Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Concertprogramma

Concertprogramma

Brahms’ Klarinetkwintet met Jelmer de Moed

Brahms’ Klarinetkwintet met Jelmer de Moed

Kleine Zaal
24 mei 2024
20.15 uur

Print dit programma

Jelmer de Moed klarinet
Rik Kuppen piano

Animato Kwartet
Inga Våga Gaustad viool
Tim Brackman viool
Elisa Karen Tavenier altviool
Pieter de Koe cello

Dit concert maakt deel uit van de serie Jonge Nederlanders.

Ook interessant:
- De koffer van Jelmer de Moed

Johannes Brahms (1833-1897)

Klarinetsonate in Es gr.t.,
op. 120 nr. 2 (1894)
Allegro amabile
Allegro appassionato – Sostenuto
Andante con moto – Allegro – Più 
     tranquillo

Alban Berg (1885-1935)

Vier Stücke, op. 5 (1913)
voor klarinet en piano
Mässig
Sehr langsam
Sehr rasch
Langsam

Mathilde Wantenaar (1993)

nieuw werk (2024)
voor klarinet en piano

pauze ± 21.00 uur

Tristan Keuris (1946-1996)

Lamento
uit ‘Klarinetkwintet’ (1988)
gecomponeerd ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van Het Concertgebouw; opgedragen aan George Pieterson en het Orlando Kwartet

Johannes Brahms

Klarinetkwintet in b kl.t.,
op. 115 (1891)
Allegro
Adagio – Più lento
Andantino – Presto non assai ma 
     con sentimento

Con moto – Un poco meno mosso

einde ± 22.15 uur

Met dank aan de begunstigers van het Fonds Hemelbestormers.

Kleine Zaal 24 mei 2024 20.15 uur

Jelmer de Moed klarinet
Rik Kuppen piano

Animato Kwartet
Inga Våga Gaustad viool
Tim Brackman viool
Elisa Karen Tavenier altviool
Pieter de Koe cello

Dit concert maakt deel uit van de serie Jonge Nederlanders.

Ook interessant:
- De koffer van Jelmer de Moed

Johannes Brahms (1833-1897)

Klarinetsonate in Es gr.t.,
op. 120 nr. 2 (1894)
Allegro amabile
Allegro appassionato – Sostenuto
Andante con moto – Allegro – Più 
     tranquillo

Alban Berg (1885-1935)

Vier Stücke, op. 5 (1913)
voor klarinet en piano
Mässig
Sehr langsam
Sehr rasch
Langsam

Mathilde Wantenaar (1993)

nieuw werk (2024)
voor klarinet en piano

pauze ± 21.00 uur

Tristan Keuris (1946-1996)

Lamento
uit ‘Klarinetkwintet’ (1988)
gecomponeerd ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van Het Concertgebouw; opgedragen aan George Pieterson en het Orlando Kwartet

Johannes Brahms

Klarinetkwintet in b kl.t.,
op. 115 (1891)
Allegro
Adagio – Più lento
Andantino – Presto non assai ma 
     con sentimento

Con moto – Un poco meno mosso

einde ± 22.15 uur

Met dank aan de begunstigers van het Fonds Hemelbestormers.

Toelichting

Toelichting

door Anja Sicking

Klarinettist Jelmer de Moed koos voor een romantisch programma. Het emotionele werk van Johannes Brahms ligt hem na aan het hart, net als de expressionistische stukken van Alban Berg en Tristan Keuris.

‘Veel nieuws stemt me droevig,’ vertelt hij aan een tafeltje in de bibliotheek in Den Haag, zijn woonplaats. ‘Zoals het idee dat er een jonge man in een loopgraaf in de Donbas ligt of een kind onder het puin van een huis in Gaza. Als ik me in die conflicten inleef, maakt dat me koud, ik harnas mezelf. De kamermuziek van Brahms doet het tegenovergestelde, daar word ik warm van, als ik die muziek speel kan ik me weer verbinden met anderen.’ 

‘De eerste keer dat ik een klarinet hoorde was bij een optreden van een klezmerband op een bruiloft in Wageningen, waar ik vandaan kom. Ik vond het instrument direct prachtig klinken, maar wat nog meer indruk op me maakte was hoe de mensen op het podium samenspeelden. Ze waren opgewekt, er lag een sprankeling in hun ogen als ze naar elkaar keken. Het danste en swingde aan alle kanten.’

