Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
luisterkunstenaars

Dit hoort een radiopresentator

door Rahul Gandolahage
10 nov. 2021 10 november 2021

In de rubriek Luisterkunstenaars spreekt Preludium mensen die in hun dagelijks leven op een bijzondere manier hun oren gebruiken. Deze maand radiopresentator Hans Haffmans.

  • Hans Haffmans

    foto: Kim Krijnen

    Hans Haffmans

    foto: Kim Krijnen

  • Hans Haffmans

    foto: Kim Krijnen

    Hans Haffmans

    foto: Kim Krijnen

Wat betekent luisteren voor jou?
‘Luisteren is de essentie. Als presentator luister ik altijd de hele uitzending mee. Die les leerde ik al vroeg in mijn carrière. Ik zette eens het geluid in de spreekcel van omroepster Audrey van der Jagt uit. ‘Dat moet je nóóit meer doen’, zei ze. ‘Een presentator móet luisteren. Jíj bent verantwoordelijk voor wat er klinkt.’

Dat er ook naar míj geluisterd kon worden, ontdekte ik pas in mijn studententijd in de Verenigde Staten. Een docent vroeg: ‘Hans, wat is jóuw mening?’ Ik was uit het veld geslagen. Het ontroert me nog. Omdat ik een andere mening had dan mijn medestudenten, glunderde hij om mijn antwoord.’

Luister je anders dan anderen?
‘Als kind luisterde ik al naar structuren in muziek, ook al wist ik de namen er nog niet voor. Ik vond het Vioolconcert van Tsjaikovski door David Oistrach geweldig, maar er was één moment dat ik maar niet snapte. Pas tijdens mijn radiowerk ontdekte ik waarom: in die opname was een knip gemaakt. Het is ondenkbaar dat ik naar een stuk zou luisteren zonder de structuren te horen.’

‘Van een presentator verwacht je een voorliefde voor praten, maar ik luister liever. Het klinkt pretentieus wat ik nu zeg, maar ik hoor nu zoveel meer dan tien jaar geleden. In de muziek zelf, maar ook de opnamekwaliteit, de uitvoering, enzovoort. Ik kan alleen niet van een luisteraar verwachten dat die met me is meegegroeid. Daarom vertel ik over de muziek uit mijn eigen luisterervaring. Ik hoop dat ik zo anderen een handvat kan geven opdat ook zij beter kunnen luisteren.’

Wat hoor je graag?
‘Nu er nauwelijks meer stilte is in de samenleving, ontroeren natuurgeluiden me steeds meer. Ik kom veel in Denemarken, mijn vrouw is Deense. Haar ouders hebben een boerderij een paar honderd meter van zee. Het is een sensatie als je op het strand staat en je hoort boven het ruisen van de branding een meeuw. Dan is er niets tussen jou en die meeuw. Ook al is het een schreeuw, er zit zoveel klank in! Wie ein Naturlaut, zou Mahler zeggen.’

Wat wil je liever niet horen?
‘Ik kan slecht tegen piepjes en alarmen. De wasmachine die klaar is moet onmiddellijk uit. Het geeft me tijdstress. Ze lijken te veel op de ‘pips’, die je op Radio 4 nog elk uur hoort; de piepjes die het einde van een uur aankondigen en waardoor ik als presentator weet wanneer ik moet stoppen met praten.’
‘Ik kan ook niet op hard volume ‘afluisteren’ [tijdens het uitzenden op een koptelefoon naar de uitzending luisteren, red.], wat veel presentatoren wel doen. Zacht afluisteren is natuurlijk zelfbescherming tegen gehoorverlies. Ik ben onbewust bang om het luisteren ooit te verliezen.’

Wat is het mooiste dat je ooit gehoord hebt?
‘Er gaat niets boven een ontdekking in je kindertijd; die eerste afdruk op een kindergeest. We hadden het vroeger niet breed, de platenkast was klein, maar wat er in stond was excellent. Als achtjarige hoorde ik de plaat met Mozarts Pianoconcert nr. 24 gespeeld door Clara Haskil. Hoe was het mogelijk! Iemand drukte een paar toetsen in en mijn ogen liepen vol tranen!’

Wat zou je ooit nog willen laten horen en aan wie?
‘Mijn Radio-4-luisteraars zou ik vaker mee willen nemen op reis in de muziek van Hector ­Berlioz. Het Nederlandse beeld van de klassieke muziek is scheef; we denken dat Bach als een heilige uit de hemel is gevallen en dat alleen de Matthäus bestaat. Maar de tuin der muziek is veel groter!’

‘Berlioz is zo’n genie. Neem de Scène d’amour uit Roméo et Juliette. Dat is zo’n warme, omarmende, sensuele wereld. Berlioz verruimt je geest en je horen. Bach wordt daar niet minder om, maar hij heeft er een maatje bij gekregen.’

Wie is Hans Haffmans?
Hans Haffmans studeerde theologie in Nederland en de Verenigde Staten, woonde twee jaar in Jordanië voor zijn Arabische taalstudie en studeerde in 1991 af aan het Conservatorium van Amsterdam (klassiek gitaar). Op het conservatorium kwam hij erachter dat hij luisteren naar de verplichte luisterlijst veel leuker vond dan muziek maken. Sinds 1991 werkt hij voor NPO Radio 4. Voor de Wereldomroep presenteerde hij ruim tien jaar het wekelijkse programma Live at The Concertgebouw. Momenteel presenteert Hans Haffmans voornamelijk radio- en televisieprogramma’s voor de NTR. Daarnaast verzorgt hij concertinleidingen, publieke interviews en cursussen voor onder meer Het Concert­gebouw.

