
Caroline Shaw & Sō Percussion
Kleine Zaal 05 november 2025 20.15 uur
Sō Percussion:
Eric Cha-Beach
Josh Quillen
Adam Sliwinski
Jason Treuting
Steve Reich (1936)
Music for Pieces of Wood (1973)
Bryce Dessner (1976)
Music for Wood and Strings (2013)
Caroline Shaw (1982)
Strange and Artificial Echoes (2025)
wereldpremière; in opdracht van Het Concertgebouw Fonds
er is geen pauze
einde ± 21.45 uur
Met dank aan het Composer in Residence Fonds.
Sō Percussion:
Eric Cha-Beach
Josh Quillen
Adam Sliwinski
Jason Treuting
Steve Reich (1936)
Music for Pieces of Wood (1973)
Bryce Dessner (1976)
Music for Wood and Strings (2013)
Caroline Shaw (1982)
Strange and Artificial Echoes (2025)
wereldpremière; in opdracht van Het Concertgebouw Fonds
er is geen pauze
einde ± 21.45 uur
Met dank aan het Composer in Residence Fonds.
Toelichting
Toelichting
Een muziekbron die diep in ieder mens is geworteld. De eeuwige hartenklop verstomt nooit en neemt iedereen mee in zijn ritme. Voor componisten is het spelen met ritmiek een essentieel element van hun palet. Zeker in de twintigste eeuw heeft slagwerkmuziek een duizelingwekkende evolutie doorgemaakt – van de oerpuls van Igor Stravinsky’s Le sacre du printemps tot de visionaire percussieavonturen van Edgard Varèse, John Cage, Lou Harrison en Iannis Xenakis. Componisten vonden inspiratie in landen als Ghana, Indonesië, Japan en India. Slagwerkmuziek kruipt onder de huid en als muziekmaker zit je er het liefst middenin. Componisten werken nauw samen met specialistische slagwerkensembles of richten hun eigen groepen op. Het Amerikaanse gezelschap Sō Percussion timmert al vijfentwintig jaar aan de weg. Het viertal onderhoudt duurzame relaties met componisten, onder wie Caroline Shaw en David Lang. Tijdens hun concert presenteren de Amerikanen twee signatuurwerken en een gloednieuwe compositie van Caroline Shaw, de afsluiter van haar periode als composer in residence van Het Concertgebouw.
Een muziekbron die diep in ieder mens is geworteld. De eeuwige hartenklop verstomt nooit en neemt iedereen mee in zijn ritme. Voor componisten is het spelen met ritmiek een essentieel element van hun palet. Zeker in de twintigste eeuw heeft slagwerkmuziek een duizelingwekkende evolutie doorgemaakt – van de oerpuls van Igor Stravinsky’s Le sacre du printemps tot de visionaire percussieavonturen van Edgard Varèse, John Cage, Lou Harrison en Iannis Xenakis. Componisten vonden inspiratie in landen als Ghana, Indonesië, Japan en India. Slagwerkmuziek kruipt onder de huid en als muziekmaker zit je er het liefst middenin. Componisten werken nauw samen met specialistische slagwerkensembles of richten hun eigen groepen op. Het Amerikaanse gezelschap Sō Percussion timmert al vijfentwintig jaar aan de weg. Het viertal onderhoudt duurzame relaties met componisten, onder wie Caroline Shaw en David Lang. Tijdens hun concert presenteren de Amerikanen twee signatuurwerken en een gloednieuwe compositie van Caroline Shaw, de afsluiter van haar periode als composer in residence van Het Concertgebouw.
Steve Reich (1936)
Music for Pieces of Wood
Een van de hedendaagse muziekstromingen die nauw verbonden is met de emancipatie van de slagwerkmuziek is de ‘minimal music’. Verschuivende repetitieve patronen en een heldere puls vormen de ruggengraat van veel minimalistische uitstapjes. De Amerikaanse componist Steve Reich geldt als een van de pioniers. De hallucinante werking van ritmes speelt een sleutelrol in zijn vroegste composities. Het experimenteren met geleidelijk verschuivende muzikale patronen noemde Reich zelf phasing. Zijn vroege tape-experimenten resulteerden uiteindelijk in zijn meesterwerk Drumming (1970-71) voor uitgebreid ensemble. In de jaren zeventig had Reich de behoefte aan handzamere werken voor slagwerk.
