Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
interview

Vanessa Porter: ‘Ik vind de avontuur­lijke weg veel meer bij mij passen’

door Paul Janssen
18 nov. 2020 18 november 2020

Stilte, fluistergeluiden, poëzie, elektronica – niets is slagwerkster Vanessa Porter te gek. Dit jaar zou ze als Rising Star de mooiste concertzalen van Europa aandoen. Het liep anders. Een gesprek met deze dynamische Duitse met Engelse wortels.

Vanessa Porter is door de Kölner Philharmonie en het Festspielhaus Baden-Baden afgevaardigd voor het Rising Stars-programma van de European Concert Hall Organisation (ECHO). In haar uitvoeringen maakt ze voor een percussioniste opvallend veel gebruik van stilte en fluistergeluiden, bodypercussie, stem, poëzie en elektronica. Ze weet vaak met minimale middelen grote gevoelens en een enorme spanning op te roepen. En precies dat leverde haar de ECHO-nominatie op. ‘Ik weet niet wat het over twee, drie jaar voor mijn carrière gaat betekenen, maar nu vind ik het vooral een hele grote eer die mij naar de mooiste concertzalen van Europa brengt’, zegt Vanessa Porter als we elkaar begin november veilig van beeldscherm tot beeldscherm spreken. ‘Het was een risico om mezelf zo kwetsbaar te presenteren, maar ik geloof dat ik het niet anders had kunnen doen. Natuurlijk speel ik ook wel het bekende slagwerk­repertoire, maar ik vind de avontuur­lijke weg veel meer bij mij passen.’

Vanessa Porter is door de Kölner Philharmonie en het Festspielhaus Baden-Baden afgevaardigd voor het Rising Stars-programma van de European Concert Hall Organisation (ECHO). In haar uitvoeringen maakt ze voor een percussioniste opvallend veel gebruik van stilte en fluistergeluiden, bodypercussie, stem, poëzie en elektronica. Ze weet vaak met minimale middelen grote gevoelens en een enorme spanning op te roepen. En precies dat leverde haar de ECHO-nominatie op. ‘Ik weet niet wat het over twee, drie jaar voor mijn carrière gaat betekenen, maar nu vind ik het vooral een hele grote eer die mij naar de mooiste concertzalen van Europa brengt’, zegt Vanessa Porter als we elkaar begin november veilig van beeldscherm tot beeldscherm spreken. ‘Het was een risico om mezelf zo kwetsbaar te presenteren, maar ik geloof dat ik het niet anders had kunnen doen. Natuurlijk speel ik ook wel het bekende slagwerk­repertoire, maar ik vind de avontuur­lijke weg veel meer bij mij passen.’

  • Vanessa Porter

    foto: Christopher Buehler

    Vanessa Porter

    foto: Christopher Buehler

  • Vanessa Porter

    foto: Christopher Buehler

    Vanessa Porter

    foto: Christopher Buehler

  • Vanessa Porter

    foto: Christopher Buehler

    Vanessa Porter

    foto: Christopher Buehler

  • Vanessa Porter

    foto: Christopher Buehler

    Vanessa Porter

    foto: Christopher Buehler

Dat avontuur was altijd al aanwezig. Ook toen ze als heel klein meisje kennismaakte met alles wat met slagwerk te maken had. ‘Mijn vader, die vooral een jazz- en popdrummer is, had een drumschool aan huis. Ik ben letterlijk vanaf mijn babytijd omringd door trommels. Ook kwamen er marimba-, vibrafoon- en handtrommeldocenten bij ons thuis. Het was vanzelfsprekend dat ik, en ook mijn zus met wie ik een duo heb, slagwerk ging spelen. Ik heb zelfs nooit aan iets anders gedacht.’ Dat nooit aan iets anders denken ging zó ver dat ze het al net zo vanzelfsprekend vond dat ze van beroep ­percussioniste zou worden. ‘Ik wist dankzij mijn vader wat het betekent om musicus te zijn, dus ik ben er bewust ingestapt met het idee dat het hard werken is en dat je niet te beroerd moet zijn om les te geven en dat soort zaken.’

