1975: Zeven eeuwen Amsterdam
door Johan Giskes 15 aug. 2025 15 augustus 2025
Amsterdam viert dit jaar zijn 750-jarig bestaan. Een goed moment om terug te blikken naar de feestelijkheden bij Concertgebouw en Concertgebouworkest van vijftig jaar geleden.
27 oktober 1275 is de datum van het document waarin de mensen die bij de dam in de Amstel woonden door Floris V, graaf van Holland, werden vrijgesteld van tolbetaling voor het vervoer van eigen goederen over zijn grondgebied (zie pagina 1). Zeven eeuwen later, op verschillende momenten in 1975, werd dat in onze hoofdstad groots gevierd. Op 1 mei dat jaar vindt in Theater Carré een bijzonder evenement plaats. Onder anderen Ramses Shaffy, Jasperina de Jong en Willy en Willeke Alberti treden op, en na de pauze presenteren zich Herman van Veen en vervolgens het Concertgebouworkest onder leiding van Bernard Haitink. De VARA brengt het feestprogramma in twee delen op de televisie. Omdat het allemaal nogal uitloopt, wordt Ravels Bolero op zeker moment weggedraaid. De toegift Geef mij maar Amsterdam van Harry de Groot in een orkestarrangement van Pi Scheffer bereikt evenmin de huiskamers.
‘Mokum 700’
Van 24 tot en met 29 juni laat het Concertgebouworkest zich onder leiding van de Belgische dirigent André Vandernoot in de RAI horen tijdens de manifestatie ‘Mokum 700’. Een hoogtepunt in het jubileumjaar. Een groot deel van de RAI is omgetoverd in een geweldig amusementspaleis, herschapen in de sfeer van het vroegere Amsterdam, waar iedere bezoeker vermaak naar zijn smaak kan vinden. Er is een decor van karakteristieke gevels. Er zijn pleintjes, een kermis, een stadhuis met een trouwzaal, een café chantant, een ‘cinematoscoop’ waar oude filmopnamen te zien zijn, een popkelder, een ballroom en een ‘Musiecksael’ waar onder meer het orkest optreedt.
Na het eerste avondconcert speelt het Concertgebouworkest elke dag om 15.00 en 20.00 uur ongeveer een half uur. Er zijn twee programma’s met korte, populair-klassieke stukken. Vijf keer wordt de uitvoering besloten met de Piet Hein-rapsodie van Peter van Anrooy en zes keer klinkt tot slot Geef mij maar Amsterdam. De concerten worden een doorslaand succes; in Preludium verschijnen twee foto’s van het gebeuren, waarvan één hiernaast afgedrukt.
Tijdens de RAI-week wordt ook de langspeelplaat Mokum 700 door Phonogram verkocht. Daarna is de plaat met het complete programma van het Concertgebouworkest in de winkel verkrijgbaar. Volgens Het Parool trekt de RAI in vijf dagen ongeveer 240.000 bezoekers – dat komt in de richting van de publiekstoeloop van het festival Op de Ring bij de viering van Amsterdam 750, afgelopen 21 juni.
Spotprijs
Was er nu bij Amsterdam 750 een Concertgebouwpodium op de A10, in het kader van Amsterdam 700 was er een bijzondere kamermuziekserie in de Kleine Zaal. Rondom de echte verjaardag van de stad, 27 oktober, waren acht avonden geprogrammeerd met Amsterdamse ensembles en muziek van Amsterdamse componisten en van componisten die in Amsterdam geleefd of gewerkt hebben.