Over klarinetspelen

‘Ik kreeg mijn eerste klarinet­lessen op mijn achtste, van een amateur, via de harmonie, in een garage. Ik kwam binnen in een washok, daar kon ik alvast mijn klarinet uitpakken. Ik had duo-les, als ik niet aan de beurt was las ik een Donald Duck.’ De Moed vertelt over het studentenorkest waar hij op zijn veertiende in kwam. ‘We speelden de Achtste symfonie van Dvořák, toen is de vlam in de pan geslagen. Na de middelbare school werd ik aangenomen op het Conservatorium van Amsterdam, bij Arno Piters, de es-klarinettist van het Concertgebouworkest. Vanaf dat moment ging ik er helemaal voor. Ik had in mijn hoofd dat ik tienduizend uur moest studeren voordat ik 21 zou zijn. Ik praatte er met niemand over. Ik zette een timer en oefende zes uur per dag. De eerste twee jaar van mijn studie heb ik nauwelijks daglicht gezien. Nu studeer ik nooit meer zo lang, hooguit drie uur per dag, maar wel effectiever.’

‘Ik speel op Reform-Boehm-klarinetten van Leitner & Kraus, maar met een Frans mondstuk, dat maakt de aanzet flexibel. Ik ben beïnvloed door de techniek van zangers, die probeer ik te vertalen naar mijn klarinetspel. Ik laat de klank zoveel mogelijk in mijn mond en keel ontstaan en probeer de resonantie ervan in mijn lichaam toe te laten, in plaats van dat mijn focus tijdens het spelen te zeer buiten mijzelf ligt, op het riet en het instrument. Mijn rieten maak ik niet zelf, ik koop ze. Ik schuur ze wel bij, niet alleen aan de bovenkant, zoals de meeste klarinettisten doen, ook aan de achterkant, die maak ik spekglad. Dat doe ik heel voorzichtig. Ik merkte dat ik steeds fijner schuurpapier koos. Nu werk ik zelfs met de achterkant van schuurpapier. Ik polijst het riet dag in dag uit, tot het perfect aansluit op de baan van het mondstuk.’

Het programma

We spreken over het ­Klarinetkwintet in b klein en de Sonate in Es groot die Johannes Brahms aan het einde van zijn carrière componeerde. Hij beschouwde zijn oeuvre eigenlijk al als voltooid, maar raakte geïnspireerd door het spel van de klarinettist aan het hof van Meiningen, Richard Mühlfeld. De Moed: ‘Brahms moet goed op de hoogte zijn geweest van de expressieve mogelijkheden van het instrument en prees Mühlfelds gebruik van vibrato. De dialoog tussen Brahms en de musici om hem heen was heel levendig. In de Vier Stücke die Alban Berg in 1923 schreef vind je de laatromantische klanken van Brahms terug. De Vier Stücke zijn expressionistische miniaturen van de sonatevorm, alleen duurt ieder deel maar één minuut.’

‘Brahms inspireerde ook de Nederlandse componist Tristan Keuris bij het schrijven van zijn klarinetkwintet; dat is eveneens vierdelig, heel melodisch en vol gevoel. Wel schrijft Keuris alles extreem precies op, zelfs een vertraging schrijft hij uit, met plotseling wisselende maatsoorten van een driekwartsmaat naar een zevenzestiende.’

‘Tegenwoordig wordt er vaak van een componist gevraagd om vanuit het niets ineens een stuk op tafel te leggen. Ik wil die werkwijze graag doorbreken. Mathilde Wantenaar schrijft voor het concert in de Kleine Zaal een nieuw stuk voor klarinet en piano. We hebben voordat ze begon met componeren samen naar muziek geluisterd en veel met elkaar gepraat over het klarinet­repertoire dat ons inspireert en wat we daaraan willen toevoegen. Er is geen statische deadline, we kiezen voor een langere periode van inspireren, cultiveren, ideeën uitwerken, uitproberen en laten rijpen tot het juist voelt om de ideeën uit te werken tot een volledige compositie. Na vele gesprekken aan de keukentafel, aan de piano, en in de studio klinkt op 24 mei de eerste muziek van deze samenwerking: een work in progress!’

