Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
interview

Dirigent Tugan Sokhiev: ‘Tradities voeden mijn inspiratie’

door Carine Alders
16 sep. 2021 16 september 2021

Tugan Sokhiev maakt op een zonnige zondagavond graag tijd voor een interview met Preludium. Met liefde vertelt de dirigent over zijn vak, de magie van het werken met een groep en het ontdekken en behouden van verschillende klankculturen.

  • Tugan Sokhiev

    foto: Patrice Nin

    Tugan Sokhiev

    foto: Patrice Nin

  • Tugan Sokhiev

    foto: Marc Brenner

    Tugan Sokhiev

    foto: Marc Brenner

  • Tugan Sokhiev

    foto: Patrice Nin

    Tugan Sokhiev

    foto: Patrice Nin

  • Tugan Sokhiev

    foto: Marc Brenner

    Tugan Sokhiev

    foto: Marc Brenner

In Toulouse, waar hij de vaste dirigent is van het Orchestre National du Capitole, komt het concertleven met publiek weer langzaam op gang. ‘In het orkest moeten we anderhalve meter afstand houden, dat maakt het moeilijk om echt samen te spelen en beperkt het repertoire.’ In Moskou, waar hij chefdirigent is van het Bolsjoj Theater, is het publiek nooit weg geweest. ‘Maar de zaal mag maar voor de helft gevuld zijn. Het was een moeilijk jaar met heel veel testen en formulieren invullen om te kunnen reizen. Dan merk je pas goed hoe kwetsbaar het culturele leven is. Wij kunnen niet vanuit huis achter een computer werken. We hebben publiek nodig. Aan de andere kant had ik nu tijd om te studeren en te lezen. Nu realiseer je je pas goed het enorme tempo van het normale leven, hoe bijzonder het is dat je in één dag op en neer kunt gaan tussen Amsterdam en Londen.’

Russische opvoeding

Tugan Sokhiev begon met dirigeren toen hij een jaar of vijftien was. Zijn ouders zijn geen van beiden musicus, maar houden enorm van muziek. ‘Mijn geboortestad Vladikavkaz, aan de voet van de Kaukasus in Noord-Ossetië, heeft een heel rijk cultureel leven. Je hebt er een concertgebouw, een opera en een uitstekende muziekschool. Muziek hoort er bij de opvoeding, elk kind krijgt kansen om kennis te maken met muziek. Ik studeerde piano en muziektheorie en bezocht regelmatig concerten en opera. De dirigent van het orkest in Vladikavkaz, Anatoli Briskin, was mijn grote inspiratie. Fascinerend hoe de bewegingen van één mens zo’n effect kunnen hebben op een groep musici. Ik ben op hem afgestapt en heb gevraagd of hij me les wilde geven. Twee jaar studeerde ik bij de gepassioneerde Briskin, die zelf les had gehad van de legendarische Ilya Musin.’ Vervolgens vertrok Sokhiev zelf naar Sint-Petersburg om les te krijgen van de grote meester Musin.

Een jaar na zijn afstuderen maakte ­Sokhiev zijn debuut bij Welsh National Opera, twee jaar later gevolgd door de Metropolitan Opera in New York. Sindsdien dirigeert hij orkesten over de hele wereld, was hij chef-dirigent van het Deutsches Symphonie-Orchester Berlin en vervult hij die functie al dertien jaar in Toulouse. Sinds 2014 is daar het Bolsjoj Theater bij gekomen. ‘Al die verschillende culturen vind ik het meest interessante aan mijn werk. Elk orkest heeft zijn eigen klanktraditie, zijn eigen muzikale geschiedenis. Elk land heeft bovendien zijn eigen mentaliteit. Ik ben dan ook fel gekant tegen het nivelleren van de orkestklank door globalisatie! Je moet er juist een punt van maken om tradities in stand te houden, goed luisteren naar de klank van een orkest. Dat heb ik al heel vroeg geleerd, begrijpen wat de grenzen van een orkest zijn, maar ook waar het potentieel zit, wat de mogelijkheden zijn. Aan het conservatorium in Sint-Petersburg hadden we een studentenorkest dat volledig ter beschikking stond van de leerlingen orkestdirectie. Daar leerde ik de psychologie van het leiden van een groep begrijpen. Een violist kan tenslotte ook niet studeren zonder viool.’

‘Ik ontwikkel mijn muzikale ideeën door te luisteren naar wat het orkest te bieden heeft. Het kan een mooie kopersectie zijn, een bijzondere melodie, een prachtige hobosolo of de akoestiek van de zaal. In Amsterdam is de zaal heel bijzonder. Niet alleen door de speciale akoestiek – daar moet je op het podium wel mee leren omgaan – maar ook door de geschiedenis.’