Het eerste concert, op 19 oktober, komt voor rekening van leden van het Concertgebouworkest, verenigd in het Amsterdams Nonet. NRC Handelsblad kopt ‘Kamermuziek voor een spotprijs’. Het Parool spreekt van een feestelijke uitvoering op een hoog peil, maar met een nauwelijks gevulde zaal. Een van de uitgevoerde werken is een speciaal gecomponeerd stuk van de fagottist Kees Olthuis: Almanach aux images, voor bariton en negen instrumenten. Het Amsterdams Pianokwartet op de tweede avond bestaat uit drie orkestleden en een pianiste. Ze spelen werken van Hans Kox, Mahler, Viotti en – met eerste concertmeester Johan Kracht – het Pianokwintet in A groot van Dvořák. Lof voor de uitvoering blijkt alleen al uit de koppen in het Het Parool: ‘Kwartetspel vol vuur. Kamermuziek in de Kleine Zaal originele keus’.
Divers
Ton Koopman komt daarna alleen naar de Kleine Zaal, wegens ziekte van een van de ensembleleden van Musica da Camera. Met onder andere muziek van Sweelinck toont hij zich een ‘bezield klavecinist’. Dan volgt een concert in de geest van de tijd: het Resistentieorkest maakt ter plekke een keuze uit zijn repertoire, afhankelijk van de stemming in de zaal. Sweelinck prijkt op de vijfde avond ook op het programma van het Nederlands Kamerkoor, naast muziek van Diepenbrock en twintigste-eeuwse werken, zoals een virtuoze compositie van de Amsterdammer Robert Heppener op een dertiende-eeuwse tekst en muziek van een andere Amsterdammer, Rudolf Escher.
Het zesde concert brengt onder meer muziek van Géza Frid. Het wordt verzorgd door het Amsterdams Kamerorkest onder leiding van de vaste dirigent Marinus Voorberg. Ook dit gezelschap bestaat uit leden van het Concertgebouworkest. Hoewel een voortreffelijk ensemble, zijn er opnieuw veel te veel lege stoelen, zo meldt het NRC Handelsblad. Het Amsterdams Kernensemble speelt tijdens het zevende concert muziek van componist en Parool-recensent Lex van Delden, Mozart en Brahms en een briljante toegift. ‘Ensemble met kwaliteiten’ staat boven de bespreking in Het Parool. Het Amsterdams Strijkkwartet sluit (met een avond zónder Amsterdamse muziek) de kamermuziekserie af op 31 oktober 1975.
Lees ook Echo's van Amsterdam.
27 oktober 1275 is de datum van het document waarin de mensen die bij de dam in de Amstel woonden door Floris V, graaf van Holland, werden vrijgesteld van tolbetaling voor het vervoer van eigen goederen over zijn grondgebied (zie pagina 1). Zeven eeuwen later, op verschillende momenten in 1975, werd dat in onze hoofdstad groots gevierd. Op 1 mei dat jaar vindt in Theater Carré een bijzonder evenement plaats. Onder anderen Ramses Shaffy, Jasperina de Jong en Willy en Willeke Alberti treden op, en na de pauze presenteren zich Herman van Veen en vervolgens het Concertgebouworkest onder leiding van Bernard Haitink. De VARA brengt het feestprogramma in twee delen op de televisie. Omdat het allemaal nogal uitloopt, wordt Ravels Bolero op zeker moment weggedraaid. De toegift Geef mij maar Amsterdam van Harry de Groot in een orkestarrangement van Pi Scheffer bereikt evenmin de huiskamers.
‘Mokum 700’
Van 24 tot en met 29 juni laat het Concertgebouworkest zich onder leiding van de Belgische dirigent André Vandernoot in de RAI horen tijdens de manifestatie ‘Mokum 700’. Een hoogtepunt in het jubileumjaar. Een groot deel van de RAI is omgetoverd in een geweldig amusementspaleis, herschapen in de sfeer van het vroegere Amsterdam, waar iedere bezoeker vermaak naar zijn smaak kan vinden. Er is een decor van karakteristieke gevels. Er zijn pleintjes, een kermis, een stadhuis met een trouwzaal, een café chantant, een ‘cinematoscoop’ waar oude filmopnamen te zien zijn, een popkelder, een ballroom en een ‘Musiecksael’ waar onder meer het orkest optreedt.