Competitie

Als we het hebben over zijn plaats in de muziekwereld, vertelt De Moed dat er veel concurrentie is onder jonge musici. ‘Het pad waarop ik me begeef wordt steeds smaller. Eerst ben je blij als je wordt aangenomen op het conservatorium, dan dat je wordt geselecteerd voor een master, voor het Nationaal Jeugd Orkest en zo verder. In het systeem zit een voortdurende competitie, de groep die de volgende stap richting een carrière als uitvoerend musicus zet wordt steeds kleiner.’

‘Ik vind het jammer om te moeten concurreren met muziek. Ik probeer me daar deels aan te onttrekken door eigen projecten op te zetten en samenwerkingen aan te gaan met mensen uit andere disciplines, zoals een kunstenaar of een lichtontwerper. Ik moet daardoor vaak begrotingen maken en subsidies aanvragen. Mijn klarinet ligt naast mijn laptop. Toch heb ik zo ook veel vrijheid, ik kan samenwerken met wie ik wil. In de Kleine Zaal sta ik straks op het podium met musici met wie ik al lang samenspeel, we streven hetzelfde ideaal na: musiceren met zoveel mogelijk zeggingskracht.’  

Klarinettist Jelmer de Moed koos voor een romantisch programma. Het emotionele werk van Johannes Brahms ligt hem na aan het hart, net als de expressionistische stukken van Alban Berg en Tristan Keuris.

‘Veel nieuws stemt me droevig,’ vertelt hij aan een tafeltje in de bibliotheek in Den Haag, zijn woonplaats. ‘Zoals het idee dat er een jonge man in een loopgraaf in de Donbas ligt of een kind onder het puin van een huis in Gaza. Als ik me in die conflicten inleef, maakt dat me koud, ik harnas mezelf. De kamermuziek van Brahms doet het tegenovergestelde, daar word ik warm van, als ik die muziek speel kan ik me weer verbinden met anderen.’ 

‘De eerste keer dat ik een klarinet hoorde was bij een optreden van een klezmerband op een bruiloft in Wageningen, waar ik vandaan kom. Ik vond het instrument direct prachtig klinken, maar wat nog meer indruk op me maakte was hoe de mensen op het podium samenspeelden. Ze waren opgewekt, er lag een sprankeling in hun ogen als ze naar elkaar keken. Het danste en swingde aan alle kanten.’

Over klarinetspelen

‘Ik kreeg mijn eerste klarinet­lessen op mijn achtste, van een amateur, via de harmonie, in een garage. Ik kwam binnen in een washok, daar kon ik alvast mijn klarinet uitpakken. Ik had duo-les, als ik niet aan de beurt was las ik een Donald Duck.’ De Moed vertelt over het studentenorkest waar hij op zijn veertiende in kwam. ‘We speelden de Achtste symfonie van Dvořák, toen is de vlam in de pan geslagen. Na de middelbare school werd ik aangenomen op het Conservatorium van Amsterdam, bij Arno Piters, de es-klarinettist van het Concertgebouworkest. Vanaf dat moment ging ik er helemaal voor. Ik had in mijn hoofd dat ik tienduizend uur moest studeren voordat ik 21 zou zijn. Ik praatte er met niemand over. Ik zette een timer en oefende zes uur per dag. De eerste twee jaar van mijn studie heb ik nauwelijks daglicht gezien. Nu studeer ik nooit meer zo lang, hooguit drie uur per dag, maar wel effectiever.’

‘Ik speel op Reform-Boehm-klarinetten van Leitner & Kraus, maar met een Frans mondstuk, dat maakt de aanzet flexibel. Ik ben beïnvloed door de techniek van zangers, die probeer ik te vertalen naar mijn klarinetspel. Ik laat de klank zoveel mogelijk in mijn mond en keel ontstaan en probeer de resonantie ervan in mijn lichaam toe te laten, in plaats van dat mijn focus tijdens het spelen te zeer buiten mijzelf ligt, op het riet en het instrument. Mijn rieten maak ik niet zelf, ik koop ze. Ik schuur ze wel bij, niet alleen aan de bovenkant, zoals de meeste klarinettisten doen, ook aan de achterkant, die maak ik spekglad. Dat doe ik heel voorzichtig. Ik merkte dat ik steeds fijner schuurpapier koos. Nu werk ik zelfs met de achterkant van schuurpapier. Ik polijst het riet dag in dag uit, tot het perfect aansluit op de baan van het mondstuk.’