Tugan Sokhiev
in 13 dilemma’s

dag / nacht
koffie / thee
de stad / het platteland
zonsopgang / zonsondergang
de zee / de bergen
zomer / winter
thuis / uit
bioscoop / theater
Sint-Petersburg / Moskou
(‘Oef, nu moet ik diplomatiek zijn... mag het ook allebei?’)
opera / symfonisch
(‘Het één bestaat niet zonder het ander!’)
majeur / mineur
oost / west
(‘Ik kies voor oost, de Japanse en Chinese cultuur bieden zoveel inspiratie.’)
groen / rood
(‘In groen zitten veel meer mogelijkheden dan in rood.’)


Donkere kleuren

De programma’s met onder meer Franse en Russische muziek die Sokhiev deze maand bij het Concertgebouworkest leidt, zijn in samenspraak met de artistieke leiding van het orkest ontstaan. Op de vraag of hij er een punt van maakt altijd een Russisch werk te dirigeren antwoord hij lachend: ‘Ik word altijd gevráágd om een Russisch werk te dirigeren. Het klankkleurenpalet van Russische muziek is heel eigen, totaal anders. Er zijn veel verschillende stijlen, maar over het algemeen zitten er veel donkere kleuren in. Doordat ik ermee opgegroeid ben en Russische muziek als het ware in mijn DNA zit, sta ik mezelf toe wat meer te durven, wat meer buiten de lijntjes te kleuren. De traditie is zeer belangrijk voor mij, ze voedt mijn inspiratie. Natuurlijk zijn Boulez en Bernstein ook fantastische vertolkers van het werk van Stravinsky en was de componist zelf een representant van het Europese Rusland, maar mijn gevoel zegt dat Rimski-­Korsakov ook een enorme invloed op hem had. Ik heb veel opera’s van Rimski-Korsakov gedirigeerd en dat geeft Stravinsky een extra dimensie, je ontdekt als het ware een ander gezicht van de componist. Ik breng graag die oosterse kant onder de aandacht.’

Culturele rivieren

Aan de andere kant benadrukt Sokhiev ook dat de uitwisseling tussen Oost en West groot was. ‘De grenzen zijn eigenlijk pas werkelijkheid geworden in de sovjetperiode. De culturele rivieren stroomden daarvoor volop, het ecosysteem was heel open. Opvoeding en educatie waren internationaal, mensen spraken meerdere talen. Aziatische invloeden reikten tot Puccini in Italië, denk maar aan Madama Butterfly. Rusland was deel van Europa, Sint-Petersburg was de meest Europese stad. Zo voelt het voor mij ook. Ik hoef jou natuurlijk niets te vertellen over de geschiedenis van Amsterdam, maar door de handel heeft de stad het karakter van een smeltkroes. Voor mij als buitenstaander is dat heel duidelijk. Ook het landschap speelt daarbij een rol. De ligging maakt dat Nederland veel verbindingen had over zee. Die historische wortels hebben de Europese mentaliteit zeer beïnvloed.’

‘Fransen begrepen er niets van, maar in Rusland was Berlioz de held’

Liefde en waanzin

Naast de Negende symfonie van Antonín Dvořák – ‘ik raak nooit uitgekeken op de zoektocht naar nieuwe ontdekkingen in die heerlijke Slavische melodieën’ – dirigeert ­Sokhiev ook de Symphonie fantastique van Hector Berlioz. ‘Berlioz heeft een speciaal plaatsje in mijn hart. Beethoven was nog maar net overleden toen Berlioz zijn Symphonie fantastique componeerde. De Duitse klassieke stijl was nog alomtegenwoordig en daar komt die Fransman met zijn ongelooflijk romantische en programmatische muziek met de meest buitenissige instrumentatie. Die gelijktijdigheid van de Duitse klassieke stijl aan de ene kant en de explosieve, van liefde en waanzin doordrenkte muziek van Berlioz aan de andere kant. Fransen begrepen er niets van, maar in Rusland was Berlioz de held. Die Frans-Russische connectie is er altijd geweest, in de geschiedenis, in de kunsten en in de literatuur.’ Met het opdrachtwerk Chase van Joey Roukens en Le chasseur maudit van César Franck zit het publiek meteen op het puntje van de stoel. ‘Het stuk van Roukens is heel knap geschreven en meesterlijk georkestreerd, het brengt je meteen in de goede sfeer. En Franck is een ondergewaardeerde componist.’