Zijn eigen ensemble, Steve Reich and Musicians, toerde over de hele wereld. Zo’n percussiewerk op zakformaat is dan best een uitkomst. In 1972 schreef hij al Clapping Music voor twee musici: louter met ritmisch handgeklap creëert het tweetal een inventief compositorisch hoogstandje. Een jaar later voltooide Reich zijn Music for Pieces of Wood. Het werk is geschreven voor vier of vijf paar claves. Dit zijn cilindervormige slagwerkinstrumentjes van hardhout. Reich koos deze instrumenten voor hun specifieke toonhoogtes en resonantie. Op een van de claves wordt een eenvoudig basispatroon gespeeld, waarna de andere musici één voor één stapsgewijs hetzelfde motief inzetten. Langzaam ontvouwt zich een spanningsvolle canon. In dit hechte klankweefsel schemeren weer melodische motiefjes door. Het werk behoort naar eigen zeggen tot de luidste composities die Reich heeft geschreven.
Een van de hedendaagse muziekstromingen die nauw verbonden is met de emancipatie van de slagwerkmuziek is de ‘minimal music’. Verschuivende repetitieve patronen en een heldere puls vormen de ruggengraat van veel minimalistische uitstapjes. De Amerikaanse componist Steve Reich geldt als een van de pioniers. De hallucinante werking van ritmes speelt een sleutelrol in zijn vroegste composities. Het experimenteren met geleidelijk verschuivende muzikale patronen noemde Reich zelf phasing. Zijn vroege tape-experimenten resulteerden uiteindelijk in zijn meesterwerk Drumming (1970-71) voor uitgebreid ensemble. In de jaren zeventig had Reich de behoefte aan handzamere werken voor slagwerk.
Zijn eigen ensemble, Steve Reich and Musicians, toerde over de hele wereld. Zo’n percussiewerk op zakformaat is dan best een uitkomst. In 1972 schreef hij al Clapping Music voor twee musici: louter met ritmisch handgeklap creëert het tweetal een inventief compositorisch hoogstandje. Een jaar later voltooide Reich zijn Music for Pieces of Wood. Het werk is geschreven voor vier of vijf paar claves. Dit zijn cilindervormige slagwerkinstrumentjes van hardhout. Reich koos deze instrumenten voor hun specifieke toonhoogtes en resonantie. Op een van de claves wordt een eenvoudig basispatroon gespeeld, waarna de andere musici één voor één stapsgewijs hetzelfde motief inzetten. Langzaam ontvouwt zich een spanningsvolle canon. In dit hechte klankweefsel schemeren weer melodische motiefjes door. Het werk behoort naar eigen zeggen tot de luidste composities die Reich heeft geschreven.
Bryce Dessner (1976)
Music for Wood and Strings
Ritmes moet je voelen. De Amerikaanse componist en gitarist Bryce Dessner geniet grote bekendheid als kernlid van de indierockband The National. Zijn liefde voor verfijnde ritmes kan hij ook kwijt in zijn eigen composities. Dessner omarmt de directe taal van de rockmuziek, maar hij luistert ook naar minimal music en muziek uit de Renaissance en de Barok. Een van zijn ambitieuzere werken schreef hij voor Sō Percussion, en voor dit werk Music for Wood and Strings zijn zelfs nieuwe instrumenten ontworpen.
