Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
interview

Coronablues & coole projecten

door Martijn Voorvelt
17 mrt. 2021 17 maart 2021

Hoe gaat het met de jonge musici die de afgelopen jaren de Academie van het Concertgebouworkest doorliepen? Corona geeft problemen én nieuwe kansen. ‘Ik heb eindelijk tijd om echt goed te studeren. Yayy!’

  • Grachtenfestival-concert

    Grachtenfestival-concert

  • Grachtenfestival-concert

    Grachtenfestival-concert

V.l.n.r. Casper Horsch en Marlene Dijkstra (viool), Elisa Karen Tavenier (altviool) en Liesbeth Bosboom (cello)

De Academie van het Concertgebouworkest maakt een jaartje pas op de plaats. De zeven strijkers die in februari 2020 zijn geselecteerd krijgen online lessen van orkestleden; dit voorjaar zijn de audities voor fluit, trompet en trombone. Als alles goed gaat, zullen ze in september 2021 met z’n tienen eindelijk beginnen aan hun échte academieseizoen bij het Concertgebouworkest.

Maar hoe gaat het met de musici die de afgelopen paar jaar hun diploma haalden in Amsterdam? Academie-coördinator Gonneke de Jong vroeg het enkelen van hen. Voor jonge musici aan het begin van hun professionele carrière, van wie sommigen nog studeren, is het extra moeilijk om gemotiveerd en gefocust te blijven als ze niet voor publiek kunnen spelen en als reizen geen optie is. Hoe gaan zij om met – zoals celliste Victoria Constien het noemt – de ‘coronablues’?

Violiste Olatz Ruiz de Gordejuela (seizoen 2019/20) kreeg een contract voor twee jaar bij het operahuis van Valencia én werd geaccepteerd voor een masterstudie aan de Hochschule für Musik in Dresden, maar kan nu moeilijk heen en weer reizen. ‘Omdat ik niet de middelen heb om mijn studie te betalen zonder te werken, besloot ik me aan mijn contract te houden totdat alles wat normaler wordt.’ Gelukkig heeft ze het naar haar zin in Valencia. ‘Ik prijs me gelukkig dat we nog muziek maken. We hebben enkele grote produc­ties gedaan, zoals ­Bruckners ­Zevende symfonie en Mozarts Così fan tutte.’

Ook haar landgenoot Daniel Quiles Cascant (seizoen 2017/18) heeft het naar zijn zin, maar dan in Antwerpen. ‘Ik begon meteen na de academie als solo­trombonist van het Antwerp Symphony Orchestra. Ik ben hier echt supergelukkig, mijn collega’s zijn fantastisch en de werksfeer in het orkest is heel goed.’ Daarnaast heeft hij geremplaceerd bij diverse andere Europese orkesten, waaronder het Radio Filharmonisch Orkest, het WDR Sym­phonie­­­­orchester en het Belgisch Nationaal Orkest, en en passant nog iets over zichzelf ontdekt. ‘Ik ben privéles gaan geven aan kinderen, iets wat ik verrassend leuk vind!’

‘Het voelt alsof ik een heel ander beroep heb gekregen.’

Contrabassist José Moreira (ook 2017/18) is goed terechtgekomen. Nog tijdens zijn academiejaar won hij audities bij zowel het Royal Opera House Covent Garden als het London Symphony Orchestra (LSO), en hij koos voor het laatste. Tien maanden lang genoot hij vooral van de orkesttournees, totdat het coronavirus toesloeg; het LSO moest zijn tournees afzeggen en overstappen op livestreaming. Nu José ook docent is geworden aan de befaamde Guildhall School of Music and Drama heeft hij genoeg te doen, maar het voelt toch vreemd. ‘Het voelt alsof ik een heel ander beroep heb gekregen. Ik mis het spelen voor publiek en het op het vliegtuig stappen om de wereld rond te reizen.’

Niet alle ex-academisten hebben werk bij een orkest of aan een conservatorium. Sommigen continueren hun studie of kiezen voor een leven als zelfstandige. Klarinettiste Annemiek de Bruin (2018/19) speelde als freelancer met meerdere orkesten mee. Ze ziet de beperkende maatregelen van deze tijd als een kans: ‘Een groot gedeelte van de projecten werd afgezegd, waardoor er meer tijd was voor andere dingen en reflectie op het verleden. Ik kon (na een korte speelpauze) in alle rust studeren en verder werken, mede dankzij alle tips die ik in mijn academiejaar heb gekregen! Verder speel ik nog in het Chimaera Trio, en zijn er in de coronatijd plannen ontstaan om een cd op te nemen.’ Dankzij enkele fondsaanvragen en een crowdfunding-campagne lijkt dat er ook echt van te komen.