Het programma

We spreken over het ­Klarinetkwintet in b klein en de Sonate in Es groot die Johannes Brahms aan het einde van zijn carrière componeerde. Hij beschouwde zijn oeuvre eigenlijk al als voltooid, maar raakte geïnspireerd door het spel van de klarinettist aan het hof van Meiningen, Richard Mühlfeld. De Moed: ‘Brahms moet goed op de hoogte zijn geweest van de expressieve mogelijkheden van het instrument en prees Mühlfelds gebruik van vibrato. De dialoog tussen Brahms en de musici om hem heen was heel levendig. In de Vier Stücke die Alban Berg in 1923 schreef vind je de laatromantische klanken van Brahms terug. De Vier Stücke zijn expressionistische miniaturen van de sonatevorm, alleen duurt ieder deel maar één minuut.’

‘Brahms inspireerde ook de Nederlandse componist Tristan Keuris bij het schrijven van zijn klarinetkwintet; dat is eveneens vierdelig, heel melodisch en vol gevoel. Wel schrijft Keuris alles extreem precies op, zelfs een vertraging schrijft hij uit, met plotseling wisselende maatsoorten van een driekwartsmaat naar een zevenzestiende.’

‘Tegenwoordig wordt er vaak van een componist gevraagd om vanuit het niets ineens een stuk op tafel te leggen. Ik wil die werkwijze graag doorbreken. Mathilde Wantenaar schrijft voor het concert in de Kleine Zaal een nieuw stuk voor klarinet en piano. We hebben voordat ze begon met componeren samen naar muziek geluisterd en veel met elkaar gepraat over het klarinet­repertoire dat ons inspireert en wat we daaraan willen toevoegen. Er is geen statische deadline, we kiezen voor een langere periode van inspireren, cultiveren, ideeën uitwerken, uitproberen en laten rijpen tot het juist voelt om de ideeën uit te werken tot een volledige compositie. Na vele gesprekken aan de keukentafel, aan de piano, en in de studio klinkt op 24 mei de eerste muziek van deze samenwerking: een work in progress!’

Competitie

Als we het hebben over zijn plaats in de muziekwereld, vertelt De Moed dat er veel concurrentie is onder jonge musici. ‘Het pad waarop ik me begeef wordt steeds smaller. Eerst ben je blij als je wordt aangenomen op het conservatorium, dan dat je wordt geselecteerd voor een master, voor het Nationaal Jeugd Orkest en zo verder. In het systeem zit een voortdurende competitie, de groep die de volgende stap richting een carrière als uitvoerend musicus zet wordt steeds kleiner.’

‘Ik vind het jammer om te moeten concurreren met muziek. Ik probeer me daar deels aan te onttrekken door eigen projecten op te zetten en samenwerkingen aan te gaan met mensen uit andere disciplines, zoals een kunstenaar of een lichtontwerper. Ik moet daardoor vaak begrotingen maken en subsidies aanvragen. Mijn klarinet ligt naast mijn laptop. Toch heb ik zo ook veel vrijheid, ik kan samenwerken met wie ik wil. In de Kleine Zaal sta ik straks op het podium met musici met wie ik al lang samenspeel, we streven hetzelfde ideaal na: musiceren met zoveel mogelijk zeggingskracht.’  

door Anja Sicking

Toelichting

door Anja Sicking

Klarinettist Jelmer de Moed koos voor een romantisch programma. Het emotionele werk van Johannes Brahms ligt hem na aan het hart, net als de expressionistische stukken van Alban Berg en Tristan Keuris.

‘Veel nieuws stemt me droevig,’ vertelt hij aan een tafeltje in de bibliotheek in Den Haag, zijn woonplaats. ‘Zoals het idee dat er een jonge man in een loopgraaf in de Donbas ligt of een kind onder het puin van een huis in Gaza. Als ik me in die conflicten inleef, maakt dat me koud, ik harnas mezelf. De kamermuziek van Brahms doet het tegenovergestelde, daar word ik warm van, als ik die muziek speel kan ik me weer verbinden met anderen.’ 

‘De eerste keer dat ik een klarinet hoorde was bij een optreden van een klezmerband op een bruiloft in Wageningen, waar ik vandaan kom. Ik vond het instrument direct prachtig klinken, maar wat nog meer indruk op me maakte was hoe de mensen op het podium samenspeelden. Ze waren opgewekt, er lag een sprankeling in hun ogen als ze naar elkaar keken. Het danste en swingde aan alle kanten.’