Samen met ontwerper Aron Sanchez (van de band Buke and Gase) bouwde Dessner aan de zogenaamde chordstick. Dit versterkte slagwerkinstrument is een kruising tussen een elektrische gitaar en de hammered dulcimer, een citer-achtig instrument dat wordt bespeeld met hamertjes. De musici bespelen de snaren van de chordstick met kleine plastic strijkstokjes en plectrums. Chordsticks beschikken over een rijke sonore nagalm. Daarnaast schrijft Dessner enkele andere slagwerkinstrumenten voor, waaronder snaredrum, woodblocks en bassdrum. Dessner varieert naar hartenlust met hypnotische ritmes, spannende stiltes en zinderende timbres. Met zijn Music for Wood and Strings slaat hij een brug tussen zijn passie voor swingende rockgrooves en de strakke, graduele processen van de vroege minimal music.
Ritmes moet je voelen. De Amerikaanse componist en gitarist Bryce Dessner geniet grote bekendheid als kernlid van de indierockband The National. Zijn liefde voor verfijnde ritmes kan hij ook kwijt in zijn eigen composities. Dessner omarmt de directe taal van de rockmuziek, maar hij luistert ook naar minimal music en muziek uit de Renaissance en de Barok. Een van zijn ambitieuzere werken schreef hij voor Sō Percussion, en voor dit werk Music for Wood and Strings zijn zelfs nieuwe instrumenten ontworpen.
Samen met ontwerper Aron Sanchez (van de band Buke and Gase) bouwde Dessner aan de zogenaamde chordstick. Dit versterkte slagwerkinstrument is een kruising tussen een elektrische gitaar en de hammered dulcimer, een citer-achtig instrument dat wordt bespeeld met hamertjes. De musici bespelen de snaren van de chordstick met kleine plastic strijkstokjes en plectrums. Chordsticks beschikken over een rijke sonore nagalm. Daarnaast schrijft Dessner enkele andere slagwerkinstrumenten voor, waaronder snaredrum, woodblocks en bassdrum. Dessner varieert naar hartenlust met hypnotische ritmes, spannende stiltes en zinderende timbres. Met zijn Music for Wood and Strings slaat hij een brug tussen zijn passie voor swingende rockgrooves en de strakke, graduele processen van de vroege minimal music.
Caroline Shaw (1982)
Strange and Artificial Echoes
Zodra je met Sō Percussion in zee gaat, wordt de vriendschapsband aangehaald: het sympathieke slagwerkkwartet neemt de componist onder zijn hoede. Bij componiste Caroline Shaw gebeurt dat zelfs letterlijk, want Shaw deelt geregeld met Sō Percussion het concertpodium. Eerder componeerde ze voor het kwartet en sopraan Dawn Upshaw al Narrow Sea (2017). De symbiose tussen Shaw en het slagwerkkwartet is zelfs zo hecht, dat ze voortaan samen als band aan songs werken, en in 2021 brachten ze hun album Let the Soil Play Its Simple Part uit. Dit jaar wonnen ze zelfs een Grammy voor hun tweede gezamenlijke plaat Rectangles and Circumstance.
Net als Dessner zoekt Shaw de kruisbestuiving tussen postminimalisme, pop en neoklassiek. Samenwerken zit haar in de genen. Als lid van vocaal ensemble Roomful of Teeth schreef ze Partita for 8 Voices, waarmee ze in 2013 als jongste componist ooit de Pulitzer Prize in de wacht sleepte. Tegenwoordig vormt Shaw het elektropopduo Ringdown met haar levenspartner Danni Lee. Voor Sō Percussion schreef ze in opdracht van Het Concertgebouw Fonds Strange and Artificial Echoes; verwacht pure slagwerkmuziek met een krachtig bandjesgevoel. Aan Preludium mailde Caroline Shaw over haar nieuwe werk: ‘De titel is ontleend aan Francis Bacons onvoltooide utopische novelle New Atlantis, die werd uitgegeven in 1627. De bezetting bestaat uit marimba, vibrafoon, glockenspiel, zes cassettedecks en stenen. Het werk is losjes geïnspireerd op Mozarts ‘Dissonantenkwartet’, KV 465 (1785) en de experimentele muziek van Daphne Oram, John Cage en Morton Feldman.’