Na het eerste avondconcert speelt het Concertgebouworkest elke dag om 15.00 en 20.00 uur ongeveer een half uur. Er zijn twee programma’s met korte, populair-klassieke stukken. Vijf keer wordt de uitvoering besloten met de Piet Hein-rapsodie van Peter van Anrooy en zes keer klinkt tot slot Geef mij maar Amsterdam. De concerten worden een doorslaand succes; in Preludium verschijnen twee foto’s van het gebeuren, waarvan één hiernaast afgedrukt.
Tijdens de RAI-week wordt ook de langspeelplaat Mokum 700 door Phonogram verkocht. Daarna is de plaat met het complete programma van het Concertgebouworkest in de winkel verkrijgbaar. Volgens Het Parool trekt de RAI in vijf dagen ongeveer 240.000 bezoekers – dat komt in de richting van de publiekstoeloop van het festival Op de Ring bij de viering van Amsterdam 750, afgelopen 21 juni.
Spotprijs
Was er nu bij Amsterdam 750 een Concertgebouwpodium op de A10, in het kader van Amsterdam 700 was er een bijzondere kamermuziekserie in de Kleine Zaal. Rondom de echte verjaardag van de stad, 27 oktober, waren acht avonden geprogrammeerd met Amsterdamse ensembles en muziek van Amsterdamse componisten en van componisten die in Amsterdam geleefd of gewerkt hebben.
Het eerste concert, op 19 oktober, komt voor rekening van leden van het Concertgebouworkest, verenigd in het Amsterdams Nonet. NRC Handelsblad kopt ‘Kamermuziek voor een spotprijs’. Het Parool spreekt van een feestelijke uitvoering op een hoog peil, maar met een nauwelijks gevulde zaal. Een van de uitgevoerde werken is een speciaal gecomponeerd stuk van de fagottist Kees Olthuis: Almanach aux images, voor bariton en negen instrumenten. Het Amsterdams Pianokwartet op de tweede avond bestaat uit drie orkestleden en een pianiste. Ze spelen werken van Hans Kox, Mahler, Viotti en – met eerste concertmeester Johan Kracht – het Pianokwintet in A groot van Dvořák. Lof voor de uitvoering blijkt alleen al uit de koppen in het Het Parool: ‘Kwartetspel vol vuur. Kamermuziek in de Kleine Zaal originele keus’.
Divers
Ton Koopman komt daarna alleen naar de Kleine Zaal, wegens ziekte van een van de ensembleleden van Musica da Camera. Met onder andere muziek van Sweelinck toont hij zich een ‘bezield klavecinist’. Dan volgt een concert in de geest van de tijd: het Resistentieorkest maakt ter plekke een keuze uit zijn repertoire, afhankelijk van de stemming in de zaal. Sweelinck prijkt op de vijfde avond ook op het programma van het Nederlands Kamerkoor, naast muziek van Diepenbrock en twintigste-eeuwse werken, zoals een virtuoze compositie van de Amsterdammer Robert Heppener op een dertiende-eeuwse tekst en muziek van een andere Amsterdammer, Rudolf Escher.
Het zesde concert brengt onder meer muziek van Géza Frid. Het wordt verzorgd door het Amsterdams Kamerorkest onder leiding van de vaste dirigent Marinus Voorberg. Ook dit gezelschap bestaat uit leden van het Concertgebouworkest. Hoewel een voortreffelijk ensemble, zijn er opnieuw veel te veel lege stoelen, zo meldt het NRC Handelsblad. Het Amsterdams Kernensemble speelt tijdens het zevende concert muziek van componist en Parool-recensent Lex van Delden, Mozart en Brahms en een briljante toegift. ‘Ensemble met kwaliteiten’ staat boven de bespreking in Het Parool. Het Amsterdams Strijkkwartet sluit (met een avond zónder Amsterdamse muziek) de kamermuziekserie af op 31 oktober 1975.
Lees ook Echo's van Amsterdam.