Over klarinetspelen

‘Ik kreeg mijn eerste klarinet­lessen op mijn achtste, van een amateur, via de harmonie, in een garage. Ik kwam binnen in een washok, daar kon ik alvast mijn klarinet uitpakken. Ik had duo-les, als ik niet aan de beurt was las ik een Donald Duck.’ De Moed vertelt over het studentenorkest waar hij op zijn veertiende in kwam. ‘We speelden de Achtste symfonie van Dvořák, toen is de vlam in de pan geslagen. Na de middelbare school werd ik aangenomen op het Conservatorium van Amsterdam, bij Arno Piters, de es-klarinettist van het Concertgebouworkest. Vanaf dat moment ging ik er helemaal voor. Ik had in mijn hoofd dat ik tienduizend uur moest studeren voordat ik 21 zou zijn. Ik praatte er met niemand over. Ik zette een timer en oefende zes uur per dag. De eerste twee jaar van mijn studie heb ik nauwelijks daglicht gezien. Nu studeer ik nooit meer zo lang, hooguit drie uur per dag, maar wel effectiever.’

‘Ik speel op Reform-Boehm-klarinetten van Leitner & Kraus, maar met een Frans mondstuk, dat maakt de aanzet flexibel. Ik ben beïnvloed door de techniek van zangers, die probeer ik te vertalen naar mijn klarinetspel. Ik laat de klank zoveel mogelijk in mijn mond en keel ontstaan en probeer de resonantie ervan in mijn lichaam toe te laten, in plaats van dat mijn focus tijdens het spelen te zeer buiten mijzelf ligt, op het riet en het instrument. Mijn rieten maak ik niet zelf, ik koop ze. Ik schuur ze wel bij, niet alleen aan de bovenkant, zoals de meeste klarinettisten doen, ook aan de achterkant, die maak ik spekglad. Dat doe ik heel voorzichtig. Ik merkte dat ik steeds fijner schuurpapier koos. Nu werk ik zelfs met de achterkant van schuurpapier. Ik polijst het riet dag in dag uit, tot het perfect aansluit op de baan van het mondstuk.’

Het programma

We spreken over het ­Klarinetkwintet in b klein en de Sonate in Es groot die Johannes Brahms aan het einde van zijn carrière componeerde. Hij beschouwde zijn oeuvre eigenlijk al als voltooid, maar raakte geïnspireerd door het spel van de klarinettist aan het hof van Meiningen, Richard Mühlfeld. De Moed: ‘Brahms moet goed op de hoogte zijn geweest van de expressieve mogelijkheden van het instrument en prees Mühlfelds gebruik van vibrato. De dialoog tussen Brahms en de musici om hem heen was heel levendig. In de Vier Stücke die Alban Berg in 1923 schreef vind je de laatromantische klanken van Brahms terug. De Vier Stücke zijn expressionistische miniaturen van de sonatevorm, alleen duurt ieder deel maar één minuut.’

‘Brahms inspireerde ook de Nederlandse componist Tristan Keuris bij het schrijven van zijn klarinetkwintet; dat is eveneens vierdelig, heel melodisch en vol gevoel. Wel schrijft Keuris alles extreem precies op, zelfs een vertraging schrijft hij uit, met plotseling wisselende maatsoorten van een driekwartsmaat naar een zevenzestiende.’

‘Tegenwoordig wordt er vaak van een componist gevraagd om vanuit het niets ineens een stuk op tafel te leggen. Ik wil die werkwijze graag doorbreken. Mathilde Wantenaar schrijft voor het concert in de Kleine Zaal een nieuw stuk voor klarinet en piano. We hebben voordat ze begon met componeren samen naar muziek geluisterd en veel met elkaar gepraat over het klarinet­repertoire dat ons inspireert en wat we daaraan willen toevoegen. Er is geen statische deadline, we kiezen voor een langere periode van inspireren, cultiveren, ideeën uitwerken, uitproberen en laten rijpen tot het juist voelt om de ideeën uit te werken tot een volledige compositie. Na vele gesprekken aan de keukentafel, aan de piano, en in de studio klinkt op 24 mei de eerste muziek van deze samenwerking: een work in progress!’

