensionaal.’

De stem

Het begrip ‘stem’ duidt op meer dan alleen een communicatiemiddel. De stem is ook een uiting van menselijke gevoelens, het woord ‘stemming’ geeft een sfeer aan, er is een relatie tussen stem en emotie. ‘De stem is machtig en weerspiegelt talloze aspecten, in de maatschappij, maar ook in de muziek. Muziek in combinatie met de menselijke taal maakt wat je hoort concreter. Woorden op muziek vertellen een verhaal, je kunt ze ergens op betrekken, dat is anders dan wanneer je naar een abstracte Schumann-symfonie luistert. Een instrumentale solo binnen een orkestwerk maakt dat je iets individueels hoort, dat is voor mij dan ook direct een van de interessantste onderdelen. Dat effect werkt nog sterker als bij dat individuele element een tekst komt.’

Vanuit een soepele adembeheersing drapeert Matthias Goerne de woorden in extreem zangerige frasen; hij zingt de betekenis van een tekst. Bij het Concertgebouworkest deed Goerne dat eerder in liederen van Wolf en Mahler, en in de Christuspartij van Bachs Matthäus-Passion. Voor het programma onder leiding van Van Zweden zocht hij liederen van Schubert en Richard Strauss uit.

Aan de andere kant van de lijn klinkt een warme, luxe vertelstem: ‘Jaap en ik hebben uitgebreid overlegd over de samenstelling van het programma. Schubert vormt de basis, hij bepaalt de kleur waaromheen we de andere liederen hebben geplooid. Wat Schubert ook heeft gecomponeerd, het is allemaal mens­gericht. Nooit is hij wanhopig, in de zin dat er geen hoop meer gloort’, benadrukt de Duitse bariton. ‘En dat is wonderbaarlijk, als je naar zijn levensloop kijkt; hij had een zeer gecompliceerd leven, was nooit echt gezond, stierf jong. Hij had weinig redenen om toch zo positief te componeren. Zelfs op de droevigste momenten in zijn muziek is er een lichtpuntje te ontwaren, ergens aan het eind.’

‘Schubert is een groot voorbeeld voor mij’

Het oude & het nieuwe

Maar er moest liefst ook iets nieuws op het programma komen. De teksten van ­Schuberts en Strauss’ liederen zijn voor het ­merendeel geschreven in de vroege Romantiek, Goerne zocht naar een componist van onze tijd die daarmee uit de voeten kon. En zo kwam Detlev Glanert in beeld, voormalig huiscomponist van het orkest. Hij schreef Der Einsiedler, op tekst van Eichendorff.

Glanert kent de stem van Goerne, die meer van hem uitvoerde. Hij luistert goed naar welke registers voor de zanger comfortabel zijn. ‘Het is heerlijk om een nieuw stuk in de bus te krijgen waarvan je weet dat er een componist aan het werk is geweest die zich volledig heeft verplaatst in de uitvoerende van dienst’, zegt Goerne. ‘Ik open dan de partituur en ga achter de piano zitten. Ik leer zo’n stuk regel voor regel, en probeer te begrijpen waarom een noot precies op die plek staat. En waarom heeft de componist precies deze orkestinstrumenten daarbij ingezet?’

‘Ik heb vaak vraagtekens bij moderne muziek. Componisten van nu zoeken de expressie in extremen, en zijn nauwelijks bezig met wat de stem kan, waar de stem goed in is. Het allermenselijkste, het uiten van gedachten en gevoelens, wordt onmogelijk als je heel hoog of juist heel laag moet zingen, heel luid moet of juist heel zacht, wat vaak het geval is. Een milde tussenvorm kom ik bijna niet tegen. Die fysieke uitersten maken een stuk uiteindelijk saai en eendimensionaal.’

De stem

Het begrip ‘stem’ duidt op meer dan alleen een communicatiemiddel. De stem is ook een uiting van menselijke gevoelens, het woord ‘stemming’ geeft een sfeer aan, er is een relatie tussen stem en emotie. ‘De stem is machtig en weerspiegelt talloze aspecten, in de maatschappij, maar ook in de muziek. Muziek in combinatie met de menselijke taal maakt wat je hoort concreter. Woorden op muziek vertellen een verhaal, je kunt ze ergens op betrekken, dat is anders dan wanneer je naar een abstracte Schumann-symfonie luistert. Een instrumentale solo binnen een orkestwerk maakt dat je iets individueels hoort, dat is voor mij dan ook direct een van de interessantste onderdelen. Dat effect werkt nog sterker als bij dat individuele element een tekst komt.’