Ook altvioliste Anna Maria Wünsch (2018/19) is blij met de adempauze, waardoor ze zich veel in de natuur kan opladen en – afwisselend in Berlijn en Leipzig – kan studeren. ‘Ik heb eindelijk tijd om echt goed te studeren. Yayy!’ Daarnaast krijgt ze nog steeds één-op-één les, en ‘de rest van de tijd hou ik mezelf bezig met mondkapjes naaien, koken, bakken en Frans leren’.

‘Ik heb nog steeds genoeg motivatie om te doen wat ik doe.’

Na afronding van haar academiejaar in 2019 bleef de Spaanse contrabassiste Lucía Mateo Calvo in Amsterdam. Afgelopen juni behaalde ze haar master aan het Conservatorium van Amsterdam. ‘Ondertussen heb ik wat kamermuziekconcerten gegeven, veel gestudeerd en auditierepertoire voorbereid. Ik heb nog steeds genoeg motivatie om te doen wat ik doe. Wat heel fijn was, was dat ik vanaf het moment dat de pandemie begon de kans kreeg aan een aantal heel coole projecten in Spanje deel te nemen.’

Sommigen vinden elkaar in de kamermuziek. Zo formeerden de violisten Caspar Horsch (seizoen 2017/18) en Marlene Dijkstra (2019/20), altvioliste Elisa Karen Tavenier (2017/18) en celliste Liesbeth Bosboom (van de huidige lichting) een kwartet, voortvloeiend uit een Grachtenfestival-optreden in ­augustus 2020 (zie de foto bovenin).

Enkele oud-academisten werden overvallen door de coronacrisis en hebben moeten zoeken naar een uitweg. Celliste Victoria ­Constien (lichting 2018/19) ging terug naar Hannover om daar na tien jaar studie haar masterdiploma te behalen. ‘Daarna voelde het echt als een nieuwe fase in mijn leven. Alles ging wel goed eigenlijk, ik gaf concerten en stond op het punt freelancer te worden. Toen gingen we plotseling in lockdown en werden al mijn projecten geannuleerd.’ Ze had het even moeilijk, maar besloot een extra postgraduate-studie te doen bij Sebastian Klinger in Hamburg. ‘De lessen geven me veel energie en inspiratie. Het heeft me van mijn coronablues afgeholpen en me nieuwe hoop gegeven.’

‘Ik moet ervoor kiezen om óf in Nederland te zijn óf in Duitsland en op dit moment lijdt mijn studie daaronder.’

Elisa Karen Tavenier vindt het jammer dat ze haar studie in München niet goed kan voortzetten. ‘Omdat er in Nederland soms weer concerten zijn en ik vanwege de quarantaine niet heen en weer kan reizen, maar lange tijd op één plek moet blijven. Dat is een obstakel. (…) Ik moet ervoor kiezen om óf in Nederland te zijn óf in Duitsland en op dit moment lijdt mijn studie daaronder. De concerten die doorgaan wil ik namelijk voor geen goud missen en daarom ben ik nu veel in Nederland.’ Dat legt de altvioliste geen windeieren. Ze timmert flink aan de weg met haar Animato Kwartet, haar andere strijkkwartet dat in 2013 ontstond en dat recent zijn debuut-cd uitbracht binnen het talenttraject ‘AVROTROS Klassiek presenteert’ én de finale van Dutch Classical Talent bereikte.

Ana Nedobora Ivanova (2017/18) zit als tweede violiste van philharmonie zuidnederland grotendeels thuis. Aan het begin van de pandemie had ze moeite met de zeeën van vrije tijd en de onzekerheid. Ze vond de oplossing in het creëren van een routine, met de kerkklok die ze uit het raam kon zien als stopwatch. ‘Studeren zonder een duidelijk doel was nieuw voor mij, maar ik had nu de vrijheid om repertoire op te pakken dat ik altijd al wou leren, en om me te richten op technische aspecten waar ik eerder nooit tijd voor had of nam. Het gevoel van voldoening dat alleen maar uit mezelf kon komen is een van de verworvenheden van deze periode die ik altijd zal koesteren.’

De Academie van het Concertgebouworkest
De Academie heeft sinds haar oprichting in 2003 tientallen succesvolle orkestmusici opgeleid. Elk jaar neemt een nieuwe groep jonge musici gedurende één orkestseizoen deel aan orkestproducties en wordt begeleid door leden van het orkest. Daarnaast volgen de academisten lessen, workshops en trainingen en spelen ze kamermuziekconcerten op diverse locaties. De meeste ex-academisten spelen in beroepsorkesten; elf van hen maken inmiddels deel uit van het Concertgebouworkest.