Competitie

Als we het hebben over zijn plaats in de muziekwereld, vertelt De Moed dat er veel concurrentie is onder jonge musici. ‘Het pad waarop ik me begeef wordt steeds smaller. Eerst ben je blij als je wordt aangenomen op het conservatorium, dan dat je wordt geselecteerd voor een master, voor het Nationaal Jeugd Orkest en zo verder. In het systeem zit een voortdurende competitie, de groep die de volgende stap richting een carrière als uitvoerend musicus zet wordt steeds kleiner.’

‘Ik vind het jammer om te moeten concurreren met muziek. Ik probeer me daar deels aan te onttrekken door eigen projecten op te zetten en samenwerkingen aan te gaan met mensen uit andere disciplines, zoals een kunstenaar of een lichtontwerper. Ik moet daardoor vaak begrotingen maken en subsidies aanvragen. Mijn klarinet ligt naast mijn laptop. Toch heb ik zo ook veel vrijheid, ik kan samenwerken met wie ik wil. In de Kleine Zaal sta ik straks op het podium met musici met wie ik al lang samenspeel, we streven hetzelfde ideaal na: musiceren met zoveel mogelijk zeggingskracht.’  

Klarinettist Jelmer de Moed koos voor een romantisch programma. Het emotionele werk van Johannes Brahms ligt hem na aan het hart, net als de expressionistische stukken van Alban Berg en Tristan Keuris.

‘Veel nieuws stemt me droevig,’ vertelt hij aan een tafeltje in de bibliotheek in Den Haag, zijn woonplaats. ‘Zoals het idee dat er een jonge man in een loopgraaf in de Donbas ligt of een kind onder het puin van een huis in Gaza. Als ik me in die conflicten inleef, maakt dat me koud, ik harnas mezelf. De kamermuziek van Brahms doet het tegenovergestelde, daar word ik warm van, als ik die muziek speel kan ik me weer verbinden met anderen.’ 

‘De eerste keer dat ik een klarinet hoorde was bij een optreden van een klezmerband op een bruiloft in Wageningen, waar ik vandaan kom. Ik vond het instrument direct prachtig klinken, maar wat nog meer indruk op me maakte was hoe de mensen op het podium samenspeelden. Ze waren opgewekt, er lag een sprankeling in hun ogen als ze naar elkaar keken. Het danste en swingde aan alle kanten.’

Over klarinetspelen

‘Ik kreeg mijn eerste klarinet­lessen op mijn achtste, van een amateur, via de harmonie, in een garage. Ik kwam binnen in een washok, daar kon ik alvast mijn klarinet uitpakken. Ik had duo-les, als ik niet aan de beurt was las ik een Donald Duck.’ De Moed vertelt over het studentenorkest waar hij op zijn veertiende in kwam. ‘We speelden de Achtste symfonie van Dvořák, toen is de vlam in de pan geslagen. Na de middelbare school werd ik aangenomen op het Conservatorium van Amsterdam, bij Arno Piters, de es-klarinettist van het Concertgebouworkest. Vanaf dat moment ging ik er helemaal voor. Ik had in mijn hoofd dat ik tienduizend uur moest studeren voordat ik 21 zou zijn. Ik praatte er met niemand over. Ik zette een timer en oefende zes uur per dag. De eerste twee jaar van mijn studie heb ik nauwelijks daglicht gezien. Nu studeer ik nooit meer zo lang, hooguit drie uur per dag, maar wel effectiever.’

‘Ik speel op Reform-Boehm-klarinetten van Leitner & Kraus, maar met een Frans mondstuk, dat maakt de aanzet flexibel. Ik ben beïnvloed door de techniek van zangers, die probeer ik te vertalen naar mijn klarinetspel. Ik laat de klank zoveel mogelijk in mijn mond en keel ontstaan en probeer de resonantie ervan in mijn lichaam toe te laten, in plaats van dat mijn focus tijdens het spelen te zeer buiten mijzelf ligt, op het riet en het instrument. Mijn rieten maak ik niet zelf, ik koop ze. Ik schuur ze wel bij, niet alleen aan de bovenkant, zoals de meeste klarinettisten doen, ook aan de achterkant, die maak ik spekglad. Dat doe ik heel voorzichtig. Ik merkte dat ik steeds fijner schuurpapier koos. Nu werk ik zelfs met de achterkant van schuurpapier. Ik polijst het riet dag in dag uit, tot het perfect aansluit op de baan van het mondstuk.’