  • Matthias Goerne

    foto: Marco Borggreve

    Matthias Goerne

    foto: Marco Borggreve

  • Matthias Goerne

    foto: Marco Borggreve

    Matthias Goerne

    foto: Marco Borggreve

Betekenisvol

Matthias Goerne heeft zich laten ontvallen dat hij nog maar enkele jaren zal zingen. Stoppen op je hoogtepunt, dat toont een wijs en sterk karakter. Tegen die tijd kan hij terugblikken op een schitterende carrière van zo’n vijfendertig jaar, waarin zijn vak naar eigen zeggen eerder voelde als passie dan als werk. De stem noemt Goerne het krachtigste instrument dat we hebben. En voor hem als musicus, maar ook als mens, is de muziek het krachtigste medium waarmee hij zich kan uitdrukken.

‘Ik wilde de mogelijkheid hebben om iets te creëren met muziek in combinatie met tekst. Daarom ben ik zanger geworden’

‘Als je de grens hebt bereikt van wat je met taal kunt zeggen, wordt de boodschap des te krachtiger zodra je er muziek onder zet. Deze vorm van muzikale communicatie was voor mij een ontdekking. Ik heb dan ook nooit overwogen om slagwerker of hoornist te worden, of verteller of acteur. Ik wilde de mogelijkheid hebben om iets te creëren met muziek in combinatie met tekst. Daarom ben ik zanger geworden, ik voelde dat het heel krachtig is om de eindeloze mogelijkheden van klank in te zetten en daarmee denkbeelden te verhelderen.’

Vormt Schubert daarin een leidraad? ‘Schubert is een groot voorbeeld voor mij. Deze componist en zijn muziek representeren de manier waarop ik zelf in het leven probeer te staan, het leven probeer te managen. Als het moeilijk is wil ik niet opgeven, maar juist energie besteden aan positief denken in plaats van destructief te werk te gaan. Schubert was ook iemand, die, net als ik, het liedrepertoire volledig toegewijd was.’

‘Altijd hoop ik dat ik iets betekenisvols kan creëren op het podium. Wij, de musici, zijn niet belangrijk, maar de muziek. Ik wil haar tot leven kunnen wekken met mijn eigen levenservaring. Daarbij gaat het erom dat je niet iets neerzet dat je perfect uit je hoofd hebt geleerd, nee, je moet je vloeiend en natuurlijk kunnen bewegen in het materiaal. Je moet kunnen spelen met twijfels, met gevoel, zodat de luisteraar meemaakt dat je op dat specifieke moment de muziek wakker kust.’

Detlev Glanert over Der Einsiedler
‘Het gedicht Der Einsiedler [De kluizenaar, red.], van de dichter Joseph von Eichendorff, is ook door Robert Schumann en Max Reger op muziek gezet. Voor een derde zetting had ik direct ideeën, de muzikale interpretatie van de dichtregels stond me helder voor de geest. Eichendorffs gedicht gaat over iemand die reflecteert over het leven. Het gaat over de kern van ons wezen, over eenzaamheid. Ik werd geïnspireerd door de pandemie, voor velen is de vraag centraal komen te staan wat nu echt belangrijk is in ons leven.

Met Der Einsiedler wilde ik een transparant werk schrijven. Mijn partituren zijn vaak vol van textuur, maar deze keer is dat anders. Dit past bij de tekst.
De stem is de mens, dat is de kern van muziek. Zingen is geritualiseerd ­spreken. Als ik componeer zing ik altijd wat ik schrijf. Mijn muziek wil spreken tot de luisteraar, en is nooit abstract. Ik wil een verhaal vertellen dat iedereen begrijpt. Het publiek moet mij begrijpen, daarom schrijf ik nooit experimentele muziek.