Zodra je met Sō Percussion in zee gaat, wordt de vriendschapsband aangehaald: het sympathieke slagwerkkwartet neemt de componist onder zijn hoede. Bij componiste Caroline Shaw gebeurt dat zelfs letterlijk, want Shaw deelt geregeld met Sō Percussion het concertpodium. Eerder componeerde ze voor het kwartet en sopraan Dawn Upshaw al Narrow Sea (2017). De symbiose tussen Shaw en het slagwerkkwartet is zelfs zo hecht, dat ze voortaan samen als band aan songs werken, en in 2021 brachten ze hun album Let the Soil Play Its Simple Part uit. Dit jaar wonnen ze zelfs een Grammy voor hun tweede gezamenlijke plaat Rectangles and Circumstance.
Net als Dessner zoekt Shaw de kruisbestuiving tussen postminimalisme, pop en neoklassiek. Samenwerken zit haar in de genen. Als lid van vocaal ensemble Roomful of Teeth schreef ze Partita for 8 Voices, waarmee ze in 2013 als jongste componist ooit de Pulitzer Prize in de wacht sleepte. Tegenwoordig vormt Shaw het elektropopduo Ringdown met haar levenspartner Danni Lee. Voor Sō Percussion schreef ze in opdracht van Het Concertgebouw Fonds Strange and Artificial Echoes; verwacht pure slagwerkmuziek met een krachtig bandjesgevoel. Aan Preludium mailde Caroline Shaw over haar nieuwe werk: ‘De titel is ontleend aan Francis Bacons onvoltooide utopische novelle New Atlantis, die werd uitgegeven in 1627. De bezetting bestaat uit marimba, vibrafoon, glockenspiel, zes cassettedecks en stenen. Het werk is losjes geïnspireerd op Mozarts ‘Dissonantenkwartet’, KV 465 (1785) en de experimentele muziek van Daphne Oram, John Cage en Morton Feldman.’
Toelichting
Een muziekbron die diep in ieder mens is geworteld. De eeuwige hartenklop verstomt nooit en neemt iedereen mee in zijn ritme. Voor componisten is het spelen met ritmiek een essentieel element van hun palet. Zeker in de twintigste eeuw heeft slagwerkmuziek een duizelingwekkende evolutie doorgemaakt – van de oerpuls van Igor Stravinsky’s Le sacre du printemps tot de visionaire percussieavonturen van Edgard Varèse, John Cage, Lou Harrison en Iannis Xenakis. Componisten vonden inspiratie in landen als Ghana, Indonesië, Japan en India. Slagwerkmuziek kruipt onder de huid en als muziekmaker zit je er het liefst middenin. Componisten werken nauw samen met specialistische slagwerkensembles of richten hun eigen groepen op. Het Amerikaanse gezelschap Sō Percussion timmert al vijfentwintig jaar aan de weg. Het viertal onderhoudt duurzame relaties met componisten, onder wie Caroline Shaw en David Lang. Tijdens hun concert presenteren de Amerikanen twee signatuurwerken en een gloednieuwe compositie van Caroline Shaw, de afsluiter van haar periode als composer in residence van Het Concertgebouw.
Een muziekbron die diep in ieder mens is geworteld. De eeuwige hartenklop verstomt nooit en neemt iedereen mee in zijn ritme. Voor componisten is het spelen met ritmiek een essentieel element van hun palet. Zeker in de twintigste eeuw heeft slagwerkmuziek een duizelingwekkende evolutie doorgemaakt – van de oerpuls van Igor Stravinsky’s Le sacre du printemps tot de visionaire percussieavonturen van Edgard Varèse, John Cage, Lou Harrison en Iannis Xenakis. Componisten vonden inspiratie in landen als Ghana, Indonesië, Japan en India. Slagwerkmuziek kruipt onder de huid en als muziekmaker zit je er het liefst middenin. Componisten werken nauw samen met specialistische slagwerkensembles of richten hun eigen groepen op. Het Amerikaanse gezelschap Sō Percussion timmert al vijfentwintig jaar aan de weg. Het viertal onderhoudt duurzame relaties met componisten, onder wie Caroline Shaw en David Lang. Tijdens hun concert presenteren de Amerikanen twee signatuurwerken en een gloednieuwe compositie van Caroline Shaw, de afsluiter van haar periode als composer in residence van Het Concertgebouw.
