Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

De Gift: van Bach en boerderij

door Joost Galema
01 jun. 2017 01 juni 2017

Haar Texelse opa speelde liever Bach dan dat hij de koeien molk. Zoals zijn kleindochter, notaris Saskia Laseur-Eelman, vroeger naast hem achter het orgel zat, zo ging zij op haar beurt met haar kinderen naar Het Concertgebouw.

Als kind bracht Saskia Laseur-Eelman haar zomers door op Texel, het eiland waar haar grootouders woonden. Haar vader verdiende dan bij achter de ijscokar en haar moeder werkte in een strandtent. Beiden studeerden nog. Opa ontfermde zich vaak over hun dochter Saskia. Hij bezat een boerderij met tweehonderd koeien, maar liever had hij musicus willen zijn. Dat kon niet, want daarvoor moest hij ‘naar de overkant’, en Teun Eelman was als oudste zoon nu eenmaal voorbestemd om het bedrijf voort te zetten.

Niettemin bleek zijn vader, een ouderling, niet blind en doof voor dat muzikale verlangen: hij bezorgde zijn zoon een plek als ­organist in de kerk. En zo zat de kleine Saskia op ­zondagen naast haar opa Teun achter het orgel en mocht aan de registers trekken. Een magische ervaring. ‘Alles dreunde en vibreerde.’

Eigenhandig

Haar vader Jaap mocht wel naar de ­vaste wal. Aan een kinderverlamming hield hij een misvormde rechterhand over, wat hem ongeschikt maakte als opvolger in het boerenbedrijf. Piano en orgel zou ook wel moeilijk worden, bedacht zijn vader Teun. Daarom bouwde hij eigenhandig een viool voor Jaap, want met rechts hoefde je immers ‘alleen’ maar de strijkstok vast te houden. Op die manier stroomde de liefde voor muziek van de oude naar de jonge generatie.

‘Alles dreunde en vibreerde’

Jaap ging Nederlands studeren in Amsterdam. Daar werd Saskia geboren. Ze groeide praktisch op tegenover Het Concertgebouw, want vanwege het kleine onderkomen van haar studerende ouders vonden afspraken met vrienden en familie altijd plaats in de oude koffiekamer van het Stedelijk Museum.

‘Voor mijn opa was het orgel in de kerk de plek om aan het dagelijkse keurslijf van het boerenbedrijf te ontsnappen’, zegt Laseur-Eelman. ‘Ik doe dat in Het Concert­gebouw. Muziek is voor mij een manier om tot rust te komen, om mezelf te hervinden, om even uit de hectiek van alledag te stappen.’

Als kind bracht Saskia Laseur-Eelman haar zomers door op Texel, het eiland waar haar grootouders woonden. Haar vader verdiende dan bij achter de ijscokar en haar moeder werkte in een strandtent. Beiden studeerden nog. Opa ontfermde zich vaak over hun dochter Saskia. Hij bezat een boerderij met tweehonderd koeien, maar liever had hij musicus willen zijn. Dat kon niet, want daarvoor moest hij ‘naar de overkant’, en Teun Eelman was als oudste zoon nu eenmaal voorbestemd om het bedrijf voort te zetten.

Niettemin bleek zijn vader, een ouderling, niet blind en doof voor dat muzikale verlangen: hij bezorgde zijn zoon een plek als ­organist in de kerk. En zo zat de kleine Saskia op ­zondagen naast haar opa Teun achter het orgel en mocht aan de registers trekken. Een magische ervaring. ‘Alles dreunde en vibreerde.’

Eigenhandig

Haar vader Jaap mocht wel naar de ­vaste wal. Aan een kinderverlamming hield hij een misvormde rechterhand over, wat hem ongeschikt maakte als opvolger in het boerenbedrijf. Piano en orgel zou ook wel moeilijk worden, bedacht zijn vader Teun. Daarom bouwde hij eigenhandig een viool voor Jaap, want met rechts hoefde je immers ‘alleen’ maar de strijkstok vast te houden. Op die manier stroomde de liefde voor muziek van de oude naar de jonge generatie.