Dat avontuur was altijd al aanwezig. Ook toen ze als heel klein meisje kennismaakte met alles wat met slagwerk te maken had. ‘Mijn vader, die vooral een jazz- en popdrummer is, had een drumschool aan huis. Ik ben letterlijk vanaf mijn babytijd omringd door trommels. Ook kwamen er marimba-, vibrafoon- en handtrommeldocenten bij ons thuis. Het was vanzelfsprekend dat ik, en ook mijn zus met wie ik een duo heb, slagwerk ging spelen. Ik heb zelfs nooit aan iets anders gedacht.’ Dat nooit aan iets anders denken ging zó ver dat ze het al net zo vanzelfsprekend vond dat ze van beroep ­percussioniste zou worden. ‘Ik wist dankzij mijn vader wat het betekent om musicus te zijn, dus ik ben er bewust ingestapt met het idee dat het hard werken is en dat je niet te beroerd moet zijn om les te geven en dat soort zaken.’

Helden

Ze studeerde in Stuttgart en Londen en al tijdens haar studietijd speelde ze overal en nergens. ‘Soms was dat erg leuk en soms gewoon een manier om geld te verdienen, maar het leverde veel contacten op.’ Mede daardoor kwam haar carrière direct na haar afstuderen goed op gang, al neemt Porter nog steeds graag het woord ‘geluk’ in de mond. ‘Ik ben voor de Rising Stars-serie genomineerd doordat ik een concert in Baden-Baden had en men daar vond dat ik goed genoeg was. Een kwestie van juiste persoon op de juiste plek.’ We laten het er maar bij. Feit is dat Porter heel hard werkt, buitengewoon origineel is in haar programma’s en bovendien ‘een voorbeeld wil zijn voor vrouwelijke musici’. ‘Ik heb veel steun gevonden in vrouwelijke percussionisten als mijn docente in Stuttgart Marta Klimasara en natuurlijk Evelyn Glennie, maar nieuwe generaties hebben weer nieuwe helden nodig. Als ik maar één iemand kan inspireren dit ook te doen, ben ik al gelukkig.’

'Ik heb geen manager en doe alles zelf, dus ik ben soms meer met administratie bezig dan met spelen.'

Helden

Ze studeerde in Stuttgart en Londen en al tijdens haar studietijd speelde ze overal en nergens. ‘Soms was dat erg leuk en soms gewoon een manier om geld te verdienen, maar het leverde veel contacten op.’ Mede daardoor kwam haar carrière direct na haar afstuderen goed op gang, al neemt Porter nog steeds graag het woord ‘geluk’ in de mond. ‘Ik ben voor de Rising Stars-serie genomineerd doordat ik een concert in Baden-Baden had en men daar vond dat ik goed genoeg was. Een kwestie van juiste persoon op de juiste plek.’ We laten het er maar bij. Feit is dat Porter heel hard werkt, buitengewoon origineel is in haar programma’s en bovendien ‘een voorbeeld wil zijn voor vrouwelijke musici’. ‘Ik heb veel steun gevonden in vrouwelijke percussionisten als mijn docente in Stuttgart Marta Klimasara en natuurlijk Evelyn Glennie, maar nieuwe generaties hebben weer nieuwe helden nodig. Als ik maar één iemand kan inspireren dit ook te doen, ben ik al gelukkig.’

'Ik heb geen manager en doe alles zelf, dus ik ben soms meer met administratie bezig dan met spelen.'

Die inspiratie begint al met lesgeven en het motiveren van kinderen. Zo schreef Porter tijdens de eerste maanden van de coronacrisis een vrolijk instructieboek voor kinderen. ‘De eerste drie weken dat alles stilviel vond ik eigenlijk wel prettig. Het was een moment om even tot rust te komen. Maar toen ik in april, mei en juni geen concerten had, moest ik wat anders gaan doen. Vandaar dat ik aan dat boek gewerkt heb. Het blijft een moeilijke tijd. Daarbij heb ik geen manager en doe ik alles zelf, dus ik ben soms meer met administratie en het regelen van afzeggingen bezig dan met spelen. Maar dat is een keuze. Ik wil een management dat echt een persoonlijke benadering heeft en daadwerkelijk samenwerkt, en dat heb ik nog niet gevonden.’

Toch wil ze niet van klagen weten. ‘Het zijn onzekere tijden en het is soms nagelbijtend spannend, maar het gaat met mij naar omstandigheden erg goed. Niet elke artiest zal deze coronatijd zakelijk overleven, maar ik hoop dat we allemaal kunnen blijven doen wat we willen. Gelukkig vinden mensen het steeds weer belangrijk om muziek om zich heen te hebben en naar concerten te gaan. Ik hoef geen ster te worden en ook niet rijk, als ik maar kan doen waar ik het meest van hou en mensen blij kan maken met wat ik op het podium doe.’

