Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
interview

Een ode aan antieke Chinese instrumenten

door Thea Derks
20 okt. 2021 20 oktober 2021

Op verzoek van Jörgen van Rijen, solotrombonist van het Concertgebouworkest, componeerde Tan Dun een tromboneconcert, dat op 5 november 2021 zijn wereldpremière beleeft. De intrigerende titel luidt Three Muses in Video Game. Hoe kómt hij erop?

  • Componist Tan Dun

    Componist Tan Dun

  • Componist Tan Dun

    Componist Tan Dun

‘Toen ik Jörgen voor het eerst ontmoette vond ik hem een toffe peer, makkelijk om mee te praten, te eten en te drinken’, memoreert Tan Dun in een e-mailinterview. ‘We hebben leuke tijden beleefd in Amsterdam en tijdens het Shanghai Arts Festival en voelen een diepe zielsverwantschap. Ik wist meteen dat hij een kunstenaar was met wie ik graag zou willen werken. Pas later ontdekte ik dat hij een van de beste trombonisten ter wereld is.’ 

Hoe kwam hij op het idee zijn soloconcert Three Muses in Video Game te noemen? Tan Dun: ‘De covid-19-pandemie bracht de hele wereld tot stilstand, maar als kunstenaars laten wij ons niet het zwijgen opleggen. Wat mij in de afgelopen periode intrigeerde waren al die online en digitale kunstvormen die opbloeiden, zoals live streaming, virtuele uitvoeringen en videogames.’

Dialoog

Toch ligt de directe inspiratie in Dunhuang, schrijft hij: ‘Dit was een oude buitenpost langs de zijderoute, waar generaties monniken en pelgrims heiligdommen uit de rotsen hakten en de kliffen beschilderden. Ze zijn tegenwoordig bekend als de Mogao-grotten. Samen met een Chinees bedrijf heb ik de daarop afgebeelde instrumenten bestudeerd en nagebouwd. Voor dit soloconcert heb ik drie van deze oude instrumenten gekozen, culturele overblijfselen van duizenden jaren geleden die dreigen te verdwijnen. Zij werden mijn drie muzen en vertegenwoordigen een dialoog tussen vroeger en nu. Tussen verleden en toekomst. Tussen werkelijkheid en verbeelding.’

Zijn tromboneconcert creëert meer dan gewoonlijk een ‘gevoel van actie en reactie’, schrijft hij. ‘Dat is de invloed van de videogames.’ Hij benadrukt echter dat zijn stuk niet aan een bepaald videospel gerelateerd is: ‘Mijn concert is puur abstract, de relatie schuilt enkel in de gekozen ritmes, de actie, de tempo’s en de herhalingen. Er zit geen specifiek verhaal achter, maar er is wel een link naar de helden uit onze geschiedenis, onze oude legenden en verhalen, die net als de instrumenten afgeschreven en vergeten zijn. Ik wilde dat mijn concert dit alles zou weerspiegelen, maar ook verbinding zou maken met iets ouds en spiritueels.’ 

‘Toen ik Jörgen voor het eerst ontmoette vond ik hem een toffe peer, makkelijk om mee te praten, te eten en te drinken’, memoreert Tan Dun in een e-mailinterview. ‘We hebben leuke tijden beleefd in Amsterdam en tijdens het Shanghai Arts Festival en voelen een diepe zielsverwantschap. Ik wist meteen dat hij een kunstenaar was met wie ik graag zou willen werken. Pas later ontdekte ik dat hij een van de beste trombonisten ter wereld is.’ 

Hoe kwam hij op het idee zijn soloconcert Three Muses in Video Game te noemen? Tan Dun: ‘De covid-19-pandemie bracht de hele wereld tot stilstand, maar als kunstenaars laten wij ons niet het zwijgen opleggen. Wat mij in de afgelopen periode intrigeerde waren al die online en digitale kunstvormen die opbloeiden, zoals live streaming, virtuele uitvoeringen en videogames.’

Dialoog

Toch ligt de directe inspiratie in Dunhuang, schrijft hij: ‘Dit was een oude buitenpost langs de zijderoute, waar generaties monniken en pelgrims heiligdommen uit de rotsen hakten en de kliffen beschilderden. Ze zijn tegenwoordig bekend als de Mogao-grotten. Samen met een Chinees bedrijf heb ik de daarop afgebeelde instrumenten bestudeerd en nagebouwd. Voor dit soloconcert heb ik drie van deze oude instrumenten gekozen, culturele overblijfselen van duizenden jaren geleden die dreigen te verdwijnen. Zij werden mijn drie muzen en vertegenwoordigen een dialoog tussen vroeger en nu. Tussen verleden en toekomst. Tussen werkelijkheid en verbeelding.’