Met pianist Alexandre Kantorow werkt ­Sokhiev voor het eerst samen. ‘Ik volg hem al wel een tijdje. Hij heeft een zeer sterke muzikale persoonlijkheid. Dat heb je voor het Tweede pianoconcert van Prokofjev ook wel nodig, want dat concert gaat echt helemaal over de piano. Het is bijna een recitatief, een monoloog, heel virtuoos. Ik kijk daar erg naar uit.’

In Toulouse, waar hij de vaste dirigent is van het Orchestre National du Capitole, komt het concertleven met publiek weer langzaam op gang. ‘In het orkest moeten we anderhalve meter afstand houden, dat maakt het moeilijk om echt samen te spelen en beperkt het repertoire.’ In Moskou, waar hij chefdirigent is van het Bolsjoj Theater, is het publiek nooit weg geweest. ‘Maar de zaal mag maar voor de helft gevuld zijn. Het was een moeilijk jaar met heel veel testen en formulieren invullen om te kunnen reizen. Dan merk je pas goed hoe kwetsbaar het culturele leven is. Wij kunnen niet vanuit huis achter een computer werken. We hebben publiek nodig. Aan de andere kant had ik nu tijd om te studeren en te lezen. Nu realiseer je je pas goed het enorme tempo van het normale leven, hoe bijzonder het is dat je in één dag op en neer kunt gaan tussen Amsterdam en Londen.’

Russische opvoeding

Tugan Sokhiev begon met dirigeren toen hij een jaar of vijftien was. Zijn ouders zijn geen van beiden musicus, maar houden enorm van muziek. ‘Mijn geboortestad Vladikavkaz, aan de voet van de Kaukasus in Noord-Ossetië, heeft een heel rijk cultureel leven. Je hebt er een concertgebouw, een opera en een uitstekende muziekschool. Muziek hoort er bij de opvoeding, elk kind krijgt kansen om kennis te maken met muziek. Ik studeerde piano en muziektheorie en bezocht regelmatig concerten en opera. De dirigent van het orkest in Vladikavkaz, Anatoli Briskin, was mijn grote inspiratie. Fascinerend hoe de bewegingen van één mens zo’n effect kunnen hebben op een groep musici. Ik ben op hem afgestapt en heb gevraagd of hij me les wilde geven. Twee jaar studeerde ik bij de gepassioneerde Briskin, die zelf les had gehad van de legendarische Ilya Musin.’ Vervolgens vertrok Sokhiev zelf naar Sint-Petersburg om les te krijgen van de grote meester Musin.

Een jaar na zijn afstuderen maakte ­Sokhiev zijn debuut bij Welsh National Opera, twee jaar later gevolgd door de Metropolitan Opera in New York. Sindsdien dirigeert hij orkesten over de hele wereld, was hij chef-dirigent van het Deutsches Symphonie-Orchester Berlin en vervult hij die functie al dertien jaar in Toulouse. Sinds 2014 is daar het Bolsjoj Theater bij gekomen. ‘Al die verschillende culturen vind ik het meest interessante aan mijn werk. Elk orkest heeft zijn eigen klanktraditie, zijn eigen muzikale geschiedenis. Elk land heeft bovendien zijn eigen mentaliteit. Ik ben dan ook fel gekant tegen het nivelleren van de orkestklank door globalisatie! Je moet er juist een punt van maken om tradities in stand te houden, goed luisteren naar de klank van een orkest. Dat heb ik al heel vroeg geleerd, begrijpen wat de grenzen van een orkest zijn, maar ook waar het potentieel zit, wat de mogelijkheden zijn. Aan het conservatorium in Sint-Petersburg hadden we een studentenorkest dat volledig ter beschikking stond van de leerlingen orkestdirectie. Daar leerde ik de psychologie van het leiden van een groep begrijpen. Een violist kan tenslotte ook niet studeren zonder viool.’

‘Ik ontwikkel mijn muzikale ideeën door te luisteren naar wat het orkest te bieden heeft. Het kan een mooie kopersectie zijn, een bijzondere melodie, een prachtige hobosolo of de akoestiek van de zaal. In Amsterdam is de zaal heel bijzonder. Niet alleen door de speciale akoestiek – daar moet je op het podium wel mee leren omgaan – maar ook door de geschiedenis.’