‘Alles dreunde en vibreerde’

Jaap ging Nederlands studeren in Amsterdam. Daar werd Saskia geboren. Ze groeide praktisch op tegenover Het Concertgebouw, want vanwege het kleine onderkomen van haar studerende ouders vonden afspraken met vrienden en familie altijd plaats in de oude koffiekamer van het Stedelijk Museum.

‘Voor mijn opa was het orgel in de kerk de plek om aan het dagelijkse keurslijf van het boerenbedrijf te ontsnappen’, zegt Laseur-Eelman. ‘Ik doe dat in Het Concert­gebouw. Muziek is voor mij een manier om tot rust te komen, om mezelf te hervinden, om even uit de hectiek van alledag te stappen.’

Notarissenplatform

Samen met andere notarissen helpt Saskia Laseur-Eelman Het Concertgebouw belangeloos als het gaat om erfenissen. Steeds meer mensen blijken geld na te laten aan ­goede doelen. ‘Er wordt in onderzoekskringen zelfs gesproken over de komst van de gouden eeuw van de filantropie’, zegt Laseur. ‘De komende veertig jaar zullen goede doelen zo’n 86 miljard euro uit erfenissen ontvangen. Het zou prachtig zijn als een deel daarvan bij Het Concertgebouw belandt.’

‘Nederland telt meer zangers dan voetballers'

Muziek staat wat haar betreft ook voor gemeenschapszin. Dat merkte ze als kind op Texel, en dat ervaart ze ook in de Grote of Kleine Zaal. Ook haar tienerdochters gaan regelmatig naar Het Concertgebouw – met of zonder ouders. ‘Ik zie dat zij als nieuwe generatie meer belang hechten aan ervaringen dan aan spullen. Hier beleven ze iets wat eenmalig en onvervangbaar is.’

Verbinding

Ook elders in de samenleving ziet Laseur hoopvolle tekenen voor de muziek. ‘Nederland telt zo’n 25.000 koren, met 1,7 miljoen leden. Die tellen dus meer zangers dan de KNVB voetballers.’ Met het leerprogramma Kazoo en andere manieren van educatie draagt Het Concertgebouw in haar ogen bij aan de verbindende kracht van muziek. Mede gesteund door erfenissen. Ook voor de gevers heeft zo’n legaat een heilzame werking, weet Laseur. ‘Uit een Brits onderzoek blijkt dat mensen met een testament langer leven dan zonder. Wie daarin een goed doel opneemt, wordt nog eens drie jaar ouder dan mensen die dat niet doen.’

Notarissenplatform

Samen met andere notarissen helpt Saskia Laseur-Eelman Het Concertgebouw belangeloos als het gaat om erfenissen. Steeds meer mensen blijken geld na te laten aan ­goede doelen. ‘Er wordt in onderzoekskringen zelfs gesproken over de komst van de gouden eeuw van de filantropie’, zegt Laseur. ‘De komende veertig jaar zullen goede doelen zo’n 86 miljard euro uit erfenissen ontvangen. Het zou prachtig zijn als een deel daarvan bij Het Concertgebouw belandt.’

‘Nederland telt meer zangers dan voetballers'

Muziek staat wat haar betreft ook voor gemeenschapszin. Dat merkte ze als kind op Texel, en dat ervaart ze ook in de Grote of Kleine Zaal. Ook haar tienerdochters gaan regelmatig naar Het Concertgebouw – met of zonder ouders. ‘Ik zie dat zij als nieuwe generatie meer belang hechten aan ervaringen dan aan spullen. Hier beleven ze iets wat eenmalig en onvervangbaar is.’

Verbinding

Ook elders in de samenleving ziet Laseur hoopvolle tekenen voor de muziek. ‘Nederland telt zo’n 25.000 koren, met 1,7 miljoen leden. Die tellen dus meer zangers dan de KNVB voetballers.’ Met het leerprogramma Kazoo en andere manieren van educatie draagt Het Concertgebouw in haar ogen bij aan de verbindende kracht van muziek. Mede gesteund door erfenissen. Ook voor de gevers heeft zo’n legaat een heilzame werking, weet Laseur. ‘Uit een Brits onderzoek blijkt dat mensen met een testament langer leven dan zonder. Wie daarin een goed doel opneemt, wordt nog eens drie jaar ouder dan mensen die dat niet doen.’

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.