Zijn tromboneconcert creëert meer dan gewoonlijk een ‘gevoel van actie en reactie’, schrijft hij. ‘Dat is de invloed van de videogames.’ Hij benadrukt echter dat zijn stuk niet aan een bepaald videospel gerelateerd is: ‘Mijn concert is puur abstract, de relatie schuilt enkel in de gekozen ritmes, de actie, de tempo’s en de herhalingen. Er zit geen specifiek verhaal achter, maar er is wel een link naar de helden uit onze geschiedenis, onze oude legenden en verhalen, die net als de instrumenten afgeschreven en vergeten zijn. Ik wilde dat mijn concert dit alles zou weerspiegelen, maar ook verbinding zou maken met iets ouds en spiritueels.’ 

  • Componist Tan Dun (l) en trombonist Jörgen van Rijen in Tokio, 2016

    Componist Tan Dun (l) en trombonist Jörgen van Rijen in Tokio, 2016

  • Componist Tan Dun (l) en trombonist Jörgen van Rijen in Tokio, 2016

    Componist Tan Dun (l) en trombonist Jörgen van Rijen in Tokio, 2016

De drie muzen

‘De drie muzen/instrumenten zijn exotisch maar ook erg mooi. Veel van de vroegste partituren in China zijn precies voor deze drie instrumenten geschreven, maar geen van drieën bestaat nog in zijn originele vorm. Zo was de xiqin een ‘snarenmuze’, die weliswaar verdwenen is, maar is getransformeerd tot de moderne erhu, die hierop is geïnspireerd. Deze tweesnarige vedel is met zijn ietwat spookachtige klank het populairste en ontroerendste Chinese strijkinstrument.’ 

‘Het glissando is een belangrijke vorm en structuur van de oosterse cultuur, taal, en uiteraard muziek.’

Het eerste deel, Muse of Bili, is vernoemd naar de bili, een dubbelrietinstrument met een warme, omfloerste klank, verwant aan de hobo. Toch krijgt de solist in dit openingsdeel een grote variatie aan glissando’s te spelen, wat is de gedachte hierachter? ‘Het glissando is een belangrijke vorm en structuur van de oosterse cultuur, taal, en uiteraard muziek. Het glissando-gebaar houdt ook verband met onze communicatie met de natuur: één vloeiende, allesomvattende veeg... Op de oude tekeningen van Dunhuang beeldden de kunstenaars behalve ritmes en melodieën ook klankkleuren, tempo en volume uit. Hoe avant-gardistisch!’

Klank van een onbekende macht

‘De meeste schilderingen tonen gebaren die verband houden met wat wij nu ‘glissando’ noemen: we zien sporen van wolken, van wind, van stromend water. De oude partituren en instrumenten weerspiegelen deze in hun muziek.’ De vraag waarom juist in het naar de xiqin vernoemde tweede deel de glissando’s ontbreken, die op een strijkinstrument immers makkelijker te realiseren zijn dan op een blaasinstrument, laat de componist onbeantwoord. Wel reageert hij enthousiast op de suggestie dat de akkoorden van de orkesttrombones aan het begin van het derde deel ontleend lijken te zijn aan de klank van het Chinese mondorgel sheng, de ‘muze’ waarnaar het vernoemd is.

‘Yes! Wat ik zo interessant vind aan de sheng is dat dat instrument sterk verwant is aan het westerse orgel. Dat werd vroeger ‘de stem van God’, of ‘de poëzie van de kerk’ genoemd. Zo werd ook het Chinese mondorgel, een van de vroegste instrumenten in het Oosten, omschreven als ‘de klank van de hemel’, ‘de klank van Boeddha’, ‘de klank van de natuur’, ‘de klank van een onbekende macht’. Zie je? Het maakt niet uit of het oost of west is, voor mij zijn deze twee instrumenten ontegenzeglijk met elkaar verbonden.’