Het programma

We spreken over het ­Klarinetkwintet in b klein en de Sonate in Es groot die Johannes Brahms aan het einde van zijn carrière componeerde. Hij beschouwde zijn oeuvre eigenlijk al als voltooid, maar raakte geïnspireerd door het spel van de klarinettist aan het hof van Meiningen, Richard Mühlfeld. De Moed: ‘Brahms moet goed op de hoogte zijn geweest van de expressieve mogelijkheden van het instrument en prees Mühlfelds gebruik van vibrato. De dialoog tussen Brahms en de musici om hem heen was heel levendig. In de Vier Stücke die Alban Berg in 1923 schreef vind je de laatromantische klanken van Brahms terug. De Vier Stücke zijn expressionistische miniaturen van de sonatevorm, alleen duurt ieder deel maar één minuut.’

‘Brahms inspireerde ook de Nederlandse componist Tristan Keuris bij het schrijven van zijn klarinetkwintet; dat is eveneens vierdelig, heel melodisch en vol gevoel. Wel schrijft Keuris alles extreem precies op, zelfs een vertraging schrijft hij uit, met plotseling wisselende maatsoorten van een driekwartsmaat naar een zevenzestiende.’

‘Tegenwoordig wordt er vaak van een componist gevraagd om vanuit het niets ineens een stuk op tafel te leggen. Ik wil die werkwijze graag doorbreken. Mathilde Wantenaar schrijft voor het concert in de Kleine Zaal een nieuw stuk voor klarinet en piano. We hebben voordat ze begon met componeren samen naar muziek geluisterd en veel met elkaar gepraat over het klarinet­repertoire dat ons inspireert en wat we daaraan willen toevoegen. Er is geen statische deadline, we kiezen voor een langere periode van inspireren, cultiveren, ideeën uitwerken, uitproberen en laten rijpen tot het juist voelt om de ideeën uit te werken tot een volledige compositie. Na vele gesprekken aan de keukentafel, aan de piano, en in de studio klinkt op 24 mei de eerste muziek van deze samenwerking: een work in progress!’

Competitie

Als we het hebben over zijn plaats in de muziekwereld, vertelt De Moed dat er veel concurrentie is onder jonge musici. ‘Het pad waarop ik me begeef wordt steeds smaller. Eerst ben je blij als je wordt aangenomen op het conservatorium, dan dat je wordt geselecteerd voor een master, voor het Nationaal Jeugd Orkest en zo verder. In het systeem zit een voortdurende competitie, de groep die de volgende stap richting een carrière als uitvoerend musicus zet wordt steeds kleiner.’

‘Ik vind het jammer om te moeten concurreren met muziek. Ik probeer me daar deels aan te onttrekken door eigen projecten op te zetten en samenwerkingen aan te gaan met mensen uit andere disciplines, zoals een kunstenaar of een lichtontwerper. Ik moet daardoor vaak begrotingen maken en subsidies aanvragen. Mijn klarinet ligt naast mijn laptop. Toch heb ik zo ook veel vrijheid, ik kan samenwerken met wie ik wil. In de Kleine Zaal sta ik straks op het podium met musici met wie ik al lang samenspeel, we streven hetzelfde ideaal na: musiceren met zoveel mogelijk zeggingskracht.’  

door Anja Sicking

Biografie

Jelmer de Moed, klarinet

Jelmer de Moed maakt vandaag zijn debuut in Het Concertgebouw. De klarinettist geeft concerten als solist, en zijn grote liefde voor kamermuziek combineert hij met interdisciplinaire projecten vanuit zijn Studio de Moed. In 2022 verscheen zijn debuut-cd met pianist Rik Kuppen met werken van Brahms, Berg, Schumann en Debussy.

Ook was hij finalist van Dutch Classical Talent, waarvoor hij het project NOX initieerde met muziek van Boulez en Reich en opdrachtwerken van Amarante Nat en Tijn Wybenga voor klarinet en speakers.

In 2023 ging het eerste project van Studio de Moed, Schaduwspel, in première tijdens het Gaudeamus Festival in Utrecht. Hierin werkte Jelmer de Moed samen met ­sopraan Elisabeth Hetherington, sonoloog Dario Giustarini, cinematograaf Boris Peters, scenograaf Naida Amorim en regisseur Peter Leung.