Steve Reich (1936)
Music for Pieces of Wood
Een van de hedendaagse muziekstromingen die nauw verbonden is met de emancipatie van de slagwerkmuziek is de ‘minimal music’. Verschuivende repetitieve patronen en een heldere puls vormen de ruggengraat van veel minimalistische uitstapjes. De Amerikaanse componist Steve Reich geldt als een van de pioniers. De hallucinante werking van ritmes speelt een sleutelrol in zijn vroegste composities. Het experimenteren met geleidelijk verschuivende muzikale patronen noemde Reich zelf phasing. Zijn vroege tape-experimenten resulteerden uiteindelijk in zijn meesterwerk Drumming (1970-71) voor uitgebreid ensemble. In de jaren zeventig had Reich de behoefte aan handzamere werken voor slagwerk.
Zijn eigen ensemble, Steve Reich and Musicians, toerde over de hele wereld. Zo’n percussiewerk op zakformaat is dan best een uitkomst. In 1972 schreef hij al Clapping Music voor twee musici: louter met ritmisch handgeklap creëert het tweetal een inventief compositorisch hoogstandje. Een jaar later voltooide Reich zijn Music for Pieces of Wood. Het werk is geschreven voor vier of vijf paar claves. Dit zijn cilindervormige slagwerkinstrumentjes van hardhout. Reich koos deze instrumenten voor hun specifieke toonhoogtes en resonantie. Op een van de claves wordt een eenvoudig basispatroon gespeeld, waarna de andere musici één voor één stapsgewijs hetzelfde motief inzetten. Langzaam ontvouwt zich een spanningsvolle canon. In dit hechte klankweefsel schemeren weer melodische motiefjes door. Het werk behoort naar eigen zeggen tot de luidste composities die Reich heeft geschreven.
Een van de hedendaagse muziekstromingen die nauw verbonden is met de emancipatie van de slagwerkmuziek is de ‘minimal music’. Verschuivende repetitieve patronen en een heldere puls vormen de ruggengraat van veel minimalistische uitstapjes. De Amerikaanse componist Steve Reich geldt als een van de pioniers. De hallucinante werking van ritmes speelt een sleutelrol in zijn vroegste composities. Het experimenteren met geleidelijk verschuivende muzikale patronen noemde Reich zelf phasing. Zijn vroege tape-experimenten resulteerden uiteindelijk in zijn meesterwerk Drumming (1970-71) voor uitgebreid ensemble. In de jaren zeventig had Reich de behoefte aan handzamere werken voor slagwerk.
Zijn eigen ensemble, Steve Reich and Musicians, toerde over de hele wereld. Zo’n percussiewerk op zakformaat is dan best een uitkomst. In 1972 schreef hij al Clapping Music voor twee musici: louter met ritmisch handgeklap creëert het tweetal een inventief compositorisch hoogstandje. Een jaar later voltooide Reich zijn Music for Pieces of Wood. Het werk is geschreven voor vier of vijf paar claves. Dit zijn cilindervormige slagwerkinstrumentjes van hardhout. Reich koos deze instrumenten voor hun specifieke toonhoogtes en resonantie. Op een van de claves wordt een eenvoudig basispatroon gespeeld, waarna de andere musici één voor één stapsgewijs hetzelfde motief inzetten. Langzaam ontvouwt zich een spanningsvolle canon. In dit hechte klankweefsel schemeren weer melodische motiefjes door. Het werk behoort naar eigen zeggen tot de luidste composities die Reich heeft geschreven.
Bryce Dessner (1976)
Music for Wood and Strings
Ritmes moet je voelen. De Amerikaanse componist en gitarist Bryce Dessner geniet grote bekendheid als kernlid van de indierockband The National. Zijn liefde voor verfijnde ritmes kan hij ook kwijt in zijn eigen composities. Dessner omarmt de directe taal van de rockmuziek, maar hij luistert ook naar minimal music en muziek uit de Renaissance en de Barok. Een van zijn ambitieuzere werken schreef hij voor Sō Percussion, en voor dit werk Music for Wood and Strings zijn zelfs nieuwe instrumenten ontworpen.