Matthias Goerne heeft een geweldige stem voor gebroken karakters, hij heeft niet het geluid van een jonge lover, maar van een ervaren man – je hoort geschiedenis in zijn stem. Ik vind het erg prettig om voor hem te schrijven: ik ken zijn stem al lang en weet zodoende hoe de noten hem het beste passen. Dat geldt ook voor het Concertgebouworkest. Als ik een ­vioollijn schrijf, hoor ik in mijn hoofd hoe de strijkers van dit orkest spelen.’

Betekenisvol

Matthias Goerne heeft zich laten ontvallen dat hij nog maar enkele jaren zal zingen. Stoppen op je hoogtepunt, dat toont een wijs en sterk karakter. Tegen die tijd kan hij terugblikken op een schitterende carrière van zo’n vijfendertig jaar, waarin zijn vak naar eigen zeggen eerder voelde als passie dan als werk. De stem noemt Goerne het krachtigste instrument dat we hebben. En voor hem als musicus, maar ook als mens, is de muziek het krachtigste medium waarmee hij zich kan uitdrukken.

‘Ik wilde de mogelijkheid hebben om iets te creëren met muziek in combinatie met tekst. Daarom ben ik zanger geworden’

‘Als je de grens hebt bereikt van wat je met taal kunt zeggen, wordt de boodschap des te krachtiger zodra je er muziek onder zet. Deze vorm van muzikale communicatie was voor mij een ontdekking. Ik heb dan ook nooit overwogen om slagwerker of hoornist te worden, of verteller of acteur. Ik wilde de mogelijkheid hebben om iets te creëren met muziek in combinatie met tekst. Daarom ben ik zanger geworden, ik voelde dat het heel krachtig is om de eindeloze mogelijkheden van klank in te zetten en daarmee denkbeelden te verhelderen.’

Vormt Schubert daarin een leidraad? ‘Schubert is een groot voorbeeld voor mij. Deze componist en zijn muziek representeren de manier waarop ik zelf in het leven probeer te staan, het leven probeer te managen. Als het moeilijk is wil ik niet opgeven, maar juist energie besteden aan positief denken in plaats van destructief te werk te gaan. Schubert was ook iemand, die, net als ik, het liedrepertoire volledig toegewijd was.’

‘Altijd hoop ik dat ik iets betekenisvols kan creëren op het podium. Wij, de musici, zijn niet belangrijk, maar de muziek. Ik wil haar tot leven kunnen wekken met mijn eigen levenservaring. Daarbij gaat het erom dat je niet iets neerzet dat je perfect uit je hoofd hebt geleerd, nee, je moet je vloeiend en natuurlijk kunnen bewegen in het materiaal. Je moet kunnen spelen met twijfels, met gevoel, zodat de luisteraar meemaakt dat je op dat specifieke moment de muziek wakker kust.’

Detlev Glanert over Der Einsiedler
‘Het gedicht Der Einsiedler [De kluizenaar, red.], van de dichter Joseph von Eichendorff, is ook door Robert Schumann en Max Reger op muziek gezet. Voor een derde zetting had ik direct ideeën, de muzikale interpretatie van de dichtregels stond me helder voor de geest. Eichendorffs gedicht gaat over iemand die reflecteert over het leven. Het gaat over de kern van ons wezen, over eenzaamheid. Ik werd geïnspireerd door de pandemie, voor velen is de vraag centraal komen te staan wat nu echt belangrijk is in ons leven.

Met Der Einsiedler wilde ik een transparant werk schrijven. Mijn partituren zijn vaak vol van textuur, maar deze keer is dat anders. Dit past bij de tekst.
De stem is de mens, dat is de kern van muziek. Zingen is geritualiseerd ­spreken. Als ik componeer zing ik altijd wat ik schrijf. Mijn muziek wil spreken tot de luisteraar, en is nooit abstract. Ik wil een verhaal vertellen dat iedereen begrijpt. Het publiek moet mij begrijpen, daarom schrijf ik nooit experimentele muziek.

Matthias Goerne heeft een geweldige stem voor gebroken karakters, hij heeft niet het geluid van een jonge lover, maar van een ervaren man – je hoort geschiedenis in zijn stem. Ik vind het erg prettig om voor hem te schrijven: ik ken zijn stem al lang en weet zodoende hoe de noten hem het beste passen. Dat geldt ook voor het Concertgebouworkest. Als ik een ­vioollijn schrijf, hoor ik in mijn hoofd hoe de strijkers van dit orkest spelen.’

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.