Een belangrijk optreden was op 1 februari jongstleden het (basset)klarinetkwintet ­Alchymia van Thomas Adès met het Doric String Quartet tijdens de Strijkkwartet Biënnale Amsterdam, en afgelopen herfst stelde Jelmer de Moed als gastprogrammeur het kamermuziekfestival ‘Geestverwanten’ samen voor Classical NOW! in Den Haag.

Met een eerste prijs van het Prinses Christina Concours, een Classic Young Masters Award en de Cultuurfonds Young Talent Award op zak studeerde Jelmer de Moed aan het Conservatorium van Amsterdam en aan de Hochschule für Musik ‘Hanns Eisler’ in Berlijn: ­klarinet studeerde hij bij Arno Piters, Hans Colbers en Martin Spangenberg en kamermuziek bij Eberhard Feltz.

Rik Kuppen, piano

Rik Kuppen is een veelbelovende jonge solist en kamermusicus. Hij won een eerste prijs op het Prinses Christina Concours en was in 2019 finalist van het concours van de Young Pianist Foundation. Voor zijn Dutch Classical Talent-tournee maakte de pianist een voorstelling in samenwerking met operaregisseur Wim Trompert en dichter Myrte Leffring. Muziek en poëzie, belichting en acteren smolten op intieme wijze samen. 

Rik Kuppen werd op zijn zeventiende toegelaten op het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, waar hij in 2017 zijn masterdiploma behaalde bij Ellen Corver. Daarnaast volgde hij lessen en masterclasses bij onder anderen Lars Vogt, Ferenc Rados, Rita Wagner, Edith Fischer, Dmitri Bashkirov, Naum Grubert, David Kuijken en Ronald Brautigam.

In diverse kamermuziek­samenstellingen werd hij gecoacht door Eberhard Feltz, Reinbert de Leeuw, Vera Beths, Johannes Meissl, Hatto Beyerle en Petr Prause. Sinds 2020 is Rik Kuppen de nieuwe vaste pianist van het Brackman Trio met violist Tim Brackman en cellist Kalle de Bie.

Ook speelt hij veel samen met violiste Coraline Groen, violiste in het Concertgebouworkest. Met klarinettist Jelmer de Moed vormt hij al een aantal jaar een vast duo; in december 2019 kwam hun EP Dwaallicht uit met stukken van Schumann en Berg, ze waren als ‘Jonge Helden’ te gast in het tv-programma Podium Witteman en in december 2019 waren ze te gast op het Internationaal Kamermuziekfestival Utrecht van Janine Jansen.

Animato Kwartet, kwartet

Afgelopen november kreeg het Animato Kwartet de Kersjesprijs 2023 uitgereikt, nadat het van Het Kersjes Fonds in 2017 ook al het strijkkwartet-stipendium had gekregen.

Na een tournee langs dertien Nederlandse concertpodia won het kwartet in juni 2022 de publieksprijs van Dutch Classical Talent, en datzelfde jaar was het ook laureaat van het Joseph Joachim Concours in Weimar. 

Het ensemble bestaat sinds 2013, was gedurende drie jaar artist in residence bij de Nederlandse Strijkkwartet Academie, en volgde masterclasses bij onder meer Alfred Brendel, Ásdis Valdimarsdóttir, Jan Willem de Vriend en Gerhard Schulz. Violist Marc Danel en violist/pedagoog Eberhard Feltz hebben een grote bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van het Animato Kwartet.

De strijkers waren geregeld te horen in zalen als TivoliVredenburg in Utrecht (ook tijdens Janine Jansens Internatio­naal Kamermuziek Festival), Diligentia in Den Haag, het Muziekgebouw Eindhoven en De Doelen in Rotterdam. Het was te gast op de Strijkkwartet Biënnale Amsterdam in 2020 en 2024 en reisde voor optredens naar Portugal, Duitsland (debuut in het Gewandhaus in Leipzig in oktober 2023), Noorwegen, Zwitserland (Verbier Festival) en Frankrijk. Met pianiste Hanna Shybayeva maakte het Animato Kwartet in 2020 en 2021 cd-opnames van Beethovens Eerste en Vierde pianoconcert in een k­wintetbewerking.

Met het ‘Amerikaanse’ strijkkwartet van Dvořák maakte het Animato Kwartet in een Lunchconcert op 23 november 2016 zijn debuut in de Kleine Zaal, en in januari 2019 keerde het er terug in de serie Jonge Nederlanders.