Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
achtergrond

Dwars door Anatolië

door Lonneke Tausch
28 mei 2019 28 mei 2019

Van een avond met zangeres Zara en haar band is een reis te verwachten door de verschillende regionen van de Turkse muziek.

Eerder dit jaar toerde ze door de Verenigde Staten en Australië, en deze maand maakt ze haar debuut in Het Concertgebouw: Zara, een van de weinige vrouwelijke stemmen in Turkije die zich moeiteloos beweegt door uiteenlopende stijlen. Ze zingt alles, van Turkse volks- en klassieke muziek en soefimuziek tot arabesk (de Turkse variant van de smartlap) en Turkse pop. Ook opera heeft haar belangstelling, en ze laat zich naar eigen zeggen inspireren door Andrea Bocelli, Sarah Brightman, Maria Callas en Leyla Gencer. Deze laatste was een befaamde Turkse operasopraan van de generatie Callas. Ze stond bekend als ‘La diva Turca’, specialiseerde zich in het Italiaanse belcanto-repertoire en had een grote carrière aan onder meer La Scala in Milaan, de stad waar ze in 2008 overleed.

Zara werd in 1976 als Neşe Yılmaz geboren in een Koerdische familie. Op een landelijk concours voor muziek en dans voor middelbare scholieren won ze al in 1991 en 1993 eerste prijzen. Niet dat dat het begin was van haar zangcarrière: als Neşecik (‘kleine Neşe’) had ze vóór die wedstrijden al zes albums volgezongen. Haar eerste plaat onder haar volwassen artiestennaam Zara werd in 1998 Avuntu (‘Troost’). Ondertussen had de zangeres haar ­opleiding aan het staatsconservatorium in Istanbul voltooid en maakte ze bovendien furore als tv-presentatrice en actrice.

Als beste vertolker van de Turkse volksmuziek kreeg Zara vier keer, van 2000 tot en met 2003, de Gouden Vlinder uitgereikt. Ze verraste haar publiek in dat laatste jaar door op het album Özlenenler (‘Degenen die gemist worden’) voor het eerst klassieke Turkse muziek te zingen, repertoire dat technisch veeleisender is dan alles wat ze tot dan toe had gedaan. In 2005 presenteerde ze met Bülbül-i Şeyda (de titel is een ­poëtische verwijzing naar een nachtegaal die de soefifilosofie bezingt) haar eerste album met Turkse mystieke muziek. Zara bleef zichzelf sindsdien vernieuwen, en verwerkte bijvoorbeeld op een album uit 2012 invloeden uit de flamenco. Sinds 2014 nam Zara een tot nog toe drie delen tellende serie studio-albums op onder de titel Derin Aşk (‘Diepe liefde’). 

Eerder dit jaar toerde ze door de Verenigde Staten en Australië, en deze maand maakt ze haar debuut in Het Concertgebouw: Zara, een van de weinige vrouwelijke stemmen in Turkije die zich moeiteloos beweegt door uiteenlopende stijlen. Ze zingt alles, van Turkse volks- en klassieke muziek en soefimuziek tot arabesk (de Turkse variant van de smartlap) en Turkse pop. Ook opera heeft haar belangstelling, en ze laat zich naar eigen zeggen inspireren door Andrea Bocelli, Sarah Brightman, Maria Callas en Leyla Gencer. Deze laatste was een befaamde Turkse operasopraan van de generatie Callas. Ze stond bekend als ‘La diva Turca’, specialiseerde zich in het Italiaanse belcanto-repertoire en had een grote carrière aan onder meer La Scala in Milaan, de stad waar ze in 2008 overleed.

Zara werd in 1976 als Neşe Yılmaz geboren in een Koerdische familie. Op een landelijk concours voor muziek en dans voor middelbare scholieren won ze al in 1991 en 1993 eerste prijzen. Niet dat dat het begin was van haar zangcarrière: als Neşecik (‘kleine Neşe’) had ze vóór die wedstrijden al zes albums volgezongen. Haar eerste plaat onder haar volwassen artiestennaam Zara werd in 1998 Avuntu (‘Troost’). Ondertussen had de zangeres haar ­opleiding aan het staatsconservatorium in Istanbul voltooid en maakte ze bovendien furore als tv-presentatrice en actrice.