Vanessa Porter
in 15 dilemma’s

koffie / thee
Engeland / Duitsland: ‘Oh moeilijk, mijn grootvader
komt uit Londen. Maar toch Duitsland’
vibrafoon / zarb
ochtend / avond
zomer / winter
zwart / wit
uit / thuis
roman / gedicht
stad / platteland
piano / forte
spreken / zwijgen
jazz / pop
Spotify / cd
musiceren / luisteren
solo / ensemble: ‘Beide, absoluut. Ik vind het alleen al
fantastisch om met mijn zus samen te spelen.’

 

Gedeeld leed

We komen nader te spreken over het programma dat Porter samenstelde voor haar ECHO-seizoen. ‘Ik wil bij zo’n gelegenheid niet de stukken spelen die iedere slagwerker uitvoert. We hebben een beperkt repertoire dus de kans om met dezelfde werken aan te komen is groot. Ik wil wat nieuws brengen; ook de percussiegeschiedenis moet gewoon doorgaan. Bovendien wil ik op het podium geheel mezelf zijn en mezelf zo veel mogelijk bloot geven. Dat betekent dat ik niet snel honderden instrumenten het podium op sleep en voor een hoop percussievuurwerk zorg. Ik wil er meer een performance van maken, minder instrumenten gebruiken en mensen ontroeren met muziek, beeld en tekst.’
Met Folie à deux, dat ze samen uitvoert met klankregisseur Daniel ­Weingarten, en het daarvan afgeleide meer corona­bestendige soloprogramma Folie, heeft ze in elk geval een persoonlijk programma gemaakt. ‘Folie à deux’, of in het Nederlands ‘gedeelde ­psychotische stoornis’, is een aandoening waarbij een persoon de wanen van iemand overneemt met wie hij of zij een hechte relatie heeft. ‘Het komt bij twee mensen in mijn familie voor’, zegt Porter. ‘Dat is behoorlijk emotioneel. Ik wilde daarom deze aandoening bekender en bespreekbaar maken. Ik hoop muzikaal uit te drukken wat er gebeurt en wat het gevoel daarbij is.’

Folie

Het soloprogramma Folie van Vanessa Porter is een mix van slagwerkstukken, elektronische soundscapes en muziektheater, die bij elkaar het verhaal vertellen van de psychische aandoening ‘folie à deux’. Niet op een documentaire wijze, maar meer associatief en vooral emotioneel. Zowel de donkere kanten van de aandoening als de liefde die er ook een grote rol in speelt, komen tot uitdrukking in een doorlopend programma, dat aan elkaar geregen wordt door de soundscapes. Porter is niet alleen de percussionist, maar ook daadwerkelijk een personage dat te maken heeft met de aandoening. Folie kwam tot stand in samenwerking met verschillende regisseurs. Ook in de slagwerkopstelling is rekening gehouden met het verhaal. Het podium is zeker voor een percussieconcert spaarzaam gevuld met instrumenten en het centrum is gereserveerd voor de meest intieme stukken voor bodypercussie (het bij vlagen aangrijpende ?Corporel van Vinko Globokar) en voor handtrommel en stem zoals The Messenger van Georges Aphergis. Deze laatste componeerde het werk speciaal voor dit programma voor een bijzondere Iraanse handtrommel, de zarb. Ook Shapes van Emil Kuyumcuyan en À deux van Alexander Sandi Kuhn, allebei voor vibrafoon, werden speciaal voor dit programma geschreven. Zo vroeg Porter Kuhn om een vreedzaam werk om het bij vlagen ‘deprimerende programma’ (woorden van de percussioniste) positief af te sluiten. ‘Folie à deux gaat ook over de vertrouwdheid tussen twee mensen, daarom eindig ik met een ode aan de liefde.’

Die inspiratie begint al met lesgeven en het motiveren van kinderen. Zo schreef Porter tijdens de eerste maanden van de coronacrisis een vrolijk instructieboek voor kinderen. ‘De eerste drie weken dat alles stilviel vond ik eigenlijk wel prettig. Het was een moment om even tot rust te komen. Maar toen ik in april, mei en juni geen concerten had, moest ik wat anders gaan doen. Vandaar dat ik aan dat boek gewerkt heb. Het blijft een moeilijke tijd. Daarbij heb ik geen manager en doe ik alles zelf, dus ik ben soms meer met administratie en het regelen van afzeggingen bezig dan met spelen. Maar dat is een keuze. Ik wil een management dat echt een persoonlijke benadering heeft en daadwerkelijk samenwerkt, en dat heb ik nog niet gevonden.’