Wat betekent luisteren voor jou?
‘Luisteren is de essentie. Als presentator luister ik altijd de hele uitzending mee. Die les leerde ik al vroeg in mijn carrière. Ik zette eens het geluid in de spreekcel van omroepster Audrey van der Jagt uit. ‘Dat moet je nóóit meer doen’, zei ze. ‘Een presentator móet luisteren. Jíj bent verantwoordelijk voor wat er klinkt.’

Dat er ook naar míj geluisterd kon worden, ontdekte ik pas in mijn studententijd in de Verenigde Staten. Een docent vroeg: ‘Hans, wat is jóuw mening?’ Ik was uit het veld geslagen. Het ontroert me nog. Omdat ik een andere mening had dan mijn medestudenten, glunderde hij om mijn antwoord.’

Luister je anders dan anderen?
‘Als kind luisterde ik al naar structuren in muziek, ook al wist ik de namen er nog niet voor. Ik vond het Vioolconcert van Tsjaikovski door David Oistrach geweldig, maar er was één moment dat ik maar niet snapte. Pas tijdens mijn radiowerk ontdekte ik waarom: in die opname was een knip gemaakt. Het is ondenkbaar dat ik naar een stuk zou luisteren zonder de structuren te horen.’

‘Van een presentator verwacht je een voorliefde voor praten, maar ik luister liever. Het klinkt pretentieus wat ik nu zeg, maar ik hoor nu zoveel meer dan tien jaar geleden. In de muziek zelf, maar ook de opnamekwaliteit, de uitvoering, enzovoort. Ik kan alleen niet van een luisteraar verwachten dat die met me is meegegroeid. Daarom vertel ik over de muziek uit mijn eigen luisterervaring. Ik hoop dat ik zo anderen een handvat kan geven opdat ook zij beter kunnen luisteren.’

Wat hoor je graag?
‘Nu er nauwelijks meer stilte is in de samenleving, ontroeren natuurgeluiden me steeds meer. Ik kom veel in Denemarken, mijn vrouw is Deense. Haar ouders hebben een boerderij een paar honderd meter van zee. Het is een sensatie als je op het strand staat en je hoort boven het ruisen van de branding een meeuw. Dan is er niets tussen jou en die meeuw. Ook al is het een schreeuw, er zit zoveel klank in! Wie ein Naturlaut, zou Mahler zeggen.’

Wat wil je liever niet horen?
‘Ik kan slecht tegen piepjes en alarmen. De wasmachine die klaar is moet onmiddellijk uit. Het geeft me tijdstress. Ze lijken te veel op de ‘pips’, die je op Radio 4 nog elk uur hoort; de piepjes die het einde van een uur aankondigen en waardoor ik als presentator weet wanneer ik moet stoppen met praten.’
‘Ik kan ook niet op hard volume ‘afluisteren’ [tijdens het uitzenden op een koptelefoon naar de uitzending luisteren, red.], wat veel presentatoren wel doen. Zacht afluisteren is natuurlijk zelfbescherming tegen gehoorverlies. Ik ben onbewust bang om het luisteren ooit te verliezen.’

Wat is het mooiste dat je ooit gehoord hebt?
‘Er gaat niets boven een ontdekking in je kindertijd; die eerste afdruk op een kindergeest. We hadden het vroeger niet breed, de platenkast was klein, maar wat er in stond was excellent. Als achtjarige hoorde ik de plaat met Mozarts Pianoconcert nr. 24 gespeeld door Clara Haskil. Hoe was het mogelijk! Iemand drukte een paar toetsen in en mijn ogen liepen vol tranen!’

Wat zou je ooit nog willen laten horen en aan wie?
‘Mijn Radio-4-luisteraars zou ik vaker mee willen nemen op reis in de muziek van Hector ­Berlioz. Het Nederlandse beeld van de klassieke muziek is scheef; we denken dat Bach als een heilige uit de hemel is gevallen en dat alleen de Matthäus bestaat. Maar de tuin der muziek is veel groter!’

‘Berlioz is zo’n genie. Neem de Scène d’amour uit Roméo et Juliette. Dat is zo’n warme, omarmende, sensuele wereld. Berlioz verruimt je geest en je horen. Bach wordt daar niet minder om, maar hij heeft er een maatje bij gekregen.’

Wie is Hans Haffmans?
Hans Haffmans studeerde theologie in Nederland en de Verenigde Staten, woonde twee jaar in Jordanië voor zijn Arabische taalstudie en studeerde in 1991 af aan het Conservatorium van Amsterdam (klassiek gitaar). Op het conservatorium kwam hij erachter dat hij luisteren naar de verplichte luisterlijst veel leuker vond dan muziek maken. Sinds 1991 werkt hij voor NPO Radio 4. Voor de Wereldomroep presenteerde hij ruim tien jaar het wekelijkse programma Live at The Concertgebouw. Momenteel presenteert Hans Haffmans voornamelijk radio- en televisieprogramma’s voor de NTR. Daarnaast verzorgt hij concertinleidingen, publieke interviews en cursussen voor onder meer Het Concert­gebouw.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.