Als beste vertolker van de Turkse volksmuziek kreeg Zara vier keer, van 2000 tot en met 2003, de Gouden Vlinder uitgereikt. Ze verraste haar publiek in dat laatste jaar door op het album Özlenenler (‘Degenen die gemist worden’) voor het eerst klassieke Turkse muziek te zingen, repertoire dat technisch veeleisender is dan alles wat ze tot dan toe had gedaan. In 2005 presenteerde ze met Bülbül-i Şeyda (de titel is een ­poëtische verwijzing naar een nachtegaal die de soefifilosofie bezingt) haar eerste album met Turkse mystieke muziek. Zara bleef zichzelf sindsdien vernieuwen, en verwerkte bijvoorbeeld op een album uit 2012 invloeden uit de flamenco. Sinds 2014 nam Zara een tot nog toe drie delen tellende serie studio-albums op onder de titel Derin Aşk (‘Diepe liefde’). 

  • Zara

    foto: GRKN Studios

    Zara

    foto: GRKN Studios

  • Zara

    foto: GRKN Studios

    Zara

    foto: GRKN Studios

Instrumenten 

Het belangrijkste instrument in de Turkse muziek is de bağlama (of saz), een tokkelinstrument uit de luitfamilie met drie snaren en een lange hals met fretten. Ook de ney (een fluit die zijn naam dankt aan het oud-Perzische woord voor ‘riet’) en de keman (een kleine variant op de viool) behoren tot de traditionele ­basisbezetting.

Tonen en tellen 

Zoals in veel Arabische muzieksoorten wordt ook in de Turkse muziek het melodische materiaal bepaald door zogenaamde maqams: vaste verzamelingen van tonen met een (vaak bijbehorende) grondtoon en een set specifieke muzikale regels. Turkse muziek kent geen meerstemmigheid in de vorm van contrapunt en harmonie. De usul is het systeem van karakteristieke ritmische patronen.

Klassiek Turks

De klassieke Turkse muziek (sanat) is ontstaan als onderdeel van de rijke Ottomaanse hofcultuur, die al lang voor de verovering van Constantinopel in 1453 bestond en zijn grootste bloei beleefde in de zestiende en zeventiende eeuw.

Turks in klassiek

Op 12 augustus 1683 stonden de keurtroepen van sultan Mehmet IV aan de stadspoorten van Wenen. Deze janitsaren met hun kromzwaarden verloren weliswaar de strijd om de Habsburgse hoofdstad, maar de Ottomaanse marsmuziek wist met zijn schellenbomen, davuls (grote trommels met twee vellen) en zurna’s (snerpende dubbelrietinstrumenten) wel binnen te dringen in de muziek van de Weense Klassieken. Luister bijvoorbeeld naar het Rondo alla Turca in de Elfde pianosonate in A groot (1783) van Wolfgang Amadeus ­Mozart, of naar het janitsarenkoor in diens Singspiel Die Entführung aus dem Serail (1782).

zo 9 juni | Grote Zaal
Zara — zang
Bekijk dit programma op de website van Het Concertgebouw

Instrumenten 

Het belangrijkste instrument in de Turkse muziek is de bağlama (of saz), een tokkelinstrument uit de luitfamilie met drie snaren en een lange hals met fretten. Ook de ney (een fluit die zijn naam dankt aan het oud-Perzische woord voor ‘riet’) en de keman (een kleine variant op de viool) behoren tot de traditionele ­basisbezetting.

Tonen en tellen 

Zoals in veel Arabische muzieksoorten wordt ook in de Turkse muziek het melodische materiaal bepaald door zogenaamde maqams: vaste verzamelingen van tonen met een (vaak bijbehorende) grondtoon en een set specifieke muzikale regels. Turkse muziek kent geen meerstemmigheid in de vorm van contrapunt en harmonie. De usul is het systeem van karakteristieke ritmische patronen.

Klassiek Turks

De klassieke Turkse muziek (sanat) is ontstaan als onderdeel van de rijke Ottomaanse hofcultuur, die al lang voor de verovering van Constantinopel in 1453 bestond en zijn grootste bloei beleefde in de zestiende en zeventiende eeuw.

Turks in klassiek

Op 12 augustus 1683 stonden de keurtroepen van sultan Mehmet IV aan de stadspoorten van Wenen. Deze janitsaren met hun kromzwaarden verloren weliswaar de strijd om de Habsburgse hoofdstad, maar de Ottomaanse marsmuziek wist met zijn schellenbomen, davuls (grote trommels met twee vellen) en zurna’s (snerpende dubbelrietinstrumenten) wel binnen te dringen in de muziek van de Weense Klassieken. Luister bijvoorbeeld naar het Rondo alla Turca in de Elfde pianosonate in A groot (1783) van Wolfgang Amadeus ­Mozart, of naar het janitsarenkoor in diens Singspiel Die Entführung aus dem Serail (1782).

zo 9 juni | Grote Zaal
Zara — zang
Bekijk dit programma op de website van Het Concertgebouw

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.