Toch wil ze niet van klagen weten. ‘Het zijn onzekere tijden en het is soms nagelbijtend spannend, maar het gaat met mij naar omstandigheden erg goed. Niet elke artiest zal deze coronatijd zakelijk overleven, maar ik hoop dat we allemaal kunnen blijven doen wat we willen. Gelukkig vinden mensen het steeds weer belangrijk om muziek om zich heen te hebben en naar concerten te gaan. Ik hoef geen ster te worden en ook niet rijk, als ik maar kan doen waar ik het meest van hou en mensen blij kan maken met wat ik op het podium doe.’

Vanessa Porter
in 15 dilemma’s

koffie / thee
Engeland / Duitsland: ‘Oh moeilijk, mijn grootvader
komt uit Londen. Maar toch Duitsland’
vibrafoon / zarb
ochtend / avond
zomer / winter
zwart / wit
uit / thuis
roman / gedicht
stad / platteland
piano / forte
spreken / zwijgen
jazz / pop
Spotify / cd
musiceren / luisteren
solo / ensemble: ‘Beide, absoluut. Ik vind het alleen al
fantastisch om met mijn zus samen te spelen.’

 

Gedeeld leed

We komen nader te spreken over het programma dat Porter samenstelde voor haar ECHO-seizoen. ‘Ik wil bij zo’n gelegenheid niet de stukken spelen die iedere slagwerker uitvoert. We hebben een beperkt repertoire dus de kans om met dezelfde werken aan te komen is groot. Ik wil wat nieuws brengen; ook de percussiegeschiedenis moet gewoon doorgaan. Bovendien wil ik op het podium geheel mezelf zijn en mezelf zo veel mogelijk bloot geven. Dat betekent dat ik niet snel honderden instrumenten het podium op sleep en voor een hoop percussievuurwerk zorg. Ik wil er meer een performance van maken, minder instrumenten gebruiken en mensen ontroeren met muziek, beeld en tekst.’
Met Folie à deux, dat ze samen uitvoert met klankregisseur Daniel ­Weingarten, en het daarvan afgeleide meer corona­bestendige soloprogramma Folie, heeft ze in elk geval een persoonlijk programma gemaakt. ‘Folie à deux’, of in het Nederlands ‘gedeelde ­psychotische stoornis’, is een aandoening waarbij een persoon de wanen van iemand overneemt met wie hij of zij een hechte relatie heeft. ‘Het komt bij twee mensen in mijn familie voor’, zegt Porter. ‘Dat is behoorlijk emotioneel. Ik wilde daarom deze aandoening bekender en bespreekbaar maken. Ik hoop muzikaal uit te drukken wat er gebeurt en wat het gevoel daarbij is.’

Folie

Het soloprogramma Folie van Vanessa Porter is een mix van slagwerkstukken, elektronische soundscapes en muziektheater, die bij elkaar het verhaal vertellen van de psychische aandoening ‘folie à deux’. Niet op een documentaire wijze, maar meer associatief en vooral emotioneel. Zowel de donkere kanten van de aandoening als de liefde die er ook een grote rol in speelt, komen tot uitdrukking in een doorlopend programma, dat aan elkaar geregen wordt door de soundscapes. Porter is niet alleen de percussionist, maar ook daadwerkelijk een personage dat te maken heeft met de aandoening. Folie kwam tot stand in samenwerking met verschillende regisseurs. Ook in de slagwerkopstelling is rekening gehouden met het verhaal. Het podium is zeker voor een percussieconcert spaarzaam gevuld met instrumenten en het centrum is gereserveerd voor de meest intieme stukken voor bodypercussie (het bij vlagen aangrijpende ?Corporel van Vinko Globokar) en voor handtrommel en stem zoals The Messenger van Georges Aphergis. Deze laatste componeerde het werk speciaal voor dit programma voor een bijzondere Iraanse handtrommel, de zarb. Ook Shapes van Emil Kuyumcuyan en À deux van Alexander Sandi Kuhn, allebei voor vibrafoon, werden speciaal voor dit programma geschreven. Zo vroeg Porter Kuhn om een vreedzaam werk om het bij vlagen ‘deprimerende programma’ (woorden van de percussioniste) positief af te sluiten. ‘Folie à deux gaat ook over de vertrouwdheid tussen twee mensen, daarom eindig ik met een ode aan de liefde.’

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.