Samen met ontwerper Aron Sanchez (van de band Buke and Gase) bouwde Dessner aan de zogenaamde chordstick. Dit versterkte slagwerkinstrument is een kruising tussen een elektrische gitaar en de hammered dulcimer, een citer-achtig instrument dat wordt bespeeld met hamertjes. De musici bespelen de snaren van de chordstick met kleine plastic strijkstokjes en plectrums. Chordsticks beschikken over een rijke sonore nagalm. Daarnaast schrijft Dessner enkele andere slagwerkinstrumenten voor, waaronder snaredrum, woodblocks en bassdrum. Dessner varieert naar hartenlust met hypnotische ritmes, spannende stiltes en zinderende timbres. Met zijn Music for Wood and Strings slaat hij een brug tussen zijn passie voor swingende rockgrooves en de strakke, graduele processen van de vroege minimal music.
Ritmes moet je voelen. De Amerikaanse componist en gitarist Bryce Dessner geniet grote bekendheid als kernlid van de indierockband The National. Zijn liefde voor verfijnde ritmes kan hij ook kwijt in zijn eigen composities. Dessner omarmt de directe taal van de rockmuziek, maar hij luistert ook naar minimal music en muziek uit de Renaissance en de Barok. Een van zijn ambitieuzere werken schreef hij voor Sō Percussion, en voor dit werk Music for Wood and Strings zijn zelfs nieuwe instrumenten ontworpen.
Samen met ontwerper Aron Sanchez (van de band Buke and Gase) bouwde Dessner aan de zogenaamde chordstick. Dit versterkte slagwerkinstrument is een kruising tussen een elektrische gitaar en de hammered dulcimer, een citer-achtig instrument dat wordt bespeeld met hamertjes. De musici bespelen de snaren van de chordstick met kleine plastic strijkstokjes en plectrums. Chordsticks beschikken over een rijke sonore nagalm. Daarnaast schrijft Dessner enkele andere slagwerkinstrumenten voor, waaronder snaredrum, woodblocks en bassdrum. Dessner varieert naar hartenlust met hypnotische ritmes, spannende stiltes en zinderende timbres. Met zijn Music for Wood and Strings slaat hij een brug tussen zijn passie voor swingende rockgrooves en de strakke, graduele processen van de vroege minimal music.
Caroline Shaw (1982)
Strange and Artificial Echoes
Zodra je met Sō Percussion in zee gaat, wordt de vriendschapsband aangehaald: het sympathieke slagwerkkwartet neemt de componist onder zijn hoede. Bij componiste Caroline Shaw gebeurt dat zelfs letterlijk, want Shaw deelt geregeld met Sō Percussion het concertpodium. Eerder componeerde ze voor het kwartet en sopraan Dawn Upshaw al Narrow Sea (2017). De symbiose tussen Shaw en het slagwerkkwartet is zelfs zo hecht, dat ze voortaan samen als band aan songs werken, en in 2021 brachten ze hun album Let the Soil Play Its Simple Part uit. Dit jaar wonnen ze zelfs een Grammy voor hun tweede gezamenlijke plaat Rectangles and Circumstance.
Net als Dessner zoekt Shaw de kruisbestuiving tussen postminimalisme, pop en neoklassiek. Samenwerken zit haar in de genen. Als lid van vocaal ensemble Roomful of Teeth schreef ze Partita for 8 Voices, waarmee ze in 2013 als jongste componist ooit de Pulitzer Prize in de wacht sleepte. Tegenwoordig vormt Shaw het elektropopduo Ringdown met haar levenspartner Danni Lee. Voor Sō Percussion schreef ze in opdracht van Het Concertgebouw Fonds Strange and Artificial Echoes; verwacht pure slagwerkmuziek met een krachtig bandjesgevoel. Aan Preludium mailde Caroline Shaw over haar nieuwe werk: ‘De titel is ontleend aan Francis Bacons onvoltooide utopische novelle New Atlantis, die werd uitgegeven in 1627. De bezetting bestaat uit marimba, vibrafoon, glockenspiel, zes cassettedecks en stenen. Het werk is losjes geïnspireerd op Mozarts ‘Dissonantenkwartet’, KV 465 (1785) en de experimentele muziek van Daphne Oram, John Cage en Morton Feldman.’