De Academie van het Concertgebouworkest wordt mogelijk gemaakt door de Foundation Concertgebouworkest, de Dutch Masters Foundation en Ammodo.

V.l.n.r. Casper Horsch en Marlene Dijkstra (viool), Elisa Karen Tavenier (altviool) en Liesbeth Bosboom (cello)

De Academie van het Concertgebouworkest maakt een jaartje pas op de plaats. De zeven strijkers die in februari 2020 zijn geselecteerd krijgen online lessen van orkestleden; dit voorjaar zijn de audities voor fluit, trompet en trombone. Als alles goed gaat, zullen ze in september 2021 met z’n tienen eindelijk beginnen aan hun échte academieseizoen bij het Concertgebouworkest.

Maar hoe gaat het met de musici die de afgelopen paar jaar hun diploma haalden in Amsterdam? Academie-coördinator Gonneke de Jong vroeg het enkelen van hen. Voor jonge musici aan het begin van hun professionele carrière, van wie sommigen nog studeren, is het extra moeilijk om gemotiveerd en gefocust te blijven als ze niet voor publiek kunnen spelen en als reizen geen optie is. Hoe gaan zij om met – zoals celliste Victoria Constien het noemt – de ‘coronablues’?

Violiste Olatz Ruiz de Gordejuela (seizoen 2019/20) kreeg een contract voor twee jaar bij het operahuis van Valencia én werd geaccepteerd voor een masterstudie aan de Hochschule für Musik in Dresden, maar kan nu moeilijk heen en weer reizen. ‘Omdat ik niet de middelen heb om mijn studie te betalen zonder te werken, besloot ik me aan mijn contract te houden totdat alles wat normaler wordt.’ Gelukkig heeft ze het naar haar zin in Valencia. ‘Ik prijs me gelukkig dat we nog muziek maken. We hebben enkele grote produc­ties gedaan, zoals ­Bruckners ­Zevende symfonie en Mozarts Così fan tutte.’

Ook haar landgenoot Daniel Quiles Cascant (seizoen 2017/18) heeft het naar zijn zin, maar dan in Antwerpen. ‘Ik begon meteen na de academie als solo­trombonist van het Antwerp Symphony Orchestra. Ik ben hier echt supergelukkig, mijn collega’s zijn fantastisch en de werksfeer in het orkest is heel goed.’ Daarnaast heeft hij geremplaceerd bij diverse andere Europese orkesten, waaronder het Radio Filharmonisch Orkest, het WDR Sym­phonie­­­­orchester en het Belgisch Nationaal Orkest, en en passant nog iets over zichzelf ontdekt. ‘Ik ben privéles gaan geven aan kinderen, iets wat ik verrassend leuk vind!’

‘Het voelt alsof ik een heel ander beroep heb gekregen.’

Contrabassist José Moreira (ook 2017/18) is goed terechtgekomen. Nog tijdens zijn academiejaar won hij audities bij zowel het Royal Opera House Covent Garden als het London Symphony Orchestra (LSO), en hij koos voor het laatste. Tien maanden lang genoot hij vooral van de orkesttournees, totdat het coronavirus toesloeg; het LSO moest zijn tournees afzeggen en overstappen op livestreaming. Nu José ook docent is geworden aan de befaamde Guildhall School of Music and Drama heeft hij genoeg te doen, maar het voelt toch vreemd. ‘Het voelt alsof ik een heel ander beroep heb gekregen. Ik mis het spelen voor publiek en het op het vliegtuig stappen om de wereld rond te reizen.’

Niet alle ex-academisten hebben werk bij een orkest of aan een conservatorium. Sommigen continueren hun studie of kiezen voor een leven als zelfstandige. Klarinettiste Annemiek de Bruin (2018/19) speelde als freelancer met meerdere orkesten mee. Ze ziet de beperkende maatregelen van deze tijd als een kans: ‘Een groot gedeelte van de projecten werd afgezegd, waardoor er meer tijd was voor andere dingen en reflectie op het verleden. Ik kon (na een korte speelpauze) in alle rust studeren en verder werken, mede dankzij alle tips die ik in mijn academiejaar heb gekregen! Verder speel ik nog in het Chimaera Trio, en zijn er in de coronatijd plannen ontstaan om een cd op te nemen.’ Dankzij enkele fondsaanvragen en een crowdfunding-campagne lijkt dat er ook echt van te komen.