Verwantschap

Hij denkt er zelfs over om hun relatie verder uit te diepen in een dubbelconcert: ‘Ik zou graag Boeddha met Jezus laten praten. Waarom? Omdat ik vind dat die twee instrumenten niet alleen qua vorm verwant zijn maar ook in het uitdrukken van spirituele overtuigingen. Interessant in dit verband is dat de drie trombones in de reguliere orkestbezetting van oudsher verwijzen naar de Goddelijke Drie-eenheid. ‘De trombone voldoet daarmee perfect aan mijn behoeften’, beaamt Tan Dun. ‘Het is zelf een oud instrument, het verhoudt zich uitstekend tot die historische afbeeldingen en kan de antieke echo’s overtuigend herscheppen.’

Hij knoopt er tot besluit nog een filosofische bespiegeling aan: ‘Dit alles bewijst alleen maar dat wij mensen allemaal hetzelfde zijn, of we nou uit het Oosten, Zuiden, Noorden of Westen komen.’

De drie muzen

‘De drie muzen/instrumenten zijn exotisch maar ook erg mooi. Veel van de vroegste partituren in China zijn precies voor deze drie instrumenten geschreven, maar geen van drieën bestaat nog in zijn originele vorm. Zo was de xiqin een ‘snarenmuze’, die weliswaar verdwenen is, maar is getransformeerd tot de moderne erhu, die hierop is geïnspireerd. Deze tweesnarige vedel is met zijn ietwat spookachtige klank het populairste en ontroerendste Chinese strijkinstrument.’ 

‘Het glissando is een belangrijke vorm en structuur van de oosterse cultuur, taal, en uiteraard muziek.’

Het eerste deel, Muse of Bili, is vernoemd naar de bili, een dubbelrietinstrument met een warme, omfloerste klank, verwant aan de hobo. Toch krijgt de solist in dit openingsdeel een grote variatie aan glissando’s te spelen, wat is de gedachte hierachter? ‘Het glissando is een belangrijke vorm en structuur van de oosterse cultuur, taal, en uiteraard muziek. Het glissando-gebaar houdt ook verband met onze communicatie met de natuur: één vloeiende, allesomvattende veeg... Op de oude tekeningen van Dunhuang beeldden de kunstenaars behalve ritmes en melodieën ook klankkleuren, tempo en volume uit. Hoe avant-gardistisch!’

Klank van een onbekende macht

‘De meeste schilderingen tonen gebaren die verband houden met wat wij nu ‘glissando’ noemen: we zien sporen van wolken, van wind, van stromend water. De oude partituren en instrumenten weerspiegelen deze in hun muziek.’ De vraag waarom juist in het naar de xiqin vernoemde tweede deel de glissando’s ontbreken, die op een strijkinstrument immers makkelijker te realiseren zijn dan op een blaasinstrument, laat de componist onbeantwoord. Wel reageert hij enthousiast op de suggestie dat de akkoorden van de orkesttrombones aan het begin van het derde deel ontleend lijken te zijn aan de klank van het Chinese mondorgel sheng, de ‘muze’ waarnaar het vernoemd is.

‘Yes! Wat ik zo interessant vind aan de sheng is dat dat instrument sterk verwant is aan het westerse orgel. Dat werd vroeger ‘de stem van God’, of ‘de poëzie van de kerk’ genoemd. Zo werd ook het Chinese mondorgel, een van de vroegste instrumenten in het Oosten, omschreven als ‘de klank van de hemel’, ‘de klank van Boeddha’, ‘de klank van de natuur’, ‘de klank van een onbekende macht’. Zie je? Het maakt niet uit of het oost of west is, voor mij zijn deze twee instrumenten ontegenzeglijk met elkaar verbonden.’

Verwantschap

Hij denkt er zelfs over om hun relatie verder uit te diepen in een dubbelconcert: ‘Ik zou graag Boeddha met Jezus laten praten. Waarom? Omdat ik vind dat die twee instrumenten niet alleen qua vorm verwant zijn maar ook in het uitdrukken van spirituele overtuigingen. Interessant in dit verband is dat de drie trombones in de reguliere orkestbezetting van oudsher verwijzen naar de Goddelijke Drie-eenheid. ‘De trombone voldoet daarmee perfect aan mijn behoeften’, beaamt Tan Dun. ‘Het is zelf een oud instrument, het verhoudt zich uitstekend tot die historische afbeeldingen en kan de antieke echo’s overtuigend herscheppen.’

Hij knoopt er tot besluit nog een filosofische bespiegeling aan: ‘Dit alles bewijst alleen maar dat wij mensen allemaal hetzelfde zijn, of we nou uit het Oosten, Zuiden, Noorden of Westen komen.’

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.