Tugan Sokhiev
in 13 dilemma’s

dag / nacht
koffie / thee
de stad / het platteland
zonsopgang / zonsondergang
de zee / de bergen
zomer / winter
thuis / uit
bioscoop / theater
Sint-Petersburg / Moskou
(‘Oef, nu moet ik diplomatiek zijn... mag het ook allebei?’)
opera / symfonisch
(‘Het één bestaat niet zonder het ander!’)
majeur / mineur
oost / west
(‘Ik kies voor oost, de Japanse en Chinese cultuur bieden zoveel inspiratie.’)
groen / rood
(‘In groen zitten veel meer mogelijkheden dan in rood.’)


Donkere kleuren

De programma’s met onder meer Franse en Russische muziek die Sokhiev deze maand bij het Concertgebouworkest leidt, zijn in samenspraak met de artistieke leiding van het orkest ontstaan. Op de vraag of hij er een punt van maakt altijd een Russisch werk te dirigeren antwoord hij lachend: ‘Ik word altijd gevráágd om een Russisch werk te dirigeren. Het klankkleurenpalet van Russische muziek is heel eigen, totaal anders. Er zijn veel verschillende stijlen, maar over het algemeen zitten er veel donkere kleuren in. Doordat ik ermee opgegroeid ben en Russische muziek als het ware in mijn DNA zit, sta ik mezelf toe wat meer te durven, wat meer buiten de lijntjes te kleuren. De traditie is zeer belangrijk voor mij, ze voedt mijn inspiratie. Natuurlijk zijn Boulez en Bernstein ook fantastische vertolkers van het werk van Stravinsky en was de componist zelf een representant van het Europese Rusland, maar mijn gevoel zegt dat Rimski-­Korsakov ook een enorme invloed op hem had. Ik heb veel opera’s van Rimski-Korsakov gedirigeerd en dat geeft Stravinsky een extra dimensie, je ontdekt als het ware een ander gezicht van de componist. Ik breng graag die oosterse kant onder de aandacht.’

Culturele rivieren

Aan de andere kant benadrukt Sokhiev ook dat de uitwisseling tussen Oost en West groot was. ‘De grenzen zijn eigenlijk pas werkelijkheid geworden in de sovjetperiode. De culturele rivieren stroomden daarvoor volop, het ecosysteem was heel open. Opvoeding en educatie waren internationaal, mensen spraken meerdere talen. Aziatische invloeden reikten tot Puccini in Italië, denk maar aan Madama Butterfly. Rusland was deel van Europa, Sint-Petersburg was de meest Europese stad. Zo voelt het voor mij ook. Ik hoef jou natuurlijk niets te vertellen over de geschiedenis van Amsterdam, maar door de handel heeft de stad het karakter van een smeltkroes. Voor mij als buitenstaander is dat heel duidelijk. Ook het landschap speelt daarbij een rol. De ligging maakt dat Nederland veel verbindingen had over zee. Die historische wortels hebben de Europese mentaliteit zeer beïnvloed.’

‘Fransen begrepen er niets van, maar in Rusland was Berlioz de held’

Liefde en waanzin

Naast de Negende symfonie van Antonín Dvořák – ‘ik raak nooit uitgekeken op de zoektocht naar nieuwe ontdekkingen in die heerlijke Slavische melodieën’ – dirigeert ­Sokhiev ook de Symphonie fantastique van Hector Berlioz. ‘Berlioz heeft een speciaal plaatsje in mijn hart. Beethoven was nog maar net overleden toen Berlioz zijn Symphonie fantastique componeerde. De Duitse klassieke stijl was nog alomtegenwoordig en daar komt die Fransman met zijn ongelooflijk romantische en programmatische muziek met de meest buitenissige instrumentatie. Die gelijktijdigheid van de Duitse klassieke stijl aan de ene kant en de explosieve, van liefde en waanzin doordrenkte muziek van Berlioz aan de andere kant. Fransen begrepen er niets van, maar in Rusland was Berlioz de held. Die Frans-Russische connectie is er altijd geweest, in de geschiedenis, in de kunsten en in de literatuur.’ Met het opdrachtwerk Chase van Joey Roukens en Le chasseur maudit van César Franck zit het publiek meteen op het puntje van de stoel. ‘Het stuk van Roukens is heel knap geschreven en meesterlijk georkestreerd, het brengt je meteen in de goede sfeer. En Franck is een ondergewaardeerde componist.’

Met pianist Alexandre Kantorow werkt ­Sokhiev voor het eerst samen. ‘Ik volg hem al wel een tijdje. Hij heeft een zeer sterke muzikale persoonlijkheid. Dat heb je voor het Tweede pianoconcert van Prokofjev ook wel nodig, want dat concert gaat echt helemaal over de piano. Het is bijna een recitatief, een monoloog, heel virtuoos. Ik kijk daar erg naar uit.’

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.