Ook altvioliste Anna Maria Wünsch (2018/19) is blij met de adempauze, waardoor ze zich veel in de natuur kan opladen en – afwisselend in Berlijn en Leipzig – kan studeren. ‘Ik heb eindelijk tijd om echt goed te studeren. Yayy!’ Daarnaast krijgt ze nog steeds één-op-één les, en ‘de rest van de tijd hou ik mezelf bezig met mondkapjes naaien, koken, bakken en Frans leren’.

‘Ik heb nog steeds genoeg motivatie om te doen wat ik doe.’

Na afronding van haar academiejaar in 2019 bleef de Spaanse contrabassiste Lucía Mateo Calvo in Amsterdam. Afgelopen juni behaalde ze haar master aan het Conservatorium van Amsterdam. ‘Ondertussen heb ik wat kamermuziekconcerten gegeven, veel gestudeerd en auditierepertoire voorbereid. Ik heb nog steeds genoeg motivatie om te doen wat ik doe. Wat heel fijn was, was dat ik vanaf het moment dat de pandemie begon de kans kreeg aan een aantal heel coole projecten in Spanje deel te nemen.’

Sommigen vinden elkaar in de kamermuziek. Zo formeerden de violisten Caspar Horsch (seizoen 2017/18) en Marlene Dijkstra (2019/20), altvioliste Elisa Karen Tavenier (2017/18) en celliste Liesbeth Bosboom (van de huidige lichting) een kwartet, voortvloeiend uit een Grachtenfestival-optreden in ­augustus 2020 (zie de foto bovenin).

Enkele oud-academisten werden overvallen door de coronacrisis en hebben moeten zoeken naar een uitweg. Celliste Victoria ­Constien (lichting 2018/19) ging terug naar Hannover om daar na tien jaar studie haar masterdiploma te behalen. ‘Daarna voelde het echt als een nieuwe fase in mijn leven. Alles ging wel goed eigenlijk, ik gaf concerten en stond op het punt freelancer te worden. Toen gingen we plotseling in lockdown en werden al mijn projecten geannuleerd.’ Ze had het even moeilijk, maar besloot een extra postgraduate-studie te doen bij Sebastian Klinger in Hamburg. ‘De lessen geven me veel energie en inspiratie. Het heeft me van mijn coronablues afgeholpen en me nieuwe hoop gegeven.’

‘Ik moet ervoor kiezen om óf in Nederland te zijn óf in Duitsland en op dit moment lijdt mijn studie daaronder.’

Elisa Karen Tavenier vindt het jammer dat ze haar studie in München niet goed kan voortzetten. ‘Omdat er in Nederland soms weer concerten zijn en ik vanwege de quarantaine niet heen en weer kan reizen, maar lange tijd op één plek moet blijven. Dat is een obstakel. (…) Ik moet ervoor kiezen om óf in Nederland te zijn óf in Duitsland en op dit moment lijdt mijn studie daaronder. De concerten die doorgaan wil ik namelijk voor geen goud missen en daarom ben ik nu veel in Nederland.’ Dat legt de altvioliste geen windeieren. Ze timmert flink aan de weg met haar Animato Kwartet, haar andere strijkkwartet dat in 2013 ontstond en dat recent zijn debuut-cd uitbracht binnen het talenttraject ‘AVROTROS Klassiek presenteert’ én de finale van Dutch Classical Talent bereikte.

Ana Nedobora Ivanova (2017/18) zit als tweede violiste van philharmonie zuidnederland grotendeels thuis. Aan het begin van de pandemie had ze moeite met de zeeën van vrije tijd en de onzekerheid. Ze vond de oplossing in het creëren van een routine, met de kerkklok die ze uit het raam kon zien als stopwatch. ‘Studeren zonder een duidelijk doel was nieuw voor mij, maar ik had nu de vrijheid om repertoire op te pakken dat ik altijd al wou leren, en om me te richten op technische aspecten waar ik eerder nooit tijd voor had of nam. Het gevoel van voldoening dat alleen maar uit mezelf kon komen is een van de verworvenheden van deze periode die ik altijd zal koesteren.’

De Academie van het Concertgebouworkest
De Academie heeft sinds haar oprichting in 2003 tientallen succesvolle orkestmusici opgeleid. Elk jaar neemt een nieuwe groep jonge musici gedurende één orkestseizoen deel aan orkestproducties en wordt begeleid door leden van het orkest. Daarnaast volgen de academisten lessen, workshops en trainingen en spelen ze kamermuziekconcerten op diverse locaties. De meeste ex-academisten spelen in beroepsorkesten; elf van hen maken inmiddels deel uit van het Concertgebouworkest.

De Academie van het Concertgebouworkest wordt mogelijk gemaakt door de Foundation Concertgebouworkest, de Dutch Masters Foundation en Ammodo.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.