Zodra je met Sō Percussion in zee gaat, wordt de vriendschapsband aangehaald: het sympathieke slagwerkkwartet neemt de componist onder zijn hoede. Bij componiste Caroline Shaw gebeurt dat zelfs letterlijk, want Shaw deelt geregeld met Sō Percussion het concertpodium. Eerder componeerde ze voor het kwartet en sopraan Dawn Upshaw al Narrow Sea (2017). De symbiose tussen Shaw en het slagwerkkwartet is zelfs zo hecht, dat ze voortaan samen als band aan songs werken, en in 2021 brachten ze hun album Let the Soil Play Its Simple Part uit. Dit jaar wonnen ze zelfs een Grammy voor hun tweede gezamenlijke plaat Rectangles and Circumstance.
Net als Dessner zoekt Shaw de kruisbestuiving tussen postminimalisme, pop en neoklassiek. Samenwerken zit haar in de genen. Als lid van vocaal ensemble Roomful of Teeth schreef ze Partita for 8 Voices, waarmee ze in 2013 als jongste componist ooit de Pulitzer Prize in de wacht sleepte. Tegenwoordig vormt Shaw het elektropopduo Ringdown met haar levenspartner Danni Lee. Voor Sō Percussion schreef ze in opdracht van Het Concertgebouw Fonds Strange and Artificial Echoes; verwacht pure slagwerkmuziek met een krachtig bandjesgevoel. Aan Preludium mailde Caroline Shaw over haar nieuwe werk: ‘De titel is ontleend aan Francis Bacons onvoltooide utopische novelle New Atlantis, die werd uitgegeven in 1627. De bezetting bestaat uit marimba, vibrafoon, glockenspiel, zes cassettedecks en stenen. Het werk is losjes geïnspireerd op Mozarts ‘Dissonantenkwartet’, KV 465 (1785) en de experimentele muziek van Daphne Oram, John Cage en Morton Feldman.’
Biografie
Sō Percussion, ensemble
Al een kwarteeuw zet het Grammy-winnende ensemble Sō Percussion zich in voor het slagwerkrepertoire. De musici voelen zich thuis in klassiek, hiphop, indie, hedendaagse dans en het theater, en het eigenzinnige Amerikaanse slagwerkkwartet wordt alom geprezen. Het ensemble werkte samen met toonaangevende componisten als David Lang, Julia Wolfe, Nathalie Joachim en Steve Reich.
Hun nieuwste album Rectangles and Circumstance, gemaakt in samenwerking met Caroline Shaw, won onlangs een Grammy Award. In 2024/2025 reisden Sō Percussion en Shaw met dit programma langs onder meer de Barbican Hall in Londen, Bozar in Brussel, de Saffron Hall in Essex en het cultureel centrum 92NY in New York.
Andere recente hoogtepunten waren optredens in Carnegie Hall in New York, de Elbphilharmonie Hamburg en het Palau de la Música Catalana in Barcelona, en een tournee met choreograaf Olivier Tarpaga door Benin en Burkina Faso. De discografie van Sō Percussion telt meer dan 25 albums, met onder meer werk van Julius Eastman, Steven Mackey en eigen composities. Het slagwerkkwartet is ook actief op het gebied van educatie en maatschappelijke betrokkenheid.
Als artists in residence zijn de musici verbonden aan Princeton University, en ze organiseren projecten als het Sō Percussion Summer Institute en lokale concertreeksen in Brooklyn. In Het Concertgebouw maken de slagwerkers hun debuut.